DRIJFZAND: SPANNEND
EN LEESBAAR
naar het verleden
op zoek
Vrouwen
Indringend verslag over
werk tegen akkoordtoon
wij
ontvingen
Economische geschiedenis” waardevol boek
n
Éi f
Drie schrijfsters zorgen voor interessante autobiografieën
De ervaringen van een fabrieksarbeidster
Bijzondere roman van Robert Franquinet
IR
Jubileumuitgave van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel
Het fenomeen stress
j j
Bronnen
n
Nini Brunt
1
Krokodillctrancn
Lm Scholte
Adriaan Roland Holst
y
1
ken.
ding,
uur.
ette-
BV
voor
die
.gen-
leuk
toes-
eling
sals
het
is te
Ben-
toch
laar-
uren
toor
n de
kun-
ichi-
di-
bibliotheek
I wij
ig in
ke
5
JEANNE VAN SCHAIK-WILLING
Stress: opdringend verschijnsel.
>loe-
het
n in
rsen
t in
mor
van
lans
Welke vraag stelt een schrijver zich,
als hij of zij het eigen verleden achterha
len wil? En de lezer, waarnaar is hij
nieuwsgierig als hij zich verdiept in de
„petite histoire”, de levensherinneringen
van wel of niet zo erg beroemde mensen
Naarmate het leven van de betrokken
autobiograaf marginaler is, moet er iets
anders aanwezig zijn dat belangwek
kend is, en dat is bijna vanzelfsprekend
zo als het herinneringen betreft van „de
andere helft van de mensheid” de vrou
wen. Vrouwen leven (of leefden?) in een
beperkter universum dan mannen, met
maar heel weinig uitzonderingen. Hun
manier van kijken is interessant, viel me
op bij drie bijna gelijktijdig verschenen
boeken van vrouwen over hun jeugd.
Zij houdt geen theoretische bespiege
lingen over de noodzaak van emaniepatie
der fabrieksarbeidsters, maar beperkt
zich tot een weergave van de dagelijkse
routine in de fabrieken waar zij werkte.
Hierdoor is het juist een indringend plei
dooi voor verbetering van hun omstan
digheden geworden.
„Op één van die dagen (dat de materi
aalvoorziening stagneerde, F.L), hoefde
ik niet 480, maar bijvoorbeeld slechts
280 stuks te maken. Het is trouwens
maar een paar keer voorgekomen, maar
toen we naar huis gingen voelden we ons
stukken beter. Mijn hoofd dreunde niet
zo door het minutenritme, door het als
maar proberen het akkoord te halen. De
verwoesting die het akkoordwerk in je
hoofd aanricht, waarin wordt dat uitge-
Het werd dus tijd voor een mo
derne volledig samenvattende
studie over de economische ont
wikkeling van Nederland, voor
zien van recente gegevens.
drukt? Waarom kost het me zoveel moei
te dat te beschrijven?”
Het loon voor dit zware werk varieert
tussen de vijf en acht mark per uur.
Promotiekansen zijn er voor de vrouwen
niet. Voor het volgen van cursussen voor
geschoold werk zijn de arbeidsters im
mers te moe.
„Van de hand in de tand. Vrouwenarbeid
voor akkoordtoon". Door: Marianne Her
zog. Het Wereldvenster, prijs f 22,50.
Dat
be-
dus slechts worden gereconstru
eerd, fragmentair en onvolledig.
In dit licht gezien mag het
nieuwe boek als een waardevol
studieboek worden aangemerkt
De roman beschrijft de verwarde ge
dachtengang van een man die een zware
hersenoperatie, zonder verdoving, onder
gaat om het letsel weg te nemen dat hij
overgehouden heeft van een verblijf in de
gevangenis van de geheime staatspolitie,
ergens in een ver land.
