het mozaïek van de VS r De pater, de nonnen, Atlas: I 5 n O H g V LIEVER ABORTUS DAN ADOPTIE OU laijdexA iiö meer dan pijn alleen door Th. J. Koeckhoven doe door G. de Kok Stad-in-stad Zondeschuld NS kï al F w ■E K; I ’.1* 1 Lijden en sterven behoren bij de mens vanaf het moment van zijn ontvangenis. Sommigen gaan zo ver het hele leven één stervensproces te noemen. Gelukkig zijn er velen die geloven dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de toekomstige heerlijkheid. De hoofdpijn wordt er niet minder door, maar het vooruitzicht is wat beter. Tenslotte is er maar één manier om de dood te overwinnen en dat is dood gaan. Voor christenen betekent deze op zich platte opmerking dat de dood definitief is overwonnen door de dood van Jezus Christus. Deze gedachte klinkt duidelijk door in een klein maar rijk boek dat is geschreven door een arts en een theoloog. iiiiiiiiiimiiii nK h I r '35. De mens moet steeds meer lijden iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii n iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii duizenden bezoekers. terug h tandje I scheeps St. Patricks kathedraal in New York. Yr Het Amerikaanse gezicht bestaat, heeft A. de Swaan een jaar of tien geleden in zijn aardige reisnotities „Amerika in termijnen” opgemerkt. fixus uit de Hohe Messe en dat is dan het enige Latijn tijdens de dienst. En verder worden fragmen ten uitgevoerd uit de cantate „Jesu der du meine Seele”. En alsof dat nog niet genoeg is, heffen de bemin de gelovigen opgewekte, van oor sprong protestantse liederen aan, „Holy, holy, holy” van Reginald He ber en het piëtistische „Lobe den Herren” van Joachim Neander. Buiten schijnt de zon over de Fifth Avenue en langs de brede trappen van de kerk slieren penetrant-geu- rende rookpluimpjes van de pretzel- karretjes. Pretzels: warme, krake lingachtige broodjes, voorgebakken en ter plaatse gewarmd. Vroeger ging men in het oude Europa na de kerk de kroeg in, hier kan men zich een warme pretzel aanschaffen om die met een slok ijskoude cola weg te spoelen. Pater Isaac Jogues en het Indianenmeisje Kateri Tekawitha kijken in brons gegoten in de deuren van de St. Patrick devoot toe. Pater Isaac was, omstreeks 1640, de eerste priester die op Manhattan de mis celebreerde en tevens pro beerde Indianen te bekeren. Die wa ren daar echter niet van gediend en hakten de eerwaarde pater een aan tal vingers af, zoals zijn beeltenis waarheidsgetrouw toont. Hij ging echter onverdroten verder, waarop de Indianen hem definitief het zwij gen oplegden. Toch moet hij succes hebben gehad: het Indianenmeisje Tekawitha, de „lelie van de Mohika nen”, bekeerde zich en werd zieken verzorgster. Zij kwam om het leven toen zij pokkenpatiënten verzorgde. En dat is dan weer een heel andere wereld dan die van St. Patrick en tegelijkertijd precies dezelfde: de bonte wereld van de Verenigde Sta ten, die in New York altijd weer fers van onrecht en vervolging om wille van hun ras, geloof of politieke overtui ging. Dicht bij hen hebben zij iemand die hun tranen en lijden, hun verzet en hun ongeduld tot de Zijne maakt. En dit tenvol le, want zelfs God kan de gevallen wereld niet helpen zonder aan haar lijden deel te nemen. Zo kan prof. Verkuyl de menswor ding van het Woord beschrijven als het diepste lijden dat de wereld ooit heeft gekend. Dit verzoenend lijden van Jezus Christus is en blijft een bron van onzegba- verhevigde accenten krijgt. De ge schiedenis van het Rockefeller-cen tre begint in 1928: in dat jaar ver wierf John D. Rockefeller junior aan de Fifth Avenue een groot ter rein in erfpacht