Poëtische regie van Ger Thijs in sterk stuk van Edward Bond Blondie spontaan, The Tubes beklemmend I Ongebruikelijke dans van Cary Rick in HOT Aanpak van Poulenc klinkt braaf; Halffter aangrijpend noch nieuw Vlamingen kwaad op sardonische Brei I Twee lang verwachte Amerikaanse groepen maken Nederlands debuut 1 M Manifestatie Ballet ’77 begonnen Druk muzikaal weekeinde in Amsterdams Concertgebouw Paco virtuoos Sauna Pollini Cabaretkleding gestolen van Vaders Trots C-concert betreurenswaardig 11 KUNST 19 7 7 NOVEMBER 2 1 MAANDAG I CONRAD VAN DE WEETERING. JOHAN VAN KEMPEN t ARNHEM. Het toneelstuk De Gek van de Engelse schrijver Edward Bond begint met een scène waarin een groepje dagloners een kerstspel komt opvoeren onderaan de hoog verheven stoep van een rijke adellijke familie. De in weelde ba dende huisgenoten zijn zo welwillend om daar voor, met het aperitief nog in de hand, even de kou te trotseren. Voor de spelers geldt als de naar aalmoes riekende beloning soep en warme punch, af te halen in de keuken van het buiten. Achterom lopen, vanzelfsprekend. Treffend schetst Bond met die scène hoe breed de kloof is tussen de bezittende klasse en het gewone volk. Het is een scène die door Charles Dickens bedacht zou kun nen zijn, compleet met de spanning die ontstaat als een der boeren „zich even vergeet” en harde woor den zegt tegen dominee, die zich ook temidden van de warme luxe van de rijken bevindt. AMSTERDAM. Ook dit weekeinde was er in het Amsterdamse Concertgebouw weer heel wat te beleven. Dat begon dan met de Zaterdagse Vara-matinee, die door het Omroeporkest werd verzorgd. Na een teleursteUende inzet van het programma vanwege het beneden- demaatse musiceerpeel in Mozart’s Serenata notturna, KV 239, voor twee strijkorkesten en pauken, kon men gelukkig de betere kwaliteiten van dit NOS-ensemble leren kennen in de aansluitend gespeelde Purcell-variaties, beter bekend als Young Persons Guide to the Orchestra” van Benjamin Britten. ■iiib Carol Linssen ontroert in De Gek I ele- nd- nt. om- ie. ilm- por- ma- >ort- ters, (Foto Lex van Rossen) ,ucky JOHN OOMKES t r Cary Rick is een rijzige figuur, die soms met minieme gebaren mime brengt maar meestal toch danst en dat dan volgens de techniek van de Duitse school die doet denken aan Mary Wigman en Kurt Jooss of Harald Kreutzberg, kortom in een stijl die we vrijwel voor uitgestorven hielden. Toch blijkt deze expressieve stijl nog sterk te kunnen boeien wat o.a. mag blij ken uit het bijzonder warme applaus dat het niet erg talrijke puliek deze danser aan het eind van zijn optreden schonk. Dit is des te meer opvallend omdat de thema’s die Rick aan de orde stelt in de danswereld niet tot de dagelijkse kost be horen. Toverformule, Sodom, Kain, Messi as en Job mogen al bijzonder heten, nog ongewoner zijn de beelden uit het Jiddi sche leven (Sabbath voor zes millioen). In het eerste deel stelt hij een groot Cary Rick komt vanavond (maandag) weer in het HOT en zal in december optre den in de Blauwe zaal in Utrecht. De voorstelling duurt nog geen anderhalf uur. i i ri- Carol Linssen als John Clare in De Gek van Edward Bond. (Foto Wouter van Heusden) Zeker, Pollini’s pianospel is af. Zoals in zulke gewaagde tempi, klassieke en vroeg- romantische composities werden gerepro duceerd; dat komt zelden voor. Dat hoorde het publiek onder andere in Mozarts sona tes KV 457 en 576 en de Sonates opus 90 en 101 („Hammerklavier”) van Beethoven. Fenomenaal! Maar wat de artistieke interpretatie aan gaat: tamelijk kleurloos met ongemoti veerd bitse accenten en zonder het trekken van de vereiste spanningslijnen. Zodat je iri het gedeelte voor de pauze al snel be treurde dat alleen Mozart daar het pro gramma bepaalde. En ook later met Beet hoven, tot en met de twee „Bagatelle”- toegiften: weet fantastisch knap en met grote souplesse, maar vaak zonder zange righeid en gevoelsintensiteit. historisch. Maar Bond wil aantonen dat Clare niet werkelijk gek was, dat de om standigheden hem zo maakten. De Gek duurt bij elkaar bijna drieënhalf uur en tegelijk met het gevoel dat de voorstelling maar blijft voortduren betrap je je zelf erop dat deze wel blijft boeien. Dat is een verdienste van Bond die een sterk aan sprekende tekst schreef. Maar ik geloof toch dat de Engelse critici-onderscheiding te maken heeft met het zo puur Engelse karakter van het stuk en de knappe profi lering daarvan door de auteur. De ritmesectie met Nigel Harrison op bas en de op vallend gevarieerd slaande ek. m- 18.20 19.00 i per anse i Ac- kor- Kleu- 19.00 ielin- vpro- relijk 22.30 Ger Thijs heeft de boerenbevolking bin nen Bonds stuk een Limburgs taaltje laten spreken. Aanvankelijk doet dat gefor ceerd aan maar naar mate de voorstelling vordert bewijst het z’n waarde. Trouwens, een soortgelijke ingreep op het taalge bruik is ook in de Engelse voorstelling toegepast, waar het gewone volk east-ang- lian sprak. In elk geval duidt het sterk op de afstand tussen de klassen, zoals de beginscène van het stuk dat doet. KO VAN LEEUWEN t. ieke su- :ie. >rt. lal. se- ur- Pro- ipel- und iten, 9.45 11 en ima. >2.35 srbe- our- 18.30 uter- iekse e se- 20.00 Ac- pro- Do- ucht, 23.55 aantal gevoelens aan de orde; geloof, angst, extase, eerbied, verwondering maar ook ijdelheid, eigenliefde en plezier. We zijn het niet meer gewend daarmee gecon fronteerd te worden en voelen ons wat gegeneerd. Toch lijkt één en ander volko men oprecht. Het deel na de pauze is nog ongebruikelijker maar wel gemakkelijker te aanvaarden. Een Joodse jongen, dan send bij de viering van een feestdag, suf fend en wegdromend bij de studie, werve lend als een Derwisch als hij zich overgeeft aan zijn extatisch geloof, aangrijpend droef bij het beleven van rouw en verloren bij het dolen. Dit deel staat in ieder geval dichter bij ons dan zijn extase voor de pauze en is daardoor eenvoudiger te her kennen. De wijze waarop al die gevoelens en figuren getekend worden met rake ge baren en uiterst simpele kostuummidde- len (razendsnelle verkledingen) is overi gens meesterlijk. Alle muziek lijkt speciaal voor Cary Rick gecomponeerd, voor het eerste deel door Miloslaw Kabelac en Mau rice Chana, voor het tweede deel door Risto Suurla met gebruikmaking van Jid dische melodieën. John Clare zal ook geen volledige literai re erkenning vinden binnen het culturele establishment. Hij blijft de oorspronkelij ke boerendichter die zo prachtig de schoonheid van het land kan beschrijven. stri en het rafelige gitaar- werk van Chris Steinen Frank the Freak, die on danks de sauna-achtige omstandigheden waaron der het concert met X Of fender van start ging on verstoorbaar en met grote inzet hun werk doen. Halffter introduceerde eigen werk: „Ele- gias a la muerte de tres poetas espagno- les”. Drie klaagliederen op de dood van de dichters Machado, Hernandez en Garcia