1 VERDEDIGEND INGESTELD
NIET TEGEN SCHOTLAND
A
GUY THIJS
NEDERLAAG KLEIN HOUDEN
III
a
dubbele
laan ienevèi
1
s
1
1
Hooghoudt.
I
„BELGIE MOEST
w,
1
E
V
29
19 7 7
OKTOBER
DONDERDAG 27
SPORT
J
Van Zanten
Overdreven
Matheid
Penibel
Gemeenplaats
to
I IHH
a-n-g
jS:
Ongelooflijk
5
o
2
3
11
3
2
11-3
2-12
za
hm
)S.
sld
Nederland
België
2
5
I m
Cruijff schuift Rensenbrink naar voren
Het einde van Nederland-België in Amsterdam: een afscheidsgroet van Johan Cruijff, symbolisch voor de situatie.
R
MARC SERNË
(Van onze sportredactie)
I)
JAN BLIJBOOM
7
AMSTERDAM. Het doet bijna lach
wekkend aan, maar na afloop van de door
hen verloren interland tegen Nederland
wat definitief hun eliminatie voor Argen
tinië betekende, lieten de Belgen overdui-
Wat had Jan Zwartkruis zich een boel
hoofdbrekens kunnen besparen als hij van
tevoren had geweten dat collega Guy Thijs
en zijn ploeg met geen andere instelling
naar Amsterdam waren gekomen dan om
te trachten de al ingecalculeerde neder
laag zo klein mogelijk te houden. Want wie
had het in zijn hoofd durven halen te
veronderstellen dat België ook maar een
schijn van kans zou kunnen hebben tegen
de huidige vice-wereldkampioen? Wat
voor Belgisch kruid zou er tegen een team
met erkende wereld vedetten als Johan
Cruijff, Johan Neeskens, Rob Rensen
brink en Ruud Krol - om er zo-maar een
paar uit de mouw te schudden - gewassen
zijn? Geen enkel immers! En vanuit die
underdog-positie creëerde de gedrongen
Belgische bondscoach een tactisch con
cept dat er allereerst op was gericht de
„gevreesde Hollanders” het scoren te be
letten. En mocht er, tegen de verwachting
in, een doeltreffende counter uit de hoed
rollen dan zou dit min of meer als een
geschenk uit de hemel worden ervaren.
had „beslist” dat het met één treffer ge
noegen wilde nemen, wat voldoende aan
leiding was voor het geïmponeerde België
om zelfs van een „succes” te durven
spreken.
„Een laffe taktiek” karakteriseerden on
der anderen Ruud Krol en Willy van de
Kerkhoff later de angstige strijdwijze van
de Belgen; een opvatting die Guy Thijs
met een schouderophalen langs zich heen
liet gaan. Wat dachten die Hollanders wel?
Dat België zo onverstandig zou zijn ge
weest om de snelle openingstreffer van
Oranje met een stormloop op de veste van
Jan Jongbloed te beantwoorden? Thijs,
moeilijk verstaanbaar, met de brede rug
tegen een gekalkte muur: „Dat zou Neder
land wel gewild hebben. Dan had het ons
kunnen oprollen. En dat wilden we tot elke
prijs voorkomen”.
Toegegeven, dat Guy Thijs zijn betoog
begon met te zeggen dat „je bij een neder
laag nooit tevreden kan zijn”, maar dit
bleek een gemeenplaats die in zijn denk
trant over deze interland helemaal niet
thuis hoorde. Hij presteerde het zelfs op te
merken dat „zijn ploeg zeker in het begin
uitstekende kansen had gehad op een of
Nederland zal geen gehoor geven aan een invitatie van de
Schotse voetbalbond om voor de wereldkampioenschappen
in Argentinië een oefenwedstrijd in Glasgow te komen spe
len. De Schotten, die zich via uitschakeling van ondermeer
Ts jechoslowakije al voor de WK hebben geplaatst, hadden de
bond daarom verzocht. Sectiebestuurslid Hogewoning ech
ter: „We spelen nu alleen nog maar wedstrijden die zinvol zijn
in te passen voor het toernooi in Argentinië. Dat duel tegen
GUY THIJS
meer voltreffers”; een opmerking die nau
welijks in overeenstemming was met de
realiteit die had aangetoond dat met na
me Jan Jongbloed nauwelijks in moeilijk
heden was gebracht.
Begrijpelijk, want met de taktiek van
Schotland valt daar niet onder. We zullen zeker wel gehoor
geven aan die uitnodiging maar na de WK".
