r
-
pagina
■j
ij
door
van
Leeuwen
Latente homo
Oliver’s story
Roots
Aanpassing
Wederom The Stranglers
Ruud Keers
Risico
I.
i-
r.
en Reehuis komen met
..Als acteur verder
gaan dan misschien
I
verantwoord is"
Het Grote Fatsoen, is dat geen in
trigerende titel vooreen toneelwerk?
„Goed, in die nette, fatsoenlijke
man op die bank, daarin proef je: dit
is een latente homo. Jaja, hij heeft z’n
vrouw en zijn kinderen, zijn gezinne
tje als schild, z’n maatschappelijke
zekerheid. Nou komt die vreemde
Het stuk van Alan Drury ken ik
niet.
Linnebank: „Ik kende het ook niet.
Ik ga altijd een paar keer per jaar
naar Londen, om een beetje bij te
tanken zeg ik dan, en daar heb ik het
ontdekt. Ik zat al in de bus op weg
naar het vliegveld om terug te gaan en
ik bladerde in een paar folders die ik
uit het National Theatre had meege
nomen. Toen las ik er iets over. Het
stond daar in het lunchtheater. Ik had
geen cent meer, dus ik moest wel
terug, maar anders had ik de volgen
de bus terug naar Londen genomen.
Eenmaal in Nederland heb ik de tekst
opgevraagd. Het was precies wat ik
ervan verwachtte.”
We praten weer over Het verhaal
van de dierentuin. Gees Linnebank:
„Die man, die vreemde vent, die die
fatsoenlijke kerel op dat bankje in het
park komt lastig vallen, die intrigeer
de me. Ik dacht: dat kan toch niet
zomaar een geflipte junk zijn? Daar
zit meer....nou ja, ik ben de oorspron
kelijke tekst in het Engels gaan bekij
ken en wat ik vermoedde blijkt al
gauw. Bij allebei die mensen is sprake
van homoseksualiteit. Maar de Neder
landse vertaling was zo gekuisd, dat
je heel goed moest opletten, wilde je
daar iets van merken. Die vertaling is
ook gemaakt in een tijd datje over dat
soort dingen alleen maar in heel be
dekte termen sprak. Voor een heel
grote groep is homoseksualiteit trou
wens nog steeds taboe. Dat vergeet je
wel eens als je veel mensen ontmoet
die er geen moeite mee hebben.”
lijkt de buitenkant, maar dat is niet
zo. Je vergeet de emotie, die haal je
toch altijd helemaal uit jezelf. Maar
dat van die transformatie, dat is er
tegenwoordig een beetje af, dat mag
niet zo meer...acteurs moeten zichzelf
zijn en zo. Ik zeg: dat kan niet, dat hou
je niet lang vol.”
in
s-
ie
3-
ie
Dat zou niet fatsoenlijk geklonken
/lebben
„Nee, haha, nee. Maar we hebben de
twee stukken die we gaan spelen nog
le
Jeróme Reehuis en Gees Linne
bank, op zoek naar het fatsoen, zijn ze
op 17, 18 en 19 november te zien in de
Toneelschuur in Haarlem. Daarna
Linnebank: „Hahaha, jajaja....leuk
hé! (Blijft dan nog een korte poos
gelukzalig voor zich uitkijken, lacht
opnieuw, zoals dat tijdens ons ge
sprek nog vele malen zal gebeuren en
zegt dan:) ’’Ontzettend belangrijk dat
die titel zo overkomt ja. Eerst hadden
we gekozen voor Het Grote Gelul.”
Een magazijnbediende, die voor elk
schroefje zijn bonnetje met doorslag
moet hebben. Zo van: regels zijn re
gels. Dat z’n eigen persoonlijkheid
daarmee al lang kapot is, dat heeft ie
niet in de gaten. Ja, aan het eind, dan
vraagt ie zich af of hijzelf er eigenlijk
nog wel een eigen mening op na
houdt. Maar het is een mens die geen
raad weet met z’n plaats. Daarom
verschuilt hij zich achter z’n regels-
zijn-regels-geloof. Een strikte man,
zoals het leven....en vreselijk discrimi
nerend, op een afschuwelijk burger
lijke manier vol vooroordelen.”
