Poëtische regie van Ger Thijs in sterk stuk van Edward Bond
Blondie spontaan, The Tubes beklemmend
I
Ongebruikelijke dans
van Cary Rick in HOT
Aanpak van Poulenc klinkt braaf;
Halffter aangrijpend noch nieuw
Vlamingen kwaad op
sardonische Brei
I
Twee lang verwachte Amerikaanse groepen maken Nederlands debuut
1
M
Manifestatie Ballet ’77 begonnen
Druk muzikaal weekeinde in Amsterdams Concertgebouw
Paco virtuoos
Sauna
Pollini
Cabaretkleding gestolen
van Vaders Trots
C-concert betreurenswaardig
11
KUNST
19 7 7
NOVEMBER
2 1
MAANDAG
I
CONRAD VAN DE WEETERING.
JOHAN VAN KEMPEN
t
ARNHEM. Het toneelstuk De Gek van de
Engelse schrijver Edward Bond begint met een
scène waarin een groepje dagloners een kerstspel
komt opvoeren onderaan de hoog verheven stoep
van een rijke adellijke familie. De in weelde ba
dende huisgenoten zijn zo welwillend om daar
voor, met het aperitief nog in de hand, even de kou
te trotseren. Voor de spelers geldt als de naar
aalmoes riekende beloning soep en warme punch,
af te halen in de keuken van het buiten. Achterom
lopen, vanzelfsprekend. Treffend schetst Bond
met die scène hoe breed de kloof is tussen de
bezittende klasse en het gewone volk. Het is een
scène die door Charles Dickens bedacht zou kun
nen zijn, compleet met de spanning die ontstaat als
een der boeren „zich even vergeet” en harde woor
den zegt tegen dominee, die zich ook temidden van
de warme luxe van de rijken bevindt.
AMSTERDAM. Ook dit weekeinde was er in het Amsterdamse
Concertgebouw weer heel wat te beleven. Dat begon dan met de
Zaterdagse Vara-matinee, die door het Omroeporkest werd verzorgd.
Na een teleursteUende inzet van het programma vanwege het beneden-
demaatse musiceerpeel in Mozart’s Serenata notturna, KV 239, voor
twee strijkorkesten en pauken, kon men gelukkig de betere kwaliteiten
van dit NOS-ensemble leren kennen in de aansluitend gespeelde
Purcell-variaties, beter bekend als Young Persons Guide to the
Orchestra” van Benjamin Britten.
■iiib
Carol Linssen ontroert in De Gek
I
ele-
nd-
nt.
om-
ie.
ilm-
por-
ma-
>ort-
ters,
(Foto Lex van Rossen)
,ucky
JOHN OOMKES
t
r
Cary Rick is een rijzige figuur, die soms
met minieme gebaren mime brengt maar
meestal toch danst en dat dan volgens de
techniek van de Duitse school die doet
denken aan Mary Wigman en Kurt Jooss
of Harald Kreutzberg, kortom in een stijl
die we vrijwel voor uitgestorven hielden.
Toch blijkt deze expressieve stijl nog
sterk te kunnen boeien wat o.a. mag blij
ken uit het bijzonder warme applaus dat
het niet erg talrijke puliek deze danser aan
het eind van zijn optreden schonk.
Dit is des te meer opvallend omdat de
thema’s die Rick aan de orde stelt in de
danswereld niet tot de dagelijkse kost be
horen. Toverformule, Sodom, Kain, Messi
as en Job mogen al bijzonder heten, nog
ongewoner zijn de beelden uit het Jiddi
sche leven (Sabbath voor zes millioen).
In het eerste deel stelt hij een groot
Cary Rick komt vanavond (maandag)
weer in het HOT en zal in december optre
den in de Blauwe zaal in Utrecht. De
voorstelling duurt nog geen anderhalf uur.
i
i
ri- Carol Linssen
als John Clare in
De Gek van
Edward Bond.
(Foto Wouter van
Heusden)
Zeker, Pollini’s pianospel is af. Zoals in
zulke gewaagde tempi, klassieke en vroeg-
romantische composities werden gerepro
duceerd; dat komt zelden voor. Dat hoorde
het publiek onder andere in Mozarts sona
tes KV 457 en 576 en de Sonates opus 90 en
101 („Hammerklavier”) van Beethoven.