van de Columbia- universiteit, ten dele om er een ope ragebouw neer te zetten, ten dele voor commerciële doeleinden. Bij nader inzien ging echter de nieuwe opera niet door, waarop Rockefeller besloot voor eigen rekening een ge weldig complex op te zetten, een soort stad-in-de-stad, dat tevens een monument voor het particulier initi atief zou zijn. Want inmiddels had de crisis in alle hevigheid toegesla gen en was de democraat Roosevelt president geworden, een schrik voor alle republikeinen. Hij kondigde re geringsvoorstellen aan om de werk loosheid te bestrijden, die zijn tegen standers als „puur socialistisch” be stempelden. Zelfs de Newyorkers toch wel wat gewend waren verbaasd: het Rockefeller-centre ging hun stout moedigste verwachtingen te boven. Yr Am Ond< arts A. ten No Japanr gulden en zo’r „We brug, i tachtig gebruik destroy radiola Hij v< „Alles na de I nooit g met ze „Het Amerik we alle mooie „Over zo Et logs verg goe< gulc en v schi baai ding ovei affa M ners 1942 Noo drag scht hun logt Ja jaar wor „de lett' gek B Ned Jap Terug naar de St. Patrick. De mis wordt er gecelebreerd, uiteraard, maar monseigneur Lefèbvre zou hier wenend de kerk uitstrompelen. Geen spoortje, geen restantje van Gregoriaans, sterker nog, de muziek is zo protestants als het maar zijn kan. Bach vóór en na. Tijdens de communie zingt het koor het Cruci- Dienstbereid aan een ieder die ge hoorzaamt. Eenzaamheid, godsver trouwen”. De Swaan voelde overi gens kennelijk de betrekkelijkheid van zijn karakterisering: „Ik meld alleen maar wat ik meen te zien”, schreef hij. Wat mij betreft heeft hij gelijk: er zijn Amerikaanse gezich ten, waarop zijn omschrijving van toepassing kan zijn, gezichten van mensen wier families generaties lang door de „smeltkroes” zijn gegaan. De pater en het meisje worden in de deur van de St. Patrick gezelschap gehouden door twee nonnen, moe der Seton, de eerste heilige van Amerikaanse bodem, en moeder Ca- brini, een Italiaanse die veel voor de emigranten deed. De pater, het Indi anenmeisje en de beide nonnen staan dagelijks oog in oog met de Griekse heer Atlas van het Rocke feller-centre, aan de overkant van de Fifth Avehue. a eel schreve reeks vliegtuigen zoals ze toen op d maar m zwaar g Nog dagelijks trekken deze fresco' ser aan Op zondagmorgen loop ik de kathedraal van St. Patrick aan de Fifth Avenue binnen, dat merkwaardige Amerikaanse afgietsel van Europe se gothiek vastgeklemd tussen de wolkenkrabbers van Manhattan. Geen betere methode om de Amerikaanse smeltkroes Jimmy Carter houdt niet van dat woord, hij gebruikt bij voorkeur „mozaïek te ontdekken dan het bijwonen van de mis om tien uur in de Newyorkse kerk. Een verzameling kerkgangers die de apostelen deugd zou hebben gedaan: alle natiën, tongen en tinten zijn vertegen woordigd. Italiaanse typen en mensen wier voorvaderen uit Afrika kwamen, figuren uit Engeland geïmporteerd, Portoricanen, Chinezen en Japanners, maar ook „American faces”. ren, tot verbetering van deze zieke wereld. Het is alsof we Bonhoeffer tussen de regels door horen spreken. Ook in het collectieve leven is er volgens Verkuyl in bepaalde situaties een samen hang tussen collectieve zonden én gericht. Hij wijst op de oudtestamentische profe ten en met name op Amos die zelfs bepaal de natuurrampen als gericht of oordeel Gods heeft geduid. Maar God is niet alleen een rechtvaardige rechter. Hij is tevens een liefdevolle Vader die zich verantwoor delijk voelt voor het volk waarmee Hij een verbond heeft gesloten; die de mensen kent die lijden en sterven. Job wordt na tuurlijk als het grote