Jan Rap beklemmend en ontroerend Leo de Winter toont scala van onderwerpn in Bloemendaal aspecten van pianoconcert van Een spaarder kan in principe drie kanten op I [Oeuvre schilder"! I André Korteweg 1 gevonden 1 De Am» Bank is er voor alle spaarders. Vastzetten en er toch aan kunnen komen. Nietvastzettei. Echt vastzetten. I Fusie met NOS-orkesten afgewezen in beleidsplan I THEATERUNIE MET TONEEL OVER KINDEREN IN EEN OPVANGHUIS - i I I LI a HAAILEM. Onder de vertrouwde lei ding vai zijn vaste dirigent André Vander- noot, opnde gisteravond het Noordhollands Philharnonisch Orkest het concertseizoen 1977-1971. Dit gebeurde met een zogenaamd Stichtinfsraadconcert, dat gegeven wordt voor de vertegenwoordigers van de gelijkna mige raid waarin de subsidiënten van het orkest verenigd zijn. Een evenement waarmee ieder jaa™ het nieuwe NPO-seizoen wordt inge luid. Dat is sparen voor een hoge rente, maar in noodgevallen er toch aan kunnen komen. Daar heeft de Amro z’n Plus- rekeningen voor. Alleen als u opneemt betaalt u 1 of 2% opnamekosten over het opgenomen bedrag. En anders zi jn ze goed voor maar liefst 6 of 70/ f /O Ofwel sparen en snel aai je spaargeld kunnen kornet Daar heeft de Amro Bart een Rente Spaarrekening vor, of het bekende Spaarboeje. Dat is simpel, overzichteijk en heel flexibel. En u krjgt een rente van 4% f' Dat is voor de spaarder die de allerhoogste rente wil. Maar dan ook voor lief' neemt dat z’n geld langere tijd vastligt. Amro’s Vaste Looptijd Rekeningen bijvoorbeeld gaan van 2 tot 6 jaar vast. En de rente varieert dan van 7 tot QO/ O/o KUNST Frivool begin van NPO-seizoen Het ten phore gebrachte programma vermeldde alle- Opperste concentratie bij de pianist Eduardo del Pueyo. Rechts, op de rug gezien JOHAN VAN KEMPEN USO wil zelfstandig blijven Emotionaliteit naast nuchterheid CEES STRAUS (ADVERTENTIE) f ia KO VAN LEEUWEN lui Leo de Winter is een meester voor wat betreft het landschap. Dit zijn veruit zijn beste doeken: doorleefd, met een goed gevoel voor stemming, met een grote ken nis van de waarde die de plaatsing van de horizon geeft. Leo de Winter zet de grote traditie voort van de ’’romantische” ex pressionisten van voor de Tweede Wereld oorlog en dan met name de coloristen die hun eigen zielsleven in het landschap wis ten te leggen en verder wilden gaan dan alleen het behagende schilderen. BLOEMENDAAL. Is het gebrek aan evenwichtige presentatie die de tentoon stelling van Leo de Winter in het souter rain van het Bloemendaalse gemeentehuis zo’n ambivalent karakter geeft? Een niet geheel doordachte keuze van de onderwer pen door de schilder, die nu zwakker naar voren komt dan wellicht noodzakelijk zou Zijn of is het de poging om een zo represen tatief mogelijk beeld van het schilder- skunnen te geven? De Winter wisselt in ieder geval uitstekende kwaliteit af met veel minder goed werk dat hem meer als onderwerp dan qua techniek niet zo goed zal liggen. Technisch gezien klopt het allemaal aardig, maar het is opmerkelijk dat sommige werken net de expressiviteit missen die op andere plaatsen weer wel opvallend naar buiten treedt. De hierboven geschetste ambivalentie doet zich al enigszins bij het stilleven voor. Er zijn zeer overtuigende doeken zoals een prachtig-teer interieur met judaspennin gen dat in de beste Haarlemse tradities a la Boot en Verweij is gemaakt. Maar een ander bloemstuk lijkt dan plotseling weer doodgeslagen, volkomen leeg van emoties die je elders in zo’n grote mate ziet ver werkt. Het doet zich ook in geringe mate voor bij de marines. De Winter schildert schepen met grote hartstocht, wie zijn doe ken beziet onderkent de zwerflust door de havens op zoek naar de dynamiek van het overslagbedrijf, de noeste werkzaamheid die zo puur Hollands kam overkomen. Je weet dat De Winter het goed bedoelt, die intentie voor een groot deel ook kan over brengen, maar je