r:
Nederland-Duitsland
in coaches: 21 tegen 2
Waterdragers
lieten zich
niet knechten
Ki*
AFGEVOERD VAJNWIELERTONEEL
If A -
door Peter Heerkens
Kiekendraad
Ten onrechte
Grof
Geen keuze
KÜ
Toen Lomme (Guillaume) Driessens een week of drie geleden als ploegleider
van Freddy Maertens werd vervangen door Fred de Bruyne, gebeurde dat op een
voor de buitenwereld alleraardigste manier. In een communiqué dat het opzienba
rende vertrek van de nu al legendarische Lomme begeleidde, legde diens
werkgever (de wielergroepering Flandria-Velda) uit dat het kwam door het
bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Volgens de inhoud van de
verklaring was het ontslag van Driessens aanvaard in overleg met de drie
toprenners Maertens, Demeyer en Pollentier. Een analyse van die tekst wijst
echter uit dat er weinig van klopt met de werkelijkheid. De grootste waarheid blijkt
de leeftijd van de omstreden ploegleider te zijn. Lomme Driessens is op 4 mei van
dit jaar 65 geworden.
I
Kritiek op
Driessens
werd veel
te groot
stevige handtekening: „Ik draag mijn
Freddy Maertens heeft volgend seizoen t.v.-commentator Fred de Bruyne als ploegleider
seconde langer
STOPPER
jaar geleden, en nu aan de Zwartkruis-
Happel-combinatie, met de tussenlig
gende ellende met George Knobel. Zal
ik u voorde grap eens opsommen welke
bondscoaches het Nederlands elftal al-
lemaal versleten heeft in dezelfde tijd
dat de Duitsers het met Herbergen en
Schon deden? Sinds 1936 dus? Dat wa
ren achtereenvolgens Karel Kaufman,
Jesse Carver, Tom Sneddon, Karei
Kaufman, Jaap van der Leek, Karei
Kaufman, Friedrich Donenfeld, Max
Merkel, Friedrich Donenfeld, George
Hardwick, Elek Schwartz, Dennis Ne
ville, Georg Kessler, dr. Frantisek
Fadrhonc, Cor van der Hart, Rinus
Michels, George Knobel, Jan Zwart
kruis, Ernst Happel, Jan Zwartkruis,
Ernst HappelAls ik het aan een
Duitser zou vertellen, zou hij het niet
willen geloven
waardoor die jongens hun training wel
moeten verwaarlozen. Hadden Ruud en
Wim al alleenlijk met de blaas geoe
fend, voordat zij zich in hun bolides
naar Zeist repten? Hadden zij al in de
kooi met kiekendraad hun traptech-
niek bijgevijld? Ik waag het te betwij
felen!
Voor het geval u de jongste trainings
methoden nog niet kent, wijs ik u erop
dat de spelers van Arsenal in 1932, in
de tijd van de befaamde manager
Chapman, met de blaas en het kieken
draad oefenden. Ik put deze wijsheid
uit het boek „Voetbal Anecdoten”, ge
schreven in 1942 door Torten Goetinck,
jarenlang een gevreesd buitenspeler
van èn Club Brugge èn het Belgische
De zakenrelatie met Maertens uitte zich
in wat de wielerwereld langzamerhand
echter als een al te grote inbreuk op de
privacy ging zien: een bemoeizucht tot in
het gezinsleven. Driessens waakte met
overdreven aandoende ijver over zijn pu
pil, niet alleen „dag” maar ook „nacht”,
want meerdere malen verordonneerde hij
Maertens in het belang van zijn voorberei
ding op een volgende koers niet thuis te
slapen maar bij hem in Vilvoorde in het
logeerbed te stappen. Ook deze houding
schijnt Lomme opgebroken te zijn, want
nauw bij de ploeg betrokkenen weten dat
mevrouw Maertens die bevoogding meer
dan zat was. Freddy Maertens ontkent dat
aspect niet maar wil er geen woord over
kwijt. „Ik vind dat iets waar ge als
vrienden onder elkaar over spreekt, maar
niet wat ge in een krant moet uitleggen.”
