het mozaïek van de VS
r
De pater, de nonnen, Atlas:
I
5 n O
H
g V
LIEVER ABORTUS DAN ADOPTIE
OU
laijdexA iiö
meer dan
pijn alleen
door Th. J. Koeckhoven
doe
door G. de Kok
Stad-in-stad
Zondeschuld
NS
kï
al F w
■E K; I
’.1*
1
Lijden en sterven behoren bij de mens vanaf het moment van zijn ontvangenis.
Sommigen gaan zo ver het hele leven één stervensproces te noemen. Gelukkig zijn
er velen die geloven dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de toekomstige
heerlijkheid. De hoofdpijn wordt er niet minder door, maar het vooruitzicht is wat
beter. Tenslotte is er maar één manier om de dood te overwinnen en dat is dood
gaan. Voor christenen betekent deze op zich platte opmerking dat de dood definitief
is overwonnen door de dood van Jezus Christus. Deze gedachte klinkt duidelijk
door in een klein maar rijk boek dat is geschreven door een arts en een theoloog.
iiiiiiiiiimiiii
nK
h
I
r
'35.
De mens moet steeds meer lijden
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii
n
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii
duizenden bezoekers.
terug h
tandje I
scheeps
St. Patricks kathedraal in New York.
Yr
Het Amerikaanse gezicht bestaat,
heeft A. de Swaan een jaar of tien
geleden in zijn aardige reisnotities
„Amerika in termijnen” opgemerkt.
fixus uit de Hohe Messe en dat is
dan het enige Latijn tijdens de
dienst. En verder worden fragmen
ten uitgevoerd uit de cantate „Jesu
der du meine Seele”. En alsof dat
nog niet genoeg is, heffen de bemin
de gelovigen opgewekte, van oor
sprong protestantse liederen aan,
„Holy, holy, holy” van Reginald He
ber en het piëtistische „Lobe den
Herren” van Joachim Neander.
Buiten schijnt de zon over de Fifth
Avenue en langs de brede trappen
van de kerk slieren penetrant-geu-
rende rookpluimpjes van de pretzel-
karretjes. Pretzels: warme, krake
lingachtige broodjes, voorgebakken
en ter plaatse gewarmd. Vroeger
ging men in het oude Europa na de
kerk de kroeg in, hier kan men zich
een warme pretzel aanschaffen om
die met een slok ijskoude cola weg te
spoelen. Pater Isaac Jogues en het
Indianenmeisje Kateri Tekawitha
kijken in brons gegoten in de
deuren van de St. Patrick devoot
toe.
Pater Isaac was, omstreeks 1640,
de eerste priester die op Manhattan
de mis celebreerde en tevens pro
beerde Indianen te bekeren. Die wa
ren daar echter niet van gediend en
hakten de eerwaarde pater een aan
tal vingers af, zoals zijn beeltenis
waarheidsgetrouw toont. Hij ging
echter onverdroten verder, waarop
de Indianen hem definitief het zwij
gen oplegden. Toch moet hij succes
hebben gehad: het Indianenmeisje
Tekawitha, de „lelie van de Mohika
nen”, bekeerde zich en werd zieken
verzorgster. Zij kwam om het leven
toen zij pokkenpatiënten verzorgde.
En dat is dan weer een heel andere
wereld dan die van St. Patrick en
tegelijkertijd precies dezelfde: de
bonte wereld van de Verenigde Sta
ten, die in New York altijd weer
fers van onrecht en vervolging om wille
van hun ras, geloof of politieke overtui
ging. Dicht bij hen hebben zij iemand die
hun tranen en lijden, hun verzet en hun
ongeduld tot de Zijne maakt. En dit tenvol
le, want zelfs God kan de gevallen wereld
niet helpen zonder aan haar lijden deel te
nemen. Zo kan prof. Verkuyl de menswor
ding van het Woord beschrijven als het
diepste lijden dat de wereld ooit heeft
gekend. Dit verzoenend lijden van Jezus
Christus is en blijft een bron van onzegba-
verhevigde accenten krijgt. De ge
schiedenis van het Rockefeller-cen
tre begint in 1928: in dat jaar ver
wierf John D. Rockefeller junior
aan de Fifth Avenue een groot ter
rein in erfpacht van de Columbia-
universiteit, ten dele om er een ope
ragebouw neer te zetten, ten dele
voor commerciële doeleinden. Bij
nader inzien ging echter de nieuwe
opera niet door, waarop Rockefeller
besloot voor eigen rekening een ge
weldig complex op te zetten, een
soort stad-in-de-stad, dat tevens een
monument voor het particulier initi
atief zou zijn. Want inmiddels had
de crisis in alle hevigheid toegesla
gen en was de democraat Roosevelt
president geworden, een schrik voor
alle republikeinen. Hij kondigde re
geringsvoorstellen aan om de werk
loosheid te bestrijden, die zijn tegen
standers als „puur socialistisch” be
stempelden.