Lorca. Eerder dan klaagzang zou het woord klacht van toepassing zijn op deze muziek vol onderbrekingen (generale pau zes). Het lijkt trouwens wel of de avant- garde, uit angst voor aansluiting bij het verleden, soms geen enkele doorgaande lijn meer durft te gebruiken. In elk geval was ook het driedelig werk als geheel, met op den duur tumultueus verloop en instrumentaal gekrioel even min aangrijpend als nieuw. Die grauwe klank met zowel gefluister als daverende explosies zijn we al heel wat jaren in de concertzaal gewend, zonder dat die werke lijk evolueert. Achteraf gezien beviel het concert dat Blondie za terdagavond laat in het hoofdstedelijke Paradiso verzorgde eigenlijk beter, omdat het in het vuur van de ambiance onverwachte momenten kon hebben, die het perfect getimede rader werk van The Tubes aan spontaniteit juist ontbeer de. Maar misschien is dat bij Blondie het gevolg van de niet bestudeerde fris heid die veel new wave groepen kenmerkt. Debo rah Harry, wier perfecte ui terlijk er beslist de reden van moet zijn geweest dat Paradiso uit zijn voegen barstte en dat het huisre- cord er moeiteloos werd verbrijzeld, kan beslist meer dan je van een als typische etalagepop uit de jaren zestig opgemaakt vrouwtje zou verwachten. ads (hup!, en daar gaat haar T-shirt aan flarden) en Kung Fu Girls. Een groep die alleen maar beter kan worden, maar dan wat unisono-momenten tegen samenklank en polyfonie moet inruilen. Hinderlijk is het niet zo zeer dat zijn veelvuldig lui druchtige landgenoten tus sen de nummers van hun bijval getuigen, maar wel het boerse gedrag van en kele aangeschoten Amster dammers die het geen punt vinden om te laten zien hoe thuis zij zijn aan de Costa Bravo. Gelukkig vormt het voor De Lucia geen onover winnelijke tegenslag, want geconcentreerd weet hij met zijn minutenlange im provisaties op volkse the ma’s en met moderne toon zettingen en soms jazzy spel keer op keer de juiste toon te vinden. Indrukwek kend. Bij Theater heeft Ger Thijs met een zorgvuldig gedetailleerde regie een voor stelling gemaakt die het vluchtige dat aan toneel nu eenmaal inherent is doet betreu ren. Binnen de prachtige decor-aanzetten van de Engelsman William Dudley (dezelf de die bij de Londense voorstelling betrok ken was) en zijn schitterende kostuumbij- dragen kwam Thijs tot een zeldzaam on- Nederlandse toneelprestatie, misschien iets te poëtisch om de kracht van Bonds tekst voldoende kans te geven. Toegege ven, er is uithoudingsvermogen voor ver eist, maar de weloverwogen enscenering, gekoppeld aan een knap ingehouden ver tolking van de titelrol door Carol Linssen, zorgt voor een toneelervaring waarvan de waarde pas langzaam achteraf bij je gaat doorsijpelen. Linssen is in de hele voorstel ling als in ontroerende verwondering aan wezig. Hij presteert het toch steeds de geest van John Clare te laten domineren, terwijl het turbulente tijdsbeeld voorbij trekt. Bewondering ook voor Bea Meul- man als zijn vrouw Patty en voor Eric van der Donk die de kortzichtige bekrompen heid van de clerus als een nieuwe Pilatus in de dominee gestalte geeft. Maar het gehele gezelschap verdient een groot com pliment voor de inzet waarmee deze gevoe lige voorstelling tot een homogeen artis tiek gebeuren gemaakt werd. Hier kreeg het in vrij geringe getale opgekomen publiek dan ook een positieve kijk op Steuart Bedford, die het Omroep orkest ditmaal leidde. Deze 38-jarige