Oekrainse volkskunst
Ontroering en veel humor in De Juf van de Czaar Peterstraat
Barbara Nissman toont
vereiste veelzijdigheid
Oremus-ballet geslaagd
als bewegingscompositie
sprankelend en kundig
j Als je lacht, dan ben je rijk met grandioze Hetty Blok
'h'
J
ifl
EERSTE WERKSTUK VAN RIC McCULLOUGH
ONGECOMPLICEERDE SHOW UIT TRIPOLIE
Goede prijzen voor
klokkencollectie
Latijns-Amerikaans element bij Omroepkoor
OKTOBER
19 7 7
KUNST
MAANDAG
2 4
ml.)
KO VAN LEEUWEN"
GEMMA COEBERGH
HAARLEM. Beppie Nooy, hersteld van de diepe teleurstelling met
„Gipsy” in het vorige seizoen, heeft kennelijk revanche op zichzelf
willen nemen. Ze heeft alles op alles gezet om met haar Amsterdams
Volkstoneel helemaal terug te komen en met haar nieuwste vondst
volle zalen te boeken? Gezien en gehoord de eerste reacties denk ik, dat
zij met al het feestvertoon, dat zij op de planken gooit, daarin wel zal
slagen. Die nieuwste vondst is het schetsmatig gecomponeerde volks
stuk „Als je lacht, dan ben je rijk”, waarvan zaterdagavond in de
stadsschouwburg de officiële première ging.
bij Volkstoneel
idsen
3,40
6,36
CONRAD VAN DE WEETERING
WIM HELVERSTEIJN
CONRAD VAN DE WEETERING.
laim.
Bewogen betrokkenheid bij Sater
oeken
ig van
62121
s'
Samen met haar zoon Dick heeft Beppie
Nooy teruggegrepen naar de volksstukken
uit de jaren twintig waaraan nog altijd de
welklinkende namen van Herman Bouber,
Louis Davids en Margie Morris verbonden
zijn. De inspiratie, die zij daaruit geput
hebben, heeft geleid tot een spel, dat opge
bouwd is uit een aantal schetsen, die meer
een situatie, een buurtsfeer ten grondslag
hebben dan een duidelijk afgerond ver
haal. Die buurt is natuurlijk de Jordaan
aan de voet van de Westertoren.
Je vraagt je af, waarom zulke stukken
het toch altijd nog bij een breed publiek
doen, ook buiten Amsterdam. Wat er in
gebeurt, is feitelijk niets anders dan het
repeteren van een voltooid verleden tijd en
het in stand houden van een folklore die
niet veel meer is dan een gecultiveerd
volkssentiment. Je kijkt er meer tegen aan
dan je er in opgaat. Maar misschien is dat
de kern van het succes: je bent er niet bij
etrokken, je hebt gewoon een paar zorge
loze uurtjes, en de filosofie van „Als je
lacht, dan ben je rijk” neem je voor die
avond op de koop toe.
Met een uitgekookt talent heeft Beppie
Nooy het succes veilig gesteld. Iedere
schets is zo opgebouwd, en iedere keer
natuurlijk met een gemakkelijk in het ge
hoor liggend liedje, dat er een applaus uit
de zaal móét volgen. En dat komt gagaran-
deerd. Het publiek wordt tenminste al heel
gauw in een klapgrage stemming ge-
Het grootste pluspunt in de voorstelling
is hoewel dat ook bijzonder kwetsbaar
kan zijn dat Beppie en Dick Nooy iedere
schets, het hele stuk hebben toegeschreven
naar Hetty Blok. De hele avond door is
Hetty Blok als tante Aal de centrale figuur.
bracht. Een ander opvallend pluspunt is
het décor (ontwerp Marty Hinrichs), dat
een variatie aan huisjes, een kroeg en een
kapperszaak te zien geeft, rond een gezel
lig en knap geconstrueerd pleintje gegroe
peerd. Daar leeft de buurt, daar worden de
dagen gesleten met een lach en een traan.
Die twee zetten, in goed samenspel met
al die anderen, de hele boel op stelten, ze
zagen kans de toeschouwers bij wijze van
spreken tot mede-feestgangers te maken.