Zelfs de Newyorkers toch wel
wat gewend waren verbaasd: het
Rockefeller-centre ging hun stout
moedigste verwachtingen te boven.
Yr Am
Ond<
arts A.
ten No
Japanr
gulden
en zo’r
„We
brug, i
tachtig
gebruik
destroy
radiola
Hij v<
„Alles
na de I
nooit g
met ze
„Het
Amerik
we alle
mooie
„Over
zo
Et
logs
verg
goe<
gulc
en v
schi
baai
ding
ovei
affa
M
ners
1942
Noo
drag
scht
hun
logt
Ja
jaar
wor
„de
lett'
gek
B
Ned
Jap
Terug naar de St. Patrick. De mis
wordt er gecelebreerd, uiteraard,
maar monseigneur Lefèbvre zou
hier wenend de kerk uitstrompelen.
Geen spoortje, geen restantje van
Gregoriaans, sterker nog, de muziek
is zo protestants als het maar zijn
kan. Bach vóór en na. Tijdens de
communie zingt het koor het Cruci-
Dienstbereid aan een ieder die ge
hoorzaamt. Eenzaamheid, godsver
trouwen”. De Swaan voelde overi
gens kennelijk de betrekkelijkheid
van zijn karakterisering: „Ik meld
alleen maar wat ik meen te zien”,
schreef hij. Wat mij betreft heeft hij
gelijk: er zijn Amerikaanse gezich
ten, waarop zijn omschrijving van
toepassing kan zijn, gezichten van
mensen wier families generaties
lang door de „smeltkroes” zijn
gegaan.
De pater en het meisje worden in de
deur van de St. Patrick gezelschap
gehouden door twee nonnen, moe
der Seton, de eerste heilige van
Amerikaanse bodem, en moeder Ca-
brini, een Italiaanse die veel voor de
emigranten deed. De pater, het Indi
anenmeisje en de beide nonnen
staan dagelijks oog in oog met de
Griekse heer Atlas van het Rocke
feller-centre, aan de overkant van
de Fifth Avehue.
a eel schreve
reeks vliegtuigen zoals ze toen op d maar m
zwaar g
Nog dagelijks trekken deze fresco' ser aan
Op zondagmorgen loop ik de kathedraal van St. Patrick aan de Fifth
Avenue binnen, dat merkwaardige Amerikaanse afgietsel van Europe
se gothiek vastgeklemd tussen de wolkenkrabbers van Manhattan.
Geen betere methode om de Amerikaanse smeltkroes Jimmy
Carter houdt niet van dat woord, hij gebruikt bij voorkeur „mozaïek
te ontdekken dan het bijwonen van de mis om tien uur in de
Newyorkse kerk. Een verzameling kerkgangers die de apostelen
deugd zou hebben gedaan: alle natiën, tongen en tinten zijn vertegen
woordigd. Italiaanse typen en mensen wier voorvaderen uit Afrika
kwamen, figuren uit Engeland geïmporteerd, Portoricanen, Chinezen
en Japanners, maar ook „American faces”.
ren, tot verbetering van deze zieke wereld.
Het is alsof we Bonhoeffer tussen de regels
door horen spreken.
Ook in het collectieve leven is er volgens
Verkuyl in bepaalde situaties een samen
hang tussen collectieve zonden én gericht.