Thematisch blijft Drijfzand echter een
spannend en goed te lezen boek. De struc
tuur moge wat al te literair zijn, de stijl
soms wat merkwaardig, inhoudelijk is
iet in
if voor
i van
kaans
Marianne Herzog opent met haar boek
misschien wat ogen van vrouwen die star
pleiten voor ontplooiing van vrouwen
buitenshuis en tegen het thuis blijven
zitten achter de afwasteil. In principe is
het juist hiervoor op de bres te springen.
De ongeschoolde arbeidsters in de tl-
buizenfabriek van AEG-Telefunken heb
ben evenwel behoefte aan een meer om
vattende emancipatiepolitiek.
FRANQOISE LEDEBOER
CENTRIPRESS“-BUSSUM.
Stephen Lewis: „Grossiers in Liefde”,
een roman waarvan de inhoud zich laat
raden.
Margo Fantini: „Margo”... waarvan de
schrijfster zegt:... „UNO-diplomaten en
CIA-agenten waren mijn beste klanten”.
Jane Seskin: „Jong Weduwe”, roman
die de strijd van een jonge vrouw be
schrijft, die na twee jaar huwelijk haar
man verliest aan leukemie, om niet alleen
erin te berusten, maar okk om alleen
weer een nieuw leven op te bouwen.
Jean Paul Maistre: „Dorp in Norman
die”, een oorlogsboek over de niets en
niemand-ontziende strijd tijdens de inva
sie in de Tweede Wereldoorlog.
KOSMOS-AMSTERDAM.
W. Den Hollander-Bronder: „Een Veld-
boeket”, een bundel verhalen, die zijn
oorsprong vindt in de twintig jaren, die
de schrijfster in Frankrijk heeft ge
woond, gewerkt en geleefd. Zij is bekend
door haar romans, die zij schreef over het
leven van een „Boerin in Frankrijk”.
Voor Nini Brunt (bekend door haar
Kafka-vertalingen) ligt de zaak, of ze ooit
gelukkig is geweest, een stuk simpeler.
Het huis in de Gortstraat/Kind in Den
Haag (Querido) is een lange brief aan een
jongere vriend, die haar gevraagd heeft
haar kinderherinneringen, herinnerin
gen aan het Den Haag uit Couperus’ tijd,
op te schrijven.
„Je vraagt of ik een gelukkig kind was.
Ik weet het niet. Een kind is, denk ik, niet
bewust gelukkig of ongelukkig. Het be
staat, het» is er, en alles gebeurt voor de
eerste keer. Aan het hoe en waarom
denkt het eenvoudig niet. Het kan niets
met iets anders vergelijken, het heeft
Van de historicus wordt ver
wacht dat hij de feiten laat spre
ken door ze in samenhang te
brengen met andere feiten, hij
stelt Orde op zaken volgens sub
jectieve maatstaven. Maar een
historicus is gebonden aan con
troleerbare feiten en verbanden,
die in de bronnen voorkomen of
daariAt kunnen worden afge
leid. Hij heeft dus niet zoveel
speelruimte voor subjectieve in
zichten. Verder is hij gebonden
aan de wetenschappelijke plicht
kritisch, methodisch en gedisci-
ploneerd ,het verleden te recon
strueren.
Marianne Herzog is in Berlijn onge
schoolde fabrieksarbeidster geweest en
heeft over haar ervaringen vervolgens
een boek geschreven. Dit verslag over de
mechanische handelingen die vele vrou
wen, dag in dag uit, in vaak vieze en
bedompte ruimtes moeten verrichten, is
zeer levensecht geworden.
In de serie Het menselijk gedrag van
Time-Life is al weer het volgende deel
verschenen: „Stress”. Uitgebreide infor
matie en beschouwingen over dit steeds
meer in onze jachtende maatschappij
opdringende verschijnsel vullen het on
der redactie van Ogden Tanner samenge
stelde, uitstekend geïllustreerde boek.
DE BOEKERIJ-BAARN.
