Eigen visie van James Baldwin filmhuizen Warme en menselijke relatie centraal in Cousin Cousine haarlem hensen paaHaarsteeg 1 - haarlem hensen hensen amsterdam j HERENHOEDEN PETTEN SHETLAND TRUI SHETLAND SHETLAND TRUI TRUI SPIJKERBROEK RIBCORD-JEANS SPIJKERBROEK SPIJKERBROEK RIBCORD-JEANS RIBCORD-JEANS Foxtrot t Bergman nul nul 5j- nul 5," Filmmuseum ■4 r Prolongaties Gratis minifestival 23 19 7 7 OK TOBER VRIJDAG 28 FILM hatters since 1896 bij aankoop van een of 1 bij aankoop bij aankoop van een van een of of RONDE of V-HALS van f 35,- RONDE of V-HALS van 35,- RONDE of V-HALS van 35,- paarlaarsteeg 1 - haarlem paarlaarsteeg 1 - haarlem Er is de laatste jaren nogal wat gepubliceerd over de rol die de neger speelt in films uit Hollywood. De conclusies waren nagenoeg steeds eensluidend. Er is in die films nooit sprake geweest van een bewuste anti-neger houding. Maar evenzeer paste de Amerikaanse speelfilm vanaf zijn vroegste begin een indirecte wijze van discrimineren bewust of onbewust toe. Zo was het vrijwel ondenkbaar dat een neger voor 1940 een hoofdrol zou spelen. Hij kon hoogstens als komische bijfiguur gebruikt worden en als er werkelijk behoefte was aan een meer serieuze neger-figuur dan werd een blanke acteur zwart gemaakt met licht gekleurde lippen zoals Al Jolson in „Sunny Boy”. (ADVERTENTIE) Rol van neger in Amerikaanse film ter discussie James Baldwin noemt The Lady sings the Blues, waarin Diana Ross gestalte probeert (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) k 9 17.30 uur 13-17.30 uur Open Maandags 9 17.30 uur 13 17 30 uur Open: Maandags. nicht bijgewoond te hebben, opzichtig voor de hele familie samen af in een slaap kamer. Tacchella heeft dit ongewone en lichte lijk dwaze gegeven luchtig en vrolijk ver filmd en er zo’n plezierige, warm-menselij- ke film van gemaakt dat zelfs Amerika zich gewonnen gaf zodat „Cousin Cousi ne” een half jaar in tie V.S. behoord heeft tot de 50 topfilms met de grootste omzet die ongeveer tot 3 miljoen dollar is opge lopen. In Nederland bleef de film meer dan acht maanden op het programma van de Uitkijk, terwijl hij in Hollywood bij de jaarlijkse uitreiking van de Oscars op de nominatie heeft gestaan als beste buiten landse film te worden uitgeroepen, met Marie-Christine Barrault als beste actrice en Jean-Charles Tacchella als de schrijver van het meest originele scenario. Alles bij elkaar reden genoeg om haastig gebruik te Met onverwachte reacties op „blanke” films, hun onwaarachtigheid, hun hypocri tische houding, hun verraderlijke leeg heid, doorloopt James Baldwin zo’n veer- kleine James als slaapwandelend achter haar aan liep. Wat later ontdekte hij een gruwelijke hekel te hebben aan negeracteurs als Stein Fetchit, Willie Best of Manton Moreland die domme, grappige of angstige bijrolle tjes mochten spelen en hun best deden van het doek af de zaal aan het lachen te krijgen. Sylvia Sidney was toen de enige Amerikaanse filmster die hem aan een gekleurd meisje of vrouw deed denken en die daarom als werkelijkheidsgetrouw overkwam. En de enige acteur met wie hij zich kon identificeren was Henry Fonda, vooral toen na het gezamenlijk zien van „The Grapes of Wrath” een zwart vriendje hem bezwoer dat Fonda gekleurd bloed moest hebben. Met als overtuigend motief: „blanke mensen lopen niet zo”. maken van de wat spaarzame gelegenheid een algemeen als uniek erkend filmwerk te gaan zien. h- In de pure sensatiefilm The Car van de hand van Elliot Silverstein heeft een on bemande zwarte limousine het gemunt op niets vermoedende voorbijgangers. Filmliga JHVU vertoont vanavond Ing mar Bergmans voortreffelijke „Schreeuw zonder antwoord” in het JHVU-gebouw, Kamperstraat 37 in Haarlem. De Zweedse regisseur laat in deze rolprent zien hoe twee, reeds lang getrouwde zusters terug keren naar het huis waar zij hun jeugd doorbrachten om daar hun ongehuwde zuster, die op