Hij wijst op de oudtestamentische profe
ten en met name op Amos die zelfs bepaal
de natuurrampen als gericht of oordeel
Gods heeft geduid. Maar God is niet alleen
een rechtvaardige rechter. Hij is tevens
een liefdevolle Vader die zich verantwoor
delijk voelt voor het volk waarmee Hij een
verbond heeft gesloten; die de mensen
kent die lijden en sterven. Job wordt na
tuurlijk als het grote voorbeeld aange
haald, als de man die worstelt met de
levende God om de zin van zijn lijden. Zijn
gebed wordt verhoord, maar niet dan na
dat Job heeft bewezen ondanks alles in het
Van lijden en sterven naar abortus ii
nauwelijks een stap. Het Hervormd pers
bureau vestigt onze aandacht op een zeei
merkwaardig verschijnsel dat zich voor
doet in een centrum voor begeleiding vai
vrouwen die hulp behoeven wegens eei
ongewenste zwangerschap. Het centrun
staat in Rensburg en is ingesteld door he
diakonaat van de protestantse kerk vai
Sleeswijk-Holstein. Daar blijkt een grot
voorkeur voor abortus boven adoptie. He
centrum dient voorlopig als modelinrich
ting van de Westduitse bondsregering i
het kader van de abortuswetgeving. In h(
eerste jaar van het bestaan kregen on
streeks vijfhonderd vrouwen gratis 0
anoniem advies. Voorts biedt deze diako
nale instelling zo nodig financiële hulp e 1
verder ook bijstand indien de desbetre
fende vrouw haar zwangerschap wil voor
zetten. Zo wordt desgewenst bemiddel
om „dagmoeders” te vinden die overda
op haar kind kunnen passen, als zij enig
tijd na de geboorte weer gaat werken.
Het persbureau meldt verder dat in h
centrum te Rensburg de menselijke
huiselijke omstandigheden centraal sta;
in de gesprekken met de vrouwen. 2
worden principieel vrij gelaten zelf te b
slissen over een abortus. Er is ook e(
jaarverslag, dat het opvallend noemt d;
de mogelijkheid een aanstaand ongewem
kind op te geven voor adoptie helema;
geen rol speelt. Niet één van de vrouwe
die bij het centrum aanklopte, meldd
haar kind hiervoor aan. De vrouwe
kiezen abortus boven adoptie.
Het persbureau voorziet het bericht nie
van commentaar. Dat is ook zijn taak niet
Ik zal er ook geen commentaar aan wijden
Er zijn zaken zoals deze waarover j
heel lang moet nadenken. Want hier word
de dood gekozen in plaats van het leven
Wie heeft daar een antwoord op?
„Ach,
kwaad
ment da
gehinde
I ineens
Een pa:
mandar
ce-admi
er ligt e
daarme
scheper
zeeland
Nederig
waren c
jaren „j
„Maai
dreun,
gezonkt
was gee
wat we
we moe
hadden
boord.
heb ik
laten op
gekome
frich: t
terrein
chisch leed ook vormen van collectief leed
in overvloedige mate aanwijsbaar zijn en
dat dit sociale lijden ontstaat door mense
lijke schuld. Dit sociale lijden daagt men
sen en samenleving uit tot handelend op
treden en tot solidariteit met de slachtof
fers van zulk collectief leed.
Verder betoogt prof. Verkuyl dat er geen
deelname aan Christus is zonder deelname
aan zijn strijden en lijden. Hij wekt op tot
meeleven, meelijden en meestrijden met
patiënten. Hij vestigt de aandacht op het
begeleiden en voorbereiden van sterven
den, uit welke paragraaf ik per se dit citaat
moet lichten: „Er zijn situaties, waarin wij
mensen helpen moeten niet te capituleren
voor ziekte, maar wel te capituleren voor
Hem die ook over ziekte en dood regeert en
die de God van levenden en doden is.”
Maar laat ons in ieder geval zoggen, dat
niemand sterft in volstrekte eenzaamheid,
verzucht prof. Verkuyl.
Tenslotte houdt de zielzorger ons voor
dat ook christenen geen weg weten die aan
het leed voorbijgaat. „Zij weten wel een
weg die dwars door het leed heenleidt naar
de totale overwinning van het lijden. Want
ze mogen Hem kennen en doen kennen, die
ook en juist in het leed verborgen aanwe
zig is en ons er doorheen draagt in Jezus
Christus, de Heer”. Dit is een uitspraak
van een gelovig man, die niet uit is op
goedkope schouderklopjes, maar van
iemand die nabij is aan mensen die lijden
soms dubbel lijden omdat ze geen zin en
geen uitzicht zien. Voor zulken hebben dt
Verkuyls geschreven en voor allen die hui
lijdende medemens willen dienen, en di
niet omdat ze straks zelf ook zullen lijder
en sterven.