En gelse dirigent heeft zijn sporen vooral ver diend op het gebied van de opera. Vanwe ge de in de Purcell-variaties gelegde ex pressiviteit, kon je in de oprechte achter grond van Bedfords ledepop-achtige di- rectiemanieren wel geloven. Het meest bijzondere deel van dit VA- RA-concert volgde eerst na de pauze, waarbij allereerst Marja Bon de soliste was in Poulenc’s vrijwel vergeten viool concert uit 1949. Het is als compositie onvergelijkbaar veel minder interessant dan zijn „Concert champêtre”, dat voor klavecimbel en orkest werd gecompo neerd, maar dat en met name ook door Poulenc zelf dikwijls en met succes met piano is uitgevoerd. Maar deze halfserieuze muziek, uitslui tend ter verpozing bedoeld, moet het ook in de uitvoering hebben van een mentali teit die aansluit bij de geest van mafheid en bijtende spot die er door de componist is ingelegd. Dirigent noch soliste maakten de indruk, genoeg gevoel voor-dit soort muzikale humor te hebben om het werk overtuiging te geven. Bovendien was in deze wat brave aanpak ook de piano iri sommige passages haast onhoorbaar, zo dat de toch op zichzelf zeer vriendelijke prestaties hun doel misten. Uitzonderlijk als programmawerk was de tot besluit gebrachte muziek bij een pantomime van Jean Cocteau „Les Mariés de la Tour Eiffel” genaamd en in 1921 gecomponeerd door vijf leden van de (des tijds door Satie geïnspireerde („Groupe des Six”. Alhoewel grotendeels onbedui dend aandoend, doordat deze illustratieve kunst niet in de juiste context was ge plaatst (de pantomime verviel hier uiter aard) kreeg je toch van elke componist, in goede uitvoering, een duidelijke karakte ristiek. Auric, met op een frisse manier bij el kaar geraapte flauwekul; Milhaud, steeds uitbundig, bitonaal en met een interessan te namaakfuga; Poulenc, feestelijk en de draak stekend met alles; Tailleferre, met heel slappe schettermuziekjes en Honeg ger, tenslotte, als de meest suggestieve sfeerschepper van allemaal. terd. Zo wordt Clare een mens in eenzaam heid van zijn kunst, door niemand echt begrepen. Als hij vier van zijn vrienden, die wegens rebellie gearresteerd zijn, in de gevangenis opzoekt, vragen ze hem: „Wat schrijf je John? Schrijf je over deze bak hier?” Maar zover is de dichter dan nog maakt voor het verdedigen van nieuwe muziek. En die was tenslotte ook aan de orde op dit C-serieconcert, dat overigens als manifestatie in die richting nu juist betreurenswaardig weinig zicht gaf op nieuwe ontwikkelingen. Het formidabele succes van Maurizio Pollini, zondagavond met zijn recital, eveneens in de grote zaal, zal bij de ken ners zowel vreugde als irritatie hebben opgewekt. Vreugde om het enthousiasme voor een kunstenaar van grote klasse die muziek van het hoogste niveau brengt. En irritatie vanwege het feit dat dergelijke ovationele toejuichingen buiten proportie zijn, als je dat relateert aan het mindere succes dat grotere kunstenaars ten deel valt. WAT TE DENKEN na de multi-mediashow die The Tubes zondagavond (en - middag) voor een lang van tevoren uitverkocht Haags Congresgebouw ten beste gaven? Visueel attractief en perfect getimed? Na tuurlijk, maar dat is hoe dan ook het minste wat je kan verwachten "bij een Amerikaanse vorm van rock-totaaltheater, waarbij videosystemen, projecto ren en projectieschermen, futuristische belichting en een knappe dansgroep het toneel beheersen, als dat even niet door zanger Fee Waybill uiterlijk