EIGEN SOORT
DEMOCRATIE
Bedelaars
even weg
'MHi
II
Verschillen tussen uitbuiters
én uitgebuitenen niet verkleind
I
N
„PAPIER VULT GEEN HONGERIGE MAGEN”
tw®
G
door Gijs Wanders
Dichter-filosoof
Wantrouwen
dg1
MAURETANIE
-BATHURST®
i
I
L7
Jllkuiljsdjej
1
Xciki/i x
PORT. GUINEA^
2L
^MALI
IjoerbeU*
j|
<1
m
K
Podor
Dogona
Loega
Linguère
Republiek Senegal leeft bij
Bokel'
Thiès
Koolock
Tambocoenda
.Ziguinchor
5
GUINEA
o
200
Km
1
4
Wat is er met de spoorloze menigte
gebeurd? „De mensen zijn naar de Medina
(een puur Afrikaanse woonwijk van Dakar)
getrokken. De politie heeft hen niet op
transport gezet, maar gewoon gezegd dat
ze opgepakt zullen worden als ze niet op
tijd uit het centrum verdwenen zijn. Ze
mogen weer terugkomen als uw koningin
vertrokken is".
Maar hoe moeten ze leven wanneer de
meeste mensen in de Medina te weinig
geld hebben om hen een aalmoes te ge
ven? De taxichauffeur: „Ja dat zou ik
ook niet weten".
De Senegalese president Senghor wil de geschiedenis ingaan als
een man die Afrika heeft geleerd hoe een democratie er uitziet. Voor
wat zijn eigen land betreft, heeft hij bepaald dat er drie grote partijen
mogen zijn. De 71 -jarige Senghor plakte zijn eigen Union Progres-
siste Sénégalalse (UPS) het etiket „soclallstlsch-democratisch" op,
en bepaalde tevens het politieke gezicht van de twee resterende
partijen. Ongevraagd werd de Parti Démocratlque Sénégalais als
„Liberaal-democratlsch" betiteld en werd de Parti Africain de
l'lndépendance „marxlstisch-lenlnistlsch” genoemd.
Maar het is een wassen neus, want de programma's van de drie
verschillen niet veel en In Senegal Is het nog altijd zo, dat niet de
ideologie, maar de bezieling van de leider wint. Senghor, die al vanaf
de eerste onafhankelijkheidsdag (1960) regeert, hoopt op deze
manier de oppositie te kunnen controleren en onwettige acties
onmogelijk te maken. Het volgend jaar zijn er verkiezingen in
Senegal. President Senghor heeft publiekelijk nooit over aftreden
gesproken, dus wordt ervan uitgegaan dat hij voor de vierde maal
herkozen zal worden. Een „correctie” in de grondwet heeft dit
mogelijk gemaakt.
Het zou onjuist zijn alleen Senghor en
zijn opmerkelijk omvangrijk ambtenaren
korps hiervan de schuld te geven. Want
zonder geld kan geen mens iets beginnen.
Het ontbreekt Senegal aan kapitaal om de
landbouw te injecteren, zodat er minder
voedsel ingevoerd hoeft te worden. Er zijn
te weinig deviezen om een behoorlijke
eigen industrie op poten te zetten.
Alle hoop is gericht op buitenlandse on
dernemingen, maar deze tonen weinig in-
vesteringslust als het om voor Senegal zelf
interessante projecten gaat. Handel en
ontwikkelingshulp zijn immers niet syno
niem. Het land beschikt nauwelijks over
geschoold kader en het volk heeft te wei
nig inkomen om een goede afzetmarkt te
garanderen. Dus blijven privé-initiatieven,
ondanks alle denkbare belastingsfacilitei-
ten, vrijwel uit.
Senegal heeft doodgewoon pech. Toen
het land onafhankelijk werd, dacht het
eindelijk zelf wat aan de aardnoten te
kunnen verdienen. Maar het noodlot sloeg
aan twee kanten toe de droogte vernietig
de een groot deel van de oogst en op de
wereldmarkt duikelde de prijs plotseling
een flink eind naar beneden. Om de scha
de te beperken werd geprobeerd de pinda-
cultuur voor een deel te vervangen door
katoen. Het leverde weinig op, want de
concurrentie door synthetische materialen
uit het Westen bleek eenvoudig te sterk
Het Senegalese platteland deprimeert.