Fenomenaal!
Maar wat de artistieke interpretatie aan
gaat: tamelijk kleurloos met ongemoti
veerd bitse accenten en zonder het trekken
van de vereiste spanningslijnen. Zodat je
iri het gedeelte voor de pauze al snel be
treurde dat alleen Mozart daar het pro
gramma bepaalde. En ook later met Beet
hoven, tot en met de twee „Bagatelle”-
toegiften: weet fantastisch knap en met
grote souplesse, maar vaak zonder zange
righeid en gevoelsintensiteit.
historisch. Maar Bond wil aantonen dat
Clare niet werkelijk gek was, dat de om
standigheden hem zo maakten. De Gek
duurt bij elkaar bijna drieënhalf uur en
tegelijk met het gevoel dat de voorstelling
maar blijft voortduren betrap je je zelf
erop dat deze wel blijft boeien. Dat is een
verdienste van Bond die een sterk aan
sprekende tekst schreef. Maar ik geloof
toch dat de Engelse critici-onderscheiding
te maken heeft met het zo puur Engelse
karakter van het stuk en de knappe profi
lering daarvan door de auteur.
De ritmesectie met Nigel
Harrison op bas en de op
vallend gevarieerd slaande
ek.
m-
18.20
19.00
i per
anse
i Ac-
kor-
Kleu-
19.00
ielin-
vpro-
relijk
22.30
Ger Thijs heeft de boerenbevolking bin
nen Bonds stuk een Limburgs taaltje laten
spreken. Aanvankelijk doet dat gefor
ceerd aan maar naar mate de voorstelling
vordert bewijst het z’n waarde. Trouwens,
een soortgelijke ingreep op het taalge
bruik is ook in de Engelse voorstelling
toegepast, waar het gewone volk east-ang-
lian sprak. In elk geval duidt het sterk op
de afstand tussen de klassen, zoals de
beginscène van het stuk dat doet.
KO VAN LEEUWEN
t.
ieke
su-
:ie.
>rt.
lal.
se-
ur-
Pro-
ipel-
und
iten,
9.45
11 en
ima.
>2.35
srbe-
our-
18.30
uter-
iekse
e se-
20.00
Ac-
pro-
Do-
ucht,
23.55
aantal gevoelens aan de orde; geloof,
angst, extase, eerbied, verwondering maar
ook ijdelheid, eigenliefde en plezier. We
zijn het niet meer gewend daarmee gecon
fronteerd te worden en voelen ons wat
gegeneerd. Toch lijkt één en ander volko
men oprecht. Het deel na de pauze is nog
ongebruikelijker maar wel gemakkelijker
te aanvaarden. Een Joodse jongen, dan
send bij de viering van een feestdag, suf
fend en wegdromend bij de studie, werve
lend als een Derwisch als hij zich overgeeft
aan zijn extatisch geloof, aangrijpend
droef bij het beleven van rouw en verloren
bij het dolen. Dit deel staat in ieder geval
dichter bij ons dan zijn extase voor de
pauze en is daardoor eenvoudiger te her
kennen. De wijze waarop al die gevoelens
en figuren getekend worden met rake ge
baren en uiterst simpele kostuummidde-
len (razendsnelle verkledingen) is overi
gens meesterlijk. Alle muziek lijkt speciaal
voor Cary Rick gecomponeerd, voor het
eerste deel door Miloslaw Kabelac en Mau
rice Chana, voor het tweede deel door
Risto Suurla met gebruikmaking van Jid
dische melodieën.
John Clare zal ook geen volledige literai
re erkenning vinden binnen het culturele
establishment. Hij blijft de oorspronkelij
ke boerendichter die zo prachtig de
schoonheid van het land kan beschrijven.
stri en het rafelige gitaar-
werk van Chris Steinen
Frank the Freak, die on
danks de sauna-achtige
omstandigheden waaron
der het concert met X Of
fender van start ging on
verstoorbaar en met grote
inzet hun werk doen.
