Stewart Parker bewandelt middenweg in Spokesong
Lage Landen-
in opmerkelijke matinee
Cameretten
Geestdriftig Cat Jazz-concert in HJC
Harmonische verhouding
klopt niet bij pianotrio
Kees Bakels pittig dirigent
De Borsten van Tiresias:
Kiss met kermisvermaak
cabaret wint
IJ
Bayle-prijs voor
Rein Bloem
Timing en een natuurlijke
gretigheid bij Sidewalk
Geestelijke vader
Astérix overleden
UTRECHTENAREN IN ZAAL KADENS
ONBEKENDE OPERA’S IN CONCERTVORM
Apollinaire als uitbundige absurditeit
Cabaretière Greta
Keiler overleden
Bandleider Guy
Lombardo overleden
KUNST
19 7 7
NOVEMBER
MAANDAG 7
k
d
8
n
s
9
s t
i
HAARLEM. Hoe idealisme doorgaans in tegengestelde uitersten
vervalt, is de achtergrond van het toneeldebuut van de in Belfast
geboren Stewart Parker dat zaterdagavond in de Haarlemse Stads
schouwburg zijn première beleefde. Het gaat om Ieren met een
bewogen fantasie. Frank en zijn pleegbroer Julian houden er mooie
idealen op na, maar die blijken in hun door burgeroorlog getergde land
heel verschillend uit te pakken. De eerste runt het fietsen winkelt je,
dat zijn grootouders een jaar of tachtig geleden begonnen en waarin
„Spokesong or the common wheel” ook speelt.
Ierse actualiteit luchtig opgediend
ft Scène uit De Borsten van Tiresias.
The King’s Head Theatre Club bracht zaterdag in de Haarlemse Stadsschouwburg
PIET RUIVENKAMP
(Van onze Haagse redacteur)
HAARLEM. In zijn inleidinkje hoefde Rob Heeck, staffunc
tionaris van de Haarlemse Jazz Club, een lichte geprikkeldheid
niet te veinzen. „De belangstelling houdt weer eens niet over.
Daarmee bewijst Haarlem weer eens een plattelandsgemeente te
zijn. Immers: wat de boer niet wét, dat vrêt-ie niet. Heeck had
gelijk, want het kostte zondagmiddag geen enkele moeite om de
slechts enkele tientallen aanwezigen bij het Cat-Jazz-concert
van het Duitse Sidewalk Hot Jazz Orchestra te tellen, daar waar
de oudestijlfans elkaar enkele weken eerder nog hadden verdron
gen bij een optreden van Charquet. En dan te weten dat het
verschil in kwaliteit tussen de beide orkesten niet noemenswaar-
dig is.
ir
HAARLEM. Het Utrechtse Pianotrio
(bestaande uit pianist Frans van Ruth,
violist Edwin Blankenstijn en cellist Jaap
Blok) trad zaterdagavond op in de serie
Zolderconcerten van Kamermuziekcen-
trum Kadens. Dit in de plaats van het
barokensemble Ars Musica, dat door
ziekte van één der leden verstek moest
laten gaan.
Aan „Cameretten ’77” hebben in to
taal 14 cabaretgroepen meegedaan.
Daarvan zijn er zes in de finale, die
vrijdag- en zaterdagavond in de aula
van de Technische Hogeschool in Delft
is gehouden, doorgedrongen. De jury,
die de amateur cabaretiers heeft beoor
deeld, bestond uit Wieteke van Dort,
Theo Ordeman, Han Peekei, Loeki
Knol, Ruud Kuyper en Bart de Groot.
Het Sidewalk Hot Jazz Or
chestra uit Solingen heeft in
Voor vele Amerikanen heeft de muziek
van Lombardo een speciale betekenis ge
kregen. Zijn „sweetest music this side of
heaven" was onderdeel van een jarenlange
oudejaarsavondtraditie.
Lombardo maakte vloeiende, goed dans
bare muziek die tal van modes als de
swing, jazz en rock and roll door de jaren
heen heeft weten te trotseren.