Rockefeller besloot zijn theorie
waar te maken, namelijk dat niet de
regering, maar het particulier initia
tief de wegen moest aangeven om de
depressie te bestrijden. Hij pakte
het groots aan: meer dan tweehon
derd bestaande gebouwen werden
afgebroken, vierduizend mensen
moesten verhuizen, terwijl het
belangrijkste van alles in die tijd
een kwart miljoen arbeiders aan het
werk kon bij de bouw van dit gewel
dige complex..
I
„Vastberaden, maar niet zorgelijk,
bovenal rechtvaardig. Niet intelli
gent, slim. Zonder humor, maar als
het moet bereid tot lachen.
Het meezingen wil overigens niet
goed lukken, alleen hier en daar
doet iemand een poging. Geen nood
evenwel: bij het altaar bevindt zich
een man met een schallende stem,
een figuur die vroeger in het protes
tantse Nederland „voorzanger”
werd genoemd. De voorzanger in de
St. Patrick is duidelijk een „prof”:
hij beschikt over een geweldig volu
me, dat ten overvloede door een
microfoon wordt versterkt. Zo
wordt de gemeentezang een licht
geruis rond het verdragend geluid
van deze zingende leviet. Te langen
leste komt er nog iets dat in Europa
als van rooms-katholieke huize
wordt beschouwd: terwijl de kerk
gangers naar buiten drentelen,
speelt de organist de acrobatische
toccata uit Widors vijfde orgelsym-
fonie.
Yr Job na het aan
horen van de onheils
bodes. Toen stond
Job op, en scheurde
zijn kleed, hij schoor
zijn hoofd en wierp
zich plat ter aarde
neer. Maar hij sprak:
Naakt kwam ik uit de
schoot van mijn moe
der: Naakt keer ik er
weer terug! (Job 1
21)
een vooruitgangsgeloof, waarvai r
trouwens het hele complex een sym
bool is. „Wisdom and knowledg bemngr
shall be the stability of thy time terug h
staat er boven de ingang. Wijshei Sewape
en kennis, Rockefeller zag ze als d r te 1
stabiliserende factoren in een onru! tandje I
tiger wordende wereld. Vanuit da,(™_0P“
geloof nu schilderde Rivera
Een
optrede
chen, n
De fresco’s zijn doortrokken vai aan,boo
de pet
„zette he
ontwerptafels van de vliegtuigfa staat> d
brieken lagen: viermotorige machi
nes, die hij groepsgewijs in spiralei ZWclc
de hemel deed bestormen. Een fasci
nerend toekomstbeeld, zo zag h«
althans de toeschouwer van de jare :n*et
dertig. Die van nu kan er moeilij j Strijdm;
anders dan een formatie bommen
werpers in zien. Tussen het momen
waarop Rivera zijn vliegtuige
schilderde en het heden ligt immer
Guernica, in beeld gebracht doo
Picasso: in datzelfde New York i.
het één straat verder te zien.
Met Dietrich Bonhoeffer vindt deze
theoloog een bron van lijden in de onvol
tooide schepping. Alles in de geschapen
wereld is onaf, menging van chaos en
kosmos. Daarom is het leed zo oud als de
wereld. Maar God werkt zijn bedoelingen
uit in de chaos en maakt de mens tot
medewerker in de strijd met de chaos,
omdat Hij ons schiep naar Zijn beeld en
gelijkenis. Hieruit volgt dat we niet alle
leed en ellende in de wereld kunnen sa
menvatten onder het hoofd zondeschuld,
al hebben de zonde en het gericht over de
zonde met vele vormen van ellende te
maken, meent Verkuyl. Mensen dragen nu
éénmaal schuld: tegenover God, de schep
ping, elkaar en zichzelf. Er is een collec
tieve schuld en een persoonlijke. Collectief
zondigen we tegen de wereld, het milieu,
de vrede. Persoonlijk zondigen wij alle
maal. De theoloog Verkuyl vestigt daarop
bijzondere nadruk. Daar ben ik blij om,
want persoonlijk schuldbesef heeft alles te
maken met ons persoonlijk verantwoorde
lijk voelen. En zonder deze verantwoorde
lijkheid bestaat er ook geen vrijheid. De
vrijheid bijvoorbeeld tot hulp aan ande-
Arie en Johan Verkuyl zullen wel broers
zijn. Arie is arts en directeur van het
revalidatiecentrum De Hoogstraat te Leer-
sum. Johan is de theoloog. Hij is sanatori
umpastor geweest en missionair predi
kant. Misschien is dat hetzelfde als zende
ling. Sinds 1965 is hij zendingshoogleraar
aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Samen hebben zij het boek geschreven dat
als veelzeggende titel draagt Lijden en
begeleiden en als sprekende ondertitel De
lijdende medemens en ons dienstbetoon.