Halffter introduceerde eigen werk: „Ele-
gias a la muerte de tres poetas espagno-
les”. Drie klaagliederen op de dood van de
dichters Machado, Hernandez en Garcia
Lorca. Eerder dan klaagzang zou het
woord klacht van toepassing zijn op deze
muziek vol onderbrekingen (generale pau
zes). Het lijkt trouwens wel of de avant-
garde, uit angst voor aansluiting bij het
verleden, soms geen enkele doorgaande
lijn meer durft te gebruiken.
In elk geval was ook het driedelig werk
als geheel, met op den duur tumultueus
verloop en instrumentaal gekrioel even
min aangrijpend als nieuw. Die grauwe
klank met zowel gefluister als daverende
explosies zijn we al heel wat jaren in de
concertzaal gewend, zonder dat die werke
lijk evolueert.
Achteraf gezien beviel
het concert dat Blondie za
terdagavond laat in het
hoofdstedelijke Paradiso
verzorgde eigenlijk beter,
omdat het in het vuur van
de ambiance onverwachte
momenten kon hebben, die
het perfect getimede rader
werk van The Tubes aan
spontaniteit juist ontbeer
de. Maar misschien is dat
bij Blondie het gevolg van
de niet bestudeerde fris
heid die veel new wave
groepen kenmerkt. Debo
rah Harry, wier perfecte ui
terlijk er beslist de reden
van moet zijn geweest dat
Paradiso uit zijn voegen
barstte en dat het huisre-
cord er moeiteloos werd
verbrijzeld, kan beslist
meer dan je van een als
typische etalagepop uit de
jaren zestig opgemaakt
vrouwtje zou verwachten.
ads (hup!, en daar gaat
haar T-shirt aan flarden)
en Kung Fu Girls. Een
groep die alleen maar beter
kan worden, maar dan wat
unisono-momenten tegen
samenklank en polyfonie
moet inruilen.
Hinderlijk is het niet zo
zeer dat zijn veelvuldig lui
druchtige landgenoten tus
sen de nummers van hun
bijval getuigen, maar wel
het boerse gedrag van en
kele aangeschoten Amster
dammers die het geen punt
vinden om te laten zien hoe
thuis zij zijn aan de Costa
Bravo. Gelukkig vormt het
voor De Lucia geen onover
winnelijke tegenslag, want
geconcentreerd weet hij
met zijn minutenlange im
provisaties op volkse the
ma’s en met moderne toon
zettingen en soms jazzy
spel keer op keer de juiste
toon te vinden. Indrukwek
kend.
Bij Theater heeft Ger Thijs met een
zorgvuldig gedetailleerde regie een voor
stelling gemaakt die het vluchtige dat aan
toneel nu eenmaal inherent is doet betreu
ren. Binnen de prachtige decor-aanzetten
van de Engelsman William Dudley (dezelf
de die bij de Londense voorstelling betrok
ken was) en zijn schitterende kostuumbij-
dragen kwam Thijs tot een zeldzaam on-
Nederlandse toneelprestatie, misschien
iets te poëtisch om de kracht van Bonds
tekst voldoende kans te geven. Toegege
ven, er is uithoudingsvermogen voor ver
eist, maar de weloverwogen enscenering,
gekoppeld aan een knap ingehouden ver
tolking van de titelrol door Carol Linssen,
zorgt voor een toneelervaring waarvan de
waarde pas langzaam achteraf bij je gaat
doorsijpelen. Linssen is in de hele voorstel
ling als in ontroerende verwondering aan
wezig. Hij presteert het toch steeds de
geest van John Clare te laten domineren,
terwijl het turbulente tijdsbeeld voorbij
trekt. Bewondering ook voor Bea Meul-
man als zijn vrouw Patty en voor Eric van
der Donk die de kortzichtige bekrompen
heid van de clerus als een nieuwe Pilatus
in de dominee gestalte geeft. Maar het
gehele gezelschap verdient een groot com
pliment voor de inzet waarmee deze gevoe
lige voorstelling tot een homogeen artis
tiek gebeuren gemaakt werd.