Een „Omnibus” van de bekende Duitse
schrijfster Alice Ekert-Rotholz, die door
haar romans „Waar tranen verboden
zijn" en „Rijst uit bittere Schalen”, inter
nationale bekendheid verwierf. In deze
bundel zijn acht korte romans opgeno
men, die zich alle afspelen tegen een
Japanse achtergrond. Bij dezelfde uitge*
ver een roman van Willi Heinrich: „Si
mone”, het verhaal van een journaliste,
die via een ervaring in haar werk een
relatie opbouwt met een rebellerende ex-
gevangene, waardoor zij tenslotte haar
eigen wezenlijke identiteit ontdekt.
OMNIBOEK-DEN HAAG.
Austin Ferguson: „Vlucht der hart
stochten", een luchtvaartroman, waarin
een beeld wordt geschetst van wat er
achter de schermen in een noodtoestand
allemaal kan gebeuren.
Francis Murray: „Het licht bleef bran
den”, een echte verpleegsters-roman.
UITGEVERIJ BERT BAKKER
CONTACT.
Het bekende gedicht van Martinus Nij-
hoff: „A Water” en „Het Uur U” in een
soort pamflet-uitgave.
Ilihna Woltzer: „Slotwoord”, het ver
haal van een jong gezin, waarvan de man
weet dat hij aan botkanker zal sterven.
Iris Murdoch: „Een kind van veel
woorden”, e'en roman waarin de hoofd
persoon moet afrekenen met zijn schuld
gevoelens over een lang geleden begane
misstap.
Peter ten Hoopen: „Een gestolen Le
ven”, een soort van avonturenroman.
Lisa Alther: „Kinflicks”, Dikker dan
Water’-’.' Roman over een veelbewogen,
avontuurlijk vrouwenleven, soms aan de
rand van de afgrond.
Met één van haar eerste producten, de
roman Drijfzand van Robert Franquinet,
toont zij het gelijk van haar uitgangsstel
ling al aan. Het boek werd door verschil
lende uitgevers geweigerd hoewel het ëen
roman blijkt te zijn die qua sfeer, inhoud
en milieu bijzonder afwijkt van wat de
laatste tijd over het algemeen van de
persen rolt. Wellicht is dat dan ook de
reden dat anderen zich niet op dit drijf
zand gewaagd hebben.
Zoals bekend worden zoveel mogelijk
wetenschappelijke gegevens in deze serie
verzameld en dan op begrijpelijke wijze
overgebracht, vaak aan de hand van
sprekende voorbeelden. Er wordt in dit
geval uiteengezet wat men onder stress
verstaat, hoe het in het leven van mens en
groep binnensluipt, de gevolgen van
stress-crises, de reactie van het lichaam
en de manier waarop men stress eventu
eel te lijf kan gaan.
Terugkomend op de illustraties: in de
serie vinden we dit wel het deel met de
sprekendste en indrukwekkendste foto’s.
De prijs van „Stress” is 34.50. De Neder
landse redactie hadden Jeanne Buys en
Jan van Gestel. De vertaling was weer in
de vertrouwde handen van Jaap Faber.
H. R.
De door Marianne Herzog beschreven
routine bestaat bijvoorbeeld uit het in
elkaar zetten van tl-buizen, het produce
ren van stofzuigers en het in zakjes stop
pen van olijven. In alle fabrieken geldt
één parool: de produktie moet snel ge
beuren. Elke vrouw heeft een bepaald
Die machteloosheid maakt haar wel
opstandig: ze schaamt zich voor haar
seksueel-politiek-sociaal en economisch
onbenul, en probeert die onwetendheid
toe te schrijven aan gemis in de opvoe
ding. Het lijken krokodilletranen, want
alle geklaag over gebrek aan inzicht in de
maatschappij houdt bij toverslag op ’als
het kindje binnenkomt’:
„Het geluk hield op enkel een verge
zicht te zijn. Het bleek een onvermoed
hoog soortelijk gewicht te bezitten". De
draai die ze aan het eind van haar leven
sherinneringen geeft is nogal zwak:
„Thans, lezer, meen ik u het recept te
kunnen geven voor het geluk, zelfs bin
nen het noodweer van de tijd: Leer het
wonder van elke seconde ontdekken”.