Bij het zien van de verschroeide aarde
moest ik denken aan wat ik eens gelezen
had: Voor de Sahellanden (en Senegal
behoort hiertoe) is er maar één oplossing:
een massale evacuatie van de bevolking
En toch is dat niet juist. Een project even
ten noorden van Dakar toont dat aan.
fll
1 I
I
Niettemin houdt hun eigen president,
Léopold Sédar Senghor, er aardige ideeën
op na. Deze dichter-filosoof, die door het
Amerikaanse tijdschrift Time ooit eens als
een van Afrika's intelligentste leiders is
afgeschilderd, wil de traditionele Afri
kaanse gebruiken, die door de Franse ko
lonisten systematisch waren afgebroken,
herontdekken en opnieuw opbouwen De
„Négritude” heet deze levensleer, die moet
Het wordt, naarmate het koninklijk be
zoek uit Nederland dichterbij komt, met de
dag rustiger in de Straten van Dakar. Be
delaars, blinden en kreupele mensen zijn
minder talrijk dan een paar dagen geleden
In het centrum van de Senegalese hoofd
stad zie ik ze niet meer op de hoeken van
de straten en 's nachts zijn de portieken
en parken vrijwel leeg.
Si -Louis?
DAKAR—?
"_Ruhsque\
afrekenen met de waan dat zwarte mensen
alleen maar volwaardig zijn wanneer ze
zich als blanken gedragen. Politiek zou er
een Afrikaans socialisme uit geboren moe
ten worden.
„Maar”, zeggen zijn critici, die in tegen
stelling tot veel Afrikaanse landen een
redelijke vrijheid van meningsuiting heb
ben), „wat er op papier veelbelovend uit
ziet, heeft tot dusver geen hongerige ma
gen kunnen vullen Senghor mag dan een
wijs man zijn, hij is geen Mao, die zijn land
in betrekkelijk korte tijd uit de put heeft
weten te helpen. De verschillen tussen
uitbuiters en uitgebuitenen zijn niet klei
ner geworden. De puur intellectuele theo
rie heeft gefaald”.
In Senegal is het leger van ontheemden
erg groot. Hun opeenhoping in bijvoor
beeld de hoofdstad Dakar verbleekt elk
poëtisch werk van president Senghor. Da
kar is een magneet voor inlanders, die de
eenzame wildernis voor altijd hebben ver
laten en die hopen en wachten op zoiets als
een toekomst. Te midden van in vuilnisbel
ten wroetende geiten en rottende kadavers
van honden. Verpakt in stank en ellende.
Werk is er niet, dus wordt het een kwestie
van behelpen,
De lange rijen krotten worden hier en
daar onderbroken door een bomengroep
of een met afval bepleisterde zandstraat,
waar zwarte kinderen nog enthousiast spe
len, omdat ze niet beter weten. Tegen el
kaar aanleunende huisjes zijn opgetrok
ken uit samengeraapte rotzooi: golfplaat,
blik, hout van slechte kwaliteit en auto-
deuren.
Een Senegalese jongen stelt me voor aan
zijn vader, moeder en vijftien broertjes en
zusjes. Het wordt dringen in de hut, want
tussen de twee bedden en een stokoude
koelkast is weinig ruimte. In het ene bed,
zo wordt mij uitgelegd, slapen vier man, in
het andere drie en de rest ligt op de grond
Het moet een gezin van ware acrobaten
zijn
De wanden zijn gedecoreerd met spleten
en met affiches van Julien Clerq, Brigitte
Bardot en andere persoonlijkheden die het
Op mijn vraag of de politie misschien
met een grote schoonmaakbeurt bezig is,
antwoordt een taxichauffeur: „Als onze
president naar Nederland komt, laten jullie
toch ook alleen de mooiste kant van de
medaille zien. U moet begrijpen dat het
onze reputatie schaadt wanneer hoge bui
tenlandse gasten in contact komen met de
armsten van ons land”.
Het gaat hierbij om een buitenlandse
onderneming met de naam WUB Sénégal,
waarin ook de Nederlandse Heidemij. een
aandeel heeft. Hier ligt Afrika’s grootste
groententuin. Een tweede Westland, van
waar dagelijks vliegtuigen vol paprika’s,
boontjes, tomaten, aardbeien, aubergines
en zelfs snijbloemen richting Europa
vliegen. Nog afgezien van het feit dat dit
allemaal kan in een land waar honger
bijna vanzelfsprekend is, toont het project
aan. dat de toekomst voor de Senegalezen
niet hopeloos hóéft te zijn, als
Als het land maar over voldoende geld
zou beschikken. Want in de grond schijnt
niet alleen fosfaat, maar op grote diepte
ook veel water te zitten. Voor het bespren
kelen van de dorre aarde zijn echter put
ten van 70 tot 80 meter diep nodig. Omdat
de technische en financiële middelen ont
breken, mag de Senegalese boer het pro
ject WUB Sénégal zien als een fata morga
na in zijn eigen wildernis.