sterven ligt, samen met het dienstmeisje te verzorgen. Oog in oog met de dood en met elkaar komen herinnerin gen en fantasieën bovendrijven. De eens zo vertrouwde omgeving wordt het decor voor twijfel, haat en eenzaamheid. Aan vang 20.15 uur. alleen zaterdag 29/10 alleen zaterdag 29/10 alleen zaterdag 29/10 Open: 9 1 7.30 uur Maandags: 13 17.30 uur Een tweede Haarlemse première is te vinden in Roxy waar „Foxtrot” van de hier onbekende regisseur Arturo Ripstein is gaan draaien. Als grootste attractie van de film kan de rolbezetting gelden waarin namen als Charlotte Rampling, Peter O’Toole en Max von Sydow voorkomen. Maar zelfs deze talenten zijn nauwelijks in staat het bizarre gegeven van drie scenarioschrijvers onder wie Arturo Rip stein, tot léven te brengen. Het verhaal van dit drietal gaat over een Roemeense graaf die met zijn jonge vrouw vlucht voor het naderend oorlogsgeweld naar een een zaam eiland waar een luxueuze grafelijke woning hen wacht. Alles is van een benijdenswaardigeluxe en rust tot een gemengd gezelschap van vrienden onder wie de ex-vrouw van de graaf en haar nieuwe man onverwacht arriveren waardoor een geheel nieuwe si tuatie ontstaat. Het voedsel moet worden gerantsoeneerd, de standsverschillen ko men te vervallen en er ontstaan chaotische verhoudingen waardoor het rustige eiland min of meer een afspiegeling van het ont vluchte oorlogsgebeuren gaat worden. Er zijn erg mooie beelden van cameraman Alex Phillips maar ook hem lukt het niet de handelende personen tot levende men sen op te roepen. Tussen de pomo-pret door brengt Cine ma Quirinus Internationaal in de Lange beerstraat, zoals vroeger ook al gebeurde, »p vrijdag en zaterdag (resp. om 23 en 24 lur) een minder erotische film, ditmaal selfs het welhaast klassieke „High Noon” ran Fred Zinneman met Gary Cooper als jnkreukbare sheriff in de hoofdrol. Een roortreffelijke inzet van goede bedoelin gen die met veel publiek gehonoreerd üent te worden. Dinsdag 1 en woensdag 2 november ver toont het Nederlands Filmmuseum in het Vondelpark Paviljoen (aanvang 19.30 uur) The Hunchback of the Notre Dame” in twee verschillende versies. Eerst die uit 1923 onder regie van Wallace Worsley met ie legendarische Lon Chaney in de titelrol. Jaarna op woensdag een verfilming lit 1939, regie: William Dieterle en met Charles Laughton als de klokkenluider Quasimodo uit Victor Hugo’s roman. Filmhuis Velzen (Kanaalstraat 257) geeft op 2 en 3 november een hier weinig bekende Japanse film van Akira Kurosa wa (diens 25ste) in 1970 gemaakt en zich tfspelend in de krottenwijken van een stad waaruit Kurosawa enkele types naar toren haalt om aan hen de reacties op irmoede en ellende te demonstreren. Zelf noemde Kurosawa zijn film „een schilde ring zonder overgevoeligheid van de waar- iigheid van mensen, hun schoonheid, hun noeilijkheden, de warmte van hun hart”. Die twee mensen worden in „Cousin Cousine” gespeeld door Marie-Christine Barrault en Victor Lanoux en heten in de film Marthe en Ludovic. Beiden wonen een bruiloft bij waardoor ze toevallig neef en nicht van elkaar worden wat overigens niet de reden is dat ze van elkaar gaan houden. Door allerlei andere toevallighe den blijven ze na de bruiloft als alle gasten vertrokken zijn, alleen over, leren elkaar dan pas kennen en maken afspraken voor een volgend samenzijn. De ontwikkeling van die eerste vriendschap tot een diepere genegenheid speelt zich af tegen de achtergrond van allerlei familiefeesten en reunies, waar ze, beiden als lid van dezelfde, uitgebreide familie, niet afwezig kunnen blijven. Bij al die huwelijken, doop- en communiefeesten en begrafenissen ontmoeten Marthe en Ludoyic dus elkaar maar ook tussen die bedrijvigheden door, zodat ze op al die familiebijeenkomsten ook nog het doelwit van gefluister, geroddel en grapjes-achter- de-hand zijn. Temeer daar Ludovic ge trouwd is. Óm tenslotte een eind