„Ik werd eerst ontvangen in het bu
reel zelf van Chapman, de grootste
voetbalmanager die een club van Enge
land tot nu toe gehad heeft, ’s Morgens
om 9 uur komen de spelers binnen.
Eerst zetten ze zich in voetbaltenue
zonder schoenen. Zé trekken een paar
sloeffen aan en moeten naar de turn
zaal voor een twintigtal minuten. Op
elftal, en aauma nog jarenlang trainer
van het Belgische elftal. Hij was trai
ner van de Rode Duivels toen zij in
1934 met 9-3 van Nederland verloren,
maar ook toen zij in maart 1940 met 7-1
van ons wonnen. In 1932 bezocht hij in
Londen de wedstrijd Engeland-Oos-
tenrijk. De Engelsen versloegen het
„Wunderteam” met 4-3. Hij maakte van
de gelegenheid gebruik om een trai
ning van het wereldberoemde Arsenal
bij te wonen en vertelt er (in dat koste
lijke taaltje waar we de Vlamingen zo
om benijden} het volgende van:
ik kan wel zeggen dat het inderdaad zo is
dat een knecht voor Lomme nooit veel
betekende. Hij zag maar één man.
De houding van Lomme Driessens te
genover de minderen van de ploeg ging
uiteindelijk ook Freddy Maertens ergeren.
„Na de koers”, aldus Maertens in een toe
lichting, die op Driessens’ vertrek een heel
ander licht werpt dan het argument van de
pensioengerechtigde leeftijd, „kafferde hij
de mannen te veel uit. Hij ging nogal eens
grof tegen ze tekeer en ik vond het fout om
dat te doen waar alleman bij stond. Dat hij
kritiek had, allez.Maar zoiets moet ge
goed expliqueren. Bijvoorbeeld door zo’n
coureur even apart te nemen”.
Lomme had overigens meer wielerecht-
genotes tegen zich, want ook Pollentier en
Demeyer ontsnapten niet aan zijn regime
en bovenal joeg hij de dames tot boosheid
met uitspraken in het Humo-interview.
Waar het ging over inmenging van echtge
notes, zei Driessens over een bezoek van
mevrouw Maertens aan de Tour de Fran
ce: „Ze i? misschien tien minuten in de tuin
van het hotel geweest. Maar ze komt niet
naar boven. Nooit. Ik moet dat niet weten.
Ze zijn juist goed om ruzie te stoken.En
als toegift wees Lomme ze op de plaats
waar ze naar zijn mening thuis horen.
„Een vrouw moet zien dat ze goed soep
kan maken. Maar ze moet zich niet met
sport bemoeien want daar kent ze niks
van. Een goeie soep, een minestrone- of zo
en daarmee gedaan.
een grote vierkante plaats wordt het
koppen beoefend, niet met een bal
maar alleenlijk met een blaas. Door
zijn licht gewicht is het koppen veel
moeilijker, ook het naar malkander
passeeren van den bal, is zeer moeilijk.
Dat duurt zoo wat een kwartier. Dan de
voetbalschoenen aan en naar het trai
ningsveld. Een voor een moet naar den
muur. Op dien muur zijn er alle soorten
van hinderpalen zooals een half door-
gezaagden boom, eenige planken uitge
hold, dan dikke planken. Die muur
staat in de diepte van een soort groote
kooi omdat de bal niet ver weg zou
kunnen. De kanten van die kooi zijn in
hout en het plafond bestaat uit kieken
draad. Van'op zes of zeven meter shot
ten ze gedurig den bal tegen den muur.
De bal botst terug op alle mogelijke en
onmogelijke manieren en de speler die
op dien afstand staat moet gedurig den
bal terug schoppen zoowel van links
als van rechts. Het is een zeer goede
training voor balkontrool, schot en uit
houdingsvermogen. Iedere speler doet
dat vijf minuten en dan is hij steen
dood! Ik stond er achter te kijken en
wat Bastin en James daar vertoonden
van balkontrool was ongelooflijk. Wat
heb ik daar in bewondering gestaan!”
Nu ik het nog eens overlees, besef ik
dat ik Ruud Krol en Wim Rijsbergen
ten onrechte verwijten heb gemaakt.