De voedselnood in Senegal is niet louter
een kwestie van klimatologische verande
ringen of van een oprukkende Sahara. Het
is een zaak van internationaal handjeklap
tussen politici en economen. Als directeur
Boerma van de Wereld Voedsel Organisa
tie (FAO) zegt, dat honger de grootste
schande van deze eeuw is, dan slaat hij de
spijker op zijn kop.
Maar het buitenland ligt er niet wakker
van. Als de nood aan de man komt (zoals in
1973 en, naar verwachting, het komend
jaar opnieuw) worden wel voedselpakket
ten gestuurd. Ook de talrijke Senegalese
ambtenaren maken zich niet zo druk. Ver
anderingen zouden immers een gevaar
zijn voor de goede boterham die ze nu
verdienen. Wat dat betreft waren de Fran
se kolonisten in 1960 slim genoeg om de
macht in handen van loyale francofielen te
geven. Als ze de belangen van het voorma
lige moederland maar niet schaden, dan is
Frankrijk niet te beroerd hun een aange-
IM
schik toen ik ze een bioscoop introonde.
Van de film zelf begrepen ze niets.
De mooiste krotten in de bidonvilles
(bliksteden) lijken op Noordzee-badhok-
jes, maar een vogelvriend zou er nog geen
volière van willen maken. Gekrijs en ge
blèr bewijzen dat achter de schotten wordt
geleefd. Het zijn broeikassen in deze voch
tige hitte. Kaartenhuisjes; hard blazep en
het hele zootje ligt plat
De lyriek van president Senghor heeft er
geen leefbare woningen van kunnen ma
ken. Een veel gehoorde bewering, dat zijn
Négritude-leer een romantisch, academi
sche en elitaire boodschap is, lijkt dan ook.
niet uit de duim gezogen. Senghor wordt
trouwens om nog een andere reden door
veel landgenoten gewantrouwd. Als zoon
van een grootgrondbezitter is hij in Frank
rijk opgevoed. Aan de universiteit van
Parijs, waar Pompidou zijn schoolvriend
was, heeft hij geleerd te denken als een
Fransman.
„Senghor is een francofiel. Hij heeft
weliswaar een Senegalese huid, maar in
zijn hart is hij een Fransman”, zei me een
medewerker van de president. Volgens
hem zou dit een belangrijke reden zijn
waarom enkele Franse erfenissen nog al
tijd niet zijn uitgewist en remmend werken
op de ontwikkeling van zijn land: de bu
reaucratie, de naaperij van de Europese
levensstijl, het Franse onderwijs, het niet-
doorbreken van de monocultuur (aardno
ten), de grote achterstelling van het platte
land, en de geringe lust om de industriali
satie eens krachtig aan te pakken.
De problemen van een land als Senegal
kenmerken zich daarom door vicieuze cir
kels: laag inkomen - geen kans op sparen -
onvoldoende onderwijs - een lage scho
lingsgraad - geringe kwaliteit van het werk
lane oroduktie laae inkomen
handjevol pinda’s voor onderweg en „om
niet al te veel aan kracht te verliezen”
scheep gingen om op plantages in verre
landen als slaven te werken.
Het bewustzijn van de Senegalezen
groeit. De meesten hebben, hoe arm ze ook
zijn, inmiddels een radio en kunnen dus
weten hoe het met de welva arts ver deling
op deze wereld is gesteld. Misschien besef
fen ze nog niet, dat op enkele uren vliegen
enorme graanoverschotten aan het vee
worden opgevoerd, terwijl zij zelf vaak
verrekken van de honger. Het zal mogelijk
slechts tot een enkeling doordringen dat
Amerikaanse boeren worden gesubsidi
eerd als ze een deel van hun land braak
laten liggen, omdat de graanprijs op de
wereldmarkt anders te laag zou worden
Maar wie niet eens in de zoveel dagen
werk heeft, wie door geldgebrek gedoemd
is tot de dood analfabeet te blijven, en wie
zijn hand moet ophouden om niet van de
honger te sterven, die moet op zijn minst
beseffen hoe beroerd zijn land er voor
staat en hoe weinig zeggend de onafhanke
lijkheid is die hem en zijn volk zeventien
jaar geleden werd gegund
En toch leek het allemaal zo hoopvol,
toen in 1960 de Senegalese driekleur onder
het spelen van een eigen volkslied de lucht
inging. Maar nu een nieuwe toekomst nog
altijd uitblijft, beginnen steeds meer Sene
galezen zich af te vragen wat de waarde is
van dergelijke symbolen. „Eerst werden
we uitgebuit, nu worden we met subtielere
methoden gechanteerd”, werd mij bij ge
sprekken met Senegalese jongeren bij her
haling voorgehouden.