Hier kreeg het in vrij geringe getale
opgekomen publiek dan ook een positieve
kijk op Steuart Bedford, die het Omroep
orkest ditmaal leidde. Deze 38-jarige En
gelse dirigent heeft zijn sporen vooral ver
diend op het gebied van de opera. Vanwe
ge de in de Purcell-variaties gelegde ex
pressiviteit, kon je in de oprechte achter
grond van Bedfords ledepop-achtige di-
rectiemanieren wel geloven.
Het meest bijzondere deel van dit VA-
RA-concert volgde eerst na de pauze,
waarbij allereerst Marja Bon de soliste
was in Poulenc’s vrijwel vergeten viool
concert uit 1949. Het is als compositie
onvergelijkbaar veel minder interessant
dan zijn „Concert champêtre”, dat voor
klavecimbel en orkest werd gecompo
neerd, maar dat en met name ook door
Poulenc zelf dikwijls en met succes met
piano is uitgevoerd.
Maar deze halfserieuze muziek, uitslui
tend ter verpozing bedoeld, moet het ook
in de uitvoering hebben van een mentali
teit die aansluit bij de geest van mafheid
en bijtende spot die er door de componist
is ingelegd. Dirigent noch soliste maakten
de indruk, genoeg gevoel voor-dit soort
muzikale humor te hebben om het werk
overtuiging te geven. Bovendien was in
deze wat brave aanpak ook de piano iri
sommige passages haast onhoorbaar, zo
dat de toch op zichzelf zeer vriendelijke
prestaties hun doel misten.
Uitzonderlijk als programmawerk was
de tot besluit gebrachte muziek bij een
pantomime van Jean Cocteau „Les Mariés
de la Tour Eiffel” genaamd en in 1921
gecomponeerd door vijf leden van de (des
tijds door Satie geïnspireerde („Groupe
des Six”. Alhoewel grotendeels onbedui
dend aandoend, doordat deze illustratieve
kunst niet in de juiste context was ge
plaatst (de pantomime verviel hier uiter
aard) kreeg je toch van elke componist, in
goede uitvoering, een duidelijke karakte
ristiek.
Auric, met op een frisse manier bij el
kaar geraapte flauwekul; Milhaud, steeds
uitbundig, bitonaal en met een interessan
te namaakfuga; Poulenc, feestelijk en de
draak stekend met alles; Tailleferre, met
heel slappe schettermuziekjes en Honeg
ger, tenslotte, als de meest suggestieve
sfeerschepper van allemaal.
terd. Zo wordt Clare een mens in eenzaam
heid van zijn kunst, door niemand echt
begrepen. Als hij vier van zijn vrienden,
die wegens rebellie gearresteerd zijn, in de
gevangenis opzoekt, vragen ze hem: „Wat
schrijf je John? Schrijf je over deze bak
hier?” Maar zover is de dichter dan nog
maakt voor het verdedigen van nieuwe
muziek. En die was tenslotte ook aan de
orde op dit C-serieconcert, dat overigens
als manifestatie in die richting nu juist
betreurenswaardig weinig zicht gaf op
nieuwe ontwikkelingen.
Het formidabele succes van Maurizio
Pollini, zondagavond met zijn recital,
eveneens in de grote zaal, zal bij de ken
ners zowel vreugde als irritatie hebben
opgewekt. Vreugde om het enthousiasme
voor een kunstenaar van grote klasse die
muziek van het hoogste niveau brengt. En
irritatie vanwege het feit dat dergelijke
ovationele toejuichingen buiten proportie
zijn, als je dat relateert aan het mindere
succes dat grotere kunstenaars ten deel
valt.
WAT TE DENKEN na de
multi-mediashow die The
Tubes zondagavond (en -
middag) voor een lang van
tevoren uitverkocht Haags
Congresgebouw ten beste
gaven? Visueel attractief
en perfect getimed? Na
tuurlijk, maar dat is hoe
dan ook het minste wat je
kan verwachten "bij een
Amerikaanse vorm van
rock-totaaltheater, waarbij
videosystemen, projecto
ren en projectieschermen,
futuristische belichting en
een knappe dansgroep het
toneel beheersen, als dat
even niet door zanger Fee
Waybill uiterlijk een jon
ge Mulisch wordt bezet.