Een dergelijke training is ook van-
een invalidekar terecht komen, dan nog
zult ge ons samen zien.”.
Op dat moment was Freddy Maertens in
het geniep al een eind gevorderd met het
aanwerven van de in België zo mateloos
populaire televisiecommentator Fred de
Bruyne die als beroepsrenner in de jaren
’50 een schitterende erelijst opbouwde.
Daags na de „Trofeo Baracchi” die als
laatste koers op het programma stond
werd in een gesprek met de sponsors,
die drie toprenners en Fred de Bruyne
de zaak definitief beklonken. De Bruyne:
„Natuurlijk zat ik met het vraagstuk-
Driessens. Die gaat toch weg, zei men mij.
Zijn vertrek is een zaak die wij met hem
regelen. Ik heb daarom niet het gevoel dat
ik hem zijn plaats ontnam. Ik ben ge
vraagd.”
Vanaf het moment dat hij officieel in
kennis werd gesteld van de beslissing, is
Lomme Driessens totaal uit het beeld ver
dwenen. Hij moet op advies van zijn huis
arts volstrekte rust houden en heeft daar
voor een buitenverblijf van een van zijn
kennissen uitgekozen. Het adres wordt,
omwille van het doktersvoorschrift, stil
gehouden en over de aard van zijn ziekte
zegt zijn echtgenote: „Zenuwen”. Een goe
de relatie die de weg naar Driessens toch
heeft weten te vinden, zegt geschrokken te
zijn. „Een gebroken man”, legt hij uit, „die
zichzelf wijs maakt dat de breuk met
Maertens geen kwestie is van ontslag, om
dat hij zelf altijd op zijn 65e jaar uit de
wielersport heeft willen stappen. Maar we
weten natuurlijk allemaal wel beter.
Dat laatste slaat ook op de directie van
Flandria, dié bij monde van de heer Blom-
me heel wat duidelijker is dan indertijd in
het communiqué wanneer nu opgemerkt
wordt: „Wij zochten vernieuwing van het
management”. En: „Driessens had bij ons
een jaarcontract. Er is niet aangedrongen
op langer blijven.
Freddy Maertens heeft in deze voor
Lomme Driessens moeilijke tijd nog geen
contact gezocht met zijn vroegere ploeglei
der. „Het lijkt me niet verstandig dat ik
hem persoonlijk ga opzoeken”. En over
zijn algemene visie op deze zaak: „Erg
vervelend, maar zoiets kan in de gang van
het leven gebeuren”.
Een van de ontmoedigende en tevens
moe makende dingen rond het Neder
lands elftal is het eeuwige gekrakeel
buiten het veld, voordat het menens
wordt. Bei uns ist alles besser, mogen
de Duitsers terecht zeggen. Ze hadden
eerst Herberger als trainer, die deze
functie van 1936 tot 1964 uitoefende,
dus 28 jaar achtereen, de Tweede We
reldoorlog inbegrepen. Sepp Herberger
begon als assistent van de Duitse
bondscoach dr. Otto Nerz en volgde
Nerz op toen Duitsland smadelijk met
2-0 verloor van Noorwegen. Dat was
tijdens de Olympische Spelen van
1936, bovendien in aanwezigheid van
Adolf Hitler (die vervolgens besloot om
Noorwegen als een der eerste landen
aan te vallen). Herberger bleef 28 jaar
bondscoach, zorgde in 1954 voor het
wereldkampioenschap en werd in 1964
opgevolgd door zijn assistent, Helmut
Schon, die toen al acht jaar zij aan zij
met Herberger aan het Duitse nationa
le elftal had gebeeldhouwd. In 1966
bereikten de Duitsers de finale tegen
Engeland en werden daarin wat onfor-
tuinlijk geklopt. In 1974 ging het al een
stuk beter: Nederland mèt Cruijffwerd
toch geen wereldkampioen (zoals
straks in Argentinië zonder Cruijff),
want het was na twintig jaar opnieuw
West-Duitsland dat toesloeg.