voorbeeld aange haald, als de man die worstelt met de levende God om de zin van zijn lijden. Zijn gebed wordt verhoord, maar niet dan na dat Job heeft bewezen ondanks alles in het Van lijden en sterven naar abortus ii nauwelijks een stap. Het Hervormd pers bureau vestigt onze aandacht op een zeei merkwaardig verschijnsel dat zich voor doet in een centrum voor begeleiding vai vrouwen die hulp behoeven wegens eei ongewenste zwangerschap. Het centrun staat in Rensburg en is ingesteld door he diakonaat van de protestantse kerk vai Sleeswijk-Holstein. Daar blijkt een grot voorkeur voor abortus boven adoptie. He centrum dient voorlopig als modelinrich ting van de Westduitse bondsregering i het kader van de abortuswetgeving. In h( eerste jaar van het bestaan kregen on streeks vijfhonderd vrouwen gratis 0 anoniem advies. Voorts biedt deze diako nale instelling zo nodig financiële hulp e 1 verder ook bijstand indien de desbetre fende vrouw haar zwangerschap wil voor zetten. Zo wordt desgewenst bemiddel om „dagmoeders” te vinden die overda op haar kind kunnen passen, als zij enig tijd na de geboorte weer gaat werken. Het persbureau meldt verder dat in h centrum te Rensburg de menselijke huiselijke omstandigheden centraal sta; in de gesprekken met de vrouwen. 2 worden principieel vrij gelaten zelf te b slissen over een abortus. Er is ook e( jaarverslag, dat het opvallend noemt d; de mogelijkheid een aanstaand ongewem kind op te geven voor adoptie helema; geen rol speelt. Niet één van de vrouwe die bij het centrum aanklopte, meldd haar kind hiervoor aan. De vrouwe kiezen abortus boven adoptie. Het persbureau voorziet het bericht nie van commentaar. Dat is ook zijn taak niet Ik zal er ook geen commentaar aan wijden Er zijn zaken zoals deze waarover j heel lang moet nadenken. Want hier word de dood gekozen in plaats van het leven Wie heeft daar een antwoord op? „Ach, kwaad ment da gehinde I ineens Een pa: mandar ce-admi er ligt e daarme scheper zeeland Nederig waren c jaren „j „Maai dreun, gezonkt was gee wat we we moe hadden boord. heb ik laten op gekome frich: t terrein chisch leed ook vormen van collectief leed in overvloedige mate aanwijsbaar zijn en dat dit sociale lijden ontstaat door mense lijke schuld. Dit sociale lijden daagt men sen en samenleving uit tot handelend op treden en tot solidariteit met de slachtof fers van zulk collectief leed. Verder betoogt prof. Verkuyl dat er geen deelname aan Christus is zonder deelname aan zijn strijden en lijden. Hij wekt op tot meeleven, meelijden en meestrijden met patiënten. Hij vestigt de aandacht op het begeleiden en voorbereiden van sterven den, uit welke paragraaf ik per se dit citaat moet lichten: „Er zijn situaties, waarin wij mensen helpen moeten niet te capituleren voor ziekte, maar wel te capituleren voor Hem die ook over ziekte en dood regeert en die de God van levenden en doden is.” Maar laat ons in ieder geval zoggen, dat niemand sterft in volstrekte eenzaamheid, verzucht prof. Verkuyl. Tenslotte houdt de zielzorger ons voor dat ook christenen geen weg weten die aan het leed voorbijgaat. „Zij weten wel een weg die dwars door het leed heenleidt naar de totale overwinning van het lijden. Want ze mogen Hem kennen en doen kennen, die ook en juist in het leed verborgen aanwe zig is en ons er doorheen draagt in Jezus Christus, de Heer”. Dit is een uitspraak van een gelovig man, die niet uit is op goedkope schouderklopjes, maar van iemand die nabij is aan mensen die lijden soms dubbel lijden omdat ze geen zin en geen uitzicht zien. Voor zulken hebben dt Verkuyls geschreven