DRIJFZAND: SPANNEND EN LEESBAAR naar het verleden op zoek Vrouwen Indringend verslag over werk tegen akkoordtoon wij ontvingen Economische geschiedenis” waardevol boek n Éi f Drie schrijfsters zorgen voor interessante autobiografieën De ervaringen van een fabrieksarbeidster Bijzondere roman van Robert Franquinet IR Jubileumuitgave van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel Het fenomeen stress j j Bronnen n Nini Brunt 1 Krokodillctrancn Lm Scholte Adriaan Roland Holst y 1 ken. ding, uur. ette- BV voor die .gen- leuk toes- eling sals het is te Ben- toch laar- uren toor n de kun- ichi- di- bibliotheek I wij ig in ke 5 JEANNE VAN SCHAIK-WILLING Stress: opdringend verschijnsel. >loe- het n in rsen t in mor van lans Welke vraag stelt een schrijver zich, als hij of zij het eigen verleden achterha len wil? En de lezer, waarnaar is hij nieuwsgierig als hij zich verdiept in de „petite histoire”, de levensherinneringen van wel of niet zo erg beroemde mensen Naarmate het leven van de betrokken autobiograaf marginaler is, moet er iets anders aanwezig zijn dat belangwek kend is, en dat is bijna vanzelfsprekend zo als het herinneringen betreft van „de andere helft van de mensheid” de vrou wen. Vrouwen leven (of leefden?) in een beperkter universum dan mannen, met maar heel weinig uitzonderingen. Hun manier van kijken is interessant, viel me op bij drie bijna gelijktijdig verschenen boeken van vrouwen over hun jeugd. Zij houdt geen theoretische bespiege lingen over de noodzaak van emaniepatie der fabrieksarbeidsters, maar beperkt zich tot een weergave van de dagelijkse routine in de fabrieken waar zij werkte. Hierdoor is het juist een indringend plei dooi voor verbetering van hun omstan digheden geworden. „Op één van die dagen (dat de materi aalvoorziening stagneerde, F.L), hoefde ik niet 480, maar bijvoorbeeld slechts 280 stuks te maken. Het is trouwens maar een paar keer voorgekomen, maar toen we naar huis gingen voelden we ons stukken beter. Mijn hoofd dreunde niet zo door het minutenritme, door het als maar proberen het akkoord te halen. De verwoesting die het akkoordwerk in je hoofd aanricht, waarin wordt dat uitge- Het werd dus tijd voor een mo derne volledig samenvattende studie over de economische ont wikkeling van Nederland, voor zien van recente gegevens. drukt? Waarom kost het me zoveel moei te dat te beschrijven?” Het loon voor dit zware werk varieert tussen de vijf en acht mark per uur. Promotiekansen zijn er voor de vrouwen niet. Voor het volgen van cursussen voor geschoold werk zijn de arbeidsters im mers te moe. „Van de hand in de tand. Vrouwenarbeid voor akkoordtoon". Door: Marianne Her zog. Het Wereldvenster, prijs f 22,50. Dat be- dus slechts worden gereconstru eerd, fragmentair en onvolledig. In dit licht gezien mag het nieuwe boek als een waardevol studieboek worden aangemerkt De roman beschrijft de verwarde ge dachtengang van een man die een zware hersenoperatie, zonder verdoving, onder gaat om het letsel weg te nemen dat hij overgehouden heeft van een verblijf in de gevangenis van de geheime staatspolitie, ergens in een ver land. Thematisch blijft Drijfzand echter een spannend en goed te lezen boek. De struc tuur moge wat al te literair zijn, de stijl soms wat merkwaardig, inhoudelijk is iet in if voor i van kaans Marianne Herzog opent met haar boek misschien wat ogen van vrouwen die star pleiten voor ontplooiing van vrouwen buitenshuis en tegen het thuis blijven zitten achter de afwasteil. In principe is het juist hiervoor op de bres te springen. De ongeschoolde arbeidsters in de tl- buizenfabriek van AEG-Telefunken heb ben evenwel behoefte aan een meer om vattende emancipatiepolitiek. FRANQOISE LEDEBOER CENTRIPRESS“-BUSSUM. Stephen Lewis: „Grossiers in Liefde”, een roman waarvan de inhoud zich laat raden. Margo Fantini: „Margo”... waarvan de schrijfster zegt:... „UNO-diplomaten en CIA-agenten