Aan dit interview hield Lomme
Driessens ook een oorlog over met de
Belgische journalisten, die hem gingen
mijden in hun publikaties omdat ze zich
zwaar gekrenkt voelden. „Ze drinken zich
onderweg een stuk in hun voeten en ko
men ’s avonds na de meet eens kijken.
aldus een uitspraak van Driessens. Ook
zijn collega-ploegleiders werden door de in
dat vraaggesprek op volle toeren draaien
de Driessens niet ontzien. „Het zijn va
liezendragers”, orakelde Lomme. „En op
de foto’s staaq.Maar dat kan alleman
hoor!”
Sinds 1936 versleet het Duitse natio
nale team dus zegge en schrijve twee
trainers, het getal dat het Nederlands
elftal minimaal in één wedstrijd ver
slijt. Denk maar aan de Fadrhonc-Van
der Hart-Michels-komedie van drie
Het moet voor Freddy Maertens een
moeilijk moment geweest zijn om de kri
tiek op Lomme Driessens als terecht te
kwalificeren. Maertens onderhield met
zijn ploegleider een stevige relatie. In zijn
deze zomer verschenen memoires, zegt
Driessens bijvoorbeeld: „De sympathie die
Freddy voor mij koesterde is tot een ware
vriendschap uitgegroeid. Op nieuwjaars
dag 1976 rinkelde ’s morgens de bel. Ik ga
openen en wie staat daar met een reuze
bloementuil rozen voor mijn echtgenote
Maria en een kist Havanna’s voor mij aan
de deur? Freddy. Sindsdien heb ik geen
sigaar meer moeten kopen. Freddy is mijn
leverancier”.
In datzelfde boek schrijft Freddy Maer
tens op de eerste pagina voorzien van een
Nu is er weer gedonder over de bege
leiden Moet dat Jack van Zanten wor
den (door leidende KNVB-kringen aan
geduid als „hobbyist”) of een van de
professionals van het bondsbureau?
Evert Grifhorst bijvoorbeeld? Jack van
Zanten heeft in zijn goeie jaren in het
Culemborgse Vriendenschaar ge
speeld, maar Evert Grifhorst speelde in
DWS. Evert Grifhorst bezorgt mij al
tijd nog een perskaartje voor het Ne
derlands elftal, ook als ik dat veel te
laat heb aangevraagd, dus in mijn filo
sofie is hij uiterst bekwaam, maar de
spelers hebben alleen maar vertrouwen
in Jack van Zanten. Geheime bliksem
bezoeken van Krol en Rijsbergen aan
Happel in Zeist zijn er het gevolg van,
stevige nanateKemng: „ik draag mijn we
reldtitel in Ostuni en al mijn overwinnin
gen dit jaar behaald op aan mijn sportdi
recteur Guillaume Driessens”. Een ander
recent voorbeeld van de verhouding
Driessens-Maertens is een uitspraak van
de ploegleider in het Belgische radio- en
televisieblad „Humo” eind april van dit
jaar. „Ik heb van één coureur plezier ge
had in mijn leven”, zegt Driessens in dat
interview, „en da’s van de kleine, van
Freddy”. Een geweldig compliment wan
neer men nagaat dat Lomme Driessens in
30 jaar ploegleiderschap werkte met hon
derden wielrenners onder wie de be
roemdheden Coppi, Van Looy en Merckx.
Driessens ging op die manier in de loop
van dit seizoen nogal wat mensen tegen
zich innemen, tot met name de knechten in
de ploeg de bom heten barsten. Freddy
Maertens had geen keuze meer. „Een
koers wint ge nooit alleen. Dat doet ge
samen. Ik heb ploegmaats nodig, verstaat
ge.Maar tussen Lomme en mij persoon
lijk was er niks”.