Renë van de Kerkhof kreeg tijdens Nederland-België een
zogeheten „zweepslag” en scheurde een spiertje. Wim Jansen
ging door zijn enkel heen. Beide spelers werden door Zwart
kruis gewisseld in een interland met een erg „mak” karakter.
Beide teams maakten slechts vijftien overtredingen. Op
vallend weinig voor duels op dit niveau.
Bleef tóch de penibele (ondanks alles
voor de hand liggende) vraag primair
waarom Thijs tóch niet minstens één aan
valler méér had ingezet, gezien de hou
ding van Nederland dat het best op die
kleine score durfde gokken. De Belgische
coach, hoofdschuddend: „Kunt u zich nog
herinneren die vernederende nederlaag
van 5-0 die we vorig jaar april in Rotter
dam moesten slikken? Wel, we pasten er
voor om opnieuw het risico van zó’n déba-
cle te lopen. Dat moet u toch kunnen
begrijpen”.
AMSTERDAM. Jan Zwartkruis nam volledig de verant
woordelijkheid op zich voor Nederlands verdedigende, be
houdende speelwijze in de wedstrijd, die de kwalificatie voor
de eindronde van het wereldkampioenschap in Argentinië
bracht. „Ons doel was te proberen de Belgen zo vlug mogelijk
te verrassen en in de eerste tien minuten een doelpunt te
maken. Als wij erin zouden slagen vroeg te scoren dan moest
het accent op de verdediging worden gelegd. Dat was voor de
wedstrijd afgesproken.”
Ruud Krol weet bijvoorbeeld: „Zoiets
heb ik als prof nog nooit meegemaakt.
Toen de Belgen al gauw achterstonden
riepen ze uit: 1-0 dat is toch mooi hè? Doe
het maar rustig aan. 1-0 Is toch genoeg?”
En de Belgische Nederlander Robbie Ren
senbrink: „Het is ongelooflijk. Als wij na
een paar minuten al in zo’n situatie als de
Belgen hadden verkeerd, dan hadden we
toch risico’s genomen nietwaar? Maar de
Belgen niet. Volgens mij is dat toch een
kwestie van mentaliteit”.
Ook het feit van een eventuele terug
keer van Jack van Zanten, met wie
Cruijff een zakelijke relatie in onroerend
goed heeft, als chef d’équipe van Oranje
kan zijn besluit niet meer wijzigen. Hoe
wel een figuur als Van Zanten naast Hap-
pel (die alleen maar in negentig minuten
voetbal geïnteresseerd is) bepaald geen
kwaad kan.
Cruijff: „Ik heb dat besluit niet geno
men om allerlei maffe acties uit te lokken.
Ik zet er een streep onder. Daarmee uit”.
Opmerkelijk is dat de sterk relativerende
sectievoorzitter betaald voetbal, Jacques
Hogewoning, dit besluit respecteert. Ho
gewoning: „Er zal natuurlijk nog wel op
hem worden ingepraat. Maar dat vind ik
onjuist. Hij is zo’n grote voetballer met
zo'n enorme reputatie, dat ik toch echt
moet aannemen dat hij weet wat hij be
sloten heeft. Dat moeten we in zijn waar
de laten geloof ik”.
ren, als mij tenminste om raad wordt ge
vraagd”.
delijk blijken met het behaalde resultaat
van 0-1 dik tevreden te zijn. Geen begrafe
nisstemming, geen excuses om eigen te
kortkomingen goed te praten en totaal
geen spijt dat de laatste kans om alsnog
het thuisfront in een vrolijke stemming te
brengen verloren was gegaan. Nederland
slechts twee spitsen (Lambert en Van
Gooi) konden er - en daar had Thijs in zijn
concept, zo bleek, geen enkele moeite mee
gehad - nauwelijks reële scoringskansen
worden uitgespeeld. Kortom, Guy Thijs
had zich met de zijnen bij voorbaat al inge
graven, helemaal in de trant van zijn „il
lustere” voorganger Raymond Goethals
die er altijd al op uit was geweest zijn
spelers bijna te verbieden gedurfder te
opereren dan vanuit een gesloten verdedi
ging gokken op de counter.
Amerika roem kan gaan oogsten. Met of
zonder Cruijff.
6
5
3
1
1
1
0
1
0
5
6
7-3
4-6
De belangrijke overwinning, die Neder
land in het 109e duel tegen België behaal
de, betekende de vijfstigste overwinning
voor oranje in de „derby der lage landen”.
