r Radar voor de 1 kust Verleden en toekomst van Usselmeer r door William ten Brink Onkunde Groot risico Zuiderzeewerken Reddingboten BELANGRIJKE ROL «MENSELIJKE OGEN BLUVEN NODIG’ PETER DORLEIJN SCHETST DE ZUIDERZEEVISSERIJ .VUURTORENS RAAKT TEN EINDE De Jong huivert, vroeger betekende dit weer: wachten op dat ene telefoon tje, dat hem met enkele andere eilan ders per reddingsboot de branding in stuurt. Nu is hij vuurtorenwachter. Zich bewust van de grote verantwoordelijk heid om zeelui vanaf de toren voor de grote risico’s te behoeden, beklimt hij de 159 ijzeren treden. Een koude nacht, 1976. De wind giert om de roodstenen vuurtoren van Schiermonnikoog en zwiept het zeewa ter, dat tot vlak onder de duinen staat, in grote witte schuimvlokken over het helmgras. Verderop brult de branding Dat gebrul en het kletteren van de regen vervagen wanneer hoofdwachter Sietze de Jong de grote groene deur van zijn vuurtoren tenslotte achter zich dichttrekt. Ruim 45 meter boven hem draait de 2000 Watt-lamp haar ronde. Herkenbaar voor de scheepvaart door het aantal draaien per minuut. Die scheepvaart gaat door, ook gedurende de vliegende storm, die nu over de Noordzee jaagt. ■Ih I I klin we wir Eei Ro eer de be\ En; slei sla het de bor No. 23 ONBEKEND qub« u aw® BEGR.23AUG.1958 W Volgers mdedefeg m curb Mwm, rust bis da gehele betaaasmg, C nege» persanen, vae eaa Zweeds sefeblp, -* dat met vhegests q sterner 0 op de gmdea *sor Msmeteksog is wgeao. Vuurtorenwachter De Jong vertrouwt de radar niet x De vuurtoren van Schiermonnikoog ■ir Illustraties van Peter Dorlei/n De tijd dat de Zuiderzee bij wijze van spreken bol stond van haring en ansjovis, garnalen, bot en aal en de zeilen van de vissersvloot bij nacht en ontij, zomer en winter bol stonden om een droge boterham te verdienen, leeft slechts in de herinnering van een steeds kleiner wordend groepje men sen voort. gen licht wordt en de storm wat is gaan liggen, is er van het Spaanse schip niets meer te zien. Later spoelt wrakhout aan op het strand. Er is niets romantisch aan het werk van Sietze de Jong. „Wel erg spannend, zo’n storm”, zegt hij, „je levert op jouw manier een strijd tegen de elementen. Maar bij dit werk drukt op de achtergrond steeds het gevoel: het gaat om mensenlevens, ik mag niets fout doen, niet onderschatten, niets missen”. „Wie op zijn radarscherm kijkt, kijkt niet naar buiten”, meent hij. „Het is en blijft een hulpmiddel. Prima bij mist, want dan zie je niets vanaf de toren, maar onder normale omstandigheden mag je niet vol ledig op de techniek vertrouwen. Ple- zierscheepjes, vooral de hele kleine, zie je niet goed op radarschermen. Maar ook rf- Op het kerkhof van Schiermonnikoog liggen veel slachtoffers van scheepsrampen begraven Langs de hele Nederlandse kust staan vuurtorens. Waarschuwend opgestoken betonnen en stalen vingers, die zeelui hel pen veilige havens te bereiken en zanderi ge stranden te ontwijken. Bovendien ziet de vuurtorenwachter als eerste de baders die te ver in zee zwemmen en de duinbran den in de verre omtrek. Straks is er radar, straks zijn er ook onbemande posten. daarop zitten mensen, levens die je moet beschermen. Gaat er iets mis, dan heb jij gefaald, niet het scherm waarop toevallig niets te zien was”. „Een groot risico” zegt De Jong. „Met die onbemande posten zie ik het voor de veilig heid somber in. Je kunt die torens nog zoveel automatiseren, veel meer dan licht geven, doen ze niet als er geen scherpe vissen met de wonderkuil bijvoorbeeld, met twee schepen tegelijk, werd door mensen gedaan die vaak vanaf hun twaalfde jaar met de zee vertrouwd werden