struikelt over de al te nuchtere uitwerking. het grootste deel van de stillevens had een magnifieke tentoonstelling kunnen opleve- (Tot en met 8 oktober, dagelijks van 14- 17 uur). minister van CRM, blijkens deze bief, ondanks de ontvangst van de orkesten-nota door de kamercommissie, zijn beleid rustig tracht door te zetten. „Hij lapt de lamer aan zijn laars”, aldus de NTB, die uit het beleidsplan van ht USO de indruk krijgt dat het orkest zichzelf geenszins om zeep zenst te helpen in een „samen werkingsverband”. De NTB zej erg blij met deze nieuwe ontwikkeling te zijn, „omdat w in het verleden de indruk hadden dat het bestuur van het LBO en het bestuur van de stad van het orkest afwilden”. De NTB heeft echter ook ernstig kritiek op (een deel van) het beleidsplan. Vooral tegen de passge over de kwaliteitsverbete ring van het orkest heeft zij grote bdenkingen. Verbijsterd is de NTB over dat deel, waarin gezegc wordt dat kwaliteitsverbete ring kan leiden tot de noodzaak om musici, die niet (meer) voldoen aan het gewenste artisteke peil, te vervangen. Een formulering als „het peil dat uit ogpunt van artistieke verant woordelijkheid gewenst wordt gacht” betekent volgens de Toonkunstenaarsbond dat „er baoertjes zullen moeten hangen als er geen fel verweer wordt gewerd”. Het orkest, aldus de NTB, is een artistieke en sociale toaliteit en men kan nooit en te nimmer met een beroep op artistiee omstandigheden sjoemelen met de sociale kant van zo’n iotateit. Cocki Boonstra, Huid Broos en Pim Vosmaer in Jan Rap en z’n maat, (foto Bob van Dantzig). in de krepo, gillend van de lach, alle twee. Gemma heeft haar armen om Elly heen. Het lachen gaat langzaam over in wiegen van Gemma. Daarbij zegt ze nog eenmaal): Iemand heb op mijn zitte wachten. Christiaan Nortier heeft er een uiterst realistische weergave van gemaakt. Sa men met de schrijfster en de spelers is hij bezig geweest de toneelbewerking in een zo overtuigend mogelijke conceptie te krij gen. Het resultaat is veertien korte scènes die als filmische fragmenten los van el kaar staan maar tesamen een relaas vor men van menselijke mislukking en angst. Angst bij de kinderen voor de politie, voor het terug moeten naar huis, pleegouders of het tehuis. Angst, maar vooral bittere te leurstelling en onmacht bij de stafleden die hun eigen falen weerspiegeld zien in de droefenis van de kinderen die zij moesten helpen. AMSTERDAM. Gemma: (schorre lach) Uitleggen..Uitleggen hebbe ze hun leven lang gedaan..(intussen loopt ze nu achteruit, tot ze tegen de muur aankomt) Gemma, ik zal je uitleggen waarom je moeder je heb afgestaan..Gemma ik zal je uitleggen waarom de mensen je niet pruime. .uitlegge. .bekijk ’t een beetje- .mij hoef niemand helemaal niks uit te legge. .(ze woelt met haar schouders in haar kleedje en zakt langzaam langs de muur op de grond. Haar hoofd in haar kleedje gedoken. Zo blijft ze een poosje doodstil zitten. Dan ineens gooit ze haar kop omhoog en kijkt Elly fel aan. Daarna begint ze naar Elly te lachen) Hee..Elly- jij heb op mijn zitte wachten..Iemand heb op mijn zitte wachten..(Elly bukt zich en pakt iets van de rotzooi op de grond. Ze gooit het naar Gemma’s hoofd en die staat onmiddellijk op om Elly te grazen te nemen. Gillend en vloekend loopt Gemma achter Elly aan. Tenslotte heeft ze haar te pakken en vallen ze samen In zijn nota-Orkestenbestel spreekt minister Van Doom van CRM over een samenwerkingsverband tussen het USO en de NOS-orkesten in het kader van de organisatie van de „regio- midden”. De vaste Tweede-Kamercommissie voor CRM was destijds niet erg gelukkig met de nota. De commissie vond dat de bewindsman zijn huiswerk maar het beste kon overmaken. Niettemin houdt, aldus de NTB, de minister in een brief van 25 augustus jongstleden aan het bestuur van het USO vast aan zijn ideeën over samenwerking van USO en de omroeporkesten. Hij