Van de 109 wedstrijden won Nederland er
50, speelde er 23 gelijk en verloor er 36.
Oranje scoorde 255 doelpunten, België
199.
SCHEIDSRECHTER: Patridge (Gbr).
Toeschouwers: 62.000.
I
.1
iil/llfj
Eén surprise had Thijs voor collega
Zwartkruis in petto: pas enkele minuten
vóór de wedstrijd maakte hij de opstelling
van zijn équipe bekend. Pas toen werd
duidelijk dat de Belgische bondscoach fy
sieke kracht had laten prevaleren boven
wat verfijnder voetbal. Thijs: „Kijk, deze
jongens hebben tenminste flink getackled
en zich niet door hun tegenstanders laten
intimideren”. Vanuit deze instelling moest
Francois Van der Eist er genoegen mee
nemen dat hij pas na twintig minuten in de
tweede helft volgens plan mocht opdraven
voor de uitgespeelde Jean Thissen die zijn
opdracht - hoge ballen opvangen en re
tourneren - volgens Thijs naar behoren
had vervuld.
vanavond over dit elftal toch weer een
zekere matheid lag. Misschien is het pro
gramma voor de spelers door allerlei in
terlands en Europa-cupwedstrijden wat
te overladen geweest, maar het is toch
wel een punt om in de gaten te houden”.
Maar Happel stippelt onverstoorbaar de
grote lijn uit. Zwartkruis (die al blij is als
hij door de „Weltmeister” vriendelijk
wordt bejegend) mocht gisteravond nog
even gloriëren, maar dat stelt in wezen
niets voor. Hoezeer het succes hem ook
gegund is. Tevreden merkte de interim
coach op: „Over Argentinië hebben we
nog niet gesproken. Maar dit is een groots
moment voor mij. Dat ik Nederland van
avond zover heb zien komen. Ik ben hele
maal gek van voetbal dus u kunt zich wel
voorstellen hoe ik me voel. Als het ooit
zover zou komen dat ik als hulpcoach
meekan, dan valt daar zeker over te pra
ten. Hoewel ik niet op de zaak wil vooruit-
België: Pfaff, Gerets, Broos, Thissen (v.r
d. Eist), Renquin, Van der Eycken,
Meeuws, Coeck, Cools, Van Gooi en
Lambert.
(Van onze sportredactie)
AMSTERDAM. Het was na afloop van Nederland-België tenslotte voorspelbaar
dat alle publiciteit zich nog één keer op Johan Cruijff zou concentreren. Zelfs vanuit
Brazilië, Argentinië, Spanje, Engeland en West-Duitsland dromden tientallen verslag
gevers nieuwgierig samen om Nederlands beste speler aller tijden nog eens voorzichtig
omtrent een nieuw WK-avontuur in Argentinië te polsen. Het werd opnieuw een
volmondig neen. Iets wat voor de betrokkenen rond Oranje en het Nederlandse volk,
want gevreesd moet worden dat de nationale hysterie nog lang haar hoogtepunt niet
heeft bereikt, een moeilijk te verteren zaak moet zijn. Want zelfs een half-fitte Cruijff
redde vooral in de tweede helft nog enigszins deze kapitale interland met enkele
wonderbaarlijke passes en bewegingen. Hoewel ook hij met deze schaarse ogenblikken
niet kan verhelen dat wat een flonkerende exhibitie had moeten worden, de derde
tegenvallende prestatie van Oranje, eerst in Rotterdam tegen Rusland, later in Belfast
tegen Noord-Ierland, binnen een maand werd.
lopen”, aldus de bescheiden beroepsmili
tair.
