laten we
welzijn
gastenboek
•ftal
I.
ft
n
modenieuws
uit de
kruisstraat
il
dinsdag
Chevella Block
Ook tegenvallers
Panorama
Kostuums
Koninklijk
Alle aspecten
Zelf doen
I Afscheidsreceptie
voor politiechef
10
1 Q 7 7
IJMOND
NOVEMBER
1 5
door Udo J. Buys
9
.89,
E
iw’i S1
Mi
door Pieter Taffijn
tel. 319053 tst. 232
gerard a. van der steur
herenmode damesmode
herenkleding maatkleding
kruisstraat 7 haarlem
wit >7
(ADVERTENTIE)
bier
en nog
eens
bier
17
Jij:
Brouwer Guus Brand
tel. 023-3200 89
dische hulp door eigen krachten ont
breekt. Zo zijn nog tal van voorbeelden te
noemen, die aantonen dat kinderzorg
geen enkelvoudige zaak is, maar een sa
menstel van activiteiten omvat, die niet
los van elkaar kunnen worden onderno
men, wil men blijvend resultaten be
reiken.
■ir Kinderen in een van de zogenaamde balwaldi’s (kleuterscholen), op initiatief van
de Stichting Nederlands Kinderhulp Plan geopend in Hyderabad.
Overveen
Matthieu
Jaminon.
Matthieu Jaminon is de eerste jniet
Brand op een directiestoel.
DENK NIET DAT ER IN India geen
tegenvallers zijn geweest. Het principe
dat voorkomen beter is dan genezen, is
veel mensen in dat land npg vreemd. Niet
zelden komt de medewerking van de
plaatselijke bevolking nog maar aarze
lend op gang. Het kastenstelsel, hoewel
officieel afgeschaft, kan bij een moder
ner aanpak van welzijnszorg een belem
mering vormen en vele generaties lang
gegroeide tradities en vooroordelen kun
nen nieuwere gezondheidsopvattingen in
de weg staan. Dat alles was te voorzien.
Maar de resultaten zijn toch zodanig po
sitief, dat het Chevella Project geregeld
door belangstellende deskundigen uit In
dia en daarbuiten wordt bezocht en in
aangepaste vorm ook elders herhaalbaar
blijkt. Die herhaalbaarheid in andere
ONLANGS IS DE STICHTING voor
het eerst sinds lange tijd weer in de
openbaarheid gekomen. Dat gebeurde
met het boekwerkje „Panorama ’77”, een
overzicht en verantwoording van haar
werk in de afgelopen jaren. Wie als be
langstellende in de kinderzorg, met name
in de derde wereld, meer over dat werk
wil weten, kan bij de stichting terecht:
Badhuisweg 251 in Den Haag, telefoon
070-503777. Voorzitter is mr. J. van der
Hoeven, particulier secretaris van H.M.
de Koningin; de dagelijkse leiding berust
bij drs. A.P.G.N. van Suylichem, weten
schappelijk hoofdmedewerker van het
Institute of Social Studies.
Kent u onze drie mogelijkheden voor een
kostuum?
1) Confectie kostuum, voorradig in vele
modellen met en zonder vest, sportief
en gekleed, in prijzen van 398,- tot
f 898,-
Bijna alles 100% wol en in de beste
stofkwaliteiten. Bekende merken als
Esquire, Daks, d'Avenza en Sidi. Vak
kundig uitgevoerde veranderingen
2) Maatconfectie kostuum, op uw ma
ten en volgens uw wensen speciaal
voor u vervaardigd in een van de
beste confectiefabrieken. Keuze uit
een groot aantal rollen stof en uit
duizenden stalen.
Prijzen vanaff 698,-
3) Maatkostuum, geheel handwerk, ver
vaardigd op eigen atelier. Wat betreft
stof, kwaliteit, pasvorm, exclusiviteit,
duurzaamheid etc. de absolute top'
Prijzen vanaff 1880,-
ken van ideale oplossingen, maar op wat
onder de bestaande omstandigheden
haalbaar is. Nodig is bovenal dat het
kind in het ontwikkelingsland later voor
zichzelf kan zorgen, dat hygiëne en on
derwijs worden verbeterd, landbouw en
veeteelt door betere voorlichting naar
een hogere produktie worden, getild.