Het gescandeerde applaus na afloop, ge
volgd door een minutenlange ovatie, voer
de een stralende Beppie Nooy ten tonele.
Zij had zich gerevancheerd.
wikkeldste problemen kan relativeren. Die
met een wijs woord een netelige toestand
weet te klaren, een vrouw, die de hartelijk
heid en de humor zelve is.
Zelden heb ik een actrice gezien, die de
stemming zo wist op te zwepen naar de
apotheose, in dit geval een kostelijke brui
loft op het pleintje. Er werd zalig gedanst
(choreografie Maria More), er was aanste
kelijke muziek (het orkest onder leiding
van Martin Kesseler) en er was een schitte
rende act van Wim Wama, de fungerende
echtgenoot van tante Aal, als de koloniaal.
Hetty Blok heeft een grandioze tante Aal
op dat buurtpleintje gezet, het was een
overrompelend feest, haar aan de slag te
zien. Een volmaakte creatie. Ze had na
tuurlijk de lachers op haar hand, van de
eerste tot de laatste minuut. Maar ze heeft
wel zoveel talent, dat ze daar niet op hoef
de in te spelen. Het kwam vanzelf. Het was
allemaal even natuurlijk, gaaf en spon
taan. Daardoor deed het er niet toen dat er
verder in de ploeg enkele zwakke plekken
waren. Ze werden vanzelf meegesleept
door Hetty Blok.
banen
ifleve-
LAREN (ANP). In het Singer Mu
seum in Laren is door het veilinghuis
Christie’s de bekende klokkenverzame
ling van wijlen dr. T. de Roo geveild. Dr.
De Roo werd bekend door zijn röntgenfo
to’s van wijzerplaten. Vele antieke klok
ken bevatten namelijk meer schilderin
gen over elkaar heen. Dr. De Roo placht
zijn klokken „door te lichten” en daarna
de latere verflagen van de wijzerplaat te
verwijderen, zodat de originele schilde
ring werd blootgelegd.
De hoogste prijs (30.000 gulden) werd op
de veiling betaald voor een friese stoeltjes-
klok uit 1740, vervaardigd door Antonie
ter Swaek. Een klein schippertje bracht
20.000 siulden op en een stoelklok met
mechaniek voor maanstand en zeldzaam
zwaar uurwerk 35.000 gulden.
In de categorie meubilair werd 22.000
gulden geboden voor een Zeeuwse renais
sance kast en 16.000 gulden voor een eike-
houten kabinet (Holland 18e eeuw). Ver
rassend was de opbrengst van een Jugend
stil eetkamer: tien jaar geleden nog rijp
voor de vuilnisbak, thans verkocht voor
13.000 gulden.
AMSTERDAM. In de serie „matinee-
concerten op de vrije zaterdag” die de
VARA in de grote zaal van het Amster
dams Concertgebouw doet plaatshebben
speelde het Omroeporkest onder leiding
van zijn dirigent Kenneth Montgomery
dit weekeinde een programma waarin het
Latijnsamerikaans element een groot aan
deel had (de Braziliaan Villa-Lobos en de
Argentijn Ginastera).
Hoogtepunt van de avond was echter de
balalaika
speler, Joeri Aleksik die zijn instrument
bespeelde alsof het een stukje van hemzelf
was. Het aantal klankkleuren dat hij uit
zijn balalaika haalde, met tonen van sner
pend tot bijzonder warm, van fluisterend
tot knallend, was ongelooflijk en zijn vari
aties over Kalinka hadden zoveel dyna
miek, dat het publiek in de zaal maar met
Het ensemble uit Tripolje treedt met veel
bekende melodieën, als Kalinka, Karats-
jok en Zwarte ogen onder andere op 24,25,
26 en 27 oktober op in de Russische week
in Zaandam en op 5 november in de Rai in
Amsterdam (de laatste voorstelling is al
Zij is de moeder van de buurt, die kort en
bondig met een rake opmerking de inge-
>4- Yvonne
Petit als juf
Marian in De
juf van de
Czaar
Peterstraat. Op
de achtergrond
Ellis van den
Brink en Jaap
van Donselaar
als het
bankiersecht-
paarVink.
