k
kT
Ing
V.
Sommigen weten niet
waar ze aan beginnen
3
door John Stroetenga
Deelcertificaten
Erasmuscollege
Bedreiging
Het onderwijs voor volwassenen heeft jarenlang in de schaduw van het gewone
dagonderwijs gestaan. Met de invoering van de Mammoetwet in augustus 1968
kwam daarin verandering. In de afgelopen tien jaar maakten de avondscholen
voor Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs (MAVO), Hoger Algemeen
Voortgezet Onderwijs (HAVO), Atheneum en gymnasium (samen het VWO) en
het Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs (MEAO), een stormachti
ge groei door. Zo volgden in 1968 „slechts” 600 leerlingen de avondmavo en liep
dat vorig jaar op tot ruim 20.000. Deze ongekende groei had en heeft verschillen
de oorzaken en gevolgen.
r
He
'AAL
614
25
372
18
867
19
17938
43
1951
29
5017
24
1683
21
7624
33
3729
32
19454
46
4907
18
5123
20
5015
29
2084
23
5528
27
13349
39
3248
27
6097
31
6512
36
4224
38
6802
39
4760
42
7191
41
20698
49
Toch neemt het aantal men
sen dat avond- en dagonder
wijs voor volwassenen volgt
toe. Elk jaar melden zich ruim
20.000 gegadigden en dat be
wijst dat deze vorm van on
derwijs in een behoefte voor
ziet. Lang niet alle nieuw in
geschreven leerlingen halen
echter de eindstreep: liefst 77
procent van hen, die vroegtij
dig de studie staken, haakt
zelfs in het eerste leerjaar af.
Het totaal aantal leerlingen op avondscholen voor MAVO, HAVO en VWO en het percentage vrouwen,
periode 1968 t/m 1975.
VWO totaal
vrouwen
HAVO totaal
vrouwen
MAVO totaal
vrouwen
Wie het plan heeft opgevat
om op latere leeftijd, na het
volbrengen van de dagtaak,
nog eens enkele avonden per
week in de schoolbanken te
gaan zitten om een diploma te
halen, moet goed weten waar
hij aan begint. Want het is
geen geringe opgave, dat ja
renlang heen en weer rennen
tussen werkkring en stu
dieboeken.
1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975
1
>lsen -
„Van de eindexamenkandidaten slaagt
875,-
025,-
975,-
175,-
age 4
age: 1
larage,
„Ja, op de avondscholen geldt toch
wel het recht van de sterkste. Je moet
veel dingen opofferen. Je kunt niet meer
zo makkelijk een avondje naar de kroeg,
een avondje televisie kijken of naar een
verjaardag gaan. Dat is er niet meer bij.
probleemloos. De tijd voor het behande
len, uitleggen en overhoren van de leerstof
is beperkt. Dan staat hij of zij nog voor een
klas met volwassen leerlingen van ongelijk
niveau, elk met een een eigen achtergrond,
waarvan enkelen soms zelfs pas in de loop
van het jaar voor het eerst komen binnen
wandelen of om velerlei redenen wel eens
verstek laten gaan. Aan die sterk wisselen
de groep moet de docent zijn kennis over
dragen en dat Vergt de nodige inspanning
van ervaren mensen.
„Aan dit instituut zijn, verspreid over de
verschillende gebouwen, 230 docenten ver
bonden. Zij nemen allemaal een aantal'
lesuren voor hun rekening. Maar het is
moeilijk om aan een goede docent te ko
men en soms moet ik genoegen nemen met
iemand die ik minder geschikt acht. Niet
iedereen is geschikt en niet iedereen heeft
zin. En dan hangt ons nog de bedreiging
boven het hoofd dat het aantal lesuren dat
men naast de dagtaak nog aan een avond
school les mag geven, omwille van de
werkgelegenheid teruggebracht gaat wor
den. Daardoor zouden we dan meer leer
krachten moeten aantrekken terwijl het
vinden van de juiste mensen nü al een
probleem is.”
Een ander moeilijk punt vormen de leer
middelen. Op veel avondscholen gebrui
ken docenten en leerlingen hetzelfde les
materiaal dat op de dagscholen wordt toe
gepast. Dat is afgestemd op het lespro
gramma en studietempo van de dagscho-
lieren. In het avondonderijs ligt het stu
dietempo veel hoger en is het leeftijdsver
schil tussen de leerlingen in één klas gro
ter. De behoefte aan eigen lesmateriaal,
speciaal voor het onderwijs aan volwasse
nen, is dan ook groot.