en voor allen die hui lijdende medemens willen dienen, en di niet omdat ze straks zelf ook zullen lijder en sterven. Rockefeller besloot zijn theorie waar te maken, namelijk dat niet de regering, maar het particulier initia tief de wegen moest aangeven om de depressie te bestrijden. Hij pakte het groots aan: meer dan tweehon derd bestaande gebouwen werden afgebroken, vierduizend mensen moesten verhuizen, terwijl het belangrijkste van alles in die tijd een kwart miljoen arbeiders aan het werk kon bij de bouw van dit gewel dige complex.. I „Vastberaden, maar niet zorgelijk, bovenal rechtvaardig. Niet intelli gent, slim. Zonder humor, maar als het moet bereid tot lachen. Het meezingen wil overigens niet goed lukken, alleen hier en daar doet iemand een poging. Geen nood evenwel: bij het altaar bevindt zich een man met een schallende stem, een figuur die vroeger in het protes tantse Nederland „voorzanger” werd genoemd. De voorzanger in de St. Patrick is duidelijk een „prof”: hij beschikt over een geweldig volu me, dat ten overvloede door een microfoon wordt versterkt. Zo wordt de gemeentezang een licht geruis rond het verdragend geluid van deze zingende leviet. Te langen leste komt er nog iets dat in Europa als van rooms-katholieke huize wordt beschouwd: terwijl de kerk gangers naar buiten drentelen, speelt de organist de acrobatische toccata uit Widors vijfde orgelsym- fonie. Yr Job na het aan horen van de onheils bodes. Toen stond Job op, en scheurde zijn kleed, hij schoor zijn hoofd en wierp zich plat ter aarde neer. Maar hij sprak: Naakt kwam ik uit de schoot van mijn moe der: Naakt keer ik er weer terug! (Job 1 21) een vooruitgangsgeloof, waarvai r trouwens het hele complex een sym bool is. „Wisdom and knowledg bemngr shall be the stability of thy time terug h staat er boven de ingang. Wijshei Sewape en kennis, Rockefeller zag ze als d r te 1 stabiliserende factoren in een onru! tandje I tiger wordende wereld. Vanuit da,(™_0P“ geloof nu schilderde Rivera Een optrede chen, n De fresco’s zijn doortrokken vai aan,boo de pet „zette he ontwerptafels van de vliegtuigfa staat> d brieken lagen: viermotorige machi nes, die hij groepsgewijs in spiralei ZWclc de hemel deed bestormen. Een fasci nerend toekomstbeeld, zo zag h« althans de toeschouwer van de jare :n*et dertig. Die van nu kan er moeilij j Strijdm; anders dan een formatie bommen werpers in zien. Tussen het momen waarop Rivera zijn vliegtuige schilderde en het heden ligt immer Guernica, in beeld gebracht doo Picasso: in datzelfde New York i. het één straat verder te zien. Met Dietrich Bonhoeffer vindt deze theoloog een bron van lijden in de onvol tooide schepping. Alles in de geschapen wereld is onaf, menging van chaos en kosmos. Daarom is het leed zo oud als de wereld. Maar God werkt zijn bedoelingen uit in de chaos en maakt de mens tot medewerker in de strijd met de chaos, omdat Hij ons schiep naar Zijn beeld en gelijkenis. Hieruit volgt dat we niet alle leed en ellende in de wereld kunnen sa menvatten onder het hoofd zondeschuld, al hebben de zonde en het gericht over de zonde met vele vormen van ellende te maken, meent Verkuyl. Mensen dragen nu éénmaal schuld: tegenover God, de schep ping, elkaar en zichzelf. Er is een collec tieve schuld en een persoonlijke. Collectief zondigen we tegen de wereld, het milieu, de vrede. Persoonlijk zondigen wij alle maal. De theoloog Verkuyl vestigt daarop bijzondere nadruk. Daar ben ik blij om, want persoonlijk schuldbesef heeft alles te maken met ons persoonlijk verantwoorde lijk voelen. En zonder deze verantwoorde lijkheid