Meer voedsel betekent minder kinder
sterfte. Een juiste samenstelling van het
voedselpakket betekent gezonder kinde
ren en minder schoolverzuim. Zo grijpt
in het werk van de stichting alles in
elkaar. Elk radertje vormt een nieuwe
taak, een afzonderlijk project.
Bier,
OP DOORREIS NAAR Thailand
bracht koningin Juliana in 1966 een kort
bezoek aan Calcutta. Dat bezoek kreeg
grote gevolgen. Getroffen door het lot
van de kinderen van Calcutta, riep zij na
terugkeer in Nederland een aantal des
kundigen op het gebied van de kinder
zorg bijeen. De vraag waar alles om
draaide was: wat kunnen we doen, om de
levens- en toekomstkansen van het kind
(en zeker niet alleen die in India, maar
overal ter wereld, waar die kansen op de
rand van het minimale zweven) te verbe
teren?
Dit koninklijk initiatief leidde in het
zelfde jaar tot de oprichting van de Stich
ting Nederlands Kinderhulp Plan. Finan
cieel werd deze start mogelijk gemaakt
door bijdragen van honderdduizend gul
den van de Nederlandse regering en van
elk van de drie moederorganisaties: de
Stichting Nederlands Comité Unicef, de
NOVIB en het Unesco Centrum Neder
land. Deze organisaties bleven in ver
schillende vorm steun verlenen.
Door uitblijven van een oorspronkelijk
gedachte nationale collecte bleven de
mogelijkheden beperkt. Gelukkig kreeg
het werk een nieuwe stimulans, toen in
1974 de koningin op voorstel van het
Comité Zilveren Regeringsjubileum 4
Va miljoen gulden voor dit doel bestemde.
Waarschijnlijk komt het door deze wij
ze van financiering, dat de stichting wei
nig bekend is. Tot nu toe heeft ze nog
nooit een rechtstreeks beroep op de of
fervaardigheid van het grote publiek ge
daan. Voor haar was een nadrukkelijk
aan de weg timmeren dus gesn bittere
noodzaak. Maar het is niet de enige re
den. Het is zeker ook het gevolg van het
unieke karakter van het verenigings
werk. In zijn opzet staat het aanzienlijk
dichter bij het laboratorium, waar gepio
nierd wordt en experimenten gedaan,
dan bij een spectaculaire grootse actie
gericht op een bepaald onderdeel van de
kinderzorg. De stichting laat zich name
lijk leiden door het in de praktijk nog
maar spaarzaam toegepaste beginsel van
„geïntegreerde kinderzorg.”
EXPERTS SCHATTEN DAT ER in
deze wereld 400 miljoen kinderen bene-
ZELFS JULIUS CEASAR wist het al.
Al in zijn tijd en hij leefde van 100 tot
44 voor Christus bestempelde hij bier
als een machtige en verheven drank. Het
zou hem achteraf dan ook beslist geen
deugd doen te weten dat in zijn eigen
Rome bier maar met mondjesmaat over
de toonbank gaat, want als bierdrinken
de natie telt Italië nauwelijks mee. Die
laatste wijsheid heb ik van de Engelsman
MichaelJackson, die na moeizaam
zwoegen „The World Guide to Beer”
schreef. Dezer dagen kwam het boek ook
in een Nederlandse bewerking uit. Bij
Spectrum als de Spectrum Bieratlas.
Jackson vertelt er alles over brouwen in,
reist in zijn boek door alle bierlanden
van Europa en behandelt hun bieren
stuk voor stuk. En dat was geen gemak
kelijk karwei. Integendeel. „De moeilijk
heden waren groot”, verzucht hij ach-
teraf
NOU SPREEKT NEDERLAND als
brouwende natie internationaal ook wel
een geducht woordje mee. Heineken
schaart zich met gemak als nummer vier
onder de grootste tien brouwers ter we
reld. Alleen twee Amerikanen, Anheu
ser-Busch en Schlitz en de Japanse brou
werij Kirin produceren meer hectoliters.
