Rapportontkent bestaan
4
1
S
I
fl
Ouders wil is wet
door Ferry Tromp
Van Agt vroeg raad
Kinderen van de rekening
Verzc
Op de tocht
P
-
14.
i
nie
Een kind loopt weg. Plotseling en onzeker of na lang nadenken en doelbewust.
De ouders blijven dodelijk ongerust, vol schuldbesef vaak, verbijsterd en
ontredderd achter. Verontruste oudercomité s roepen dat in onze samenleving
niet alleen het bastion van het huwelijk, maar ook dat van het gezin uit elkaar
scheurt. Nogal wiedes, roepen sociale werkers, losgerukt van natuurlijke banen en
veelal uiteengescheurd in de belangenstrijd tussen pa en ma ontgaat veel
kinderen de zin van het blijven. Zijn het dan slechte en mislukte huwelijken, of zijn
het milieu, buurt, omgeving, maatschappij die het kind aantasten, inklemmen en
wegdrijven? Zoals met zo vele problemen in onze complexe samenleving is één
antwoord helaas niet mogelijk. Duidelijk is wel dat kinderen weglopen uit alle
soorten milieus, uit goede en slechte huwelijken; ze lopen weg van hun school of
weg van hun vriendje of weg van zichzelf. Velen komen terug, velen nooit meer.
De een raakt in de goot, de ander redt zichzelf, met of zonder hulp.
„Ja, ik
hien er
„Nier
intwooi
lik pro
egerinc
icheppi
hee ka
jen ge
nenlijk
leter l<
varen
Dat z
kOOO
Hing v
Wan hal
uni jl.
greep d
aangepast kader van wetgeving wordep^Qpijj^
geregeld. Een daarmee wordt in feite dea
breuk gelegaliseerd. i
'i 1
ouders staan M
Kinderen en
met rug tegen de muur
In de NOS-documentaire „Jolanda loopt weg" brachten twee ouders de moed op het weglopen van hun dochter Jolanda nog eenmaal emotioneel door te maken,
te
herbeleven.
-■
is te groot, de ouders leggen zich bij de
buurtgebouwen die herkend worden als
problemen terecht kan. Wat er nu is
kan. Die zwalkten tot drie uur op straat,
7
Daartegenover staat de onmacht van een
kind dat moeizaam volwassen probeert te
worden; zich voelt opgesloten in een situa
tie die steeds onmogelijker wordt. En de
vrijheid kiest, terecht of niet. Dat is de
macht van een kind dat plotseling geen
kind meer is en eruit stapt, terwijl de
ontredderde ouders nog overal drijfzand
zien. Nederhorst had bijzonder veel steun
aan de moed en openhartigheid van het
echtpaar Dick en Rita de Boer (de namen
zijn veranderd, f.t.) uit Rijswijk die bereid
waren een voor hen afschuwelijk stukje
verleden te herhalen. Acht jaar geleden
liep hun dochter Jolanda, dertien toen,
voor het eerst weg. Om ondanks spaarza
me hulp ten onder te gaan aan drugs, sex,
alcohol en slechte „vrienden”. Dick en Rita
hebben hun kind nog vaak teruggezien,
maar nooit meer teruggehad.
Voor de NOS-radio interviewde Maarten
Nederhorst dit jaar tientallen weggelopen
kinderen én hun ouders. Op zoek naar
oorzaak en gevolg. Waarom loopt het ene
kind wél en het andere niet weg? Wat gaat
er om in kinderen én ouders. Zijn conclu
sie nu: elk weggelopen kind, elke achterge
bleven ouder is een verhaal apart. Verha
len over geboorte het blijkt dat zware
bevallingen en het in eerste instantie afsto
ten van het kind diepe sporen trekken
verhalen over erfelijkheid, school, relatie,
sfeer thuis, seksualiteit, milieu, jaloezie,
nalatigheid, karakter, schuld, onschuld en
wanbegrip. Stuk voor stuk trieste verhalen
met een verleden vol macht en onmacht.
De macht van de ouders die de politie op
hun kind kunnen afsturen, maar die poli
tie blijft niet lopen. En als de relatie onher
stelbaar gebroken blijkt, als het kind blijft
weglopen, blijkt hoe onmachtig ze zijn.