schrijft letterlijk: „Voor de regio-midden zijn de plannen thans nog niet uitgewerkt. Zoals u bekend is, heb ik aangekondigd, uiteraard met inachtneming van uw bevoegdheden en die van de Utrechtse overheden, een gesprek op gang te zullen brengen over de mogelijkheid van een samenwerkingsverband tussen het Utrechts Symfonie Orkest en de NOS-orkesten en de taakstelling van die orkesten in dat verband. Zelden heb ik toneelspelers zo bezield bezig gezien als in deze voorstelling. Linda van Dyck (Gemma), Adriaan Adriaansen, Peter Bolhuis, Cocki Boonstra, Huib Broos, Liesbeth Coops, Fred Hugas, Cor van Rijn, Pim Vosmaer, Renee Soutendijk, Jaap Wieringa en Piet Hoetjes, allen sa men hebben ze dit stuk over kinderen die geen kans meer hebben tot een ontroeren de toneelbelevenis gemaakt. Een stuk dat op zich misschien tekortkomingen zal heb ben, maar die wil ik graag vergeten als ik een hele avond in grote spanning toekijk, dikwijls met de tranen vlak achter de ogen. Op 18 en 19 november komt Jan Rap en z’n maat naar de Toneelschuur in Haarlem, iets om te onthouden. De tekst hierboven is de slotscène uit Jan Rap en z’n maat, een toneelspel van Yvonne Keuls, die daarvoor haar boek over het leven in een opvanghuis voor jonge mensen bewerkte. Die tekst wordt in de voorstelling die de Theaterunie momen teel in De Brakke Grond speelt gezegd door het meisje Gemma, dat in het opvan ghuis terugkeert om daar de kerstdagen door te brengen. Het was de enige plek waar zij zich ooit in haar lullige rotleven heeft thuisgevoeld. Wat Gemma aantreft is een verlaten pand, waar alleen nog het staflid Elly verslagen door desillusies is achtergebleven. Gemma’s tekst („Uitleg gen hebbe ze hun levenlang al gedaan”) vormt de schrijnende essentie van het stuk van Keuls: wat moet er uitgelegd worden, uitleggen betekent niet dat er iets wordt opgelost. Wat heb je aan uitleg van je ellende als die op zich niets verandert? dirigent André Vandemoot die ook gisteravond weer het Noordhollands Philharmo- nisch Orkest leidde. ren. De Winter moet echter geprezen wor- den dat hij ook de minder goede kanten van zijn talenten durft te tonen. reerst Haycns „Abschieds-symfonie”, waarvan de uitvoe ring een mzikaal gebaar moest betekenen ten aanzien van het vetrek van drs. J. Reehorst (de huidige burge meester vai Haarlem) als voorzitter van het NPO-be- Del Pueyo liet vooral de ruwe, heftige en zelfs bitse aspecten van dit pianoconcert spreken en belichtte di- Stilleven met judaspenningen een van de oliever- de ge in ex- De schrijfster Yvonne Keuls heeft zelf een jaar als staflid dag- en nachtdiensten in zo’n opvanghuis voor jongeren meege draaid. Zij heeft er alle narigheid van nabij gezien. Dat resulteerde in haar boek en in het toneelwerk dat bij de Theateru nie een beklemmende voorstelling krijgt. Onder regie van Christiaan Nortier wordt er gespeeld dat de vonken eraf vliegen. Maar de personages die worden uitgebeeld zijn meer dan alleen maar clichétypes. Het zijn levende mensen in de drek van hun ontreddering. Mensen die niets en niemand hebben, die niet begrijpen waar om zij op zo’n miserabele plek in de sa menleving terecht gekomen zijn. Alles wat bijvoorbeeld Gemma bezit heeft zij bijeen in een plastic vuilniszak. En met de overige in het opvanghuis, dat als tijdelijk verblijf dient, als tussenstation voor een nieuw tehuis of nieuwe pleegouders, is het niet beter gesteld. bleef enige tijd in Delft, Amsterdam iv» Di life! nrïrl rfi ven die Leo Winter in het meentehuis Bloemendaal poseert. 