bestaat er ook geen vrijheid. De vrijheid bijvoorbeeld tot hulp aan ande- Arie en Johan Verkuyl zullen wel broers zijn. Arie is arts en directeur van het revalidatiecentrum De Hoogstraat te Leer- sum. Johan is de theoloog. Hij is sanatori umpastor geweest en missionair predi kant. Misschien is dat hetzelfde als zende ling. Sinds 1965 is hij zendingshoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Samen hebben zij het boek geschreven dat als veelzeggende titel draagt Lijden en begeleiden en als sprekende ondertitel De lijdende medemens en ons dienstbetoon. Het zegt evenveel dat dit boek is ontstaan uit een verzoek van de protestants-christe- lijke artsenorganisatie. (Uitgever Kok in Kampen, prijs 10,90). Ter verduidelijking schrijft de uitgever dat beide auteurs reeds een generatie lang werkzaam zijn onder mensen op wie, sociaal of individu eel, leed en pijn hun stempel hebben gezet. Zij geven hier een eerste rekenschap van hun ervaringen. Zonder enige pretentie, voegen de Verkuyls er zelf aan toe. In ieder geval weten zij waarover zij schrijven en wat het belangrijkste is: over wie zij het hebben. Hun boek gaat kort en goed over lijdende mensen die op de hulp van ande ren zijn aangewezen. In hun inleiding vallen de Verkuyls met de deur in huis. „Wij, verwende westerlin gen, moeten met vermoeide verbijstering steeds meer constateren en steeds meer proberen te verdringen dat er een zee van lijden is in ons, om ons, in de hele wereld”. In hun boek brengen zij al het menselijk leed onder de gemeenschappe lijke noemer van de verbroken of gestoor de communicatie. De arts neemt het eerste deel van het boek voor zijn rekening. Hij beperkt zich terecht niet tot lichamelijk lijden; ook ge stoorde- huwelijks- en arbeidsrelaties, lij den door oorlog, ras en geloof komen ter sprake. Dan blijkt overduidelijk dat lijden veel meer is dan pijn. Lijden werkt ook vervreemdend, belemmerend. De arts Ver kuyl betoogt echter dat de lijdende mens als volwaardig mens kan omgaan met zijn medemens. Hij voert dan aan, dat de mees te gehandicapten hun handicap veelal kunnen overwinnen, maar „daartoe is no dig dat zowel hun architektonische als hun humane omgeving hun plaats, ruimte, een hart biedt; de wereld om hen heen moet veelal aangepast worden, de belemmerin gen moeten weggehaald worden”. Na enige psychologische en biologische opmerkingen over het lijden komt de arts onvermijdelijk op de vele kritiek die de laatste jaren tegen de medische stand als zodanig is losgebarsten vanwege alles wat de artsen en vooral de specialisten het mensdom aandoen. Zo wordt even van zelfsprekend Ivan Illich aangehaald vol gens wie de medici een zieke wereld ma ken; „het menselijk leed, het lijden is door de schuld van artsen enorm toegenomen; een verziekte en verminkte mensenwereld re troost in leven en sterven. De zielzorger Verkuyl zegt dit vanuit de praktijk. Niemand kan troost missen, voegt hij er aan toe. Ze wordt ook aan niemand ont houden die erom vraagt. Dit betekent geen aansporing te berusten in het lot van de lijdende mensen en het leed van de wereld. is er het gevolg van”. De arts Verkuyl bestrijdt Illich niet. Het zou ook niet kun nen. De zegeningen van de medische we tenschap zijn uiteraard aan ieder van ons bekend, maar veel te weinig mensen zijn zich ervan bewust hoeveel onnodig leed in naam van God of van Hippocrates aan mensen door artsen wordt aangedaan. De kunst die er kwam om de lijdende mens te helpen, veroorzaakt of verergert vaak lij den, aldus de arts Verkuyl. De auteur zegt dat er gelukkig op vele plaatsen en in vele harten