AMSTERDAM. De cabaretières Sitha
Bolt en Tetske van Ossewaarde, die samen
het cabaret „Vaders trots” vormen, zijn
ernstig gedupeerd door een zondagavond
ontdekte diefstal van hun toneelkleding.
Zij brengen sinds 22 oktober in de Movies
aan de Haarlemmerdijk in Amsterdam
hun programma „Krullen van Jezelf”
waarvan de gestolen kleding een onmis
baar onderdeel is. Ontvreemd zijn een
paar plateauschoenen, speciale laarzen,
twee glitterkostuums en een kamerjas met
een totale waarde van 3000.
De voorstelling van zondagavond is on
danks de diefstal toch doorgegaan. „We
kunnen ons publiek niet teleurstellen. We
zullen vantevoren wel uitleg moeten geven
van de aanpassingen in het programma”,
aldus zakelijk leider R. Wildschut een
kwartier voor de voorstelling.
DEN HAAG. Zondagavond begon in
het HOT-theater de jaarlijks terugkerende
ballet-manifestatie onder de naam Ballet
77 met een optreden van Cary Rick uit
New York. Volgens het HOT-programma
is het de bedoeling van deze manifestatie
een overzicht te geven van wat er zich in
binnen- en buitenland heeft voorgedaan
op balletgebied. Los van het feit dat het
optreden van Cary Rick met ballet en dit
dan opgevat als stijlbegrip, niets te maken
heeft, mogen we zijn solo-dansvertoning
toch wel opvallend noemen.
Waarlijk groots en virtu
oos was het snarenspel dat
de Spaanse wondergitarist
Paco de Lucia zaterdag
nacht in een redelijk bezet
Theater Carré tentoon
spreidde. Vooral na de pau
ze, toen hij af en toe werd
gesecondeerd, bleek hij een
musicus die expressie noch
technisch kunnen om voor
rang laat strijden. Je zou
kunnen zeggen dat alleen
zijn eigen karakter de over
hand krijgt in het vervoe
rend geluid dat hij aan zijn
prachtige instrument
ontlokt.
Clement Burke op drums
heeft voldoende gewicht
om aan Deborah’s op The
Shangri-Las en The Ronet-
tes (jaren ’60) geënte songs
een overtuigingskracht
meegeeft, die het uitzinnige
publiek doet dansen en tel-
icens om meer doet vragen.
Naast vele nieuwe liedjes
van hun nieuwe album dat
in januari uitkomt, overtui
gen vooral Rip her to Shre-
Haar stem klinkt enigs
zins vlak, maar dat is meer
het gevolg van een wat be
studeerde wijze van zingen
dan een werkelijke beper
king, want in het hoog en
bij een groter volume kan
ze er plotsklaps alle agres
sie in leggen die ze maar
wil bereiken, Nochtans
past het precies bij het
overheersende staccato
toetsenspel van James De-
The Tubes bestaan naast
hem uit de gitaristen Bill
Spooner en Roger Steen,
bassist Rick Anderson,
toetsenbespelers Vince
Welnick en Michael Cotten,
zangeres Re Styles en de
slagwerkers Prairie Prince
Zo lag het ook met de veel genuanceer
der in elkaar gestoken partituur van „Er-
denlicht” van de 45-jarige, tot Nederlander
genaturaliseerde Spanjaard Enrique
Raxach. Deze componist spreekt hierin
een 1 Ligeti-achtige taal, die weinig authen
tiek aandoet.
Ook Mauricio Kagel (1931) was op deze
matinee vertegenwoordigd. En wel met
„Variationen ohne Fuge”, waarin op min
of meer knullige wijze Brahms- en Handel-
citaten zijn verwerkt. Alleen in die episode
waar een Brahms-achtige piano solopartij
(vertolkt door Maarten Bon) is geschreven,
bloeit het geheel op en kun je even in Kagel
geloven.
Een ondertoon van bitte
re onvrede valt echter
vooral op in hun show. Ook
The Tubes weten eigenlijk
niet aan te geven hoe de
huidige maatschappij eruit
zou moeten zien. Dat be
grijpelijke manco geeft aan
hun twee uur lange show,
waarin Waybill zich ont
popt als een theaterper
soonlijkheid met overwich-
t, hetzelfde beklemmende
en imponerende aspect als
aan Fritz Langs film Me
tropolis (1924) die ook een
boze toekomstdroom schil
derde. Even stijlvol en uit
zichtloos.