Een soort Tachtiger-esthetiek krijg je
dan, van dezelfde soort waarvan ze zelf
zegt dat ze daarin ingekapseld is geweest,
dezelfde die haar tot willoos slachtoffer
kon maken. Ondanks die inconsequentie
is Dwaaltocht best wel een integere op
gang tot bewustwording van ’een stukje
eigen leven'. Behalve dat geeft het wat
aardige anecdotes over het toneelleven
voor de Eerste Wereldoorlog, tot 1918
was Jeanne van Schaik-Willing toneelre-
censente voor de Groene Amsterdam
mer, ze hervatte die bezigheid pas weer in
1953.
ontoereikendheid van haar leven. Ze
moet dan ook, en dat is het dappere van
deze levensherinneringen, wel even iets
verstouwen: haar eerste huwelijk met
wat later bleek, een ordinaire jongemeis
jesverkrachter. Dat opmerkelijke ver
haal is ook literair-historisch interessant.
Jeanne van Schaik-Willing is het slach
toffer geweest van de half-occulte be
langstelling der ’decadenten’ aait het eind
De operatie duurt, zou je kunnen zeg
gen, het hele boek. Tijdens de ingreep
herinnert de man ziph allerlei flarden van
gebeurtenissen. Franquinet is er niet he
lemaal in geslaagd deze structurele opzet
het hele boek vol te houden. Onder het
lezen vergeet je al heel snel datgene wat
in het eerste gedeelte van de alinea staat.
Achteraf realiseer je je dan dat die opzet
wat al te literair en gewild is.
van de vorige eeuw (en het begin van
deze). De echtgenoot in wiens handen zij
viel, moet een profiteur geweest zijn van
de demonische-satanische excessen die
toen in zwang waren.
Jeanne van Schaik-Willing schrijft de
schuld toe aan J. K. Huysmans’ La-bas,
een boek waarin alles wat onnatuurlijk
is, verheerlijkt wordt. Helemaal terecht is
dat niet, Huysmans’ exaltaties waren be
paald niet de enige, noch de eerste. Over
de decadentie in de literatuur is al in 1933
de zeer beroemde studie van Mario Praz
verschenen: The Romantic Agony (oor
spronkelijke, veelzeggende titel: La car-
ne, la morte e il diavolo nella letteratura
romantica, (Liefde, dood en duivel in de
romantische literatuur).
Jeanne van Schaik-Willing trekt van
haar verhaal de parallel met de mystieke
belangstelling van hippiebewegingen,
tien jaar geleden, waarin de moordenaar
Charles Manson een kans kreeg. Haar
persoonlijke geschiedenis geeft haar het
inzicht dat men weerloos kan zijn tegen
dergelijke charismatische figuren.
Interessanter dan de vorm zijn echter
de ideeën achter de gebeurtenissen. De
hoofdpersoon Max, een mooie vijftiger,
journalist, kunstschilder en hartstochte
lijk minnaar blijkt in een voortdurend
gevecht verwikkeld te zijn met de tijd.
Als reportage-journalist wordt hij
waar hij ook komt, geconfronteerd met
politieke schandalen, met wandaden je
gens onschuldige mensen, met vernede
ring en intimidatie, met moord- en doods
lag. In zijn contacten met vrienden en
vriendinnen ervaart hij in wezen hetzelf
de. Niets is zeker, op niemand kun je
bouwen, niemand kan op jou bouwen,
relaties worden aangeknoopt en ver
broken.
Komt in het politieke „spel” vooral het
geweld naar voren waardoor mensen er
domweg lichamelijk aangaan, in de di
verse vriendschappen speelt de erotiek
de belangrijkste rol: een weldadige, on
stuitbare en niet te temmen erotiek. Seks
en geweld, dat zijn de twee polen waar
tussen Drijfzand zich afspeelt. Zij mogen
diametraal tegenover elkaar lijken te
staan, hun uiteindelijk resultaat is het
zelfde: niets beklijft, alles gaat teloor.