(Van onze kunstredactie)
HOUSTON. De Amerikaanse band
leider en arrangeur Guy Lombardo is
afgelopen zaterdag in een ziekenhuis in
Houston in de Amerikaanse staat Texas
aan een longziekte overleden. Lombardo,
die in Canada werd geboren, is 75 jaar oud
geworden.
PARIJS. (AFP en AP) René Goscin-
ny, de geestelijke vader van de stripfi
guur Astérix de Gallier, is zaterdag op 51-
jarige leeftijd aan de gevolgen van een
hartaanval in Parijs overleden.
Greta Keller trad voor het eerst op in
Berlijn, maar voor de Tweede Wereldoor
log verlegde ze haar werkterrein naar de
Verenigde Staten. Ze verkreeg de Ameri
kaanse nationaliteit en trouwde met een
Amerikaan, David Bacon, die later in Hol
lywood werd vermoord.
Na de dood van haar man keerde Keiler
naar het cabaret terug en trad met succes
op in nachtclubs en hotels in New York
City.
WENEN (Reuter). Greta Keiler, de
Oostenrijkse cabaretière en zangeres met
een stem tussen die van Mariene Dietrich
en Zarah Leander, is zaterdag op 71-jarige
leeftijd in haar woning in Wenen over
leden.
Volgens vrienden leed mevrouw Keiler
al geruime tijd aan kanker.
Rein Bloem is als poëziemedewerker
verbonden aan Vrij Nederland, aan De
Gids en aan het tijdschrift Raster. Hij
bereidt thans zijn proefschrift voor, dat als
thema heeft „De plaats van Hans Faverey
in de moderne poëzie.
De Pierre Bayle-prijs wordt jaarlijks uit
gereikt voor kritiek op een steeds wisse
lend terrein van kunst
ROTTERDAM (ANP). De Pierre Bay
le-prijs voor de kritiek is dit jaar toege
kend aan de in 1932 geboren Amsterdam
mer Rein Bloem voor zijn belangrijke
bijdragen op het gebied van de poëziekri
tiek. De prijs zal hem zaterdag 17 decem
ber om 17 uur in De Doelen in Rotterdam
worden uitgereikt door de voorzitter van
de Rotterdamse Kunststichting, mr. L.' J.
Pieters.
teel weer in opgaande lijn, ook
al kent het publiek vaak de
originelen niet en kiest het
sneller voor de gladdere en
simpeler dixieland dan voor de
authentieke muziek uit de ja
ren twintig en dertig. Dat ver
driet de leden van Sidewalk
wel eens, die daarom liever
hier voor een deskundig en een
tot luisteren bereid publiek
musiceren dan thuis als ach
tergrondmuziek te worden be
schouwd. Een situatie die je
eerder bij een zeer verwend
publiek zou verwachten, want
het ensemble heeft een overdo
sis aan kwaliteit en de arrange
menten worden gekenmerkt
door een verantwoorde punc
tualiteit zonder dat de speel
vreugde daar onder lijdt.
Deze Italiaanse zangeres had daarvan al
staaltjes afgelegd in „Zanetto”. Deze opera
waarin Mascagni niet de stijl van het rea
lisme heeft gezocht zoals in die tijd gebrui
kelijk was (en door hem toegepast werd in
de Cavalleria Rusticana), verbeeldt de tra
gische romance tussen een courtisane (Sil
via) en een jonge zwerver (Zanetto). Paola
Barbini nam de rol van Silvia voor haar
rekening en trof onder meer door haar
■aangrijpende vertolking van wanhoops-
stemmingen.
En Eleonora Jankovits (afkomstig uit
Triëst) was qua mezzo-stemkarakter zeer
geschikt voor de travestietenrol van Za
netto en in de uitbeelding een waardig
tegenspeelster. Maar de vele passages in
de hoge liggingen van beide partijen, ver
oorzaken een gebrek aan contrast, waar
door de spanning op den duur in éénkleu-
righeid teh onder gaat.
Als geheel overigens een opmerkelijke
Vara-matinee, waarop Kees Bakels, als
pittig dirigent met een exacte manier van
aangeven, zich in deze materie van zijn
sterkste kant heeft kunnen laten zien.