Muzikaal en toneelmatig
kunnen de mensen uit het
vak nog heel wat van deze
rijkeluiszoontjes uit Arizo
na opsteken, al was het
maar omdat zij een show
van twee uur een vaart en
afwisseling weten mee te
geven die die tijd gevoels
matig aanzienlijk terug
brengt en zich bovendien
na afloop slecht laat be
schrijven vanwege de veel
heid aan scènes. Beste ge
deelten zijn Take a Drag
(tegen het roken). It’s not
unusual (Tom Jones paro
die) en Don’t touch me the
re. Dat laatste is een knap
uitgevoerde persiflage op
niet. Later, als die tijd wel gekomen is,
ondervindt Clare bij zijn Londense wel
doeners de terugslag van zijn kritisch ge
stelde gedichten. Lord Radstock zegt hem
dan: „Uw poëzie ondermijnt ’t gezag; de
mensen waarop u in uw gedichten kritiek
uitoefent, zijn de enigen die ze kunnen
lezen.” Een tekst waarmee Bond de schrij
nende machteloosheid van zijn hoofdper
soon uitdrukt.
De dichter Clare eindigt als een geeste
lijk en lichamelijk gebroken mens in een
krankzinnigeninrichting. Het verhaal is
DEN HAAG/AMSTER-
DAM. In november lijkt
alles te moeten gebeuren.
Het afgelopen weekend be
vestigde die indruk alleen
maar en niet alleen vanwe
ge Sadats reis naar Israël.
Het is namelijk sowieso de
drukste concertmaand van
het jaar. Zo maakten twee
lang verwachte Ameri
kaanse rockgroepen - The
Tubes en Blondie - hun Ne
derlands debuut. Daar
naast deden de ovaties die
de Spaanse gitarist Paco
de Lucia zaterdagnacht in
Theater Carré ten deel
vielen het beste hopen voor
diens komende optreden in
de tv-show van aanstaande
vrijdagavond die de actie
Geef voor de natuur zal be
sluiten.
En dan is het toch beslist spijtig je te
moeten realiseren dat een figuur als Al
fred Brendel met een even imponerend
vlekkeloze techniek en een oneindig veel
groter vermogen om die virtuositeit ten
dienste te stellen van de vervoering de
zaal weliswaar ook wel goed gevuld krijgt,
maar toch niet zoals bij Pollini bij wie het
publiek zo ongeveer tot aan de pedalen
reikte.
Saai, saai, saai, dat was de hoofdindruk
van het zondagmiddagconcert in de (mo
derne) C-serie van het Amsterdams Con
certgebouworkest, dat ditmaal voor reke
ning kwam van heh Radio Philharmonisch
Orkest onder leiding van Cristóbal Halff
ter. Toch werd er nog warm geapplaudis
seerd. En als uiting van waardering voor
de uitvoerenden ook op zijn plaats. Een
'-.(stekende dirigent, deze 47-jarige Madri-
leen, met een exactheid die hem geknipt
(Van onze correspondent
in Brussel,
Jan Gerritsen)
BRUSSEL. De Vla
mingen zijn boos op Jac
ques Brei. In zijn lied
„De Flaminganten”
een van de twaalf chan
sons op zijn vorige week
verschenen elpee
neemt de beroemde
Belg, die zich nog gaarne
Vlaming noemt, extre
mistische Vlamingen op
de korrel „die in de oor
logen nazi’s zijn en ka
tholiek er tussenin”. Dat
is veel Vlamingen in het
verkeerde keelgat ge
schoten.