waren mijn beste klanten”. Jane Seskin: „Jong Weduwe”, roman die de strijd van een jonge vrouw be schrijft, die na twee jaar huwelijk haar man verliest aan leukemie, om niet alleen erin te berusten, maar okk om alleen weer een nieuw leven op te bouwen. Jean Paul Maistre: „Dorp in Norman die”, een oorlogsboek over de niets en niemand-ontziende strijd tijdens de inva sie in de Tweede Wereldoorlog. KOSMOS-AMSTERDAM. W. Den Hollander-Bronder: „Een Veld- boeket”, een bundel verhalen, die zijn oorsprong vindt in de twintig jaren, die de schrijfster in Frankrijk heeft ge woond, gewerkt en geleefd. Zij is bekend door haar romans, die zij schreef over het leven van een „Boerin in Frankrijk”. Voor Nini Brunt (bekend door haar Kafka-vertalingen) ligt de zaak, of ze ooit gelukkig is geweest, een stuk simpeler. Het huis in de Gortstraat/Kind in Den Haag (Querido) is een lange brief aan een jongere vriend, die haar gevraagd heeft haar kinderherinneringen, herinnerin gen aan het Den Haag uit Couperus’ tijd, op te schrijven. „Je vraagt of ik een gelukkig kind was. Ik weet het niet. Een kind is, denk ik, niet bewust gelukkig of ongelukkig. Het be staat, het» is er, en alles gebeurt voor de eerste keer. Aan het hoe en waarom denkt het eenvoudig niet. Het kan niets met iets anders vergelijken, het heeft Van de historicus wordt ver wacht dat hij de feiten laat spre ken door ze in samenhang te brengen met andere feiten, hij stelt Orde op zaken volgens sub jectieve maatstaven. Maar een historicus is gebonden aan con troleerbare feiten en verbanden, die in de bronnen voorkomen of daariAt kunnen worden afge leid. Hij heeft dus niet zoveel speelruimte voor subjectieve in zichten. Verder is hij gebonden aan de wetenschappelijke plicht kritisch, methodisch en gedisci- ploneerd ,het verleden te recon strueren. Marianne Herzog is in Berlijn onge schoolde fabrieksarbeidster geweest en heeft over haar ervaringen vervolgens een boek geschreven. Dit verslag over de mechanische handelingen die vele vrou wen, dag in dag uit, in vaak vieze en bedompte ruimtes moeten verrichten, is zeer levensecht geworden. In de serie Het menselijk gedrag van Time-Life is al weer het volgende deel verschenen: „Stress”. Uitgebreide infor matie en beschouwingen over dit steeds meer in onze jachtende maatschappij opdringende verschijnsel vullen het on der redactie van Ogden Tanner samenge stelde, uitstekend geïllustreerde boek. DE BOEKERIJ-BAARN. Een „Omnibus” van de bekende Duitse schrijfster Alice Ekert-Rotholz, die door haar romans „Waar tranen verboden zijn" en „Rijst uit bittere Schalen”, inter nationale bekendheid verwierf. In deze bundel zijn acht korte romans opgeno men, die zich alle afspelen tegen een Japanse achtergrond. Bij dezelfde uitge* ver een roman van Willi Heinrich: „Si mone”, het verhaal van een journaliste, die via een ervaring in haar werk een relatie opbouwt met een rebellerende ex- gevangene, waardoor zij tenslotte haar eigen wezenlijke identiteit ontdekt. OMNIBOEK-DEN HAAG. Austin Ferguson: „Vlucht der hart stochten", een luchtvaartroman, waarin een beeld wordt geschetst van wat er achter de schermen in een noodtoestand allemaal kan gebeuren. Francis Murray: „Het licht bleef bran den”, een echte verpleegsters-roman. UITGEVERIJ BERT BAKKER CONTACT. Het bekende gedicht van Martinus Nij- hoff: „A Water” en „Het Uur U” in een soort pamflet-uitgave. Ilihna Woltzer: „Slotwoord”, het ver haal van een jong gezin, waarvan de man weet dat hij aan botkanker zal sterven. Iris Murdoch: „Een kind van veel woorden”, e'en roman waarin de hoofd persoon moet afrekenen met zijn schuld gevoelens over een lang geleden begane misstap. Peter ten Hoopen: „Een gestolen Le ven”, een soort van avonturenroman. Lisa Alther: „Kinflicks”, Dikker dan Water’-’.' Roman over een veelbewogen, avontuurlijk vrouwenleven, soms aan de rand van de afgrond. Met één van haar eerste producten, de