Op hun ervaringen baseerde hij zijn
deze maand herhaalde radioserie. „Maar
ik was er daarmee nog niet”, zegt hij. „Ik
kende nu de emoties, ik wist dat niet alleen
kinderen, maar ook de ouders met hun rug
tegen de muur komen te staan en ik was
gaan beseffen dat lang niet alle ouders
ontaarde egoïsten en lang niet alle wegge
lopen kinderen verwende rotkrengen zijn.
Ik heb de draad van het echtpaar de Boer
weer opgepakt en ben naar alle instellin
gen en mensen gegaan die Jolanda op haar
lange weg vol ellende hebben geholpen. Ik
heb gesproken met het actie-comité „Ver
ontruste Ouders”, maar ook met het JAC
en andere alternatieve hulpinstanties en
met de Kinderbescherming. En ik ben tot
de conclusie gekomen dat steeds meer
organisaties zich met wisselend succes en
op wankele basis inzetten voor de proble
men van het weggelopen kind, maar dat
bijna niemand zich bekommert om de ou
ders. De instanties die er zijn, worden
nauwelijks als zodanig her- en erkend.
Geen wonder dat al die ouders zo snel en
zo graag over hun meest intieme en vaak
ontluisterende ervaringen met hun kinde
ren en zichzelf wilden praten. Ik was in
vele gevallen de eerste aan wie ze het
eigenlijk kwijt konden.”
Steeds meer kinderen lopen In Nederland steeds
jonger weg. Tienduizend In 1976. Op de vlucht. De
helft uit tehuizen, de andere helft uit huls, weg van
de verstikking, de regels en het moeten. Zijn
ouders tegenwoordig ontaarde egoïsten of Is het
kind verpest door de welvaart? In een radlo-
documentalre-serle en In een boek gingen Maarten
Nederhorst en Ferry Tromp op zoek naar het
antwoord. In dit artikel gaat journalist Tromp nader
In op een merkwaardige landelijke enquête waarin
tegenstellingen tussen ouders en kinderen worden
weggewoven en bespreekt hij normaal en gevolgen
van weglopen. Zijn conclusie: ouders en kinderen
staan gezamenlijk met de rug tegen de muur.
Een paar resultaten. Driekwart van de
jongeren vindt het terecht dat hun ouders
controle uitoefenen op hun thuiskomen,
zelfs als ze tussen de achttien en twintig
jaar oud zijn, want ook dat is nog altijd
minderjarig in Nederland.
gewenste woon- en verblijfplaats, relaties,
uitgaan en hulpverlening.
Een ambitieus onderzoek met zeer op
vallende resultaten. Want voor wie de uit
slagen van deze landelijke enquête moet
geloven zijn kinderen en ouders van Ne
derland het wonderwel met elkaar eens,
hebben zij nauwelijks moeilijkheden en
daar komt ie is er nog wel degelijk
sprake van het bolwerk van ouderlijke
macht in dit land. Wie had dat ooit kunnen
denken. Nog wel een generatiekloof dus,
maar een volledig geaccepteerde.
pakken en een groot deel van de Tweede
Kamer vroeg de minister in 1975 om meer
rechten voor de steeds sneller volwassen
wordende kinderen die anders in opstand
zouden komen. Maar niks van dit alles lijkt
waar. Onze jongeren zijn zo mak als een
lam, zegt het onderzoek, en de ouders
barsten nog van het gezag zonder dat ze
daarvoor ineens zeer tolerant en progres
sief moesten worden.
„Wij kunnen niet anders dan grote
vraagtekens bij dit onderzoek plaatsen”,
vindt Hein Roethof, lid van de Tweede
Kamer-fractie van de PvdA. „Het is ver
vaardigd in opdracht van het ministerie
van Justitie, van minister van Agt, nadat
wij gevraagd hadden om meer rechten
voor minderjarigen zodat ze minder af
hankelijk worden van ouders of voogd. De
minister heeft de Kamer toen tóegezegd te
zullen onderzoeken of daaraan behoefte
bestond en hij zal wel blij zijn met deze
resultaten. Helaas voor hem, maar de wer
kelijkheid van vandaag is toch anders. Er
is nood. Onder kinderen die weglopen
maar niet goed worden opgevangen, onder
hulpverleners die met de cel worden be
dreigd, onder politiemensen die niet willen
oppakken en onder rechters die niet willen
beslissen. Dan moet je toch concluderen
dat de bestaande wet niet deugt, wat zeg
ik, allang vervangen had moeten worden.”