(Foto Kors van
Bennekom).
■A Hetty Blok, Wim
Wama en Martin
Brozius in Als je
lacht, dan ben je
rijk.
(Foto Kors
vanBennekom).
DEN HAAG. In het HOT ging de
première van „Oremus” (laat ons bidden)
van Ric McCullough door het Nederlands
Dans Theater. Ric McCullough is Ameri
kaan en danser bij het NDT en volgens een
goede traditie mocht hij daar dus met
eenvoudige middelen een ballet maken.
Hij koos Gregoriaanse muziek en vroeg
Toer van Schayk, die ook al eens een
ballet op Gregoriaanse muziek had ge
maakt, om kostuums en een dekor voor
hem te ontwerpen. Het resultaat: een
merkwaardig, vaak boeiend stuk dans
voor drie dansers irl Graham stijl.
De uitvoerenden dragen lange wijde jur
ken zoals vaak bij Graham maar hun
bewegingen daarin zijn zeer viriel. Steu
nend op lange wandelstaven zien we hoe
de drie mannen zich op de klanken van een
rommelend geruis langdurig voortbewe
gen als door een moeilijk terrein. Doordat
ze steeds kanonisch gebaren van elkaar
overnemen lijkt het of ze om beurten met
dezelfde moeilijkheden te kampen hebben
maar tevens geeft dit aan de hele composi
tie een lange adem.
De drie voorstellingen van dit ballet die
afgelopen week-end in het HOT werden
gegeven begonnen met November Steps
van Jiri Kylian en eindigden met Lieder
Ohne Worte van Hans van Manen. Temid
den van deze twee werken vormde „Ore
mus” geen inzinking, wat voor een eerste
werkstuk van een jonge choreograaf een
compliment betekent.
Helaas behoorde dat solowerk tot het
zwakste van het ballet. Interessanter werd
het al toen er tussen twee dansers, Gerard
Tibbs en Hugo Bregman een duet werd
uitgevoerd als een wisselzang, die als zoda
nig uitstekend bij de Gregoriaanse muziek
paste waarbij de een als het ware aan de
ander zijn bewegingen voorzei. Tenslotte
kwam de derde man, Eric Newton, er weer
bij en kreeg het werk weer de kracht en
het karakter van het begin.
Als dramatisch werk heeft dit ballet
vrijwel geen zeggingskracht, als bewe-
gingscompositie in Grahamstijl is het zeer
geslaagd, waarbij het opvallend is hoe
goed de langademige bewegingen vanuit
het midden van het lichaam, die zo typisch
zijn voor deze stijl, zich verdragen met de
breed uitgesponnen lettergrepen van het
Gregoriaanse gezang, dat fraai vanuit de
luidsprekers klonk.
30-jarige bestaan van de vereniging Neder-
land-USSR.
ilache
i vol
le ra-
ellljk
77,00
35,60
120,00
46,70
64,00
1,60
162,00
33,10
6,40
103,00
36,00
56,00
124,50
55,50
71,30
58.50
48,50
35,00
67,00
131,50
112,50
108,10e
29,00
123,50
72,30
167.80
60,00
47,80
41,70
56,00
54.50
39,60
647,00
47,60
40,00
73,20
54,70e
27,00
35,60
128,50
28,30
53,OP
96,50
70,50
56,10
1,90b
62,50
147,50
139,00
56,00
200,00
63,20
5I,40d
149,00
67,50
31,10
147,40
79,40
75,50
61,00e
33,20
95,50
95,00
65,50
65,10
189,50
34,20
103,00
110,20
105,00
61,60
43,00
45,00
257,00
495,00
144,00
102,00
400,00
moeite zijn voeten kon stilhouden.