roman Drijfzand van Robert Franquinet, toont zij het gelijk van haar uitgangsstel ling al aan. Het boek werd door verschil lende uitgevers geweigerd hoewel het ëen roman blijkt te zijn die qua sfeer, inhoud en milieu bijzonder afwijkt van wat de laatste tijd over het algemeen van de persen rolt. Wellicht is dat dan ook de reden dat anderen zich niet op dit drijf zand gewaagd hebben. Zoals bekend worden zoveel mogelijk wetenschappelijke gegevens in deze serie verzameld en dan op begrijpelijke wijze overgebracht, vaak aan de hand van sprekende voorbeelden. Er wordt in dit geval uiteengezet wat men onder stress verstaat, hoe het in het leven van mens en groep binnensluipt, de gevolgen van stress-crises, de reactie van het lichaam en de manier waarop men stress eventu eel te lijf kan gaan. Terugkomend op de illustraties: in de serie vinden we dit wel het deel met de sprekendste en indrukwekkendste foto’s. De prijs van „Stress” is 34.50. De Neder landse redactie hadden Jeanne Buys en Jan van Gestel. De vertaling was weer in de vertrouwde handen van Jaap Faber. H. R. De door Marianne Herzog beschreven routine bestaat bijvoorbeeld uit het in elkaar zetten van tl-buizen, het produce ren van stofzuigers en het in zakjes stop pen van olijven. In alle fabrieken geldt één parool: de produktie moet snel ge beuren. Elke vrouw heeft een bepaald Die machteloosheid maakt haar wel opstandig: ze schaamt zich voor haar seksueel-politiek-sociaal en economisch onbenul, en probeert die onwetendheid toe te schrijven aan gemis in de opvoe ding. Het lijken krokodilletranen, want alle geklaag over gebrek aan inzicht in de maatschappij houdt bij toverslag op ’als het kindje binnenkomt’: „Het geluk hield op enkel een verge zicht te zijn. Het bleek een onvermoed hoog soortelijk gewicht te bezitten". De draai die ze aan het eind van haar leven sherinneringen geeft is nogal zwak: „Thans, lezer, meen ik u het recept te kunnen geven voor het geluk, zelfs bin nen het noodweer van de tijd: Leer het wonder van elke seconde ontdekken”. Een soort Tachtiger-esthetiek krijg je dan, van dezelfde soort waarvan ze zelf zegt dat ze daarin ingekapseld is geweest, dezelfde die haar tot willoos slachtoffer kon maken. Ondanks die inconsequentie is Dwaaltocht best wel een integere op gang tot bewustwording van ’een stukje eigen leven'. Behalve dat geeft het wat aardige anecdotes over het toneelleven voor de Eerste Wereldoorlog, tot 1918 was Jeanne van Schaik-Willing toneelre- censente voor de Groene Amsterdam mer, ze hervatte die bezigheid pas weer in 1953. ontoereikendheid van haar leven. Ze moet dan ook, en dat is het dappere van deze levensherinneringen, wel even iets verstouwen: haar eerste huwelijk met wat later bleek, een ordinaire jongemeis jesverkrachter. Dat opmerkelijke ver haal is ook literair-historisch interessant. Jeanne van Schaik-Willing is het slach toffer geweest van de half-occulte be langstelling der ’decadenten’ aait het eind De operatie duurt, zou je kunnen zeg gen, het hele boek. Tijdens de ingreep herinnert de man ziph allerlei flarden van gebeurtenissen. Franquinet is er niet he lemaal in geslaagd deze structurele opzet het hele boek vol te houden. Onder het lezen vergeet je al heel snel datgene wat in het eerste gedeelte van de alinea staat. Achteraf realiseer je je dan dat die opzet wat al te literair en gewild is. van de vorige eeuw (en het begin van deze). De echtgenoot in wiens handen zij viel, moet een profiteur geweest zijn van de demonische-satanische excessen die toen in zwang waren. Jeanne van Schaik-Willing schrijft de schuld toe aan J. K. Huysmans’ La-bas, een boek waarin alles wat onnatuurlijk is, verheerlijkt wordt. Helemaal terecht is dat niet, Huysmans’ exaltaties waren be paald niet de enige, noch de eerste. Over de decadentie in de literatuur is al in 1933 de zeer beroemde studie van Mario Praz verschenen: The Romantic Agony (oor spronkelijke, veelzeggende titel: La car- ne, la morte e il diavolo nella letteratura romantica, (Liefde, dood en duivel in de romantische literatuur). Jeanne van Schaik-Willing trekt van haar verhaal de parallel met de mystieke belangstelling van hippiebewegingen, tien jaar geleden, waarin de moordenaar Charles Manson een kans kreeg. Haar persoonlijke geschiedenis geeft haar het inzicht dat men weerloos kan zijn tegen dergelijke charismatische figuren. Interessanter dan de vorm zijn echter de ideeën achter de gebeurtenissen. De hoofdpersoon Max, een mooie vijftiger, journalist, kunstschilder en hartstochte lijk minnaar blijkt in een voortdurend gevecht verwikkeld te zijn met de tijd. Als reportage-journalist wordt hij waar hij ook komt, geconfronteerd met politieke schandalen, met wandaden je gens onschuldige mensen, met vernede ring en intimidatie, met moord- en doods lag. In zijn contacten met vrienden en vriendinnen ervaart hij in wezen hetzelf de. Niets is zeker, op niemand kun je bouwen, niemand kan op jou bouwen, relaties worden aangeknoopt en ver broken. Komt in het politieke „spel” vooral het geweld naar voren waardoor mensen er domweg lichamelijk aangaan, in de di verse vriendschappen speelt de erotiek de belangrijkste rol: een weldadige, on stuitbare en niet te temmen erotiek. Seks en geweld, dat zijn de twee polen waar tussen Drijfzand zich afspeelt. Zij mogen diametraal tegenover elkaar lijken te staan, hun uiteindelijk resultaat is het zelfde: niets beklijft, alles gaat teloor. Drijfzand is de wankele basis waarop ai het menselijk gedoe gebouwd is, met alle gevolg vandien. Of men nu door middel van geweld de tijd naar zijn hand wil zetten, of dat men dat wil doen met behulp van de erotiek: het resultaat is de nederlaag. Drijfzand is een erg on-Nederlands boek. De Parijse happy few wordt, voor zover ik dat kan beoordelen, „naar het leven” getekend. Zozeer ademt de roman, soms zelfs qua zinsbouw en woordkeus, een Franse sfeer dat ik af en toe dacht te maken te hebben met een slechte verta ling. Wat bezielt iemand om vandaag de dag een literaire uitgeverij op poten te zet ten? Een goudmijn zal het nooit ivorden en veel onopgemerkt talent lijkt er niet rond te lopen. Toch is het voor de tweede keer dit jaar dat ik over een dergelijke onderneming schrijf. Betrof het de eer ste maal uitgeverij In de Knipscheer die er zich vooral op toelegt om onbeken de buitenlanders te introduceren, deze keer vestig ik de aandacht op de uitge verij van Corrie Zeelen. Een aanwinst voor ieder die zich op het gebied van de economi sche geschiedenis van ons land en de funktie van de economie in onze samenleving wil oriënte ren. De ontwikkeling van de techniek, de omvang der inves teringen en de bevolkingsbewe ging. De gevoerde economische politiek in binnen- en buiten land, het peil en de aard van het onderwijs. Statistisch-structure- le en dynamische factoren heb ben vorm gegeven aan de aard van de economische activiteiten in Nederland en het peil van de welvaart (het doel van het eco nomisch handelen) bepaald. Volgens prof. dr. Van Stuijven- berg heeft het krachtsinspan ning gekost dit boek tot stand te brengen. Deze inzet is beloond met een bijzonder aantrekkelijk en leesbaar geschiedenisboek dat verouderde en weinig toe gankelijke publikaties verving. COR BOOS Jeanne van Schaik-Willing, nu 82 jaar oud, begint haai’ Dwaaltocht, een stukje eigen leven (uitgeverij Nijgh en Van Dit- mar) met een heel heldere vraagstelling: „Ben ik wel eens echt helemaal gelukkig geweest?” Ze probeert die vraag te beant woorden aan de hand van gebeurtenissen uit haar leven. Ze beperkt haar leven sverhaal tot het moment waarop ze een gezin stichtte. Waarom ze dat doet, is me eigenlijk niet erg duidelijk, het lijkt bijna alsof ze vindt dat voor een vrouw het leven na het huwelijk eindigt: „Het is niet mogelijk de autobiografie te vervolgen, omdat