natuurgebied redden Belgen r I ACTIE VAN WERELD NATUUR FONDS Hoogmoedige bewoners Schapen grazen op „verdronken” gebied I door Henk Dam Levensgevaarlijk Madammekes Schapen Nopjeswier den ctie out, 123- Volgende maand begint het Wereld Natuur Fonds met de grote landelijke actie Geef om de Natuur. Een van de vele projecten waarvoor geld zal wor den opgehaald, is het Verdronken Land van Saeftinge. Een groot deel van dit gebied is al in veilige staats- handen. Maar bijna 600 hectare is eigendom van een projectontwikke laar, die het kwijt wil. Anderhalf mil joen gulden is zijn prijs. „Dit is het”, zegt beheerder Neve met een weids gebaar. „Het verdronken land van Saeftinge”. Verbaasd kijken wij van de dijk naar beneden. Voor ons strekt zich een plat veld uit, een soort weiland. In de verte vaart een schip. Daar is de Westerschelde. Is dat nou alles, denken we. De beheerder vermoedt onze teleurstelling. Hij zegt: „Ja, als je het zo ziet, is het plat, hè? Het enige dat er bovenuit steekt, zijn de twee schaapskooien ginds. Maar wacht maar tot we er eenmaal in zijn. Dan kan je pas goed zien wat voor soort gebied dit is”. '1 Sr O JL» j ów - i” vw- >r- ;el 1L 'a- leid reen- I uit in het gebied hun hobby te bedrijven. t an raad, Het Verdronken Land van Saeftinge ligt in de noordoosthoek van Zeeuws- Vlaanderen. Het is een estuarium, dat wil zeggen: een aan de invloed van de zee onderhevig mondingsgebied van een ri- yier. In dit geval is dat de Schelde. Karakteristiek voor het gebied zijn de schorren, de kreken en de slikken. Daar mee neemt het al een bijzondere plaats in. Schorren zijn in ons land zeldzaam geworden, omdat ze grotendeels zijn in- gepolderd. Bovendien gaat het hier om brakwaterschorren, en dat komt zelfs op Europees niveau gezien vrijwel nergens meer vóór. Onder bepaalde omstandigheden komt het hele gebied onder water te staan, brak water. De flora is daaraan aange past. Zeekraal, zeeaster, klein schorren- kruid, lamsoor zijn de planten die we in de zoute gedeelten vinden. Verder naar het oosten groeien planten die minder goed tegen zout kunnen als lepelblad en zeebies. Sommige planten komen alleen in het Verdronken Land van Saeftinge voor. Het gebied is evenwel nog bekender geworden door de enorme aantallen vo gels die er nestelen, dan wel overwinte ren. Zo broedt hier 75 procent van alle zilvermeeuwen van de delta, en 25 tot 40 procent van het zeldzaam geworden vis- diefje. Bij de doortrekkers en wintergasten vallen vooral de duizenden ganzen op die hier voedsel en rust vinden. Het aantal wilde eenden, smienten, pijlstaarten en wintertalingen kan alleen maar geschat worden. Zeldzame vogels als zeearend, bruine kiekendief en blauwborst zijn ge signaleerd. Mensen komen hier niet veel. Per jaar worden zo’n 9000 bezoekers rondgeleid door beheerder Neve, die in het plaatsje Graauw woont. In de grote geulen wordt wat op paling, garnaal en platvis gevist, en enkele jagers hebben een vergunning Het ging voorspoedig in het gebied, ondanks herhaalde overstromingen. Tel kens opnieuw werden de dijken dan weer gedicht. In het midden van de zes tiende eeuw telde het gebied vier dorp jes: Saeftinge, Namen, Sint Laureins en Casuwele. Bij Saeftinge lagen toen de ruïnes van een kasteel, dat had toebe hoord aan de graven van Vlaanderen, oorspronkelijk de eigenaars van het gebied. Alleen mag men het gebied niet in. Het zou de rust van de vogels verstoren. Bovendien maken drijfzand en snel op komend water zo’n verblijf knap riskant. Bij de Allerheiligenvloed van 1570 liep het grootste deel van de polders rond Saeftinge onder water. Vier