Opvallend was dat de zanger Vladimir
Melnitsjenko tussen alle anderen die in
volkskostuum optraden, op het toneel ver
scheen in burgerpak, vermoedelijk in ver
band met de tekst van zijn laatste lied. Hij
begon met liefdesverklaringen aan Kiev
en aan zijn vaderland, en eindigde met een
lied waarvan de melodie niet zo fraai was,
maar de tekst wel aangrijpend: „Wij heb
ben overwonnen, de gevallenen hebben
ons doen winnen, moeders van gevallen
zonen beschouw ons in het vervolg als uw
kinderen”.
Dit alles werd afgewisseld door zeer
gevarieerde muzieknummers: een zanger,
een zangeres, een herdersfluit (Zapelka)-
speler, een balalaika-speler en drie zange
ressen die zichzelf begeleidden op de ban-
doera (een Oekrains snareninstrument).
Vooral de sopraan van dit laatste trio had
boeiende momenten zoals in het liedje
over de nachtegaal. Om bij de vogeltjes te
blijven, de herdersfluit-speler, Bobrovni
kov, wist een rijk scala aan vogelklanken
uit zijn eenvoudige fluitje te persen in zijn
compositie over de leeuwerik.
Hiernaast kwam ook nog „La Boutique
Fantasque” dat door Respighi is samenge
steld uit melodieën van Rossini, in op
dracht van de Russische balletleider Dja-
ghilev gegroepeerd tot een ballet waarvan
het verhaal terruggrijpt op het oude Oos
tenrijkse „De Poppenfee”.
Vooral deze muziek vervulde weer zin
vol de functie van ontspanning en enter
tainment die je kunt verwachten op zo’n
matinee. Een compositie als het concert
voor piano en orkest van Alberto Ginaste
ra die niet alleen in geavanceerde taal was
geschreven, maar ook flink wat tijd in
beslag nam leek me om die redenen een
voor de typische matineesfeer toch wel een
te moeilijk werk.
Om hier even op door te gaan: Ginaste
ra, een fervent voorvechter van eigentijdse
muziek, heeft dit pianoconcert geschreven
in opdracht van een door de Russische
dirigent Koussevitsky opgerichte instel
ling die zich beijvert om nieuw werk van
jonge componisten uit te geven. Het werk
als geheel maakte een wat gespleten in
druk door het enerzijds hanteren van ei
gentijdse muziektaal, terwijl anderzijds
Op een gegeven moment bereiken de
drie een stenen altaar in een bos. Ze plan
ten hun wandelstaven bij het altaar in de
grond en geven zich over aan gebed. Dit
gebeurt in enkele solo’s waarbij de man
nen het kennelijk nogal moeilijk hebben
en vaak de ogen ten hemel geslagen
houden.
;erd
247,60e
1 6,32
5,40
vooral in de pianopartij typisch 19de-
eeuwse elementen niet van de lucht waren.
Bijvoorbeeld in briljant passagewerk als
een donderbui van octaven zit je bij Rach
maninoff, om maar iemand te noemen.
Alle lof overigens voor het pianospel van
de uit de Verenigde Staten afkomstige
Barbara Nissman, die sinds 1970 een veel
gevraagd soliste op de Europese concert
podia is. Zij bleek het materiaal volkomen
in haar macht te hebben en slaagde er in
het veelvoud aan speelmanieren waar de
componist om vroeg op overtuigende wijze
te brengen. Bijzonder trof mij de uiterste
graad van pianissimo die zij aan de vleugel
wist te ontlokken, iets wat je niet vaak op
deze perfecte manier hoort.
De 34-jarige Ier Kenneth Montgomery
bleek een veelzijdig dirigent te zijn, die het
werk van Ginastera zeer exact leidde,
maar ook breed en warmbloedig van ge
baar te werk ging in „Bachianas Brasilei-
ras nr. 9” van Heitor Villas-Lobos. (De
negen Bachianas Brasileiras die Villa-Lo
bos schreef zijn bedoeld als een hommage
aan Bach en een poging tot synthese van
diens polyfone stijl en de Braziliaanse
volksmuziek). Dat laatstgenoemde ele
ment zat er ruimschoots in, gezien het
pittige, geprofileerde ritme, maar qua
struktuur kan het geen sterk stuk ge
noemd worden.