Brei gebruikt krasse
woorden in zijn „Flamin
ganten” (waaronder in
Vlaanderen doorgaans
ijveraars voor de Vlaam
se cultuur wordt ver
staan) „Ge zwalkt onop
houdelijk tussen geweer
en missaal. Ik heb schijt
aan u, heren Flamingan
ten, ge vervuilt Vlaande-
>4- Fee Waybill, in een van zijn persiflerende verschijnin
gen, hier op vele decimetershoge plateauzolen de glitter
rock bespottend.
een erotisch liefdesliedje,
waarbij het cliché prikke
lender werkt dan het origi
neel. Eigenlijk geldt dat
voor het hele optreden van
The Tubes: het wachten is
op een persiflage op
henzelf.
ren, maar Vlaanderen
veroordeelt u. Zelfs de
Noordzee is van Brugge
weggevlucht”. Aan het
slot van zijn chanson
heet het: „Ik verbied u
onze kinderen, die u niets
hebben misdaan, te ver
plichten Vlaams te
blaffen”.
Rika de Backer-van
Ocken, de Belgische mi
nister voor Nederlandse
cultuur zei geërgerd te
zijn door Brels lied „om
dat Flamingant in Vlaan
deren geen belediging is
en de plaat aanknoopt bij
de misverstanden en mis
vattingen die in het bui
tenland over Vlaanderen
bestaan”. Om die reputa
tie geen nieuw voedsel te
geven, diende het Katho
liek Vlaams Studenten
verbond een klacht in te
gen Brei bij de justitie.
Volgens de Vlaamse
studenten is Brels chan
son een belediging voor
het Vlaamse volk en van
de Nederlandse culturele
gemeenschap „in dit land
en in de wereld”. De
bloem van de Vlaamse
jeugd diende ook bij
twee ministërs het ver
zoek in „de Flamingan
ten” voor radio en televi
sie te verbieden en Brei
te vragen zijn excuses
aan te bieden. En dat ter
wijl de kunstenaar zijn
lied besluit met „Ik zing,
vol hart en teken: ik heet
Jacques Brei”.
Een Vlaamse krant
doet het omstreden chan
son af als „kortzichtige
wartaal, onbehouwen ge
steld door een haatdra
gend persoontje”. Een
ander Vlaams blad wijdt
zelfs een hoofdartikel
aan de „jammerlijke
schoonheidsvlek" op de
elpee, waarvan al acht ‘J1
miljoen exemplaren zijn
verkocht. Twee Fransta- Mi
lige kranten tenslotte
wijzen erop dat Brei on
betwistbaar van Vlaan
deren houdt, maar niet
van zekere Vlamingen.
en Mingo Lewis. Vooral de
massamedia worden door
de Tubes belachelijk ge
maakt, het vastgebakken
levenspatroon gekriti
seerd. Dat gebeurt veelal
op een zeer suggestieve ma
nier, zoals in What do you
want from Life? waarin de
tv-quizfan het vel over de
oren wordt gehaald of in
Boy Crazy waarin de holle
glitter van een op plateau
zolen door het leven strom
pelende zanger aan de
kaak wordt gesteld.
De Gek beleefde eind 1975 z’n wereld
première in Royal Court in Londen. Zater
dag gaf toneelgroep Theater er in de
Stadsschouwburg de Nederlandse premiè
re van. Aan het eind van 1976 riepen de
Engelse theatercritici het stuk uit tot het
beste van het jaar. Het speelt zich af op het
Engelse platteland tussen 1815 en 1864.
De opkomst van de industriële revolutie,
tevens een periode waarin het gewone volk
zich keert tegen de bezittende klasse en de
geestelijkheid, daaraan nauw verwant. Te
gen de achtergrond van dat tijdsbeeld be
schrijft Bond fragmentarisch het leven
van John Clare, een man uit de
boerenarbeidersstand. Maar Clare onder
scheidt zich van zijn makkers omdat hij
gedichten maakt. Als kunstenaar wordt
hij korte tijd bewierookt door het culturele
Londen; van de mensen waartussen hij
opgroeide vervreemdt Clare. Door hen Naar zijn latere kritiek wordt niet geluis-
wordt hij niet begrepen, ze vinden hem of
zonderling of een knul met kapsones. Zelfs
Clare’s vrouw, ook van eenvoudige af
komst, begrijpt hem niet en dat levert
weinig positiefs op voor de verstandhou
ding binnen een huwelijk dat toch al op
wankele basis tot stand kwam.
prachtig
te -as