aan al die onzekerheid en kletspraatjes te maken zonderen ze zich, na het huwelijk van een Er zijn enkele uitzonderingen. Toen in 1914 voor de zoveelste maal „Uncle Tom’s Cabin” naar de vermaarde roman van Harriet Beecher Stowe gemaakt werd durfderegisseur William Robert Daly het aan de zwarte toneelspeler Sam Lucas in de titelrol te plaatsen. Lucas is de filmhis torie ingegaan als de eerste neger die een hoofdrol in een Amerikaanse film speelde. De tweede was James B. Lowe die in 1927 dezelfde rol te spelen kreeg, een memora bel feit waarmee de betrokken filmmaat- schapij „Universal” zich breed op de borst sloeg in een persmededeling die begon: „James B. Lowe heeft historie gemaakt. Geschiedenis die alleen maar een goede naam geeft aan het negerras, niet alleen omdat hij aan het „Uncle Tom”-karakter nieuwe diepte heeft gegeven maar ook omdat hij zich voorbeeldig gedragen heeft in het Universal gezelschap. In de Univer sal Studio beschouwen ze Lowe als een levende zwarte god...” En dan was er natuurlijk in 1929 de eerste „all-talking, all-singing, all-colored musical” „Hallelujah” met een volledige negerbezetting en een voorloper op na oorlogse musicals als „Carmen Jones” en „Porgy and Bess”. Een volledige negerbe zetting was natuurlijk ook nodig voor „Green Pastures („Grazige Weiden”), de in negerfantasie navertelde bijbel. Erkende negerartiesten uit de show bu siness werden broodnodig toen de geluids film zijn entree deed en veel zang, muziek en dans het witte doek moest vullen. Door de groeiende emancipatie van de neger na de Tweede Wereldoorlog en met „accepta bele” negeracteurs als Sidney Poitier en Harry Belafonte kwamen spaarzaam de hoofdrollen los voor zwarte acteurs en konden de negers zelf beginnen aan een eigen filmindustrietje waarin ze zelf alles te vertellen hadden („Shaft” en „Superfly” en „Cotton comes to Harlem”). Die hele ontwikkeling heeft de Ameri kaanse neger-schrijver James Baldwin (geb. 1924) ook meegemaakt en in zijn boek (hijzelf noemt het essay) „The Devil finds Work” geeft hij een zeer persoonlijke visie op de wijze waarop zijn rasgenoten ge bruikt en misbruikt zijn door Hollywood. Voorop gesteld moet worden dat Bald win het „Superfly”-genre verfoeit. Toen het blad Esquire hem vroeg over dat on derwerp zijn mening en motieven op pa pier te zetten, begon hij met tegenzin en al schrijvende veranderde hij van onder werp en het resultaat werd het in boek vorm verschenen essay, nu ook in het Nederlands vertaald (door Peter H. van Lieshout) onder de titel „Het Werk van de Duivel” en uitgegeven bij De Bezige Bij. Baldwin begint met jeugdherinneringen aan zijn vroegste contact met de film in buurtbioscoopjes, aan Joan Crawford met Clark Gable in „Dance, Fools, dance”, „20.000 Years in Sing Sing” met Spencer Tracy en Bette Davis, aan „The last of the Mohicans”, met Randolph Scott („een soort vijftienderangs Gary Cooper”). Hij is als zevenjarig jongetje diep onder de in druk van de schoonheid van Joan Craw ford tot hij kort daarop in een winkel een gekleurde vrouw ziet die er precies zo uitzag als Joan Crawford en zo ongeloof lijk mooi dat toen ze de winkel verliet de 4 Overigens reprises. In Palace „Soldaat van Oranje” in Lido „De Bermuda Driehoek”, in Studio Fellini’s „Casanova” en in Luxor „The Deep”. In de nachtvoor- stellingen vallen verder te signaleren de bloedige wrekersfilm „Death Wish” van Michael Winner met Charles Bronson als solo-bestrijder van de misdaad, verder in Frans Hals een van de bekendste films van Bunuel, „Belle de Jour” waarin Catherine Deneuve de rustige sfeer van huis en echt genoot ontvlucht door zich te laten in schrijven als meisje van plezier in het selecte bordeel van madame Anaïs; en tenslotte in Roxy „The return of a Man called Horse”, een vervolg op „A Man called Horse”, opnieuw met Richard Har ris maar nu onder regie van Irvin Kersh ner die de Engelse