Roethof doelt op het beruchte „wegloopar-
tikel” 280 van het Wetboek van Straf
recht: „Hij die opzettelijk een minderjari
ge die onttrokken is of zich onttrokken
heeft aan het wettelijk over hem gesteld
gezag of aan het opzicht van degene die dit
desbevoegd over hem uitoefent, verbergt
of aan de naspeuringen van de ambtena
ren van justitie of politie onttrekt, worcjt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoog
ste drie jaren of, indien de minderjarige
beneden de twaalf jaren oud is, met gevan
genisstraf van ten hoogste zes jaren”.
Een wet tegen blanke slavinnenhandel
en souteneurs, dat is duidelijk. Niet meer
van deze tijd en de afgelopen jaren niet
dan met grote weerzin en huiver spora
disch door politie, justitie en rechterlijke
macht gehanteerd.
Eindeloos wachten, een hele lange nacht lang.
En steeds maar weer naar het raam, hopend dat
ze toch nog komt.
verhaal van Jolanda de Boer maakt pijn
lijk duidelijk hoe afschuwelijk moeilijk
dat weglopen is. Naast wetswijziging en
met alle begrip voor de velen die nu hulp-
verlenen zal snel gezocht moeten worden
een andere man uit de praktijk, Jan Bouw- |Og
man van
„Ouders wantrouwen mijn werk. Ze den
ken in termen van l
Goed contact is na het weglopen bijna
onmogelijk. Dat zou daarvoor moeten ge-
beuren, misschien via goed opgezette lan
buurtgebouwen die herkend worden als 1jernanc
State
:se g
Jolanda is weg. Maar wat nu? Met het laatste stukje thuis, de hond, hangt ze besluiteloos rond in een
uitgestorven steeg
In i
India
Seyc
dezei
Franl
een i
I'
f
Ov
den,
die rr
van 1
or
India
tusse
Ho
Balla
Op
huize
eens
je de
toerii
ande
Bij
gerin
Lond
demc
zenei
op
30 be
op e«
een
presi
van c
sprak
der S
„Een meisje van zeventien wil tegen de wil
van haar ouders weg van huis om bij een
vriend te gaan wonen. Kan dat of niet?”
Precies dezelfde antwoorden; een kwart
van de jongeren ja, tachtig percent van de
ouders nee. Ondanks dat ook hier weer
ruim vijftig percent van de jongeren vond
dat weglopen in zo’n geval niet mag, was er
geen sprake van duidelijke eensgezind
heid, voornamelijk omdat de Nederlandse
ouder in zeer ruime meerderheid tegen is.
Wat moeten we nou met zo’n onderzoek?
Tienduizend minderjarigen liepen vorig
jaar weg uit tehuizen of weg van huis,
Verontruste ouders houden protestacties
en schreeuwen moord en brand dat het
ouderlijk gezag verdwijnt, alternatieve én
officiële hulpverleningsinstellingen kun
nen het werk niet aan, de politie spoort nog
nauwelijks kinderen op, de rechter is hui
verig om hulpverleners bij de kraag te
Een uitspraak: „Ouders weten uiteinde
lijk het beste wat goed is voor hun kind”.
Meer jongeren (31 percent) dan ouders (26
percent) waren het met deze dooddoener
uit de oude doos eens! Datzelfde gold voor
de tekst „Kinderen moeten in het alge
meen maar rekening houden met wat de
ouders willen”. „Tuurlijk”, zei 42 percent
van de kinderen en veertig percent van de
ouders. En zo gaat het maar door. Negen
tig percent van de jongeren vindt dat ze
door de ouders voldoende zelfstandig
wordt gelaten. Is die Nederlandse ouder
dan zo tolerant en progressief? Nou nee.
Tachtig percent wil niets weten van samen
op vakantie gaan of samenwonen en stelt
onomwonden dat het kind zich bij die
beslissing dient neer te leggen. Het is bijna
niet te geloven.
men er niet of te laat. En wij? Wij verlenen
L_ir
pen willen worden. Dan moet je incalcule-
rent
Gelukkig komt er tegen het eind van de
studie toch nog een echte aap uit de mouw.