weerstanden rijzen tegen de vertechnisering van de geneeskunde. Maar de heersende tendens, de meeste fondsen en de grootste aandacht zijn toch gericht op de verbetering van de medische techniek. Er is te weinig geduld, te weinig aandacht voor de mens in zijn lijden. Met als gevolg dat de maatschappij te kampen krijgt met schijnlevenden, de ongewenste patiënten voor wie nergens plaats meer is. Het tragische is dat artsen mensen verhinderen menselijk te leven en menswaardig te sterven. Zo is het aandeel van de arts aan dit boek een vurig maar afgewogen pleidooi geworden voor de mens zelf, een medemens voor de anderen, een schepsel van zijn God. De theoloog Verkuyl geeft als zijn bedoeling de erva ring en de uitdaging van het leed in de mensenwereld en de overige schepping te benaderen vanuit het christelijk geloof. Hij laat de lezer eerst ervan getuige zijn hoe andere religieuze gemeenschappen worstelen met het lijden. Met name in het boeddhisme nemen het lijden en de over winning van het lijden een centrale plaats in. De opheffing van het lijden zoekt het boeddhisme in de volledige prijsgave van alle begeerte die leidt tot telkens nieuwe wedergeboorten. geloof en het vertrouwen te volharden. Hierdoor is Job gelouterd en verhoord. Prof. Verkuyl beschrijft Jezus als het offerlam door God aan ons geschonken ter verzoening van onze zonden; maar ook als slachtoffer van wat mensen en samenle vingen Hem hebben aangedaan. Daardoor is Jezus verbonden met de talloze slachtof- Christenen zijn verplicht tot de strijd tot dat de eindoverwinning (het Godsrijk) is behaald. De strijd lijkt eindeloos. Verkuyl geeft een troosteloze opsomming: collectief leed door menselijke schuld bij natuurrampen, door kolonialisme en imperialisme, door racisme, economische uitbuiting, onwe tendheid, oorlogen, leed door revolutie en burgeroorlogen. En hiermee heeft deze Verkuyl zijn bedoelingen wel duidelijk ge maakt. Hij wil erop wijzen dat naast de talloze vormen van lichamelijk en psy- iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimim dige muurschilderingen van d zes s m Mexicaanse schilder Diego Riven Alles was er te vinden, winkelcen tra, terrassen met groen, in de win ter een openbare ijsbaan, tientallen kantoren, een eigen ondergronds stratennet, een theater met meer dan zesduizend plaatsen, restau rants en wat niet al. En dit hele gigantische complex was onderge bracht in een reeks torenachtige ge bouwen, die regelrecht de hemel in schenen te wijzen en van de mas sieve St. Patrick een soort speel- goedkerkje maakten. Alles werd bo vendien voorzien van imposante kunstwerken, zoals een reeks gewel- iiiiHiiiiiimiiiiiiiitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim Voor het Rockefeller-centi maakten Amerikaanse kunstenaal monumentale beelden. Paul Mam hip schiep een kolossale Promt theus, door de Newyorkers „Le; ping Louis” springende Lowietj genoemd. En Lee Lawrie maakl I de immense Atlas. Een geweldig blikvanger, voor de voorbijgangei én voor de kerkgangers, die de jn I in de St. Patrick hebben bijg woond. Een symbool van de Amei kaanse droom, waarin zulke uitee lopende elementen zijn terug te vil den als godsgeloof, geloof in c mensheid, optimisme en vertrouwe in het menselijk kunnen. Ja, ze hel ben allemaal met elkaar te make deze „verbeelden” van de Fifl I Avenue: de Franse pater Isaac Jt gues, het Indiaanse meisje Tekav tha, de beide nonnen en deze ii mense Atlas van Rockefeller. 2 melden meer over de geschieden van dit merkwaardige land dan m nig omvangrijk boek.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 20