6 N'- kwijls bepaalde muzikale lijnen in de solopartij, waaraan gewoonlijk slechts een ondergeschikte (althans niet op de voorgrond tredende, en meer in het geheel opgaande) rol is toebedeeld. Hierbij vielen speciaal de met forse en soms haast wrede aanslag gelegde accenten in linkerhandpas sages op. Geen verfijning van pianistiek in deze manier van musiceren die een voorbijgaan aan de sfeer van milde poëzie en lyrische bewogenheid inhield. Elementen die Beethoven juist aan deze compositie eveneens zo rijkelijk heeft meegegeven. Wie met deze Beethoven-opvatting van Eduardo del Pueyo alsnog wil kennismaken, is - voor zover er nog plaatsruimte beschikbaar zal zijn - daartoe in de gelegen heid op het vanavond, eveneens in het Haarlemse Con certgebouw te geven abonnementsconcert in de A-serie. Het Noordhollands Philharmonisch Orkest, dat intussen dan wel weer helemaal „ingespeeld” zal zijn, geeft dan na de pauze een uitvoering van de Vijfde Symfonie van Gustav Mahler. Volgens de NTB komt „samenwerkingsverband” overeen met fusie. De Toonkunstenaarsbond is hooglijk verbaasd dat de Het USO bepleit in het beleidspln het scheppen van een derde type muziekinstelling, naast de „gootstedelijke” en „regionale” instellingen uit de nota van mirster Van Doorn. Het orkest denkt daarbij aan een instelling tc grootte van zo’n 95 musici’. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG. Het Utrechts Symfonie Orkest voelt er niets voor op te gaan in de NOS-orkesten. Het heeft voor Utrecht een historisch gegroeide taak als grootstedelijk orkest met „een gezonde en voldoende brede basis”. Dit blijkt uit het beleids plan 1977-1980 van het USO, waarvan delen worden gepubli ceerd door het blad Muziekwereld van de Nederlandse Toon kunstenaarsbond (NTB). stuur; zo werd door diens opvolger in deze voorzitters- functie, de heer J. Zuurbier, in een welkomstwoord toege licht. Deze muziek bij kaarslicht gaf iets weer van de sfeer van het klassieke, 18de eeuwse Wenen, terwijl het besluit van de avond geheel in het teken stond van het lichtvoeti ge Wenen aan het eind van de vorige eeuw. Met frivole klanken, waarvan een groot deel in dansende driekwarts maat, de gebroeders Johann en Joseph Strauss, alsmede van Franz von Suppé, kwamen het NPO én het publiek tenslotte in een feestelijke stemming. De solist op deze avond was de beroemde en inmiddels reeds bejaarde Spaanse pianist Eduardo del Pueyo, die met een zeer persoonlijke aanpak van Beethoven’s Vierde pianoconcert verwondering wekte. Een interpretatie waarbij het begeleidende orkest, onder André Vander- noot, zich grotendeels in gelijke geest kon aanpassen. I Is het daarom ook dat de portretten ietwat verkrampt overkomen, dat ze zo nuchter zijn dat je alle fantasie moet aan wenden om je enigszins in de bewuste persoon te kunnen verplaatsen? Leo de Winter schildert zijn portretten met een grote onbevangenheid, lijkt open te staan voor elke gevoelsuiting, maar het uiteinde lijke resultaat mist in de eerste plaats menselijkheid en emotionaliteit. Een be wuste beperking tot de landschappen en (Van onze kunstredactie) BLARICUM. De Amsterdamse I kunsthandelaar Herman Krikhaar houdt zich momenteel bezig met bet complete oeuvre van de kunstschilder André Korteweg dat zestig jaar lang bewaard en onderhouden is door de I Blaricumse astroloog Dirk Koning en zijn vrouw de schilderes Lou Loeber. De verzameling omvat tientallen schi- I Iderijen en honderden tekeningen die na de dood van Korteweg in 1917 aan Koning zijn overgedragen. De I „vondst” zal leiden tot een expositie. Adriaan Johan Korteweg werd in 1890 in Wormerveer geboren. Hij ver- bleef enige tijd in Delft, Amsterdam en I in Duitsland voordat hij reizen ging I I ondernemen naar de Oost. Zo kwam hij in het voormalige Nederlands Oost-In- I dië en vestigde zich korte tijd in een I I boedhistisch klooster. Hij stierf op 27- I jarige leeftijd in de Indiase stad I Madras. I Korteweg, die leerling was van Mar- tin Monnickendam, C. R. H. Spoor en J. j I G. Weijand, stond onder invloed van I I Kandinsky met wie hij in München I contact heeft gehad. Ook Kokoschka 1 I behoorde tot zijn kennissenkring. (Van onze kuns -s: -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 9