Dan komen de enquêteurs met keiharde
voorbeelden van conflictsituaties en dan
ook is de bijna onwerkelijke eensgezind
heid ineens goeddeels verdwenen. Uit
spraak: „Een jongen van 16 wil tegen de
zin van zijn ouders met een vriendin in een
tent op vakantie gaan. Kan dat of kan dat
niet?” De jongeren stellen zich nog steeds
gedwee op. Een kwart vindt dat het moet
kunnen, ruim de helft vindt van niet. Maar
dan de ouders. Niks dervan, zegt tachtig
percent en slechts negen percent zou ze
laten gaan. Een vorm van weglopen dan.
De conclusies van Nederhorst en de
moedgevende openhartigheid van het
echtpaar de Boer en hun dochter Jolanda
staan in het boek „Ouders, kinderen van
de rekening” dat half november is ver
schenen. Het. vraagt aandacht en roept
opnieuw belangstelling op voor een pro
bleem dat bijna een taboe-woord is gewor
den: generatiekloof. Nu we samen spijker
broeken dragen, gezellig aan de borrel
zitten, over sex mogen praten, laat televi
sie kijken, nu kinderen op school al jong
leren wat hun ouders uit het leven moesten
peuren en nu meisjes van dertien „oud en
wijs genoeg” zijn, hoeven we over genera
tiekloof toch zeker niet meer te praten?
Vergeet het maar. Alhoewel. Onlangs ver
scheen van het Instituut voor Toegepaste
Sociologie in Nijmegen een opmerkelijk
landelijk onderzoek dat merkwaardig wei
nig aandacht kreeg. Het heet „Rechtsposi
tie van Minderjarigen” en vroeg duizend
minderjarigen, duizend ouders en duizend
meerderjarigen naar de moeilijkheden
tussen ouders en kinderen. Gevraagd
werd naar hun meningen, gedachten en
gedrag op terreinen als onderwijs en be
roepsopleiding, besteding van inkomen,
keer terug te brengen of naar elders te
verplaatsen. Weglopen, roept iedereen, is
een noodsignaal. Pas als we die nood niet
alleen begrijpen maar er ook aan tegemoet jet gesp
komen, doen we in deze maatschappij web "at gaa
kelijk aan kinderbescherming. Dat bete- Jen? St;
kent: goede opvang voor hen die weglopen® de De
en ook en vooral: eindelijk aandacht voor map vi
die ouders, voor dat gezin dat geen hulp- j-
n
met moeite als gegeven accepteren, dan
moeten er ander opvangmogelijkheden
komen dan „drugsholen”, met kinderen
overladen opvangechtparen, maatschap- ]ent ’“q
pelijk werkers en kindertehuizen. Juist uit
die tehuizen loopt vijftig percent van alle
in.
geven, maar het feit dat kinderen weglo- ffin vag(
pen, niet meer willen zijn waar ze zijn. Het zyn
Hein Roethof en mevrouw Haas-Berger
kwamen in de Tweede Kamer met een
initiatief-wetsontwerp. Roethof: „We
moesten wel, van het ministerie kwam
niks. Wat wij willen is een objectieve in
stantie die zorgvuldige hulpverlening
toetst. Dat moet in onze ogen de strafrech
ter zijn. Uiteraard moet de hulpverlening
uit de criminele sfeer. Als je dan de straf
rechter laat toetsen kunnen ouders die het
niet eens zijn met de rol van een hulpverle
ner altijd nog naar de civiele rechter om
een „onrechtmatige daad” te claimen. Van
Agt wil de kinderrechter laten toetsen,
maar dat kan niet, want die neemt in de
huidige wetgeving de rol van de ouders
over en is dus per definitie partij”. Hein
Roethof is nog altijd uiterst geïrriteerd
over het voor-ontwerp dat de minster van
met de ouders zinloos geworden, De kloof jhoude
- 5 10e die j
situatie neer, het kind eigenlijk ook.” En il]emaa;
_.J om
de Sosjale Joenit in Den Haag:
mogelijkheden kent en in onwetendheid (amt:
maar voortmoddert. Want, zoals Arthur naar nj(
van Dijk van het JAC in Utrecht zegt: „Als lullen
ze eenmaal weggelopen zijn en bij ons üeuwe
terechtkomen is praktisch ieder gesprek dander
Op 5 j
.1 opé
naar andere dan alternatieve vormen van 2w^sers
hulpverlening. Als we het weglopen dan ;tucjeer(
invoer
j, v
ig sarr
Justitie in augustus vorig jaar over zijn
initiatief-wetsontwerp heen gooide. Daar
in moeten hulpverleners hun alternatieve
bijstand aan weggelopen kinderen meteen
melden aan de kinderrechter die hen voor
ten hoogste één maand kan vrijstellen van
strafvervolging. Let wel: kan. Op de beslis
sing van de kinderrechter is geen beroep
mogelijk, een voorstel dat in brede kring
op protesten en verontwaardiging stuitte.