„Het verhaal van de dierentuin, dat
spelen we daarna. Dat mannetje en
dat is nou het interessante aan die
toestand van ons dat mannetje la
ten we in Albees stuk doorlopen. Hij
is dan die keurige heer op die bank.
Misschien niet letterlijk, maar op z’n
minst associatief en in de handeling
zeker.”
„Gék ben ik daarvan, van Laurel en
Hardy. Misschien dat we daar een
theatercollage met filmbeelden er bij
van kunnen maken. Er is een script
van zoiets. Ik weet niet meer hoe de
schrijver heet, maar Robert Walker
was er als regisseur bij betrokken in
Engeland. Die wil ik dan ook hebben.
Ja...met Jeróme natuurlijk, wie an
ders zal die dikke moeten spelen, als
ik de dunne doe?”
Pauze. Haalt een biertje voor mij en
nipt zelf aan zijn Calvados. Zegt: „Die
Calvados, in Bretagne, daar heb je
boeren die het zelf stoken (knijpt de
ogen dicht)... zó stérk”. Dan: „Voor
iedereen betekent fatsoen iets anders.
Dat is zo mooi. Hier mogen mannen
elkaar niet kussen, in Rusland is dat
juist fatsoenlijk. De kern van het
menszijn, daar gaat het om. Fatsoen
is dus niet de buitenkant.' Of wel?
Hahaha. Aanpassing, dat is fatsoen.
Maar we zijn in onze eenakters heus
niet zwaar op de hand hoor. Het gaat
allemaal heel speels. We doen dit om
dat we het leuk vinden. We verdienen
er geen cent mee en we mogen hier
van Perspekt zalig werken. God, joh,
het is zó leuk om dit zo samen te doen.
We werken hier compleet ontspannen
aan. Wat je straks gaat zien is in twee
weken gerepeteerd. Het wordt echt
acteurstoneel. Thuis bereid je de har
de kern voor en hier repeteren we dan
steeds een paar uur.”
snoeshaan, ook homofiel, hem uit zijn
tent lokken. Hem zijn zekerheid ont
nemen. Die man die zijn homoseksu-
altiteit zo prachtig camoufleerde.
....wat blijft er van z’n zekerheid over
Dat maakt hem zo woest. Ja, de
vertaling van Van ’t Reve, die wij ook
gebruiken, zegt daar eigenlijk niets
over. Er staat in het Nederlands bij
voorbeeld dat de politie feeën en ka
bouters uit de bomen jaagt, in het
Engels wordt gesproken van negers
en nikkers. Samen met Bill Ward, die
ons regisseert, hebben we de tekst ook
nog eens bekeken, hij kwam tot de
zelfde slotsom. Toen hebben we de
vertaling meer op het oorspronkelijke
Engels toegspitst. Niet om de zaak een
richting op te drijven, maar gewoon
omdat het er nu eenmaal zo staat.”
„Begrijp je nou, dat het allemaal
met fatsoen te maken heeft? Homo-
fielen, dat zijn voor veel mensen geen
fatsoenlijke lui. Fatsoen, tja, dat is
zo’n ontzettend weids begrip. Ik kan
een vent tegenkomen die prachtig in
het kostuum zit, piekfijn. Dan denk je
misschien: zoiets, dat is een fatsoenlij
ke man. Dat denken de meeste men
sen. Maar van binnen is ie misschien
totaal verrot. Daar stinkt ie helemaal
weg. Dan ontmoet je iemand die er
niét uitziet, zich helemaal buiten de
geldende normen gedraagt...maar
van binnen kan dat een ontzettend
fatsoenlijke kerel zijn. Voor iedereen
is het vrij daarover te oordelen en
iedereen zal daar andere maatstaven
voor aanleggen. Dat vinden wij nou zo
boeiend aan Het Grote Fatsoen.”
„Zelf ben ik iemand die het liefst
een keer goed miskleunt. Duidelijk
mis. Liever, dan dat ik zo voorzichtig
binnen het patroon blijf. Als acteur
moet je verder gaan dan misschien
verantwoord is....met het risico op je
bek te vallen. Vorig seizoen, met Lo-
dewijk de Boer in zijn stuk Als jij de
bloemen vertrapt, dat was zoiets. Ook
een poging tot iets meer. Waar we nu
in Rotterdam met Marijnen mee bezig
zijn, zo’n produktie als Het Huis van
Labdakus, dat is ook een risico. Je
toch een beetje kwetsbaar opstellen.