een jon ge Mulisch wordt bezet. AMSTERDAM. De cabaretières Sitha Bolt en Tetske van Ossewaarde, die samen het cabaret „Vaders trots” vormen, zijn ernstig gedupeerd door een zondagavond ontdekte diefstal van hun toneelkleding. Zij brengen sinds 22 oktober in de Movies aan de Haarlemmerdijk in Amsterdam hun programma „Krullen van Jezelf” waarvan de gestolen kleding een onmis baar onderdeel is. Ontvreemd zijn een paar plateauschoenen, speciale laarzen, twee glitterkostuums en een kamerjas met een totale waarde van 3000. De voorstelling van zondagavond is on danks de diefstal toch doorgegaan. „We kunnen ons publiek niet teleurstellen. We zullen vantevoren wel uitleg moeten geven van de aanpassingen in het programma”, aldus zakelijk leider R. Wildschut een kwartier voor de voorstelling. DEN HAAG. Zondagavond begon in het HOT-theater de jaarlijks terugkerende ballet-manifestatie onder de naam Ballet 77 met een optreden van Cary Rick uit New York. Volgens het HOT-programma is het de bedoeling van deze manifestatie een overzicht te geven van wat er zich in binnen- en buitenland heeft voorgedaan op balletgebied. Los van het feit dat het optreden van Cary Rick met ballet en dit dan opgevat als stijlbegrip, niets te maken heeft, mogen we zijn solo-dansvertoning toch wel opvallend noemen. Waarlijk groots en virtu oos was het snarenspel dat de Spaanse wondergitarist Paco de Lucia zaterdag nacht in een redelijk bezet Theater Carré tentoon spreidde. Vooral na de pau ze, toen hij af en toe werd gesecondeerd, bleek hij een musicus die expressie noch technisch kunnen om voor rang laat strijden. Je zou kunnen zeggen dat alleen zijn eigen karakter de over hand krijgt in het vervoe rend geluid dat hij aan zijn prachtige instrument ontlokt. Clement Burke op drums heeft voldoende gewicht om aan Deborah’s op The Shangri-Las en The Ronet- tes (jaren ’60) geënte songs een overtuigingskracht meegeeft, die het uitzinnige publiek doet dansen en tel- icens om meer doet vragen. Naast vele nieuwe liedjes van hun nieuwe album dat in januari uitkomt, overtui gen vooral Rip her to Shre- Haar stem klinkt enigs zins vlak, maar dat is meer het gevolg van een wat be studeerde wijze van zingen dan een werkelijke beper king, want in het hoog en bij een groter volume kan ze er plotsklaps alle agres sie in leggen die ze maar wil bereiken, Nochtans past het precies bij het overheersende staccato toetsenspel van James De- The Tubes bestaan naast hem uit de gitaristen Bill Spooner en Roger Steen, bassist Rick Anderson, toetsenbespelers Vince Welnick en Michael Cotten, zangeres Re Styles en de slagwerkers Prairie Prince Zo lag het ook met de veel genuanceer der in elkaar gestoken partituur van „Er- denlicht” van de 45-jarige, tot Nederlander genaturaliseerde Spanjaard Enrique Raxach. Deze componist spreekt hierin een 1 Ligeti-achtige taal, die weinig authen tiek aandoet. Ook Mauricio Kagel (1931) was op deze matinee vertegenwoordigd. En wel met „Variationen ohne Fuge”, waarin op min of meer knullige wijze Brahms- en Handel- citaten zijn verwerkt. Alleen in die episode waar een Brahms-achtige piano solopartij (vertolkt door Maarten Bon) is geschreven, bloeit het geheel op en kun je even in Kagel geloven. Een ondertoon van bitte re onvrede valt echter vooral op in hun show. Ook The Tubes weten eigenlijk niet aan te geven hoe de huidige maatschappij eruit zou moeten zien. Dat be grijpelijke