Wat nu, beste kinderen en hulpverle
ners? Hein Roethof blijft hoop houden, al
dreigt de nieuwe wetgeving waarnaar dui
zenden nu al weer jaren uikijken door de
eindeloze formatiedansen opnieuw in de
versukkeling te raken.
Roethof: De ouderlijke macht staat op
de tocht. Dat is duidelijk en dat is terecht.
Het absolute recht van vader, dat hij met
beide handen uitoefende, is voorbij. We
praten nu over de uitstraling van gezag
waarbinnen twee partijen elkaar aanvaar
den. Al in 1970 is uit een rapport over
nieuwe gezinsstructuren duidelijk gewor
den dat kinderen tussen de twaalf en acht
tien jaar in ons land steeds meer rechten
krijgen. Minister van Agt heeft dat rapport
een aantasting van de gezinsstructuur ge
noemd. Dat kan hij wel vinden, maar daar
mee houdt hij geen rekening met de feite
lijke situatie in onze maatschappij waarin
onze kinderen zichzelf mondigen en ou
ders macht zullen moeten weten in te rui
len voor gezag. Nou, binnen dit kader is
het heel goed mogelijk de absurde situatie
dat hulpverleners strafbaar zijn uit te ban
nen en tegelijkertijd waarborgen in te bou
wen tegen uitwassen als prostitutie en der
gelijke. Dat beoogt ons initiatief-wetsont
werp en ik hoop dat het voor de zomer van
1978 door de Kamer zal komen.”
Hoop doet leven. Maar in de melee van
voor-ontwerp, initiatiefontwerp, protes
ten, pamfletten en verklaringen zijn we in
feite bezig met de erkenning van een ne
derlaag. We accepteren het maatschappe
lijk gegeven dat toenemende mondigheid
van kinderen en afnemend ouderlijk gezag
in steeds meer gevallen tot een breuk in de
relatie leidt. Het kind loopt weg. Opvang
en onderdak van dat kind moet in een
Twee opmerkingen nog daarover. Ten^l..
eerste. Het gaat niet aan mensen die ande-*77
re mensen op hun uitdrukkelijk verzoek^ eei
hulp verlenen, te bedreigen met drie jaar *at COf
gevangenisstraf. Dat element dient zo snel
mogelijk uit onze wetgeving te verdwijnen.
Ten tweede. Pogingen worden nu onder
nomen om de wet aan te passen aan de
activiteiten van de alternatieve hulpverle- gr^;
ners. Maar die hulp is gegroeid uit een op
noodsituatie en draagt daarvan ook ruim- M en
schoots de kenmerken. We bewandelen roraairj
een halve weg, want niet de alternatieve fljng
hulpverlening is het maatschappelijk ge- jat jjjj
in zoals
ten. Ho
kinderen weg. Het gaat met aan ze keer op j-
iraag, h
„De n
Hein Roethof:Hulpverlening moet uit de crimi
nele sfeer"
gescheiden belangen, iii
i het weglopen bijna ïVaZK
In „TI
-1 de
instellingen waar je zinvol en snel met je .^e
problemen terecht kan. Wat er nu is en
kinderbescherming, Jeugd en Gezin, Bu- reg
reaus voor Levens- en Gezinsmoeilijkhe-
den functioneert niet. De mensen ko- oven(je
men er niet of te laat. En wij? Wij verlenen
hulp. Maar alleen aan degenen die gehol-5
--- „leg nu
dat onder de weglopers ook lieden zijn ,Ussie
die denken dat je maar wat aan rotzooien On(jer
die vind je terug in de goot en uiteindelijk „The
soms onder aan het raam van de psychia- oofdar
trische inrichting. Het klinkt hard, maar olk. Nu
het is niet anders”. ’en’ Jan
Ai