I
hebben gemaakt Naar blanke mensen
wordt graag gekeken. Samba en Wali, de
twee jonge Senegaleesjes die nog laat op
straat ronddoolden, hadden dan ook veel
Toeba
ü- President Senghor inspecteert met H M
Koningin Juliana de erewacht op vliegveld
Ypenburg tijdens het bezoek van de president
aan Nederland in 1974.
Toen de eerste blanken in Afrika kwa
len, vielen de negers met nederige onder-
'orpenheid op hun knieën. De witte man
en werden als heiligen vereerd en ge
raagd of hun edele huid misschien ge
teeld of gekust mocht worden. Die tijd
jkt achter ons. Maar de aanbidding heeft
in Senegal plaats gemaakt voor een
sdwee gehoorzamen. Want Senegal
reest het achterwege blijven van hulp uit
b rijke wereld. Het incident in de kroeg
an dit illustreren. Senegal is arm en leeft
ij de gratie van het buitenland.
Het land is door de natuur karig bedeeld,
tt voor kort was Senegal een Franse
slonie. Het land is economisch, politiek
a in sociaal opzicht een ontwikkelings-
ind.
In vroeger tijden viel er nog wel iets te
«henen, in de uitvoer van pinda’s, bij-
lorbeeld. Maar sinds de aardnoten het op
wereldmarkt niet meer zo goed doen, is
Senegal de armoede weer algemeen. Het
nd, waar koningin Juliana en prins
srnhard de volgende week een paar da
rn te gast zijn, is, kortom, economisch een
iüwelijks interessant gebied.
Hoe vaak komt Senegal eigenlijk in het
euws? Feitelijk alleen wanneer de
toogte weer eens extra hard heeft toege-
Bgen en onder de ongeveer vier miljoen
’■’oners een hongersnood uitbreekt. Bij
d zien van tot op het bot vermagerde
éisen in een huid als papier-maché en
(beelden van een door de hitte gescheur-
ien met ribbenkasten van gestorven vee
«aaide aarde zijn we niet te beroerd om
gironummer te openen. Maar de Sene-
tees begrijpt hoe betrekkelijk ons gewe-
1 is. Ook al mag hij het niet hardop
8gen
pant dom zijn deze mensen, die op de
ps van West-Afrika leven, niet. Ze zijn
P meer, zoals in vroeger tijden, voor een
Roze en onpersoonlijke massa te hou-
f>- De jaren zijn voorbij dat ze met een
Zeven Zweedse matrozen komen met een hoop kabaal een kroeg in de
Senegalese hoofdstad Dakar binnen. Ze hebben al het nodige gedronken en hun
benen maken ongecontroleerde bewegingen. Hun gezichten lijken opgezwollen
door de warmte en het zweet sijpelt van onder de marinepetten langs de blonde
kuiven naar beneden. Ze willen bier, veel bier en vragen of de donkere man achter
de tap dat begrepen heeft. De laatste knikt gedwee Hij vreest herrie. De matrozen
schijnen een dorstige lever te hebben, want de barkeeper kan er nauwelijks tegen
schenken.
Als één van de Zweden een niet onaantrekkelijke Afrikaanse vrouw naast zich
liet en aan haar kleurrijke en wijde gewaden begint te plukken, kunnen
noeilijkheden niet langer uitblijven. Een groepje zwarte mannen staat op en loopt
laar de bar. Eén van de matrozen krijgt in de gaten dat hij en zijn makkers van
ichteren worden ingesloten, schreeuwt iets en rent naar buiten. Voor de andere
Sweden is het te laat. Een ruw partijtje boksen is het gevolg
Maar plotseling klinkt een schril gefluit. In de deur staan twee politiemannen met
achter hen de zevende matroos. De vechtenden worden uit elkaar getrokken. Dan
begint één van de politiemannen de Afrikaanse klanten een lesje in internationaal
politiek te geven. Hij dankt uitvoerig en met de nodige dramatiek de rijke landen
als Zweden voor hun hulp aan Senegal en zegt tenslotte dreigend tot zijn
andgenoten: „Als jullie deze buitenlanders verwonden of doden, krijgen we
misschien niets meer en dan kan het zelfs zijn dat Zweden ons de oorlog verklaart.
Ie zullen met vliegtuigen komen en bommen op ons land gooien”.
Wanneer de zeven blanke kerels hun uniformen gladstrijken en tevreden de
troeg uitlopen, is de rust weergekeerd
Kedoegof
de gratie van buitenland
k SENEGAL X.
^^AFRIIÜK
x x