Het zegt evenveel dat dit boek is ontstaan
uit een verzoek van de protestants-christe-
lijke artsenorganisatie. (Uitgever Kok in
Kampen, prijs 10,90). Ter verduidelijking
schrijft de uitgever dat beide auteurs
reeds een generatie lang werkzaam zijn
onder mensen op wie, sociaal of individu
eel, leed en pijn hun stempel hebben gezet.
Zij geven hier een eerste rekenschap van
hun ervaringen. Zonder enige pretentie,
voegen de Verkuyls er zelf aan toe. In ieder
geval weten zij waarover zij schrijven en
wat het belangrijkste is: over wie zij het
hebben. Hun boek gaat kort en goed over
lijdende mensen die op de hulp van ande
ren zijn aangewezen.
In hun inleiding vallen de Verkuyls met
de deur in huis. „Wij, verwende westerlin
gen, moeten met vermoeide verbijstering
steeds meer constateren en steeds meer
proberen te verdringen dat er een zee
van lijden is in ons, om ons, in de hele
wereld”. In hun boek brengen zij al het
menselijk leed onder de gemeenschappe
lijke noemer van de verbroken of gestoor
de communicatie.
De arts neemt het eerste deel van het
boek voor zijn rekening. Hij beperkt zich
terecht niet tot lichamelijk lijden; ook ge
stoorde- huwelijks- en arbeidsrelaties, lij
den door oorlog, ras en geloof komen ter
sprake. Dan blijkt overduidelijk dat lijden
veel meer is dan pijn. Lijden werkt ook
vervreemdend, belemmerend. De arts Ver
kuyl betoogt echter dat de lijdende mens
als volwaardig mens kan omgaan met zijn
medemens. Hij voert dan aan, dat de mees
te gehandicapten hun handicap veelal
kunnen overwinnen, maar „daartoe is no
dig dat zowel hun architektonische als hun
humane omgeving hun plaats, ruimte, een
hart biedt; de wereld om hen heen moet
veelal aangepast worden, de belemmerin
gen moeten weggehaald worden”.
Na enige psychologische en biologische
opmerkingen over het lijden komt de arts
onvermijdelijk op de vele kritiek die de
laatste jaren tegen de medische stand als
zodanig is losgebarsten vanwege alles wat
de artsen en vooral de specialisten het
mensdom aandoen. Zo wordt even van
zelfsprekend Ivan Illich aangehaald vol
gens wie de medici een zieke wereld ma
ken; „het menselijk leed, het lijden is door
de schuld van artsen enorm toegenomen;
een verziekte en verminkte mensenwereld
re troost in leven en sterven. De zielzorger
Verkuyl zegt dit vanuit de praktijk.
Niemand kan troost missen, voegt hij er
aan toe. Ze wordt ook aan niemand ont
houden die erom vraagt. Dit betekent geen
aansporing te berusten in het lot van de
lijdende mensen en het leed van de wereld.
is er het gevolg van”. De arts Verkuyl
bestrijdt Illich niet. Het zou ook niet kun
nen. De zegeningen van de medische we
tenschap zijn uiteraard aan ieder van ons
bekend, maar veel te weinig mensen zijn
zich ervan bewust hoeveel onnodig leed in
naam van God of van Hippocrates aan
mensen door artsen wordt aangedaan. De
kunst die er kwam om de lijdende mens te
helpen, veroorzaakt of verergert vaak lij
den, aldus de arts Verkuyl.