Drijfzand is de wankele basis waarop ai
het menselijk gedoe gebouwd is, met alle
gevolg vandien. Of men nu door middel
van geweld de tijd naar zijn hand wil
zetten, of dat men dat wil doen met
behulp van de erotiek: het resultaat is de
nederlaag.
Drijfzand is een erg on-Nederlands
boek. De Parijse happy few wordt, voor
zover ik dat kan beoordelen, „naar het
leven” getekend. Zozeer ademt de roman,
soms zelfs qua zinsbouw en woordkeus,
een Franse sfeer dat ik af en toe dacht te
maken te hebben met een slechte verta
ling.
Wat bezielt iemand om vandaag de dag
een literaire uitgeverij op poten te zet
ten? Een goudmijn zal het nooit ivorden
en veel onopgemerkt talent lijkt er niet
rond te lopen. Toch is het voor de tweede
keer dit jaar dat ik over een dergelijke
onderneming schrijf. Betrof het de eer
ste maal uitgeverij In de Knipscheer
die er zich vooral op toelegt om onbeken
de buitenlanders te introduceren, deze
keer vestig ik de aandacht op de uitge
verij van Corrie Zeelen.
Een aanwinst voor ieder die zich
op het gebied van de economi
sche geschiedenis van ons land
en de funktie van de economie
in onze samenleving wil oriënte
ren. De ontwikkeling van de
techniek, de omvang der inves
teringen en de bevolkingsbewe
ging. De gevoerde economische
politiek in binnen- en buiten
land, het peil en de aard van het
onderwijs. Statistisch-structure-
le en dynamische factoren heb
ben vorm gegeven aan de aard
van de economische activiteiten
in Nederland en het peil van de
welvaart (het doel van het eco
nomisch handelen) bepaald.
Volgens prof. dr. Van Stuijven-
berg heeft het krachtsinspan
ning gekost dit boek tot stand te
brengen. Deze inzet is beloond
met een bijzonder aantrekkelijk
en leesbaar geschiedenisboek
dat verouderde en weinig toe
gankelijke publikaties verving.
COR BOOS
Jeanne van Schaik-Willing, nu 82 jaar
oud, begint haai’ Dwaaltocht, een stukje
eigen leven (uitgeverij Nijgh en Van Dit-
mar) met een heel heldere vraagstelling:
„Ben ik wel eens echt helemaal gelukkig
geweest?” Ze probeert die vraag te beant
woorden aan de hand van gebeurtenissen
uit haar leven. Ze beperkt haar leven
sverhaal tot het moment waarop ze een
gezin stichtte. Waarom ze dat doet, is me
eigenlijk niet erg duidelijk, het lijkt bijna
alsof ze vindt dat voor een vrouw het
leven na het huwelijk eindigt: „Het is niet
mogelijk de autobiografie te vervolgen,
omdat het verhaal dan meer de biografie
van mijn echtgenoot zou zijn geworden”.
De plotselinge beëindiging van haar
verhaal is nog opmerkelijker, omdat ze
de jeugd als bepalend beschouwt voor de
rest van het leven, alle gegevens die ze
opsomt uit haar jongemeisjesjaren inter
preteerl ze met een soort fatalistisch de
terminisme, tot zelfs de „anorgasmie”
van haar moeder toe!
Ze heeft het opvallend vaak over seks.
Victoriaanse opvattingen daarover stelt
ze verantwoordelijk voor een zekere
cus die zich aan een publicatie
op dit gebied waarde was de
Duitser’ Ernst Baasch. Van zijn
had verscheen in 1927 „Hollan-
dische Wirtschaftgeschichte”
wat getuigde van grote weten
schappelijke moed, omdat de
beoefening van economische ge-
schiednis van ons land nog in de
kinderschoenen stond. Met ge-
brekking en vooral onvolledig
materiaal reconstrueerde hij de
Nederlandse economische ge
schiedenis.
aantal goederen per dag af te leveren.
Haalt zij de limiet niet, dan krijgt zij
minder betaald. Deze wijze van geld ver
dienen heet: werken voor akkoordloon.