„Aanpassing van de leermiddelen heeft
onze aandacht maar het ontbreekt ons aan
de financiën. De boeken moeten herschre
ven worden en dat gebeurt ook al via de
grote uitgeverijen maar dat is commerci-
Het einddoel van veel avondscholieren is
het diploma maar lang niet iedere leerling
haalt de eindstreep. Het percentage dat de
studie voortijdig staakt is groot, al is het
aantal geslaagden verhoudingsgewijs vrij
wel gelijk aan de landelijke cijfers van het
„gewone” dagonderwijs.
eel. Bij het „Open School”- project is pen
wel in staat om leermiddelen te maken die
op volwassenen zijn afgestemd. Bij dat
project heeft men zoveel geld, daar steekt
het avondonderwijs schril bij af.”
wordt en de leerling zich maar op een vak
hoeft te concentreren.
t; 1e
tage:
HO),
56,-
BTW.
ere of
ig en
de
*EN
tage: 3
urging
keu-
met
I)
De nieuwe leerlingen die hier met Kerst
mis nog rondlopen, blijven doorgaans
wel.” Aan het woord is de 29-jarige Erik
van der Heijden uit Heemstede, één van
de vele avondscholieren die Nederland
telt.
ie: 3
imer,
ie,
ge: 3
>r-en
Met de grote, populariteit van de „moe
dermavo’s” echter, het nieuwe project
„Open School” - een nieuwe schoolvorm in
experimenteel stadium, waarbij de leerlin
gen (van alle leeftijden) zowel thuis als in
groepsverband aan de lessen kunnen deel
nemen, en gebruik maken van schriftelijk
lesmateriaal en radio- en televisiepro
gramma’s"- en in de toekomst wellicht voor
iedereen van zestien jaar en ouder de
mogelijkheid tot het opnemen van educa
tief verlof, neemt de druk om tot de ont
wikkeling van eigen leermiddelen te ko
men toe. Al deze vormen van onderwijs
vragen om lesmateriaal dat aan de speci
fieke wensen van de diverse doelgroepen
tegemoet komt.
85 procent maar de vijftien procent die
zakt, zakt op economie. Dat vak is hier
slecht vertegenwoordigd, de docenten
zitten met de handen in het haar. Toch
wil ik op de klassieke manier dat papier
tje halen en in één keer voor alle vakken
slagen.”
„Toen ik besloot om door te leren heb
ik eerst nog geprobeerd om op rri’n oude
school terug te komen. In theorie bestaat
die mogelijkheid omdat de scholen zelf
het toelatingsbeleid bepalen. Als je dat
zou willen zijn er genoeg scholen waar ze
je met alle plezier weer inschrijven.
Ik kon er niet terecht en heb toen voor
de avondschool gekozen omdat die vorm
van onderwijs mij meer voldoening
geeft. Bij een schriftelijke cursus mis je
leiding en ik vind het erg onpersoonlijk.
Mijn eerste ervaring hier was een veel
positievere. Er heerst hier een totaal an
dere situatie dan op dagscholen waar je
als leerplichtige de lessen moet volgen.
Daar word je tot in het absurde in de
gaten gehouden en alles wordt voor je
geregeld. Bij absentie hier wordt ook wel
geïnformeerd waarom je er niet was
maar het blijft jouw keuze, jouw verant
woording. De mensen die hier komen
zijn tenslotte gemotiveerd, die zijn er
omdat ze het zelf willen.”
Op de avondscholen wordt alleen les
gegeven in de zes vakken die een leerling
voor zijn eindexamen heeft gekozen.
Vindt hij dat geen gemis?
„Nou, als bijvoorbeeld gymnastiek er
bij zou kunnen, graag, maar dat is ge
woon niet te verwezenlijken. Dat verschil
tussen dag- en avondscholen is trouwens
niet zo groot. Tegenwoordig komt het
toch vaak genoeg voor dat op „gewone”
dagscholen voor leerplichtigen een vak
als godsdienst op het lesrooster staat,
terwijl geen hond er in geïnteresseerd is?
Ze zijn niet gemotiveerd dus wordt er in
dat soort vakken niets gedaan.”
Dat de avondscholier gemotiveerd
moet zijn en over de nodige dosis door
zettingsvermogen moet beschikken is
voor hem zonder meer duidelijk.
„Veel mensen krijgen plotsgling het
idee naar de avondschool te gaan. Ze
laten zich inschrijven, er worden boeken
gekocht en ze beginnen vol goede moed.