Natuurlijk is ook Happel een veel te
groot voetbalkenner om het (vooral psy
chologische) belang van Cruijffs eventuele
deelname zo maar weg te cijferen. Maar
ook zonder Cruijff praat de man over een
nieuw revolutionair voetbal vanuit een ge
sloten middenveld. Grootspraak? Mis
schien. Maar tot nu toe heeft hij die ijskou
de bluf wel steeds waargemaakt. Happel
kon zich ook gemakkelijk van Nederland-
België distantiëren. Het defaitisme in het
„Thijs-kamp” was hem bij zijn eigen spe
lers van Club Brugge allang duidelijk ge
worden. Nederland zal volgend jaar in
Argentinië, waar voetbal echt oorlog is,
niet in aanmerking komen voor de fair-
play cup. Dat kan ook moeilijk als je als
bondscoach nu al je oog laat vallen op
spelers als Krol, Dusbaba, Suurbier, Van
Hanegem, Neeskens, maar ook Jan Bos
kamp en als hij hersteld is Roda’s Dick
Nanninga. Hoewel de vaantjes, vlaggen,
supporterslegioen en gunstige geografi
sche plaatsing, ingrediënten die allemaal
hebben bijgedragen tot Oranje’s fabelach
tige finaleplaats in Duitsland, dit keer zul
len ontbreken, moet zelfs dit „verouderde”
Oranje niet als kansloos voor een hoge
klassering worden gezien. Zeker niet met
een trainer als Happel, die niet eens echt
serieus met zijn broodheren van Brugge
rekening houdt en die Jan Zwartkruis’
(„Ik wens Nederland straks veel succes in
Argentinië”) vriendelijke opmerking al
leen maar glimlachend voor kennisgeving
aan zal nemen.
Noord-Ierland 5
Ijsland 6
Nu nog wordt Cruijff in één adem ge
noemd met Pelé, Muller, Beckenbauer en
Di Stefano. Een wereldtoernooi in Zuid-
Amerika, waar Cruijff door Indepen-
diente’s Dante Mircoli in het duel voor de
wereldbeker met Ajax al eens half invali
de werd geschopt, kan de naam van
Cruijff alleen maar schaden. Ook zijn ge
zin lijkt een doorslaggevende rol te spelen.
Zijn vrouw vormt een belangrijke reden in
zijn beslissing om niet te gaan en daarom
kunnen Cruijffs woorden gerust serieus
genomen worden als hij ook nu weer stelt:
„Wat mij betreft was het vanavond mijn
-laatste interland. Het zou ook niet zinnig
meer zijn om mij alsnog op te stellen in
oefenwedstrijden voor Argentinië omdat
ik toch niet meega. Oranje moet nu verder
zonder Cruijff. Daar zijn mogelijkheden
genoeg voor. Ik heb eerder Rensenbrink al
eens als een leidersfiguur afgeschilderd.
En hoewel ik weet dat zelfs de bondscoa-
ches daar anders over denken, geloof ik
dat hij het aankan. Dat zal ik ook advise-
De opstellingen van Nederland en België
waren: Nederland: Jongbloed, Suurbier,
Krol, Dusbaba, Hovenkamp, Neeskens,
Jansen (Van Hanegem), Willy van de Kerk
hof, René van de Kerkhof (Geels), Cruijff
en Rensenbrink.
Dat lag natuurlijk gedeeltelijk aan het
feit dat de beslissende treffer (de vrij
staande René van de Kerkhof schoot al na
enkele minuten onbarmhartig raak) in een
te vroeg stadium viel, waarna er voor
Nederland prestatief niets meer te behalen
viel. Maar zelfs na deze opening bleven de
Belgen hardnekkig volharden met twee
spitsen. Lambert en Van Gooi. Met alle
respect voor de uitzonderlijke kwaliteiten
van het fenomeen Cruijff was het daarom
een beetje vreemd dat Zwartkruis na af
loop gebiologeerd over zijn wonderkind
opmerkte: „Zo’n Cruijff hé. Dat is in mijn
ogen nou een groot sportman. Hij was niet
eens honderd procent fit. Maar als je dan
ziet op wat voor manier hij ons door die
kwalificatie heeft gesleept vanavond, dan
vind ik dat grote klasse”.
De Belgen, murw geworden door het feit
dat zij telkens weer opnieuw met het op
permachtige Nederland worden inge
deeld, toonden zich een uiterst willige
sparring-partner, die Nederland de kwali
ficatie zo simpel in de schoot worp dat het
geen enkel antwoord meer gaf op de vraag
wat het huidige Oranje internationaal ge
zien eigenlijk nog waard is. Ondanks een
aantal opmerkelijke kansjes (vooral van
Rensenbrink) maakte Nederland tenslotte
toch opnieuw de indruk van een team
waar de sleet een beetje inzit. Suurbier
werd er op rechts ettelijke keren uitge
sprint, Van Hanegem leed, ondanks een
aantal knappe acties, soms onbegrijpelijk
balverlies, terwijl bij Wim Jansen (zelfs
geblesseerd uitgevallen) helemaal de
scherpte een beetje ontbreekt. Toch drie
pijlers waar Nederland tijdens die verba
zingwekkende juni-juli maanden in 1974 in
Duitsland behoorlijk op rustte.