Het aantal te produceren stuks is altijd
te hoog en wordt af en toe plotseling
opgeschroefd. Marianne pleit dan ook
voor het omlaag brengen van die aantal
len. De invloed die dit te snelle werken op
de vrouwen heeft blijkt uit de volgende
treffende passage op bladzijde 88:
Haar bedrijf is al een uitzondering om
dat het ver van het westen beneden de
grote rivieren gevestigd is, in Sint Odi-
liënberg, een vlek ergens in Limburg.
Volgens haar en haar man, de schrijver
Ton van Reen, besteden de bekende uit
geverijen weinig aandacht aan manus
cripten uit Zuid-Nederland. En dat is dan
precies de reden waarom zij hun bedrijf
je hebben opgezet.
Het boek verstrekt in bijna
400 bladzijden informatie vanaf
de prehistorie tot de laatste vij
fentwintig jaar. Elke auteur
heeft daarvan een bepaalde pe
riode tot uitdrukking gebracht
naar eigen inzicht, vanuit ver
schillende invalshoeken,
kan als nadeel worden
schouwd. Het verleden is im
mers voor meer dan een uitleg
vatbaar. Het komt tot ons via
gedrukte en geschreven bron
nen die niet „het verleden” zelf
zijn. Zij vormen de neerslag van
een reeds door de menselijke
geest bewerkte vorm na selectie
en waardering van de histori
sche werkelijkheid. Alleen wat
toondertijd waardevol werd ge
acht is bewaard gebleven. Het
verleden kon door de auteurs
geen verwachtingen, want het beleeft el
ke dag als een gegeven op zichzelf”.
Dat is heel goed gezegd, ondanks alle
vooraf betuigde verzekeringen van ge
brek aan literaire pretentie. Nini Brunt is
heel exact in haar poging ’het verloren
Arcadië’ op te roepen, ze treedt daartoe
tot in de kleinste details: de geheimzinni
ge geur van de boekwinkel van haar
vader, de vochtige theebladeren die 's
ochtends werden uitgestrooid op het ta
pijt voordat er geveegd kon worden, de
mysterieusheid van de vaste cyclus der
kinderspelen (waarom is het plotseling
tollentijd?).
Nini Brunt heeft heel goed ingezien, dat
juist de zo op het oog onbelangrijke fei
ten het verleden z’n kleur geven. Een
sfeervol boekje, dat er bovendien heel
verzorgd uitziet.
Ook bij Querido verscheen Takdiran
en andere verhalen, het derde boek van
de Indisch-Nederlandse Lin Scholte (de
andere twee, zeer succesvolle, waren
Anak Kompenie en Bibi Koetis voor al
tijd, In deze bundel staat een verhaaltje
over het ’ngoeroe-oeroe’ zingen zoals de
Javaan dat doet: een soort verhalend
zingen, voor jezelf, soms melancholiek,
vol tevredenheid, een melodieus gedach-
ten-onder-woorden-brengen dat stil
maakt van binnen, een innerlijke vrede
opwekt.
Ik stel me voor dat het dat is waarom
Lin Scholte haar herinneringen op
schrijft: voor zichzelf al het leed dat ze
heeft meegemaakt verhalend, zonder
triest te worden, of hopeloos te klinken,
precies als het ’ngoeroe-oeroe'. Ze
schrijft over de Japanse bezetting, de
politionele acties, de repatriëring, de aan
passing in Nederland. Ze schrijft er met
weemoed over, zonder opstandigheid,
„Takdiré déwé déwé: ieder draagt zijn
eigen lot" staat er (’takdiran’, de titel van
de bundel, betekent 'lotsbestemming'), en
zo beziet zij het leven.
Bewustwordingsliteratuur is het daar
door zeker niet, maar Lin Scholte schrijft
eerlijk en eenvoudig, en dat maakt de
kwaliteit ervan uit. DiNy SCHQUTEN
Franquinet zeker het lezen en het over
denken waard.