En wat het bierdrinken betreft. Daarin
steken onze oosterburen en daarna onze
zuiderburen met kop en schouders boven
iedereen uit. Tijdens de zomermaanden
is dat op onze stranden trouwens ook
duidelijk te zien.
WIJ DOEN HET RUSTIGER aan en
drinken per hoofd 73 liter per jaar. En
daarbij maakt de pils de dienst uit. Want
99 percent van de glazen die gedronken
worden is van dit biertype. De grootste
bierdrinkers in ons land zijn te vinden in
Limburg. Die provincie is dan ook nog
zes eigen brouwerijen rijk. Geen getal
waar onze voorvaderen wakker van zou
den liggen, want in 1923 bestonden alleen
in het arrondisement Maastricht al 192
brouwerijen. Toen al was Brand in Wylre
er een van, maar onder een andere naafn.
DE BROUWERIJ bestond al bijna vijf-
eneenhalve eeuw toen de familie
Brand zich er in 1871 over ontfermde
en Frederik Edmond Brand de
den het bestaansniveau leven, dat voor
een goede ontwikkeling van het kind als
aanvaardbaar moet worden gezien. Op
langere termijn gezien, heeft daarom
hulp aan hen eerst werkelijk zin, wan
neer daarin alle aspecten van kinderzorg
als gezondheid, voeding en scholing wor
den betrokken. Alleen door een harmoni
sche ontwikkeling van het kind mag wor
den gehoopt, dat de nieuwe generatie in
ontwikkelingslanden in staat zal zijn, het
verschil met rijke landen blijvend te ver
kleinen.
Goede medische behandeling en goede
voeding alleen zijn niet voldoende. Het
gaat erom dat aan de „infrastructuur”
rond het kind het nodige wordt gedaan.
Dat moeders in ontwikkelingslanden
zich de letterlijk vitale betekenis van
hygiëne meer bewust gaan worden. Dat
vaders wordt geleerd, hoe met de be
schikbare, doorgaans eenvoudige midde
len, landbouw- en veeteeltmethoden kun
nen worden verbeterd. Die verbetering is
mede noodzakelijk als basis voor een
betere ontwikkeling van het kind.
Hulp van buitenaf is voor het kind
vereist. Hulp, die in allerhande vormen
en door tal van organisaties wordt gebo
den. Aan de onschatbare betekenis daar
van wordt door niemand die verder kijkt
dan de grenzen van zijn eigen land, ge
twijfeld. Want op tal van plaatsen in de
derde wereld heerst een schreeuwend
gebrek aan medicamenten en voedsel,
bestaat dringend behoefte aan artsen en
verpleegsters, ontbreekt zelfs elementai
re kinderzorg. Voor de hand ligt dat met
deze hulp moet worden doorgegaan, zo
lang in een ontwikkelingsland zelf de
mogelijkheden voor het zichzelf helpen
ontbreken. Maar heit probleem, waar
voor kinderzorg in ontwikkelingslanden
zich ziet geplaatst, wordt daarmee niet
tot in de kern bestreden.
ontwikkelingslanden is van meet af aan
een eerste vereiste geweest, wanneer
nieuwe taken werden overwogen.
Zo kon in mei 1975 het ’’Tanzania Ne
therlands Child Welfare Project” worden
opgericht en wordt nu gezocht naar een
derde project-land, wellicht Peru in La
tijns Amerika. In Tanzania gaat het om
de uitvoering van een programma van
geïntegreerde kinderzorg in het district
Kilosa. Dit telt naar schatting ongeveer
230.000 inwoners, waarvan 45.000 kinde
ren beneden de vijf jaar. Bijpa dertig
percent van de pasgeborenen sterft in
het eerste levensjaar. Hoewel het werk
hier nog maar kort aan de gang is, lijken
de vooruitzichten op succes bepaald niet
(Ongunstig. Niet voor niets viel de keus op
Tanzania. Er wordt een vooruitstrevend
nationaal ontwikkelingsbeleid gevolgd
en sociale dienstverlening is er een
krachtig gepropageerd beginsel. Het
werk dat plaatselijke krachten in dienst
van de stichting uitvoeren, richt zich
voornamelijk op de zorg voor kinderen
vanaf de geboorte tot de leeftijd van
zestien jaar. Daarbij wordt verwacht dat
de in de geselecteerde dorpen bereikte
resultaten een sterk uitstralend effect
naar elders zullen hebben. Ook hier
wordt dus de olievlek-methode toege
past. Er worden lagere scholen gebouwd
en kleine klinieken ingericht. Jonge moe
ders krijgen van medisch personeel en
voedingsdeskundigen onderricht in
praktische kinderzorg. In een gemeen
schapscentrum kunnen demonstraties
op het gebied van landbouw, voeding en
dergelijke worden gegeven.