Akkoord, mijnheer Thijs, maar uw
ploeg was alleen gebaat bij een overwin
ning. Zou het dan tóch niet het proberen
waard zijn geweest om de nadruk wat
sterker op aanvallen te leggen? Gefronste
wenkbrauwen; vervolgens rimpels in het
voorhoofd van de Belgische bondscoach:
„U gaat van een verkeerd standpunt uit.
Bij mij stond voorop dat we ons hier een
afgang moesten besparen. De jongens heb
ben met een uitstekende inzet gespeeld en
zijn beslist beter geweest dan in Antwer
pen. Daar ben ik erg gelukkig mee, want
men mag niet vergeten dat we met onze
nationale ploeg in een wederopbouwfase
verkeren die niet door een zware neder
laag mag worden verstoord”.
I
Sprookjesachtig gebabbel van de sym
pathieke coach, maar Happel is met de
realiteit bezig. Drie keer heeft hij als speler
een wereldkampioenschap voetbal meege
maakt. Ook met Rapid Wien maakte hij als
voetballer furore in Latijns Amerika. Als
prestatiecoach bij Feyenoord en Brugge
heeft hij een reputatie opgebouwd, die
bewondering afdwingt. Maar hij is nog
nooit als trainer van een nationaal elftal
naar een wereldkampioenschap afgereisd.
Daarvoor moet nu alles wijken. Sterker
nog: hoewel het Nederlandse totaalvoetbal
(bleek dat zelfs gisteravond weer niet over
duidelijk) steeds meer verbleekt, de wer
kelijke klasse nog maar met mondjesmaat
aanwezig is, ziet Happel in Oranje nog
steeds een kansrijk geheel dat in Zuid-
Hoewel Cruijff tegen België het doel-
puntenrecord van Faas Wilkes (34 treffers)
niet eens evenaarde, kreeg hij toch alle
gelegenheid om zijn „onmisbaarheid” nog
maals te demonstreren. Zijn directe tegen
stander Broos, maar ook „bikkelaars” als
Thissen, Renquin en Gerets geven ’s we
relds beste speler alle gelegenheid om een
vitale rol voor zich op te eisen. Wat zich
tijdens allerlei interviews (alleen de Belgi
sche coach Thijs hield tegen beter weten in
de schijn nog een beetje op; hij passeerde
ook Van Binst, die al van tevoren had laten
weten dat hij zijn clubgenoot Rensenbrink
niet zou blesseren) al dreigend had aange-
kondigd werd tijdens dit duel, dat notabe-
ne besliste over deelname aan 's werelds
belangrijkste voetbaltoernooi, pijnlijk dui
delijk.
„Wij hebben misschien een beetje hautain gespeeld, maar
dat kwam doordat de wedstrijd van de vierde minuut af al heel
anders was. Het was geen uitvloeisel van onderschatting van
de Belgen. Tot in de rust waren de jongens nog niet gerust op
de uitslag. Volgens Zwartkruis verdiende ook Willem van
Hanegem een compliment. „Hij heeft het geweldig opgeno
men, dat hij niet in de basisopstelling stond. Toen hij erin
moest, heeft hij zich honderd procent gegeven”.
Rensenbrink: „Ik weet natuurlijk niet
of het blijvend is, maar ik vond dat er
ll
De stand in groep 4 van de voorronden
voor het w.k.
Hooghoudt
Een wat overdreven voorstelling van za-
MMm ken. Want als Cruijff de garantie zou heb-
ben dat hij even frank en vrij in Zuid-
I Amerika zou kunnen spelen als gister-
a avond tegen de al bij voorbaat aangesla-
gen Belgen, dan zou hij wellicht zijn me-
jl ning nog wel herzien Maar de Zuidameri-
M kaanse landen staan na het debacle in
West-Duitsland in 1974 op scherp Brazilië
W pakte weliswaar nog een verdienstelijke
M vierde plaats, maar alles wat minder dan
een wereldtitel is, wordt in Rio de Janeiro
M weggehoond Met Weisweiler kreeg Cruijff
M al eens een conflict omdat hij zich wegens
de „aanslagen” op zijn benen in uitwed-
^^B strijden van Barcelona niet meer in de
spits vertoonde. Na zoveel jaren aan de top
^B ontbreekt bij hem de scherpte ook een
beetje op dit punt. Wellicht niet eens fy-
siek, maar wel psychisch.
F