jaar later - er Het hele gebied - schorren plus omrin gende polders - kwam in handen van de heren van Arenberg. De stukken meer landinwaarts werden opnieuw bedijkt. De laatste polder die zo ontstond, was de Hertogin Hedwigepolder (1907). Na de Eerste Wereldoorlog was het Verdronken Land van Saeftinge niet lan ger adellijk bezit. Het grootste deel werd staatseigendom. Het verlangen om dit verloren gegane land te heroveren, bleef bestaan. In 1938 werd de Rijksdam aan gelegd. Eerder was al Engels slijkgr geplant om aanslibbing te bevorderen. Tegén 1950 was het gebied rijp voor inpoldering. België maakte daar echter moeilijkheden over, omdat het verdron ken land van Saeftinge dienst deed als komberging bij stormvloeden. Zou het ingepolderd worden, dan zou al het wa ter rechtstreeks Antwerpen bereiken, zo vreesden de Belgen. Dat was de redding van een uniek natuurgebied. „Het land aan de Schelde was mooi en vruchtbaar. Er waren vele lieflijke dorpen, waarvan Saeftinge met zijn kasteel en twee kerken het voornaamste was. De rijkdom had de inwoners hoogmoedig en ijdel gemaakt. Voor hun huizen lagen gouden drempels, maar armen jaag den ze weg met stokken en honden”. slui- tre- jge- wereld”, vinden we. „Of het begin”, zegt Neve, ,,’t is maar hoe je het bekijkt”. Even later baggeren we door het slijk van het Verdronken Land van Saeftinge. De beheerder legt uit wat we zien. „Dit gebied bestaat uit schorren, dat zijn de begroeide gedeelten, die zijn doorsneden door kreken. In die kreken heb je slikken - de modder waar we nu doorlopen - en zandplaten. Twee keer per etmaal lopen de kreken vol”. Het slik zuigt. We laten een spoor van zeker tien centimeter diepe voetstappen achter. Komt er wel eens iemand vast te zitten? „Zeker”, antwoordt Neve welge moed. „Dat is wel eens gebeurd. Daarom mag ook niemand zonder leiding het ge bied in. Dat kan levensgevaarlijk zijn”. De volksmond heeft altijd een ei gen verhaal gehad, waarin wordt uitgelegd hoe het Verdronken Land van Saeftinge is ontstaan. Een oude legende zegt het zo: waren juist weer enkele dijken gedicht - sloeg de zee opnieuw hard toe. De laatste intact gebleven dijken werden in 1584 door staatstroepen doorgestoken, waar mee de vernietiging van Saeftinge een feit was. Hij loopt naar het enige huis aan de rand van het natuurgebied toe. „Dit is het vroe gere havenhuis”, verduidelijkt hij. „Dat hoorde bij het haventje van Emmadorp, maar dat is in 1962 dicht gegaan. Het was ook geen doen. Uiteindelijk is het helemaal dichtgeslibd. Nu woont in dit huis een Belgische professor. Die komt hier ’s zo mers zijn vakantie doorbrengen”. Na’ast het huis zijn de resten te zien van wat eens een haven was. Vanuit het wei land steken donkerbruine houten staket sels in de lucht. De indrukwekkende rudi mentaire vormen van een schip. Het eenza me huis, het scheepskarkas, drie populie ren en volstrekte stilte. „Het einde van de Het Verdronken Land van Saeftinge was eens poldergebied. Rond 1200 trok ken Cistercienser monniken het gebied binnen en dijkten de braakliggende gronden in. Buiten de nieuwe dijken groeiden de schorren opnieuw verder, en ook die werden na verloop van tijd inge dijkt. De nieuwe polders werden ge bruikt voor de landbouw en om turf te winnen. „God moest wel wraak nemen, maar de mensen waren blind voor de voortekenen. Een daarvan: een schipper ving een zeemeermin. Haar meerman smeekte de schipper zijn vrouw terug te geven, maar die lachte en schold hem weg. Toen riep de woedende meerman: het land van Saeftinge zal vergaan. Al leen de torens zullen blijven staan”. Hij licht toe: „Nog maar pas hebben we zo’n geval gehad. Er was iemand in z’n eentje het gebied ingegaan. In een kreek is hij toen kennelijk vastgeraakt, in het slik of in drijfzand. Nou ja, en dan is het wachten op het water, hè! Dat stijgt hier met meer dan een meter per uur”. „Moet je horen”, zegt hij dan enthousi ast, „het slik leeft”. Wij houden de pas en de adem in. Dan valt ons pas het gepruttel op, dat uit de modderbodem komt. „Vork- sprietgarnalen”, verduidelijkt onze gids. Met een mesje haalt hij een stukje modder los, en wijst ons een soort wormpje aan ter grootte van enkele millimeters. We lopen verder door de drooggevallen kreek, waarvan de linkerzijde langzaam oplopend overgaat in schorren. Ter rech terzijde is die overgang minder geleidelijk. Daar vormen de schorren wanden van een tot twee meter hoogte. Een gevolg van de manier waarop het water naar binnen stroomt. „Bij de hoge gedeelten kan je precies zien hoe die schorren zijn gevormd”, zegt beheerder Neve. „Zie je dat dat laag voor laag is opgebouwd? Elke keer dat het gebied weer helemaal onder water komt, wordt er weer zo’n laagje klei afgezet. Overrijp poldergebied is dit eigenlijk”. „De inwoners van Saeftinge trok ken zich van het verhaal niets aan. Zij gingen gewoon door met hun braspartijen. Tot de Allerheiligen vloed van 1570. Saeftinge werd toen met .alle inwoners door de zee ver zwolgen. Alleen de torens staken nog enige tijd boven de zee uit, tot ook zij onder water verdwenen. Maar soms kan men nog de toren klokken horen. Als waarschuwing voor ons allen”. In de winter overwinteren in het gebied nog eens tienduizenden vogels. De slikken en schorren herbergen dan 10.000 ganzen, 25.000 smienten, 8000 pijlstaarteenden, bergeenden, wintertalingen en talloze an dere zeldzamer soorten. Neve: „De geul daar, waar al die eenden zitten, is naar Van der Zande genoemd. Dat was mijn voorganger. Hij is onlangs overleden, nadat hij hier 40 jaar beheerder was geweest. Rijksveldwachter Van der Zande kwam voor het eerst in Saeftinge, toen hij een schaapherder een gerechtelijk schrijven moest overhandigen. Het gebied fascineerde hem zo, dat hij het onder zijn hoede nam. Zijn belangrijkste taak in die eerste jaren: stropers wegjagen”. Neve is een vlot verteller. Hij zegt: „En dan heb je hier nog een aantal geulen die een naam hebben. Je hebt de Ijskelder. Die is zo genoemd, omdat vroeger in de winter het ijs daar krulde, bij elkaar kwam. En je hebt verderop nog het Honde- gat, wat een herinnering is aan de tijd dat hier nog veel zeehonden zaten”. Neve trekt ons uit een kreek omhoog op de schorren. „Dat- moet je ook wel eens doen met dikke Belgische madammekes, die hier een tocht maken. Dan kom je met een twee meter lange arm thuis, ja”. „Er komen hier zo’n 9000 toeristen per jaar, die ik dan rondleid. Veel Belgen. Nee, ze maken ’t me vrijwel nooit lastig. Je hebt wel eens een groep schoolkinderen, die je niet bij elkaar kan houden en die aan de nesten gaan zitten. Dan zoek ik gewoon een flink drassig stuk op. Dan is het zo afgelopen”. We lopen nu door een uitgestrekt veld zeeasters, voortdurend gewaarschuwd door Neve: „Kijk uit, hier loopt een geultje. Kijk, daar heb je de bruine kiekendief weer. Om de hoek zitten vaak eenden”. Als we letterlijk en figuurlijk in rustiger vaar water zijn aangekomen, vertelt hij over de gevaren die het natuurgebied bedreigen. „Het hele gebied is 3500 hectare groot. Daarvan is 2900 ha staatseigendom en onder beheer van de stichting Zeeuws Landschap. De rest is van de Westerschel de BV. Die wil het gebied verkopen. Daar hebben we die anderhalf