het gehucht Wahlwiller, waar L e r a n g
Savelkoul in een gerestaureerde
boerderij midden in de natuur het ple
zierige restaurant ’t Klauwes heeft geves
tigd. Ook ToonHermansis geregeld
zijn gast, maar dat heeft met vroeger te
maken, toen Lerang en Toon in hun
schooltijd samen op kermissen de men
sen met toneelstukjes vermaakten.
DE BROUWERS VAN BRAND zijn
zelf ook zeer actief in de horeca en bezit
ten ondermeer het zeer bekende restau
rant Neercanne, drager van twee Miche-
linsterren. „Daar kunnen we trots op
zijn, twee sterren heb je niet veel in
Nederland”, zegt Jaminon, „het is voor
ons een paradepaardje, maar ook een
beetje om voeling te houden met wat zich
in zo’n gelegenheid afspeelt. Dan houd je
voeling met de problematiek”.
MAAR OOK DIE problematiek wordt
één dag per jaar in de hoek gezet, wan
neer Wylre in mei z’n eigen bierfeest viert
en alle dorpelingen door Brand van con-
sumptiebonnen worden voorzien, die tot
in de wijde omtrek inwisselbaar zijn. Een
feest waarop de prachtige koperen ketels
in de brouwerij eens extra worden opge
wreven, gastspekers hun keel schrapen
en harmonieën uitrukken. Dan is het
feest in Wylre en wordt alles vergeten,
zelfs de concurrentie. „Want wie voor
onze consumptiebonnen liever iets an
ders dan Brandbier drinkt, mag dat
best”, lacht Mathieu Jaminon en neemt
er nog eentje van eigen merk.
ondertussen met plezier van zijn eigen
brouwsel. Verleden jaar trad hij tot de
directie van de brouwerij toe en was
daarmee de eerste niet-Brand die in de
top van het bedrijf kwam. Met Thijs
Brand, zoon van Guus, is hij adjunct-
directeur. Tot ’n jaar of vier geleden
heeft hij ook nog meegemaakt dat er op
zaterdag gewerkt werd in Wylre. Maar
dan wel op z’n Limburgs, met een uitge
breid ontbijt vooraf en een biertje in het
keldertje na.
EN IN DATZELFDE keldertje vind nu
een mini-tapwedstrijd plaats en nodigde
ik Mathieu Jaminon uit de tapkunsten
van de drie Kennemers te beoordelen.
John van Meurs trok niet voor niets z’n
jasje er bij uit en eindigde met lof. Ook
Jan Hardonk scoorde hoog, maar Pierre
Bloemennota bene van huis uit Lim
burger moest het met een zesje doen.
Kees Steldepol, die Brand in
Noord en Zuid-Holland vertegenwoor
digt had hem graag nog een puntje extra
gegeven, maar dat zal wel commerciële
bijbedoelingen hebben gehad.
STELDEPOL HEEFT horecabedrij
ven en hooguit slijterijen tot zijn werkge
bied, in supermarkten zal je hem niet
aantreffen. „Als we daar aan beginnen
zouden we er binnen een paar jaar in
kunnen slagen de winkelomzet te ver
dubbelen. Maar dan moeten we prijscon-
sessies doen en dat willen we niet”, ver
telde Jaminon beslist.