JOHAN VAN KEMPEN
Hij is een dromer, wars van geweld en
hij verkondigt met overgave, dat wie fietst
echt gelukkig worden kan. Dat beeld koes
terden zijn grootouders ook al en in deze
speelse fantasie met soms hekelende
liedjes verschijnen die twee geregeld als
Franks droombeelden in hun echtelijk ge
sputter, waarbij grootmoeder ook weer
niet vies is van revolutionaire strijdbaar
heid.
Julian heeft in zijn idealisme voor een
rigoureuze afbraak van het oude gekozen
om iets nog veel mooiers te kunnen opbou
wen. De lerares Daisy komt als klant met
een kapotte fiets de twee broers beproeven
op hun uitgangspunten. Zij is de realiste,
die met beide benen op de grond staat en
zij herkent in de broers twee clowns, die te
veel buiten de werkelijkheid staan om tot
een nuchtere oplossing te komen van de
Ierse problemen.
Aan een nuchtere kijk op de bloedige
Algemeen kwam de jury tot de con
clusie dat zich aanzienlijke verschui
vingen in het maken en brengen van
cabaret voordoen. Het visuele element
wordt steeds belangrijker. Ook zaken
als presentatie, aankleding, regie en
techniek krijgen grote aandacht. Het
lijkt tegenwoordig niet alleen om het
„wat”, maar ook om het „hoe” te gaan.
De voorstelling die Kiss er met Voos van
gemaakt heeft vermag dan niet te schok
ken; het is er wel een geworden die drijft
op een ontwapenende vrolijkheid. Er
wordt heel wat in afgebuiteld en heen en
weer gerend. Juist dat laatste zou gemak
kelijk kunnen ontaarden in doelloos ge
loop, maar Matthijs Rümke, met zwart
gemaakt gezicht op de achtergrond aan
wezig als „volk van Zanzibar” (waarvoor
Thérèse zich inzet) begeleidt elke hande
ling met levend geluid. Jean Pierre Voos
ontwerp voor dit spektakel een simpel
reisdecor dat bijzonder bruikbaar blijkt.
Alles bij elkaar een dolle boel, bij vlagen
erg leuk, soms ook vervelend.
KO VAN LEEUWEN.
Het heet dat dit Utrechts Pianotrio
vorig jaar opgericht reeds een uitsteken
de naam heeft opgebouwd. Wat de techni
sche vaardigheid van de drie spelers be
treft is dat zeker terecht
Waar nog veel aan schortte en dat is
volgens mij een minstens zo essentiële
z; k was de harmonische verhouding
van de drie instrumenten. Het trio no 1 in
G van Joseph Haydn waarmee het pro
gramma van start ging illustreerde dit feit
al overduidelijk: je had permanent het
gevoel te luisteren naar een. werk voor
viool solo en basso continuo. Dat daarbij
de viooltoon van Edwin Blankenstijn stijf
en scherp-kan worden genoemd en dat zijn
De belangstelling voor ou-
destijl beweegt zich er momen-
Over „Drie maal bellen” vermeldde
het juryrapport: Knappe teksten, bijna
vanzelfsprekende overgangen tussen
de nummers, uitmuntende verhoudin
gen binnen de groep. Ton Meijer wordt
„een persoonlijkheid” genoemd. „Drie
maal bellen” wordt door de jury „een
grote toekomst” voorspeld.
een uitvoering van Spokesong or the common wheel.
van de oorspronkelijke echtverbintenis
een harmonieus slot aan verbindt.
AMSTERDAM. De jonge en veelbelo
vende dirigent Kees Bakels lonkt meer en
meer naar de opera. Aan de vooravond van
de première van Bellini’s „R Pirata” (die
woensdagavond onder zijn leiding in de
Stadsschouwburg van Velsen plaatsheeft)
kreeg men op de zaterdagse Vara-matinee
in het Amsterdamse Concertgebouw
nieuwe en zeer positieve indrukken van
Bakels’ capaciteiten op muziektheater-ge-
bied.