manco geeft aan hun twee uur lange show, waarin Waybill zich ont popt als een theaterper soonlijkheid met overwich- t, hetzelfde beklemmende en imponerende aspect als aan Fritz Langs film Me tropolis (1924) die ook een boze toekomstdroom schil derde. Even stijlvol en uit zichtloos. Muzikaal en toneelmatig kunnen de mensen uit het vak nog heel wat van deze rijkeluiszoontjes uit Arizo na opsteken, al was het maar omdat zij een show van twee uur een vaart en afwisseling weten mee te geven die die tijd gevoels matig aanzienlijk terug brengt en zich bovendien na afloop slecht laat be schrijven vanwege de veel heid aan scènes. Beste ge deelten zijn Take a Drag (tegen het roken). It’s not unusual (Tom Jones paro die) en Don’t touch me the re. Dat laatste is een knap uitgevoerde persiflage op niet. Later, als die tijd wel gekomen is, ondervindt Clare bij zijn Londense wel doeners de terugslag van zijn kritisch ge stelde gedichten. Lord Radstock zegt hem dan: „Uw poëzie ondermijnt ’t gezag; de mensen waarop u in uw gedichten kritiek uitoefent, zijn de enigen die ze kunnen lezen.” Een tekst waarmee Bond de schrij nende machteloosheid van zijn hoofdper soon uitdrukt. De dichter Clare eindigt als een geeste lijk en lichamelijk gebroken mens in een krankzinnigeninrichting. Het verhaal is DEN HAAG/AMSTER- DAM. In november lijkt alles te moeten gebeuren. Het afgelopen weekend be vestigde die indruk alleen maar en niet alleen vanwe ge Sadats reis naar Israël. Het is namelijk sowieso de drukste concertmaand van het jaar. Zo maakten twee lang verwachte Ameri kaanse rockgroepen - The Tubes en Blondie - hun Ne derlands debuut. Daar naast deden de ovaties die de Spaanse gitarist Paco de Lucia zaterdagnacht in Theater Carré ten deel vielen het beste hopen voor diens komende optreden in de tv-show van aanstaande vrijdagavond die de actie Geef voor de natuur zal be sluiten. En dan is het toch beslist spijtig je te moeten realiseren dat een figuur als Al fred Brendel met een even imponerend vlekkeloze techniek en een oneindig veel groter vermogen om die virtuositeit ten dienste te stellen van de vervoering de zaal weliswaar ook wel goed gevuld krijgt, maar toch niet zoals bij Pollini bij wie het publiek zo ongeveer tot aan de pedalen reikte. Saai, saai, saai, dat was de hoofdindruk van het zondagmiddagconcert in de (mo derne) C-serie van het Amsterdams Con certgebouworkest, dat ditmaal voor reke ning kwam van heh Radio Philharmonisch Orkest onder leiding van Cristóbal Halff ter. Toch werd er nog warm geapplaudis seerd. En als uiting van waardering voor de uitvoerenden ook op zijn plaats. Een '-.(stekende dirigent, deze 47-jarige Madri- leen, met een exactheid die hem geknipt (Van onze correspondent in Brussel, Jan Gerritsen) BRUSSEL. De Vla mingen zijn boos op Jac ques Brei. In zijn lied „De Flaminganten” een van de twaalf chan sons op zijn vorige week verschenen elpee neemt de beroemde Belg, die zich nog gaarne Vlaming noemt, extre mistische Vlamingen op de korrel „die in de oor logen nazi’s zijn en ka tholiek er tussenin”. Dat is veel Vlamingen in het verkeerde keelgat ge schoten. Brei gebruikt krasse woorden in zijn „Flamin ganten” (waaronder in Vlaanderen doorgaans ijveraars voor de Vlaam se cultuur wordt ver staan) „Ge zwalkt onop houdelijk tussen geweer en missaal. Ik heb schijt aan u, heren Flamingan ten, ge vervuilt Vlaande- >4- Fee Waybill, in een van