het verhaal dan meer de biografie van mijn echtgenoot zou zijn geworden”. De plotselinge beëindiging van haar verhaal is nog opmerkelijker, omdat ze de jeugd als bepalend beschouwt voor de rest van het leven, alle gegevens die ze opsomt uit haar jongemeisjesjaren inter preteerl ze met een soort fatalistisch de terminisme, tot zelfs de „anorgasmie” van haar moeder toe! Ze heeft het opvallend vaak over seks. Victoriaanse opvattingen daarover stelt ze verantwoordelijk voor een zekere cus die zich aan een publicatie op dit gebied waarde was de Duitser’ Ernst Baasch. Van zijn had verscheen in 1927 „Hollan- dische Wirtschaftgeschichte” wat getuigde van grote weten schappelijke moed, omdat de beoefening van economische ge- schiednis van ons land nog in de kinderschoenen stond. Met ge- brekking en vooral onvolledig materiaal reconstrueerde hij de Nederlandse economische ge schiedenis. aantal goederen per dag af te leveren. Haalt zij de limiet niet, dan krijgt zij minder betaald. Deze wijze van geld ver dienen heet: werken voor akkoordloon. Het aantal te produceren stuks is altijd te hoog en wordt af en toe plotseling opgeschroefd. Marianne pleit dan ook voor het omlaag brengen van die aantal len. De invloed die dit te snelle werken op de vrouwen heeft blijkt uit de volgende treffende passage op bladzijde 88: Haar bedrijf is al een uitzondering om dat het ver van het westen beneden de grote rivieren gevestigd is, in Sint Odi- liënberg, een vlek ergens in Limburg. Volgens haar en haar man, de schrijver Ton van Reen, besteden de bekende uit geverijen weinig aandacht aan manus cripten uit Zuid-Nederland. En dat is dan precies de reden waarom zij hun bedrijf je hebben opgezet. Het boek verstrekt in bijna 400 bladzijden informatie vanaf de prehistorie tot de laatste vij fentwintig jaar. Elke auteur heeft daarvan een bepaalde pe riode tot uitdrukking gebracht naar eigen inzicht, vanuit ver schillende invalshoeken, kan als nadeel worden schouwd. Het verleden is im mers voor meer dan een uitleg vatbaar. Het komt tot ons via gedrukte en geschreven bron nen die niet „het verleden” zelf zijn. Zij vormen de neerslag van een reeds door de menselijke geest bewerkte vorm na selectie en waardering van de histori sche werkelijkheid. Alleen wat toondertijd waardevol werd ge acht is bewaard gebleven. Het verleden kon door de auteurs geen verwachtingen, want het beleeft el ke dag als een gegeven op zichzelf”. Dat is heel goed gezegd, ondanks alle vooraf betuigde verzekeringen van ge brek aan literaire pretentie. Nini Brunt is heel exact in haar poging ’het verloren Arcadië’ op te roepen, ze treedt daartoe tot in de kleinste details: de geheimzinni ge geur van de boekwinkel van haar vader, de vochtige theebladeren die 's ochtends werden uitgestrooid op het ta pijt voordat er geveegd kon worden, de mysterieusheid van de vaste cyclus der kinderspelen (waarom is het plotseling tollentijd?). Nini Brunt heeft heel goed ingezien, dat juist de zo op het oog onbelangrijke fei ten het verleden z’n kleur geven. Een sfeervol boekje, dat er bovendien heel verzorgd uitziet. Ook bij Querido verscheen Takdiran en andere verhalen, het derde boek van de Indisch-Nederlandse Lin Scholte (de andere twee, zeer succesvolle, waren Anak Kompenie en Bibi Koetis voor al tijd, In deze bundel staat een verhaaltje over het ’ngoeroe-oeroe’ zingen zoals de Javaan dat doet: een soort verhalend zingen, voor jezelf, soms melancholiek, vol tevredenheid, een melodieus gedach- ten-onder-woorden-brengen dat stil maakt van binnen, een innerlijke vrede opwekt. Ik stel me voor dat het dat is waarom Lin Scholte haar herinneringen op schrijft: voor zichzelf al het leed dat ze heeft meegemaakt verhalend, zonder triest te worden, of hopeloos te klinken, precies als het ’ngoeroe-oeroe'. Ze schrijft over de Japanse bezetting, de politionele acties, de repatriëring, de aan passing in Nederland. Ze