De interne beslissing om een andere
ploegleider te nemen, is in de weken die
aan het wereldkampioenschap vooraf gin
gen gevallen, maar Driessens wist van
niks. „We vonden het beter om het niet
tegen hem te zeggen omdat we nog koer
sen moesten doen en we die door deze
situatie niet wilden laten beïnvloeden”,
verweert Maertens zich. Het gerucht sloop
toch het peloton binnen en bereikte via
journalisten ook Lomme Driessens die
niet alleen (naar nu blijkt volkomen te
recht) een conflict ontkende, maar in zijn
vertrouwen ook weigerde op onderzoek uit
te gaan. „Allemaal onzin”, riep Lomme
Driessens een maandje geleden nog in de
Ronde van Lombardije. „Ik heb bij Maer-
daagdedag nog nuttig voor spelers van
Arsenal en andere Engelse eerste-divi-
sieclubs, maar niet voor Nederlandse
spelers. In het Engelse voetbal springt
de bal inderdaad nog steeds op de
meest onverwachte, gekke momenten
terug van de tegenstanders, en ook
vaak van de medespelers, maar in het
Nederlandse schuifkaasvoetbal rolt de
bal eenvoudig van de een naar de an
der, en weer terug, en nog eens terug,
zodat de enige kunde die Krol c.s. hoe
ven te bezitten het aannemen en door
schuiven van een rollende bal is. Daar
hoef je dus geen ingewikkelde apenrot
sen voor te bouwen, de terreinknecht
moet er alleen voor zorgen dat de bal
niet gaat huppelen door een ongerech
tigde graspol op het veld. En verder
moet het loopvermogen van de spelers
tot het maximum worden opgevoerd,
want als de tegenstanders de bal in de
voeten hebben, moet er dus op de bal
worden gejaagd, en het kan soms kilo
meters gaans duren voordat je dat
kreng te pakken hebt als hij goed
wordt rondgespeeld. Het loopvermo
gen. Het slaapwekkend loopvermogen.
Het begint steeds meer op de eerste
regel van een kwatrijn te lijken:
Het einde van de samenwerking tussen
de vedette Freddy Maertens en de nestor
der ploegleiders heeft echter niet te maken
i met die pensioengerechtigheid maar alles
met interne onvrede. Lomme maakte zich
onmogelijk door de manier waarop hij het
personeel aanpakte en zijn kleinerende
woede-uitvallen tegenover de knechten
'van zijn supertrio (Maertens, Pollentier,
Demeyer). Wie Lomme kent weet op welk
voetstuk hij zijn vedetten plaatst en op
welke harde manier de waterdragers dat
moeten ervaren.
Een van hen, Herman Beyssens: „Van
Driessens is zo’n houding bekend. Bij Cop-
pi en Van Looy deed-ie niet anders”. Tot
aan de ronde van Italië dit jaar, konden de
-''l dienaars van de top-coureurs die zich ver-
nederd voelden hun gramschap niet kwijt.
-‘Daarvoor draaide het tandem Driessens-
>Maertens te goed. In 1976 maakte
Driessens van zijn eerste samenwerkings
jaar met Maertens een topseizoen (hoogte
punt: het wereldkampioenschap) en begin
1977 waren er klinkende overwinningen
zoals Parijs-Nice, de Ronde van Spanje, de
Ronde van Sardinië en de Catalaanse
Week.
Voor eenvoudige knechten geen gunsti
ge uitgangspositie om de leiding te veroor
delen. Toch werd er binnen de ploeg tij
dens de voor Maertens beloftevol verlopen
Ronde van Italië steeds openlijker gemop
perd en ten slotte betekende deze Giro
d’Italia het begin van stevig verzet. Na een
valpartij in de sprint (een soort doden
sprong met Rik van Linden) viel Maertens
uit met een gebroken hand en daarna werd
hij niet meer de oude. De grote klappers
bleven uit, een situatie die door de klagen
de onderdanen dankbaar werd gebruikt
om zich af te zetten tegen Driessens.
Verschillende knechten dreigden aan
het einde van dit seizoen hun contract niet
te verlengen wanneer Driessens zou aan
blijven. Herman Beyssens over die druk
op de directie: „Ik wil er zo weinig moge
lijk over kwijt want het is een delicate
zaak. Ik heb geen zin om over deze kwestie
een hoop moeilijkheden te krijgen. Maar
„Het slaapwekkend loopvermogen
drijft
het voetbal naar het gasthuis van de
waanzin.
Ik kan het geen
aanzien,
waar blijft de journalist die dat eens
schrijft?”
tens een contract voor het leven. Zolang