De auteur zegt dat er gelukkig op vele
plaatsen en in vele harten weerstanden
rijzen tegen de vertechnisering van de
geneeskunde. Maar de heersende tendens,
de meeste fondsen en de grootste aandacht
zijn toch gericht op de verbetering van de
medische techniek. Er is te weinig geduld,
te weinig aandacht voor de mens in zijn
lijden. Met als gevolg dat de maatschappij
te kampen krijgt met schijnlevenden, de
ongewenste patiënten voor wie nergens
plaats meer is. Het tragische is dat artsen
mensen verhinderen menselijk te leven en
menswaardig te sterven. Zo is het aandeel
van de arts aan dit boek een vurig maar
afgewogen pleidooi geworden voor de
mens zelf, een medemens voor de anderen,
een schepsel van zijn God. De theoloog
Verkuyl geeft als zijn bedoeling de erva
ring en de uitdaging van het leed in de
mensenwereld en de overige schepping te
benaderen vanuit het christelijk geloof.
Hij laat de lezer eerst ervan getuige zijn
hoe andere religieuze gemeenschappen
worstelen met het lijden. Met name in het
boeddhisme nemen het lijden en de over
winning van het lijden een centrale plaats
in. De opheffing van het lijden zoekt het
boeddhisme in de volledige prijsgave van
alle begeerte die leidt tot telkens nieuwe
wedergeboorten.
geloof en het vertrouwen te volharden.
Hierdoor is Job gelouterd en verhoord.
Prof. Verkuyl beschrijft Jezus als het
offerlam door God aan ons geschonken ter
verzoening van onze zonden; maar ook als
slachtoffer van wat mensen en samenle
vingen Hem hebben aangedaan. Daardoor
is Jezus verbonden met de talloze slachtof- Christenen zijn verplicht tot de strijd tot
dat de eindoverwinning (het Godsrijk) is
behaald.
De strijd lijkt eindeloos. Verkuyl geeft
een troosteloze opsomming: collectief leed
door menselijke schuld bij natuurrampen,
door kolonialisme en imperialisme, door
racisme, economische uitbuiting, onwe
tendheid, oorlogen, leed door revolutie en
burgeroorlogen. En hiermee heeft deze
Verkuyl zijn bedoelingen wel duidelijk ge
maakt. Hij wil erop wijzen dat naast de
talloze vormen van lichamelijk en psy-
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimim
dige muurschilderingen van d zes s m
Mexicaanse schilder Diego Riven
Alles was er te vinden, winkelcen
tra, terrassen met groen, in de win
ter een openbare ijsbaan, tientallen
kantoren, een eigen ondergronds
stratennet, een theater met meer
dan zesduizend plaatsen, restau
rants en wat niet al. En dit hele
gigantische complex was onderge
bracht in een reeks torenachtige ge
bouwen, die regelrecht de hemel in
schenen te wijzen en van de mas
sieve St. Patrick een soort speel-
goedkerkje maakten. Alles werd bo
vendien voorzien van imposante
kunstwerken, zoals een reeks gewel-
iiiiHiiiiiimiiiiiiiitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
Voor het Rockefeller-centi
maakten Amerikaanse kunstenaal
monumentale beelden. Paul Mam
hip schiep een kolossale Promt
theus, door de Newyorkers „Le;
ping Louis” springende Lowietj
genoemd. En Lee Lawrie maakl I
de immense Atlas. Een geweldig
blikvanger, voor de voorbijgangei
én voor de kerkgangers, die de jn I
in de St. Patrick hebben bijg
woond. Een symbool van de Amei
kaanse droom, waarin zulke uitee
lopende elementen zijn terug te vil
den als godsgeloof, geloof in c
mensheid, optimisme en vertrouwe
in het menselijk kunnen. Ja, ze hel
ben allemaal met elkaar te make
deze „verbeelden” van de Fifl I
Avenue: de Franse pater Isaac Jt
gues, het Indiaanse meisje Tekav
tha, de beide nonnen en deze ii
mense Atlas van Rockefeller. 2
melden meer over de geschieden
van dit merkwaardige land dan m
nig omvangrijk boek.