miljoen voor nodig. We weten dat er een tweede koper is, maar wie dat is, wil Westerschelde niet zeggen”. „Dat is niet het enige. Kijk daar maar eens, in de verte”. Aan de einder doemen grijze gebouwen, schoorstenen, koepels op. „Het industriegebied van Antwerpen”, verduidelijkt Neve. „Dat zit vlakbij. Ze willen daar kerncentrales met een totaal vermogen van 5000 megawatt gaan neer zetten”. „Via de Westerschelde wordt het gebied hier vervuild, maar het kan wat dat betreft veel verwerken. Dat wordt anders als de Bocht van Bath wordt afgesneden. Dan krijgen we veel meer rommel naar binnen. En dan is er nog het Baalhoekkanaal. Is ook een bedreiging”, besluit hij. We naderen de twee schaapskooien. De kuddes die in het gebied grazen, zijn niet „Bijna heel Zeeland heeft er vroeger zo uitgezien”, vertelt hij verder. „En als het er dan zo uitzag als hier, werd het stuk inge polderd. Dan werd er een dijk omheen gelegd en dan kon je na verloop van tijd gaan verbouwen”. „Gelukkig is dat hier niet gebeurd, want dan zou er een uniek gebied verloren zijn gegaan. Er zijn planten die vrijwel alleen hier voorkomen. Je ziet toch die groene waas over de slikken? Dat is nopjeswier, een heel klein plantje. Vind je nergens meer in Zuidwest-Nederland. Alleen hier”. Het Verdronken Land van Saeftinge heeft grote betekenis als vogelreservaat. In de loop der tijd zijn hier 185 soorten waargenomen. Neve: „In de broedtijd heb je hier 15.000 kokmeeuwen zitten en 5000 zilvermeeuwen. En verder visdiefjes, de tureluur, kluut, scholekster. Maar ook zit ten hier zeldzame vogels”. „Kijk, daar boven ons cirkelt een bruine kiekendief. Daar gaat het weer goed mee nu er geen DDT meer wordt gespoten. We hebben hier het afgelopen seizoen twee nestgevallen gehad. We hadden er ook twee van de grauwe gans. Die is ook zeld zaam. En de waaierstaartrietzanger is hier ontdekt. Nu hebben we 25 territoria”. Texel. „Zie je dat die schapen zwarte kop pen hebben? Dat komt omdat het Suffolk- schapen zijn, uit Engeland. Die zijn be stand tegen zout. Het Texelse ras kan daar niet tegen”. De schaapskooien zijn gemaakt van wrakhout. Ze zijn op een terp gebouwd om de schapen bij tijden van overstromingen onderdak te kunnen geven. De eenarmige herder Joos Matthijsen praat wat met Ne ve in een vermoedelijk pittoresk, maar zeer onverstaanbaar dialect. „Hij denkt dat De Cloett de tweede koper is”, vertaalt Neve later. „Dat is een grootgrondbezitter die hier nogal wat eigendommen heeft”. We zijn weer terug in café Buys op Emmahaven, van waaruit we ook vertrok ken. Een flesje pils kost hier een gulden, en eigenaar Buys laat weten dat hij nog nooit in de grote stad is geweest. „In 1958, bij de Expo, ben ik in de buitenwijken van Ant werpen geweest. Maar dat was zo druk, dat we maar gauw zijn teruggegaan”, ver telt hij. Wij hijgen nog wat na van de wandeling, die enkele uren geduurd heeft. „Fikse tip pel was dat”, zeggen we tegen Neve. „Vind je?”, antwoordt hij. „Valt wel mee hoor”. Hij pakt een kaartje van het gebied en tekent hoe we gelopen zijn. Een minuscuul Saeftinge Land van Saeftinge van vele kanten bedreigd Een van de vele kreekjes in het natuur gebied. Bij eb staan ze droog (rechts) Beheerder J. Th. M. Neve van het Verdronken Land van Saeftinge praat met herder Joos Matthijsen (linksonder) Verdronken land v Zuid-Beveland Dit zijn maar enkele van de tienduizen den vogels die in het gebied rust en voedsel vinden (links) De resten van een schip in de voor goed dichtgeslibde haven van Emma dorp (rechtstonder) Rilland*13 sas»-ïj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 25