HIJ TROONDE ons ook nog mee naar
De zuigelingensterfte is er acht- tot
tienmaal zo hoog als in Nederland, de
sterfte onder kinderen van een tot vier
jaar dertigmaal en de sterft onder
kraamvrouwen twintig- tot dertigmaal zo
hoog. Het Indo-Dutch Project for Child
Welfare, zoals het officieel heet, wordt
onder supervisie van de stichting door
deskundigen uit het land zelf geleid.
In het gebied van Chevella zijn kli
nieken voor moeder en kind opgericht,
worden cursussen in hygiëne en voeding
gegeven, worden in vrouwenclubs de
door boeren verbouwde produkten tot
vitamine-rijke voedselpakketjes ver
werkt, jonge vrouwen tot hulp-verpleeg-
kracht en kleuterleidster opgeleid. Dui
zenden jonge kinderen werden in de af
gelopen jaren ingeënt tegen pokken, teta
nus, kinkhoest, tuberculose en andere
veel voorkomende ziekten.
Bepaalde activiteiten van het medisch
team zijn inmiddels overgenomen door
lokaal medisch en paramedisch perso
neel. De belangrijke gift ter gelegenheid
van het zilveren regeringsjubileum in
1974 maakte het mogelijk, ook in een
stadsdeel van Hyderabad aan het werk te
gaan. Hier werd onder meer een massaal
inentings-programma uitgevoerd, wer
den crèches, kleuterscholen en vrouwen
clubs opgericht. Onder jonge analfabe
ten bestaat veel enthousiasme voor de
lessen in lezen, schrijven en rekenen die
op initiatief van de stichting zijn georga
niseerd.
Belangwekkend is ook het experiment
met het opvang- en onderwijscentrum
voor de „ongrijpbare jeugd” van zes tot
twaalf jaar; kinderen die nooit op een
school zijn geweest, omdat ze thuis moe
ten helpen of met straathandel de kost
moeten helpen verdienen. De jeugdclubs
voor de wat oudere jeugd zijn een ander
belangrijk experiment.
De Kennemers tus
sen de enorme ko
peren ketels waar
hun bier „klaar
stoomt".
boek kocht van een Jan PieterHu-
bert l’Ortye, die zelfs nog burge
meester van Wylre was, maar na onmin
met het kerkebestuur over niets meer en
minder dan een toegang tot de kerk zijn
biezen pakte en ook de brouwerij van de
hand deed. En tot vandaag de dag is de
brouwerij aan de familie gebleven. Een
kleinzoon van Frederik Edmond staat nu
aan het hoofd: August Matheus
Thomas Maria, voor collega-brou-
wers en afnemers kortweg Guus.
IN HET BOEK van Jackson komt
Brand er goed af. „Een goed bier”, vindt
de schrijver en zegt over Brand’s speci
aal bier Up 52 dat veel sterker gehopt is
dan in Nederland gebruikelijk is: „Een
individueel karakteristiek bier van het
pilsertype, dat wel „het naar objectieve
maatstaven beste bier van Nederland” is
genoemd”. Een compliment dat goed is
voor heel wat krullende neuzen daar in
dat zuidelijk stukje Nederland.
EN HET MOET GEZEGD, die Up 52
smaakt. Ik proefde hem dezer dagen in
het keldertje van de brouwerij, waar ik
heen was gereisd met drie streekgenoten
die, met een handvol anderen in Kenhe-
merland, het Limburgse gerstenat ook
uit hun tapkraan laten spuiten. En die
drie waren Jan Hardonk, de waard
van het druk bezochte proeflokaal De
Blauwe Druif in de Langè Veerstraat in
Haarlem, zijn bijna-buurman John
van Meurs van restaurant De Co-
ninckshoek in de Koningstraat en
Pierre Bloemen van Kraantje Lek
en Hotel Roozendaal in Overveen.
HAN HARDONK is een goede klant
van Brand en laat zijn beide reisgenoten
wat bieromzet betreft dan ook ver achter
zich. Zoals John van Meurs het zo tref
fend zei: „Wij zijn binnenbrandjes en Jan
is een uitslaande”. Buiten Limburg is
Hardonk een van de grotere Brandtap
pers. En ook Brand’s adjunct-directeur
MathieuJaminon bevestigt dat als
er al een top-tien was, hij daar zeker bij
zou horen. Aanvoerders van zo’n top tien
zouden dan bekende Maastrichtse adres
sen zijn als het Tribunaal, waar je in het
weekeinde door de drukte zelfs niet om
zou vallen wanneer je in diepe slaap
raakt en in de beroemde In den ouden
Voghel Struys.