Soms is het ook ontmoedigend. Maar
toch, ja, ’t ligt mij wel. Je bewandelt
een moeilijke weg en wat je doet
wordt soms op een te gemakkelijke
manier weg gevaagd. (Veert lachend
op, slaat met de hand op tafel en dan:)
„Maar de spirit is er niet uit. Wat we
nu doen is compleet onbetaald, ge
woon omdat we het leuk vinden. En
bij dat kwetsbaar opstellen geldt bij
mij altijd toch een streven naar kwali
teit, al lijk ik dan eigenwijs. Dit soort
eigen wijzigheid... dat moet voor
iemand die toneel maakt zijn enige
houvast zijn.”
Als het aan Gees Linnebank ligt,
blijft het niet bij Het Grote Fatsoen.
Hij praat over Laurel en Hardy. Sa
men met Perspekt wil hij daar iets
mee doen.
hun tweeluik in de Toneelschuur in
Haarlem. Een première waarna het
weer lange tijd zal moeten blijven
liggen wegens andere verplichtingen
van beide acteurs, die dit seizoen ver
bonden zijn aan het Ro Theater van
Franz Marijnen in Rotterdam.
Linnebank: „Zowel het stuk van
Drury als dat van Albee hebben we
nauwkeurig bekeken. Waar gaat het
nou om, wat is er met de mensen in
die stukken aan de hand? Nou, wij
vinden dat ze allemaal volgens een
bepaalde norm, een vastgesteld pa
troon proberen te handelen. Bijvoor
beeld, het stuk Ikzelf is een monoloog
eens nader bekeken en toen kwamen van een in en in fatsoenlijk mannetje.
i we vanzelf van gelul op fatsoen. Fat
soen, dat is zo’n maf woord. Wat is dat
nou eigenlijk, hè, fatsoen? Weet jij
het?”
Gees Linnebank en Jeróme Reehuis
’aan twee éénakters spelen. Het -ver-
laal van de dierentuin, geschreven
floor Edward Albee en daarvoor Ik
zelf van Alan Drury. Het stuk van
Albee is dl verscheidene malen opge-
yoerd. Waarom is juist daar de keuze
op gevallen?
Linnebank: „Als ik aan het verhaal
van de dierentuin denk, dan zie ik Cor
van Rijn weer voor me.. Die heeft het
jaren geleden gedaan met Lou Steen
bergen. Een prima opvoering. Dat
moet je niet over willen doen. Daar
Baat het ons ook niet om. Wij hebben
een heel ander uitganspunt gekozen.
Het Fatsoen. Door en door fatsoenlij-
:e mensen, zoals die ene man bij
Ubee, die daar rustig in dat park,
:eurig in het kostuum van zijn rust zit
e genieten. En dan komt daar plotse
ling die geflipte idioot. Die gaat hem
-1 lastig vallen, hem echt attaqueren. En
ian bréékt het fatsoen waaruit die
parkbezoeker leek te bestaan. Daarna
s er bij hem alleen nog maar
igressie.”
Linnebank
Hoe ondekt Linnebank een rol, ziet
hij die al gauw, bijvoorbeeld bij het
eerste lezen van een stuk?
„Nee,....nee, dat heb ik niet zo. Dan
moet ik echt nog op zoek gaan. Aan
knopingspunten vinden, om me heen
kijken, of er bepaalde mensen zijn die
je kent en die zoiets hebben.”
Nadat hij even gewacht heeft: „Het
mooiste van toneelspelen Jeróme
heeft dat ook en het plezier erin,
dat vind ik in wezen toch de transfor-
1 matie. Iets anders uitdrukken dan je
j zelf bent. Je zoekt een ritme. Van
lopen en van praten, van stemhmwtp
Gees Linnebank heeft helemaal niets van de Oedipusfiguur uit Het Huis van
Labdakus, als ik hem ontmoet in De Egelantier in Haarlem. Linnebanks kapsel ziet
er nu uit alsof elke haar een andere koers wenst en onderzoekend maar vriendelijk
vorsen zijn ogen via het glas van een nikkelen brilletje naar de kleine kalende
verslaggever. „Jeróme en Bill moesten naar Brussel, dat wist je hè? Maar ik
spreek uit aller naam hoor haha....niet erg?” Niet erg. Het spreken uit aller naam
zal gaan over de toneelproduktie Het Grote Fatsoen, een brok werk dat ontstaan is
op initiatief van Gees Linnebank zelf, waaraan Jeróme Reehuis meedoet en dat
geregisseerd wordt door de Amerikaan Bill Ward. Perspekt in Haarlem heeft zich
plots opgeworpen als producent onder de naam Paradise Produkties.