Maar ze weten inderdaad niet waar ze
aan beginnen, wat er de gevolgen van
zijn. De opofferingen die ze zicK moeten
getroosten. Ik ken mensen die getrouwd
zijn, kinderen hebben, en dat een paar
avonden in de week allemaal in de steek
moeten laten. Die zijn opgewekt begon
nen met het idee atheneum te halen,
maar door de stress vanwege problemen
thuis of op het werk staan ze al gauw
voor de keuze: thuisblijven of dan toch
maar liever havo proberen.”
Uit een onderzoek bleek dat de studiere
sultaten, naast omstandigheden van meer
persoonlijke aard, vooral nadelig beiïn-
vloed werden door de lengte van de studie
en het zittenblijven. Dat laatste had vol
gens de onderzoekers zo’n deprimerend
effect dat het stelsel Van deelcertificaten
ingevoerd werd. Een uitgebreid systeem
van cursussen per vak en per niveau die
elk met een tentamen kunnen worden af
gesloten. Daar zou dan wel eens een stimu
lerend effect vanuit kunnen gaan omdat
elke vooruitgang direct gehonoreerd
Na op een middelbare school gezeten te
hebben, belandde hij uiteindelijk op de
fotovakschool, waar hij weliswaar een
behoorlijke beroepsopleiding kreeg
maar daar niet mee uit de voeten kon. Hij
kwam niet aan de slag. Nu is hij van
beroep bankemployé en doet in de avon
duren atheneum aan het Erasmuscollege
omdat hij rechten wil gaan studeren. Dat
op de avondscholen exacte vakken als
wiskunde en natuurkunde laag staan
aangeschreven blijkt weer eens uit zijn
vakkenpakket. Maar die exacte vakken
heeft hij voor zijn latere studie ook niet
nodig. Wel doet hij economie, „maar dat
is een rotvak, daar ben ik al twee keer,
voor gezakt.”
De toenemende belangstelling dient
vooral verklaard te Worden vanuit het
verdwijnen van de vroegere handels-
avondscholen. In 1968 telden zij nog bijna
20.000 leerlingen, die we nu terugvinden
bij de avondmavo’s. Bovendien maakte de
komst van nieuwe schooltypen als havo en
meao het mogelijk dat over vrijwel het
gehele land een groot aantal echte avond
scholengemeenschappen konden ont
staan, waardoor het onderwijs voor vol
wassenen toegankelijker werd. Het school
onderzoek, waarbij het eindexamen in de
len wordt af gelegd tijdens het laatste leer
jaar, dat samen met het centraal-schrifte-
lijk examen in de. plaats kwam van het
oude staatsexamen, maakte het volgen en
afronden van een studie in de avonduren
aantrekkelijker.
De werkelijke stijging van het aantal
leerlingen wordt vooral veroorzaakt door
de enorme toeloop van vrouwen. In 1968
bestond op de mavo’s voor volwassenen 25
procent van de leerlingen uit vrouwen en
in 1976 was dat al 59 procent; een toename
die verhoudingsgewijs ook bij de andere
vormen van avondonderwijs valt waar te
nemen. En dan zijn er nog de zogenaamde
„moedermavo’s”, dagscholen voor volwas
senen waar overigens ook wel mannen de
lessen volgen. Er bestaan nu 84 van deze
scholen, tegen drie in 1975, met bijna
14.000 leerlingen waarvan 95 procent van
de vrouwelijke sexe is.
Aan Haarlem en omgeving is deze ont
wikkeling niet onopgemerkt voorbij ge
gaan. Gestart als een particulier initiatief
heeft het onderwijs voor volwassenen ook
hier een grote vlucht genomen. Een niet
onbelangrijke schakel in de keten van in
stellingen die zich met deze vorm van
onderwijs bezig houden is het Erasmuscol
lege in Haarlem, waarin een deel van de
Kennemer Avondscholengemeenschap is
ondergebracht.
Dr. G. van Zoest, rector van dit instituut:
„De school startte inderijd met tweehon
derd leerlingen, met een gemiddelde leef
tijd van 25 jaar,, en telt er nu 1500, ver
spreid over de diverse gebouwen van de
scholengemeenschap in deze regio. Dit
jaar meldden zich in dit gebouw, aan de
Sportweg, zon 150 eerstejaars aan. We
krijgen veel mensen die een baan hebben
maar toch iets anders willen gaan doen.