aristocraat John Mor gan, levend in de 19de eeuw terug laat keren naar het land der Indianen tot wie hij zich voelt aangetrokken na zijn avontu ren ter plaatse in het eerste deel. Voor de jeugd vertoond Studio ’s mid dags Walt Disney’s „Merlyn de Tovenaar”, terwijl in Palace de kinderen een dolle klucht met Jerry Lewis te zien krijgen waarin deze zonder enige voorbereiding de plaats in moet nemen van een populaire filmster. „Jabberwocky” is de wonderlijke titel voor een bizarre Engelse film waarvan Alhambra I de première brengt. Hij kan omschreven worden als een parodie op een middeleeuwse geschiedenis, een sprook- jesverhaal over een lichtelijk seniele ko- ning met zijn dochter die wacht op de sprookjesprins en een draak als sensatio neel element en dat alles enigszins in de Monty Python-stijl waaraan een scheutje Woody Allen is toegevoegd. Wie van„mad comedy” volgens Engelse trant houdt moet zeker naar dit potsierlijke werkje van Terry Gilliam gaan kijken. Bij de vele uit Filmweek Arnhem over genomen films heeft zich nu ook „The Car” gevoegd, het enerverend verhaal van een onbemande zwarte limousine die on verhoedse uitvallen doet naar onbe schermde voorbijgangers, te voet, op de fiets of in een auto. Op wie dit zwarte monster, kennelijk bestuurd door een dui velse geest het eigenlijk gemunt heeft komt niet helemaal uit de verf. De film is door Elliot Silverstein waarschijnlijk lou ter om de sensatie gemaakt en die culmi neert in de slotscène als een hele poli tiemacht een dodende valstrik voor „the car” heeft gelegd. De vraag blijft: dodend voor wie? Overigens heeft Amsterdam nog een keur van Arnhemse films te bieden. „La Dentellière” bijv, in Alhambra II en in The Movies, „L’Homme qui aimait les Fem mes” in Tuschinski 3, „Le Juge Fayard dit le Sheriff” in Calypso, „De een zingt, de andere niet” in het Leidseplein Theater, „Valentino” in Nogggerath, „De Carrière van een Kamermeisje” („Telefoni Bianci” in Kriterion), „Providence” in Tuschinski I 2. Daarnaast zijn er nog altijd aantrekke lijke oude prolongaties als Martin Scorse se’s „New York, New York” (Tuschinski 4), „Fat City” van John Huston in Ciné D, „La Gifle” in City 4. Donderdag 3 november staat een onbe kende Russische film uit 1932 op het pro gramma, „De 26 Kommissarissen” onder regie van Nikolai Chengelaia. De film speelt in 1918 in Bakoe dat nog afgesne den is van de Sovjet Unie en door verraad een landingsplaats wordt van de Engelse imperialisten. Tot het Sovjetleger zich vrij kan maken oom ook Bakoe tot Sovjetstad te maken. Vrijdag daaropvolgend een be kende Jean-Marie Straub „Chronik der Anna Magdalena Bach, de veel omstreden Bach-film. tig jaar filmgeschiedenis, plaatst venijnige kanttekeningen maar wordt pas echt boos als hij bij de films komt met een „zwart” onderwerp en door een blanke regisseur gemaakt. Zoals in „Lady sings the Blues” waarin het leven van de negerzangeres Billie Holi day behandeld wordt of in „The Autobio graphy of Malcolm X“, waarbij Baldwin zelfs mee mocht werken aan het script Beide gevallen bevestigen Baldwins ver moeden dat blanken zich geen voorstelling kunnen vormen over de denk- en gevoels wereld van de zwarten. Zij gaan die pro blemen te lijf met eigen vooroordelen en gebrekkige kennis van zaken omdat ze nooit de moeite genomen hebben zich te verplaatsen in de huid van een neger, zich in te leven in de consequenties van eeh donkere huidskleur te hebben. Zo heeft naar zijn oordeel „Lady sings the Blues” niets te maken met Billie Holi day, niets met jazz of welke muziek ook, niets met de risico’s die een kunstenaar loopt of met het leven in Amerika of met het leven van de zwarten of met verdoven de middelen, noch met nachtclubs, mana gers, politie en ook niet met liefde of met wanhoop. „Het script is zo leeg als een bananenschil. En even verraderlijk”. FA Literair café en filmhuis Het Melkwoud (zijlstraat 