„La boutique Fantasque” tenslotte werd
aangenaam en lichtvoetig, virtuoos en met
gevoel voor het oermuzikale, levensblije
karakter van deze muziek gebracht.
Er was een Russische volksdans waarbij
de dames veel koerende kreetjes slaakten
waardoor het geheel soms deed denken
aan een vogelkooi. Er was een Oekrainse
hurkdans en een virtuoze Hopak, dansen
uit Moldavië en uit Boekawinse en verder
wat pantomimes van een vrouwenjager
die door zijn verzamelde jachtbuit wordt uitverkocht). Dit alles in verband met het
achterna gezeten en van een zich als pop
bewegende jonge vrouw, die haar oudere
man bedot met een jonger exemplaar.
DELFT. In de Doelen ging zondaga
vond de Nederlandse première van het
amateur zang- en dansensemble uit Tri
polje. Tripolje ligt op 80 kilometer van
Kiev in de Oekraine aan de Dnjepr. De
leden van het ensemble werken daar alle
maal in de electriciteitscentrale. Door hun
jeugd heeft de voorstelling een enorme
vaart en een fris sprankelend karakter.
Wat ze brengen is volkskunst, niet al te
gecompliceerd, uitstekend verzorgd en
zeer kundig zonderde gelikte gladheid die
sommige beroepsgroepen wel eens hebben.
Twee rollen waarvan ze juweelt
jes maakt. Roelof den Ambtman
is als Henk Dorrestein een bewo
gen activist waarvan je houdt en
Jaap van Donselaar weet een af-
doende scheiding aan te brengen
tussen de rol van bankier Vink en
de aardappelhandelaar Rudi.
Vooral als Rudi (broer van Mari-
UTRECHT. Met de produktie die toneelgroep
Sater vorig seizoen uitbracht over de verhoudingen
bij DAF (Opkomst en neergang van een Hollands
Familiebedrijf) toonde het gezelschap al aan helder
formulerend toneel te kunnen maken dat sociaal-
politiek gericht is. Op diezelfde weg gaat Sater nu
voort met de Juf van de Czaar Peterstraat, een
toneelstuk dat vrijdag in de Blauwe Zaal in premiè
re ging. Een brok sociaal geëngageerd toneel, ont
staan onder regie van Peter Baan, dat helder en
direct is, dat zonder misverstanden op een ieder
overkomt. Een soort volkstoneel waarbij niet in de
eerste plaats op sentimenten gemikt wordt, maar
waar de feiten ondersteunend werken. Heerlijk to
neel dat soms ontroert, maar waarvan een bevrijden
de werking uitgaat door een fikse dosis prikkelende
humor. Daarbij komt ook dat door de zeven spelers
van Sater voortreffelijk toneel wordt gespeeld,
soms van een verademende eenvoud, zonder om
haal, maar recht in de roos.
De Juf van de Czaar Peter
straat geeft een terugblik in de
sociaaldemocratische geschiede
nis in ons land. Het stuk speelt
tegen een achtergrond die be
paald wordt door het einde van
de Eerste Wereldoorlog, de arbei-
dersopstanden (Aardappelop-
roer in een Amsterdamse volks
buurt), de bewustwording van de
vrouw, de eerste revolutiepoging
in Nederland (Troelstra die de
arbeiders aanspoort zelf de rege
ringsmacht over te nemen). Sater
gaat al die zaken niet zelf op het
toneel brengen, maar vertelt ze
als gewone mensen uit een volks
buurt. Centraal daarin staat een
onderwijzeres die les geeft aan
een school voor arbeiderskinde
ren in de Amsterdamse Czaar
Peterstraat. De juf (Marina)
raakt haar baan kwijt als de oor
log is afgelopen. De mannen ko
men terug van soldaatje spelen
en zij zullen de plaatsen die door
vrouwen zijn opgevuld weer in
nemen. Als particulier onderwij
zeres komt Marian terecht bij een
bankiersgezin waar de vrouw des
huizes haar vrije tijd aangenaam
vult met de strijd om gelijkscha
keling van de vrouw aan de man.