poorten moesten sluiten na
zo’n jaar of tien goed te hebben
’.De smaak van het
jonge en het enige publiek
werd grotendeels gewijzigd on
der invloed van de opkomst
van wat toen nog de beat werd
genoemd. Alleen in plaatsen
als Hamburg en Frankfort
konden de clubs op de been
blijven.
norsax, klarinet), Erich Heidel
berg (trompet), Hannes Fiese-
ler (trombone) en Gerhard
Kron (alt- en tenorsax, klari
net). Het stomverbaasde HJC-
publiek, dat trouwens verder
op de middag nog aangroeit,
krijgt maar liefst vijf korte sets
voorgezet, waarop terecht
steeds geestdriftiger wordt ge
reageerd. Sidewalk heeft dan
ook een natuurlijke gretigheid.
kende naam, wat niemand
hoeft te verbazen want uit die
plaats komen wel meer kwali
teitsproducten. Nochtans wa
ren er zo rond 1972 problemen
met de bezetting, omdat enkele
musici meer tijd in de oudestijl
wilden investeren, dan waar
een gewone dagtaak mogelijk
heden toe gaf. Tweeëneenhalf
jaar later had zich echter een
nieuwe kern gevormd rond de
drijvende krachten als trom
pettist Erich Heidelberg en
banjoïst Knut Drossé. Met
nieuwe energie werd de groep
op poten gezet en het aloude
materiaal van Jellyroll Mor
ton, Higginbotham, W.C. Han
dy en het Duke Ellingtonorkest
uit de jaren dertig ingestu
deerd.
De ritmesectie bestaat uit
bassist Roland Westhofen,
slagwerker Friedemann Geis
ler, banjoSïst Knut Drossé en
pianist Klaus Hartwig. De bla
zerssectie uit Helm Renz (te-
De mogelijkheden om in
Duitsland te spelen zijn voor
dit soort ensembles beperkt.
De jazz kon pas na 1945 om
zich heen grijpen,waardoor er
onder de oudere generatie zeer
weinig liefhebbers worden
aangetroffen. Daardooc is het
verklaarbaar waarom veel
jazzclubs zo rond 1964/1965 de
ft De blazerssectie van Side
walk zoals die zondagmiddag
in de HJC in actie kwam, van
links naar rechts Helm Renz,
Erich Heidelberg, Hannes
Fieseler en Gerhard Kron.
ROTTERDAM. Guillaume Apollinai
re, Frans auteur, dichter, kunstcriticus uit
het begin van deze eeuw, heeft temidden
van een groot aantal ernstige geschriften
ook het toneelstuk De Borsten van Tiresi
as geschreven. Ook al zou hij het met dit
stuk ernstig hebben bedoeld zo moet hij
in brieven aan vrienden hebben laten we
ten dit „surrealistisch” toneelwerk
ademt een circusachtige, ietwat bizarre
sfeer. Vrolijkheid op het banale af, waar
achter wel degelijk serieuze zaken schuil
gaan. Apollinaire lijkt een parodie te heb
ben gemaakt op verscheidene zaken tege
lijk. Een ridiculiseren van het in zijn tijd
opkomende feminisme en dat op grotes
ke, bijna absurde wijze maar oók het
belachelijk maken van de vorm zelf waar
in hij zijn kritiek gegoten heeft: het
toneel.
De internationaal samengestelde toneel
groep Kiss uit Rotterdam speelde vrijdag
avond de première van De Borsten van
Tiresias. Jean Pierre Voos regisseerde de
produktie en hij het niets na er een kermis
achtig geheel van te maken. Alles wat
Voos maar heeft kunnen bedenken aan
verluchting en satire heeft hij in de strijd
geworpen en dat resulteert in anderhalf
uur uitspatten.
De feitelijke plot van De Borsten is sim
pel. Een vrouw die aanvankelijk Thérèse
heet vindt het welletjes moeder en huis
vrouw te spelen. Zij forceert een radicale
ommekeer en besluit een politieke loop
baan te gaan volgen. Haar keuze wordt
gesymboliseerd door de twee gekleurde
ballonnen, die vanuit haar boezem opstij
gen. Zij houdt daar een vlammetje onder
en pang, weg is moeder, foetsie haar tradi
tionele rol in de samenleving. Thérèse heet
voortaan Tiresias en zweept ook de andere
vrouwen op tot strijdbaarheid. Dat heeft
tot gevolg dat manlief zijn vader- schap
mag aanwenden voor duizenden kinderen.