zijn persiflerende verschijnin gen, hier op vele decimetershoge plateauzolen de glitter rock bespottend. een erotisch liefdesliedje, waarbij het cliché prikke lender werkt dan het origi neel. Eigenlijk geldt dat voor het hele optreden van The Tubes: het wachten is op een persiflage op henzelf. ren, maar Vlaanderen veroordeelt u. Zelfs de Noordzee is van Brugge weggevlucht”. Aan het slot van zijn chanson heet het: „Ik verbied u onze kinderen, die u niets hebben misdaan, te ver plichten Vlaams te blaffen”. Rika de Backer-van Ocken, de Belgische mi nister voor Nederlandse cultuur zei geërgerd te zijn door Brels lied „om dat Flamingant in Vlaan deren geen belediging is en de plaat aanknoopt bij de misverstanden en mis vattingen die in het bui tenland over Vlaanderen bestaan”. Om die reputa tie geen nieuw voedsel te geven, diende het Katho liek Vlaams Studenten verbond een klacht in te gen Brei bij de justitie. Volgens de Vlaamse studenten is Brels chan son een belediging voor het Vlaamse volk en van de Nederlandse culturele gemeenschap „in dit land en in de wereld”. De bloem van de Vlaamse jeugd diende ook bij twee ministërs het ver zoek in „de Flamingan ten” voor radio en televi sie te verbieden en Brei te vragen zijn excuses aan te bieden. En dat ter wijl de kunstenaar zijn lied besluit met „Ik zing, vol hart en teken: ik heet Jacques Brei”. Een Vlaamse krant doet het omstreden chan son af als „kortzichtige wartaal, onbehouwen ge steld door een haatdra gend persoontje”. Een ander Vlaams blad wijdt zelfs een hoofdartikel aan de „jammerlijke schoonheidsvlek" op de elpee, waarvan al acht ‘J1 miljoen exemplaren zijn verkocht. Twee Fransta- Mi lige kranten tenslotte wijzen erop dat Brei on betwistbaar van Vlaan deren houdt, maar niet van zekere Vlamingen. en Mingo Lewis. Vooral de massamedia worden door de Tubes belachelijk ge maakt, het vastgebakken levenspatroon gekriti seerd. Dat gebeurt veelal op een zeer suggestieve ma nier, zoals in What do you want from Life? waarin de tv-quizfan het vel over de oren wordt gehaald of in Boy Crazy waarin de holle glitter van een op plateau zolen door het leven strom pelende zanger aan de kaak wordt gesteld. De Gek beleefde eind 1975 z’n wereld première in Royal Court in Londen. Zater dag gaf toneelgroep Theater er in de Stadsschouwburg de Nederlandse premiè re van. Aan het eind van 1976 riepen de Engelse theatercritici het stuk uit tot het beste van het jaar. Het speelt zich af op het Engelse platteland tussen 1815 en 1864. De opkomst van de industriële revolutie, tevens een periode waarin het gewone volk zich keert tegen de bezittende klasse en de geestelijkheid, daaraan nauw verwant. Te gen de achtergrond van dat tijdsbeeld be schrijft Bond fragmentarisch het leven van John Clare, een man uit de boerenarbeidersstand. Maar Clare onder scheidt zich van zijn makkers omdat hij gedichten maakt. Als kunstenaar wordt hij korte tijd bewierookt door het culturele Londen; van de mensen waartussen hij opgroeide vervreemdt Clare. Door hen Naar zijn latere kritiek wordt niet geluis- wordt hij niet begrepen, ze vinden hem of zonderling of een knul met kapsones. Zelfs Clare’s vrouw, ook van eenvoudige af komst, begrijpt hem niet en dat levert weinig positiefs op voor de verstandhou ding binnen een huwelijk dat toch al op wankele basis tot stand kwam. prachtig te -as

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 11