Niet meer dan een hobby, en als
Marian dat teleurgesteld ontdekt,
bijt zij haar ook toe: Ga jij maar
spandoeken borduren. In de Juf
van de Czaar Peterstraat zien we
hoe gereageerd wordt op de eer
ste revolutiepoging, waarbij een
kleine kern arbeiders zich ten
koste van alles voor verbetering
wil inzetten, we zien de salonsoci
alist die niet van harde actie wil
weten uit angst zijn zekerheid te
verliezen. Sater zegt gewoon
waar het op staat in deze produk
tie. Is niet aardig voor de SDAP,
maar kan dat ook moeilijk zijn,
wanneer in alle oprechtheid de
historische feiten gevolgd wor
den. De personages in het stuk
lijken aanvankelijk wat karika
turaal te worden gespeeld, maar
opeens zijn daar toch levensechte
mensen uit gegroeid, die allemaal
op hun manier gelijk en ongelijk
hebben. Daarin wordt ook de plu
riformiteit van een maatschappij
getekend, die je niet zomaar
zwart/wit kunt laten overkomen.
Dat doet Sater dan ook zeker
niet. Er is zorgvuldig omgespron
gen met het trekken van conclu
sies. Eigenlijk is de enige conclu
sie die Sater zelf geeft dat het niet
eenvoudig is om rechtvaardig te
zijn of te blijven. In nuances kan
er dan nog heel wat door het
publiek worden ingevuld. Vanuit
deze nieuwe toneelproduktie van
Sater lopen lijnen naar de tijd
an) is hij een mooi meelijwek
kend mens, slachtoffer van de
verkeerde plaats in het leven, de
„korporaal” in de samenleving
die altijd trappen krijgt, die ge
doemd is tot hielenlikken. John
Leddy, ook al in een dubbelrol
laat twee schitterende types zien
en Jan Jaap Jansen is de verper-
soonlijking van de handige socia
listische politicus die dankzij de
echte arbeiders in zijn partij tot
een respectabele positie kon
klimmen. Sater heeft een fijne
voorstelling gemaakt en gebruikt
daarbij een decor dat uitmunt
door eenvoud. Alleen het aller-
noodzakelijkste wordt gebruikt
en wel zo dat er toch een perfecte
milieutekening ontstaat. Een to
neelgroep die ook al weer in I
moeilijkheden dreigt te komen
door gebrek aan geld, al wordt er
nog zo zuinig met de middelen
omgesprongen.
Zorgeloze uurtjes
wenst te schikken. Yvonne Petit
ontwikkelt zich in deze voorstel
ling als een heel fijnzinnige actri
ce. Telkens verrast zij opnieuw
door een uitgekristalliseerde wij
ze van acteren. Vaak is alleen de
uitdrukking op haar gezicht vol
doende om aan verdere discussie
geen boodschap meer te hebben.
Ellis van den Brink toont ver
schillende kanten van haar rag-
scherpe toneelspeelkunst. Ze is
een zalige bankiers-feministe
binnen het groot-kapitaal, maar
daarnaast als de arbeidersvrouw
Van Vliet een heerlijk toonbeeld
van Hollandse nuchterheid.
van nu. Centraal bij het gezel
schap staat de keuze voor veran
dering van de maatschappij in
socialistische zin. Veranderingen
die niet gemakkelijk tot stand
komen. Kijken we nu slechts
naar de lange duur van de kabi
netsformatie, waar de progres-
sieven beslist geen zetel aan de
ministertafel méér mogen heb
ben, ook al wijst de verkiezings
uitslag in die richting. Andere
aanknopingspunten in de Juf van
de Czaar Peterstraat zijn soms
veel meer bedekt verwerkt.
Neem de geringschatting over
vrouwenzaken, die is ook nu niet
verdwenen, maar ook de relatie
tussen Marian en haar verloofde
Henk. Tussen de twee jonge men
sen, op de rand van een langduri
ge verbintenis, ontwikkelt zich
een boeiende dialoog wanneer
Marian zich bewust van haar ei
gen persoonlijkheid als vrouw
niet zomaar in het tot nu gebrui
kelijke huisvrouwenpatroon