Verheugend is het te constateren dat er
voor het proza van Adriaan Roland Holst
nog steeds belangstelling bestaat. Bij
Bert Bakker verscheen namelijk de elfde
druk van Deirdre en de zonen van
Usnach.
Ik denk dat ik Deirdre de laatste vijf
tien jaar vier keer gelezen heb, en ik blijf
het een prachtig verhaal vinden. De stof
stamt uit oude Keltische en Ierse sagen
die door Roland Holst zijn bewerkt om
zijn visie op het leven te kunnen uiten.
Voor hem valt de mensheid te verdelen in
twee groepen: de ene zweert bij de daad
en bij het stoffelijke, verloochend daar
door het werkelijk belangrijke in het
leven, de tweede leeft het liefst van uit de
droom, van uit de herinnering en het
heimwee.
In Deirdre en de zonen van Usnach
komen deze twee soorten samen met als
resultaat verraad, doodslag en ontgooc
heling. Deirdre is de enige die zich aan
het strijdgewoel weet te onttrekken: als
iedereen, haar minnaar Noisa, zoon van
Usnach, en haar belager, de verraderlij
ke vorst Concobar dood zijn, kiest zij
voor een einde waar alleen de zee weet
van heeft.
Als taaluiting is dit verhaal onovertref
baar, slechts aan te duiden met typische
Roland Holst woorden als „hoog” en
„verheven”. Ook de structuur is interes
sant. Af en toe onderbreekt de verteller
het verhaal en richt hij zich rechtstreeks
tot de lezer. Dan blijkt dat wij met hem
rondom een groot vuur zitten. De vertel
ler is een oude bard die zich richt tot ons,
„de zwervers, de eindeloos onvoldanen”.
Zij die zich nooit een onvoldane voelen,
zij moeten Deirdre en de zonen van Us
nach eigenlijk maar niet lezen.
WIM VOGEL.
Hoe waardevol ook, het boek
kan thans als verouderd worden
beschouwd. In de periode van
1961-1970 verschenen drie om
vangrijke delen, totaal 1500
bladzijden, over de sociaal-eco-
nomische geschiedenis. Het na
deel daarvan is echter de om
vang en het feit dat de zestiende
eeuw er niet in behandeld
wordt. Ook de baanbrekende
studie van De Jonge over indus
trialisatie is er niet in verwerkt.
Elf Nederlandse en Belgische
eóonomisch-historische onder
zoekers hebben in een tijdsbe
stek van twee jaar het unieke
boek „De economische ge
schiedenis van Nederland (uit
gave Wolters-Noordhoff; prijs
f 39,50) geschreven. Dit gebeur
de min of meer onder druk van
de omstandigheden omdat het
dit jaar moest verschijnen als
jubileumboek van de Neder-
landsche Maatschappij voor
Nijverheid en Handel die twee
honderd jaar bestaat.
In 1975 kreeg prof. dr. J. H.
van Stuijvenberg van de maat
schappij het verzoek deze ge
schiedenis vast te leggen. Hij
moest begrijpelijkerwijs ook
een beroep doen op andere des
kundigen. Zo ontstond een werk
dat vooral voor de propaedeuti-
sche examens in de geschiede
nis van de economie in een be
hoefte voorziet.
De eerste economisch-histori-
ZUID-HOLLANDSE UITGEVERS-
MAATSCHAPPIJ-BUSSUM.
Johannes Mario Simmel: „Niemand ife
een eiland”, een roman over het leven
van een wereldberoemde filmster, die
ondanks het geluk, dat haar steeds maar
weer ten deel valt, toch bezwijkt onder de
hevige spanningen in haar leven en
beroep.
In Dwaaltocht voert Jeanne van
Schaik-Willing haar echtgenoot ten to
nele als iemand die deelnam aan de de
monische-satanische processen, die vroe
ger wel in zwang waren. In haar verhaal
trekt ze. een vergelijking met de hip
piebewegingen, waarin de belangstelling
voor het mystieke soms tot gevaarlijke
exessen leidde. Charles Manson (foto) is
daarvan het schoolvoorbeeld,