Dat zijn sterk gemotiveerde leerlingen en
die redden het ook wel. Anderen voelen
zich te oud worden voor het dagonderwijs,
of zijn er mislukt, en komen dan naar de
avondschool. Voor hen heeft dit onderwijs
duidelijk een voltooiingsfunctie”.
Toch zal een deel van hen die dit nieuwe
cursusjaar met frisse moed en vol werk
lust begonnen zijn voortijdig afhaken.
Spanningen binnen de werkkring of het
gezin en moeilijkheden bij de studie zijn
daar doorgaans debet aan. Dat brengt ons
op het punt van de begeleiding.
„Persoonlijke begeleiding is noodzake
lijk, want we zijn een hard bedrijf en deze
mensen weten vaak niet waar ze aan be
ginnen. Voor een behoorlijk introductie-
gesprek zou je per leerling minstens een
uur moeten uittrekken. Dat is voor ons
onhaalbaar als zich hier zo’n 150 geiïnte-
resseerden aanmelden. Op grond daarvan
is het percentage uitvallers in het eerste
jaar natuurlijk het grootst. We proberen te
doen wat mogelijk is. De studiebegeleiding
is enigszins ingebouwd bij het vak Neder
lands dat elke leerling verplicht is te
volgen.”
Als het gaat om het behalen van een
diploma mavo, havo, vwo of meao zijn er
voor volwassenen nog wel andere moge
lijkheden om dat te realiseren. Een schrif
telijke cursus bijvoorbeeld. Wat geeft de
doorslag bij de keuze voor het avondon
derwijs? Bij een vorig jaar gehouden on
derzoek onder avondscholieren noemden
de betrokken leerlingen het regelmatige
tempo (41 procent), de verwachting dat de
school begeleidt (38 procent), het volgen
van onderwijs in groepsverband (23 pro
cent) en het contact met de docenten en
groepsleden (respectievelijk 16 en 14 pro
cent) als belangrijke voordelen van de
avondschool.
„Voor de meesten telt toch wel het on
derlinge contact, het zich opgenomen voe
len in de groep. Er ontstaat al gauw een
band en dat werkt heel positief. Onze
grootste zorg is ieder jaar opnieuw, dat
men met dezelfde docenten en dezelfde
groep als van een jaar tevoren doorgaat
naar het nieuwe leerjaar. Maar dat is niet
altijd te verwezenlijken.”
Voor de docenten verloopt het onderwij
zen aan een avondschool niet altijd even
Bij de avondmeao heeft men daar al mee
gewerkt, al is de tijd nog tekort om er iets
zinnigs over te kunnen zeggen. Slechts
veertien van de zesentwintig avondmeao’s
waren staat het nieuwe systeem per 1
augustus 1976 in te voeren, en dan nog
alleen voor het eerste leerjaar. Wel leidde
de soepeler opzet tot een verhoging van het
aantal leerlingen. Bij de avondmavo kan
nu al gekozen worden: öf één keer examen
doen voor alle zes vakken tegelijk öf twee
examens, elk voor drie vakken. Met in
gang van 1 augustus van hefvolgend jaar
bestaat ook voor de avondmavo, -havo en -
vwo de mogelijkheid om per vak te gaan
studeren. Niet iedereen is daarmee even
gelukkig: „Er is inderdaad een neiging om
per vak te gaan studeren. Op dit moment is
het toch nog zeer diplomagericht. Voor
bepaalde mensen kan dat systeem van
deelcertificaten een uitkomst zijn. Die ko
men niet zozeer voor het diploma maar om
bijvoorbeeld een taal te leren en doen dat
dan op de havo. Een nadeel is wel dat het
onderlinge verband tussen de vakken ver
loren gaat.”
Ondanks de problemen waarmee het
avondonderwijs te kampen 'heeft blijft
het onderwijs voor volwassenen zeer le
vensvatbaar. De enorme toeloop van de
laatste jaren heeft z’n uitwerking niet ge
mist: de stijgende belangstelling, mede het
gevolg van een veranderd maatschappe
lijk inzicht dat de schooltijd niet alleen tot
de jeugdfase van een mensenleven be
perkt hoeft te blijven, hee'ft deze onder
wijsvorm van gezicht doen veranderen. De
huidige voorzieningen zullen in de toe
komst dan ook deel gaan uitmaken van
plaatselijke educatieve netwerken waar
geïnteresseerden voor elke cursus of op
leiding terecht kunnen, zowel overdag als
’s avonds. Daarmee lijkt deze vorm van
onderwijs eindelijk zelf volwassen te
worden.
Grote toeloop
avondonderwi j s
es 4 r't Ss-/* f
//<S