1
-
i
zoek naar de waarheid
achter het fatsoen
n
Een andere bestseller schreef Erich
Segal. Zijn „Love story” vond zijn weg
naar vele lezers en de verfilming van het
boek, met in de hoofdrollen Ryan O’Neil
en AU Macgraw, werd een groot succes.
Een vervolg kon dus eigenlijk niet uit
blijven. Onder de titel „Oliver’s story"
schreef Segal verder: na de dood van
Jenny Cavilleri (het dramatische einde
van „Love story”) heeft Oliver het nog
steeds erg moeilijk met de dood van zijn
De Amerikaanse serie „Roots”, die de
AVRO in Nederland op het tv-scherm
brengt onder de titel „Roots, wij zwar
ten”, is in ons land binnen korte tijd al
even populair geworden als in alle ande
re landen waar het product vertoond is.
En dat is eigenlijk niet zo verwonderlijk
want de serie is tenslotte gemaakt naar
een bestseller die werd geschreven door
de Amerikaan Alex Haley. Neger auteur
Haley hoorde in zijn jeugd spannende en
prachtige verhalen over zijn voorouders,
die hem dermate interesseerde dat op
latere leeftijd een onderzoek naar zijn
voorouders niet achterwege kon blijven.
Zo belandde hij na duizenden kilometers
in Gambia (West Afrika) waar zijn fami
lie vandaan komt. Hij stuitte op de naam
Kunta Kinte, die als slaaf werd overge
bracht naar Amerika, waar hij op een
plantage te werk werd gesteld. Haley
speurde zes generaties na tot aan de dag
vrouw. Hij belandt in een volkomen leeg
te, terwijl zijn vrienden volop van het
leven genieten. Op een dag ontmoet Oli
ver een vrouw, wiens privé-leven een
duistere zaak is. Oliver probeert achter
haar identiteit te komen, maar zijn on
derzoek neemt een opzienbarende wen
ding: hij gaat op zoek naar zichzelf.
(Oliver’s story, prijs 18.90 gulden. Uitge
geven door H. J. W. Becht).
De Stranglers, de Engelse punkgroep rond
Hugh Cornwell en Jean-Jacques Burnel die
steeds meer stof doet opwaaien en nadrukke
lijk worden getipt als opvolgers van de wat
bejaardere Rolling Stones, komen iets later
naar Nederland dap Pauzeplus vorige week
meldde. Gelieve in de agenda te noteren: zon
dag 27 en maandag 28 november in het Am
sterdamse Paradiso.
Gees Linnebank en
Jeróme Reehuis op
en actualiteiten), werd al enkele weken
terug genoemd als mogelijke opvolger
van Hazeu. Men wist toen echter te ver
tellen dat Keers daar geen trek in had.
Tot Keers’ laatste werkzaamheden beho
ren „Klaaglied om Agnes” en „Wierook
en tranen”. Verder was hij regisseur van
het programma „Herkent u deze melo
die?” en van twee musicals die door de
NCRV-televisie werden uitgebracht,
„Mensen van eergisteren” en „Dan liever
de lucht in".
Hazeu op, die uitgever wordt bij Elsevier
kxtL lll t
Tot hoofd van de afdeling drama van
de NCRV-televisie is per 1 januari be
noemd Ruud Keers (39 jaar), nu nog
plaatsvervangend hoofd. Hij volgt Wim
Nederland. Ruud Keers, regisseur van
diverse televisieprogramma’s in aller
hande sectoren (gevarieerde program
ma’s, dramaprodukties, documentaires
van vandaag en schreef er een indru
kwekkend boek over dat nu in het Neder
lands is verschenen bij uitgeverij Van
Holkema en Warendorf. (Prijs: 34,90
gulden).
Gees Linnebank (in hemdsmouwen) en Jeróme Reehuis
I