63) in Haarlem zijn morgen het middelpunt van een genoeglijk minifesti val van film en muziek. Het filmhuis op de tweede verdieping vertoont vanaf 10 uur ’s morgens tot na middernacht films met een nostalgisch trekje. Het begint al dadelijk met „Love Happy” met de onnavolgbare Marx Brothers (10 uur), ’s Middags worden allerlei tekenfilms, onder meer Betty Boop. Popeye en Felix. Om half zes begint „The Treasure of the Sierra Madre” te lopen, met een glansrol van Humphrey Bogart. Daarna volgt een avondje vol sus pense: Hitchcocks „Suspicion” om 20 uur en „Romero’s Night of the living Dead” om 23 uur. Alle programmadelen van dit mini-festi- valletje in de binnenstad zijn gratis toe gankelijk, zo ook de twee optredens van Walter de Buck en zijn rooie fanfare uit Gent (om 14.30 en 16.30 uur) die al eens eerder het café deed uitpuilen. Wie onver hoopt morgenmiddag geen plaatsje bin nen weet te bemachtigen en de eveneens gratis mosselen voor rtjn neus voorbij ziet gaan, kan in ieder geval vanaf 15.45 uur Walter de Buck een rondgang door het stadscentrum horen en zien maken. Naar aanleiding van deze zangfilm waarin meer zwarte acteurs en actrices optreden, stelt Baldwin dat er nauwelijks een zwarte Amerikaanse artiest te noemen is die niet door de filmindustrie misbruikt is, geen enkele is ooit uitgedaagd, werke lijk serieus uitgedaagd, om het beste in zich te tonen. Als voorbeeld noemt hij de carrières van Paul Robeson en Ethel Waters. Als ze ooit de gelegenheid gekregen hadden zich vol ledig te ontplooien dan was het niet on denkbaar geweest dat de kwaliteit van film en torteel in dit land mei! reuzestappen vooruit zou zijn gegaan. Zijn winst van zoveel films te hebben gezien vindt James Baldwin hierin gelegen dat hij iets geleerd heeft over de blanken, hoe die zichzelf wensten te zien en hoe zij dachten over hun gekleurde landgenoten. Aan de hand van „The Exorcist”, eigenlijk als film een buitenbeentje in dit eenmans- debat komt Baldwin tot de conclusie dat deze film helemaal niet over duivel en verdoemenis gaat maar over angsten en onzekerheden bij de bezittende klasse, angst over eigendom en veiligheid die nu bedreigd worden, bezorgdheid over belas tingparadijzen, aandelen en obligaties, angsten, geprojecteerd op een dreigende duivelsfiguur die hun wereld zou kunnen verdoemen. Op die onorthodoxe manier geeft een scherp observerende Baldwin verhelde rende inzichten in de structuren en bedoe lingen van bekende films en dat vanuit een standpunt, dat geen blanke kan innemen, al kan hij wel proberen dat standpunt als volwaardig te erkennen. De aardigste film die deze week in Haar lem draait, zij het alleen in de nachtvoor- stellingen en op maandagavond is „Cou sin Cousine” in Studio. Een uiterst een voudige intrige werd met veel humor en een scherp inzicht in menselijke verhou- dingèn verfilmd door Jean-Charles Tac chella die onlangs in de Filmweek Arn hem opviel met zijn „Le Pays bleu”. Tac chella is een optimistisch man, dat is aan zijn films te merken en hij houdt van de mensen in de provincie en ook daarvan heeft hij in zijn bescheiden oeuvre van drie speelfilms duidelijk blijk gegeven. Zelf heeft hij gezegd over zijn in 1975 gemaakte en sindsdien onder talrijke on derscheidingen bedolven film: „Al lang speelde ik met het idee een film te maken over een man en een vrouw die elkaar erg mogen en die besluiten met elkaar op te trekken zonder met elkaar naar bed te gaan. Om hun relatie exclusief te houden.” 55- Marie-Christine Barrault en Victor La noux Martine en Ludovic, die een warme genegenheid voor elkaar koesteren in Cousin Cousine. (Studio, Haarlem). h- James Baldwin noemt The Lady sings the Blues, waarin Diana Ross gestalte probeert te geven aan Billie Holiday, verraderlijk. De film heeft volgens hem niets met de grote blueszangeres uit te staan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 23