ZESTIEN JAAR LANG was Jan Har
donk samen met Jan van I J z en
door n te vinden achter de tap van
Het Zwaantje aan de Kinderhuisvest, op
de hoek van de Zijlstraat, voordat hij
drie jaar geleden met zijn blonde vrouw
E 1 verhuisde naar het Proeflokaal. En
daar tappen ze hun dorstige gasten ge
middeld zo’n tweeduizend liter bier per
week. Dat is dan zo de helft van de omzet,
de andere helft gaat er uit aan fris, wijn
en gedistilleerd.
EN DAARMEE verschillen wij dan
weer sterk van de Limburgers. Jaminon:
„Bij ons is de verhouding in de café’s
tussen bier en andere dranken ongeveer
70 tot 30”. Maar niet alleen daarin is er
verschil. In „Holland” wordt zeventig
percent van de bieromzet in flessen ver
kocht, voor huisconsumptie dus, en vindt
dertig percent via de tapkraan zijn weg.
En in Limburg, waar men een stuk snel
ler even de herberg binnen wipt, is die
verhouding weer fifty-fifty.
MATHIEU JAMINON rekent het alle
maal met de losse hand voor en nipt
Het gaat er de stichting dan ook in de
allereerste plaats om dat de bevolking in
staat wordt gesteld, met eigen middelen
zichzelf te helpen. Daarom is gekozen
voor „pilot projects”, een soort
proefboerderij
in-het-groot. Het Nederlandse aandeel in
deze projecten blijft zoveel mogelijk be
perkt tot het stimuleren van plaatselijke
initiatieven, het wegnemen van belem
meringen voor het ontwikkelen daarvan,
het verlenen van materiële hulp waar dat
nodig is, opleiding van personeel en der
gelijk soort zaken.
Het streven is niet gericht op het berei-
DE STICHTING IS AL SINDS 1969
aan het werk in het zogenaamde Chevel
la Block, nabij Hyderabad in India. Dit is
een gebied van bijna duizend vierkante
kilometer met ongeveer 120.000 inwo
ners, waaronder vijftigduizend kinderen.
VOEDSEL VERSTREKKING AAN
kinderen, hoe belangrijk ook, is hulp van
tijdelijke aard. Wanneer hun niet tevens
de ontwikkeling wordt bijgebracht die
hun een kans biedt later voor zichzelf te
kunnen zorgen; wanneer ook de ouders
niet in die ontwikkeling worden betrok
ken, de boeren niet wordt geleerd, hoe
hun produktie te verbeteren, lost het
niets blijvend op. Het bouwen van scho
len heeft weinig zin, wanneer ze leeg
blijven staan omdat de kinderen te zwak
zijn om onderwijs te kunnen volgen, op
het land moeten helpen of in de stad een
handeltje moeten drijven om aan het
gezinsinkomen bij te dragen.
Gezondheidscentra schieten hun doel
grotendeels voorbij, wanneer door ge
brek ahn opleidingsmogelijkheden me-
De tappers bij
een in het kel
dertje. Van
links naar
rechts Jan Har
donk van het
proeflokaal De
Blauwe Druif,
Kees Stelpedol
van Brand,
John van
Meurs van de
Coninckshoek,
Pierre Bloemen
uit
en
-3
VELSEN. In verband met de pen-
sionering van commissaris J. W. van
Buurfen, korpschef van de Velser ge-
I meentepolitie, wordt woensdag 30 no- I
I vember in de Burgerzaal van het stad-
huis van Velsen een afscheidsbijeen-
komst gehouden. De reeptie begint
’s middags om vier uur.
Zoals bekend verlaat commissaris I
I Van Buuren per 1 december de poli-
I tiedienst. Hij wordt gevolgd door de
huidige hoofdinspecteur A. J. Wijn-
stroom.
4
ML v