schrijft er met weemoed over, zonder opstandigheid, „Takdiré déwé déwé: ieder draagt zijn eigen lot" staat er (’takdiran’, de titel van de bundel, betekent 'lotsbestemming'), en zo beziet zij het leven. Bewustwordingsliteratuur is het daar door zeker niet, maar Lin Scholte schrijft eerlijk en eenvoudig, en dat maakt de kwaliteit ervan uit. DiNy SCHQUTEN Franquinet zeker het lezen en het over denken waard. Verheugend is het te constateren dat er voor het proza van Adriaan Roland Holst nog steeds belangstelling bestaat. Bij Bert Bakker verscheen namelijk de elfde druk van Deirdre en de zonen van Usnach. Ik denk dat ik Deirdre de laatste vijf tien jaar vier keer gelezen heb, en ik blijf het een prachtig verhaal vinden. De stof stamt uit oude Keltische en Ierse sagen die door Roland Holst zijn bewerkt om zijn visie op het leven te kunnen uiten. Voor hem valt de mensheid te verdelen in twee groepen: de ene zweert bij de daad en bij het stoffelijke, verloochend daar door het werkelijk belangrijke in het leven, de tweede leeft het liefst van uit de droom, van uit de herinnering en het heimwee. In Deirdre en de zonen van Usnach komen deze twee soorten samen met als resultaat verraad, doodslag en ontgooc heling. Deirdre is de enige die zich aan het strijdgewoel weet te onttrekken: als iedereen, haar minnaar Noisa, zoon van Usnach, en haar belager, de verraderlij ke vorst Concobar dood zijn, kiest zij voor een einde waar alleen de zee weet van heeft. Als taaluiting is dit verhaal onovertref baar, slechts aan te duiden met typische Roland Holst woorden als „hoog” en „verheven”. Ook de structuur is interes sant. Af en toe onderbreekt de verteller het verhaal en richt hij zich rechtstreeks tot de lezer. Dan blijkt dat wij met hem rondom een groot vuur zitten. De vertel ler is een oude bard die zich richt tot ons, „de zwervers, de eindeloos onvoldanen”. Zij die zich nooit een onvoldane voelen, zij moeten Deirdre en de zonen van Us nach eigenlijk maar niet lezen. WIM VOGEL. Hoe waardevol ook, het boek kan thans als verouderd worden beschouwd. In de periode van 1961-1970 verschenen drie om vangrijke delen, totaal 1500 bladzijden, over de sociaal-eco- nomische geschiedenis. Het na deel daarvan is echter de om vang en het feit dat de zestiende eeuw er niet in behandeld wordt. Ook de baanbrekende studie van De Jonge over indus trialisatie is er niet in verwerkt. Elf Nederlandse en Belgische eóonomisch-historische onder zoekers hebben in een tijdsbe stek van twee jaar het unieke boek „De economische ge schiedenis van Nederland (uit gave Wolters-Noordhoff; prijs f 39,50) geschreven. Dit gebeur de min of meer onder druk van de omstandigheden omdat het dit jaar moest verschijnen als jubileumboek van de Neder- landsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel die twee honderd jaar bestaat. In 1975 kreeg prof. dr. J. H. van Stuijvenberg van de maat schappij het verzoek deze ge schiedenis vast te leggen. Hij moest begrijpelijkerwijs ook een beroep doen op andere des kundigen. Zo ontstond een werk dat vooral voor de propaedeuti- sche examens in de geschiede nis van de economie in een be hoefte voorziet. De eerste economisch-histori- ZUID-HOLLANDSE UITGEVERS- MAATSCHAPPIJ-BUSSUM. Johannes Mario Simmel: „Niemand ife een eiland”, een roman over het leven van een wereldberoemde filmster, die ondanks het geluk, dat haar steeds maar weer ten deel valt, toch bezwijkt onder de hevige spanningen in haar leven en beroep. In Dwaaltocht voert Jeanne van Schaik-Willing haar echtgenoot ten to nele als iemand die deelnam aan de de monische-satanische processen, die vroe ger wel in zwang waren. In haar verhaal trekt ze. een vergelijking met de hip piebewegingen, waarin de belangstelling voor het mystieke soms tot gevaarlijke exessen leidde. Charles Manson (foto) is daarvan het schoolvoorbeeld,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 15