Dan volgen er nog wat bijkomende ver
wikkelingen en pure theateravontuurtjes,
waarna de auteur er voor beide partijen
DELFT. Het 12e amateur cabaret
festival „Cameretten” heeft twee win
naars opgeleverd: het Lage Landen-
cabaret uit Amsterdam en de groep
„Drie keer bellen” uit Groningen.
„Koud kunstje" uit Rotterdam is op de
tweede plaats geëindigd. Het „Van
Santen-cabaret” uit Den Haag werd
derde, „Fobscene”, eveneens uit Gro
ningen vierde en „De Rozen”-groep uit
Utrecht vijfde. „Drie keer bellen”
kreeg ook de Publieksprijs. Aemoud
Witteveen van het Lage Landen-duo
werd onderscheiden met de
Persoonlijkheidsprijs van de jury.
Voordat de hoofdredacteur en directeur
van bladen voor kinderen beroemd werd
door zijn stripfiguur voor het eerst
aangekocht door een Belgische uitgever
had hij een moeilijk leven achter de rug.
Hij was geboren in Argentinië, moest van
school af door de dood van zijn vader en
belandde in New York „waar ik de bitterse
ellende heb gekend.” Hij vond er echter
ook zijn weg als tekenaar en bij zijn aan
komst in Europa was het alleen nog maar
wachten op de Belgische uitgever van een
zijner strips.
Goscinny schreef sinds 1959 de tekst
voor de door Albert Uderzo getekende
Astérix strip, die in tientallen talen is ver
taald en overal ter wereld grote populairi-
teit geniet. Grote bekendheid verwierf
Goscinny ook door zijn teksten bij de door
Morris getekende cowboystrip Lucky
Luke.
Over het Lage Landen-cabaret rap
porteerde de jury dat er sprake is van
een „perfecte samenwerking van twee
artiesten, waarbij de een zich volkomen
wegcijfert ten opzichte van de ander”.
Verder werden de flair, het tempo en de
„tegenwoordigheid van geest” van het
duo, dat „tot grote hoogte” kan groeien,
geroemd.
Uitvoeringen in concertvorm van twee
onbekende opera’s (van Mascagni en Le
oncavallo) waren niet alleen een toetssteen
om een onafhankelijkheid van visie bij
deze dirigent te kunnen vaststellen, maar
gaven ook een kijk op diens talent voor het
maken van dramatisch effect.
Bakels het daarbij het hier medewerken
de Groot Omroepkoor zingen met name
in de a capella inleiding van Mascagni’s
voor de pauze uitgevoerde eenakter „Za
netto” op een wijze waarin de expressi
viteit optimaal werd uitgebuit. En het on
der andere directie nog weleens wat stroef
klinkende Omroeporkest toonde, speciaal
in het tweede programma werk; „Edipo
Re” van Leoncavallo, een ongekende sou
plesse.
Daarbij kreeg het geheel, in beide uitge
voerde werken, een opmerkelijke dramati
sche spanning en was Bakels in staat om in
dit kader een zevental vocalisten te inspi
reren tot prestaties, variërend van goed tot
bijzonder indrukwekkend. In de opera
naar het treurspel van Sophocles verblufte
de Amerikaanse bariton Michael David
son in de gelijknamige hoofdrol van Edi
po, met boeiend artistiek gebruik van zijn
mooie en uitzonderlijk draagkrachtige
stem. Zodanig dat de klank ervan geen
moment in het soms optredende orkestrale
geweld ten onder kon gaan. Iets dat van de
overigens vakbekwame Italiaanse tenor
Gianni Bavaglio, als Creonte, jammer ge
noeg niet gezegd kon worden.
Vier Nederlanders, met de klankrijke
bas Hubert Waber (als Tiresia) voorop, en
voorts Willem Laakman, bariton en Henk
Kreukniet, tenor, in kleinere rollen, lever
den eveneens waardevolle bijdragen tot
het welslagen van deze uitvoering. Een
werkelijke verrassing evenwel was de so
praan Paola Barbini, die (weliswaar niet
overal helemaal haarzuiver) opviel vanwe
ge prachtige stemmiddelen, gekoppeld
aan een grote diversiteiten van uitdruk
king in haar partij (als Giocasta).
conflicten is in de eerste plaats vraag en
het behoeft dan ook geen verwondering,
dat „Spokesong” in 1975 op het festival
van Dublin met instemming werd begroet
als een poging om de Ierse ontwikkelingen
in deze eeuw, die wel als een „familie-
oorlog” worden omschreven, nog eens dui
delijk op een rij te zetten in een luchtige
oorspronkelijke vorm.
Stewart Parker greep naar een meng
vorm van revue en komedie en de Londen-
se produktie van de King’s Head Theatre
Club uit Londen, die sinds vorige week in
WIKOR-voorstellingen voor anderhalve
maand door ons land toert, geeft scholie
ren alle kansen met een zeer actueel ge
beuren, dat verder reikt dan Ierland, ken
nis te maken.
Bij al het kunst- en vliegwerk van heden
en verleden, blijft de kernintrige wat
schraal uitgewerkt om plaatst te laten aan
de ideeën, maar zo’n verwijt kon men de
Ier Shaw ook al voor de voeten werpen.
Vervelen doet men zich echter allerminst
bij de onder regie van Robert Gillespie fel
en fris gespeelde voorstelling van „Spoke
song”.
Kevin Moore wandelt met zijn theorieën
in de wolken, Veronica Duffy bijt heftig
van zich af als pittig leraresje en Alan
Devling jongejant zeer Brits in een reeks
verschijningen. WIKOR heeft de tournee
weer voorbeeldig met informatie begeleid.
De voorstelling komt op 3 december in
Haarlem terug.
De eerste opvoering van De Borsten van
Tiresias, in 1917 in Parijs, moet nogal wat
schandaal hebben verwekt. Kiss vindt zelf
dat het stuk nu nog evenzeer frappeert als
toen, maar dat laatste betwijfel ik. De
tijden zijn tezeer veranderd en ook op
theatergebied is er wel het een en ander
gebeurd. Hoogstens zou je kunnen zeggen
dat juist feministen zich gepakt voelen.
Sterke punten zijn de timing,
waarmee overgangen in soli-
wisselingen worden genomen,
en de verzorgde klankkleur
van de blazers. Heidelberg en
Fieseler zijn met pianist Hart
wig de opvallendste solisten,
soepel en uitermate kundig op
hun instrument. Higginbo
tham blues, Give me your Te
lephone-Number, Patrol Wa
gon Blues, en een vrijwel volle
dig aan Ellington gewijde
vierde set leverden kostelijke
hoogtepunten op.
JOHN OOMKES
spel groot gebrek vertoonde aan dynami
sche schakering en aan een zinvolle articu
latie (zaken die door de pianist, Frans van
Ruth, juist met grote inzet werden ge
diend) maakte het geheel tot een weinig
verheugende zaak.
Dat dit voor een werk als het Trio op. 120
van de Fransman Gabriël Fauré de gena
deslag betekende was bij voorbaat al te
vrezen. De prachtige thematiek en het in
genieus en fijnzinnig vervlochten lijnen
spel ging volkomen teloor in de messcher
pe fortissimi van de twee strijkinstrumen
ten (Jaap Blok, die in Haydn veel op de
achtergrond bleef, kwam hier ook genade
loos opzetten). In de pianopartij had juist
wat meer kunnen worden uitgepakt, voor
al omdat Van Ruth een mooi toucher en
een gelijkmatige speehnanier bleek te
hebben.
Het trio in C op. 87 van Johannes
Brahms kwam er iets beter af, maar de
zware aanzet bleef behouden. Jammer. En
dat is eigenlijk alles wat er wat mij
betreft over te vertellen valt.
GEMMA COEBERGH
Duitse Jazzkringen een uitste- geboerd,
naam,
werd grotendeels gewijzigd on-