gemaakt. Alle manieren van de toenmalige visserij zijn tot in details verteld en getekend. Tezamen met de beschrijving van de scheepsbouw, zeil- voering en het leven aan boord vormen zij een tijdsbeeld waarin voor de zeilen de recreant nog geen plaats was. In het bijzonder door de fraaie tekeningen en sfeervolle aquarellen van de auteur is ternatief wordt gewezen op het door de VBIJ gelanceerde „Plan Waterlely Dit plan komt erop neer dat door een selectiever beheer van de ruimte op het oude land de aanspraken op nieuw land moeten worden tegengegaan. Het boek besluit met. een pleidooi voor het IJsselmeer als „nationaal landschaps park”. De uitgave was in eerste instantie opgezet voor het onderwijs. De belang stelling bleek echter zo groot, dat de IJsselmeer-vereniging besloot de publi- katie op een breder publiek af te stem men. Met de opbrengst van het boek de prijs is vijftien gulden heeft de vereniging de financiering van een film over het IJselmeer rond gekregen met als titel „Waterweg?” De Nederlandse kust zal binnen twee jaar met radar beveiligd worden. De uitvoering van het plan, waarmee mil joenen guldens gemoeid zijn, is al in een vergevorderd stadium. In 1979 zal een aantal vuurtorens en lichtschepen het waarnemende werk van de andere torens en schepen hebben overgeno men. De torens met radar krijgen een aanzienlijk groter gebied te beveili gen. De torens zonder radar worden volledig geautomatiseerde, onbeman de lichtbakens. De plannen van het Loodswezen, dat over de kustverlichting en kustwacht gaat en rechtstreeks onder de marine valt, maken deel uit van een veel gro ter project: automatisering van alle Nederlandse vuurtorens en lichtsche pen en modernisering van lichtboeien. Alle mogelijke voorzieningen op technisch gebied worden getroffen voor een maximale bedrijfszekerheid. Moderne schakeltechnieken, gekop peld aan een computer en een elek trisch oog, zorgen ervoor dat het vuur torenlicht gaat en blijft branden en draaien bij invallende duisternis. Bij storingen wordt automatisch overge schakeld op andere motoren. Automa tisch ingeschakelde dieselmotoren en batterijlampen zorgen voor licht wan neer de stroom wegvalt. Vitale infor matie over de werking van de lampen en motoren en over storingen wordt, alweer automatisch, via een telefoon lijn gemeld aan een centrale post van het loodswezen. En wat betreft de lichtschepen en boeien: nieuwe mate rialen en nieuwe technieken hebben er het Loodswezen toe aangezet te experi menteren met een „superboei” van 10 bij 10 en een hoogte van 15 meter. Het ding wordt gebouwd volgens dezelfde techniek die kinderen gebruiken bij het spelen met hun Mecano-doos of Lego-steentjes en kan eventueel een compleet lichtschip vervangen Zijn er voor de automatisering, en dan vooral de toepassing van radar, mili taire argumenten geweest? Wil de kustwacht met radar trachten effec tiever op te treden tegen smokkelsche- pen voor de Nederlandse kust, tot nu toe een groot probleem, zoals de Haar lemse officier van justitie mr. Josep hus Jitta enkele maanden geleden al signaleerde? „Zeker niet”, menen de heren J. Bak ker en H. O. Engel van het Loodswezen in Scheveningen. „Voor het hele auto- matiseringsploject zijn drie hoofdar gumenten te noemen: veiligheid, effi ciëntie en kostenbesparing. Ook de kustverlichting kan de voortschrijden de techniek niet links later liggen. En met de toename van de scheepvaart, vooral die van plezierboten, moet ook de veiligheid 100 procent aandacht krijgen”. En wat de kostenbesparing betreft: gedurende proeven met de nieuwe plannen werd het lichtschip Goeree volledig geautomatiseerd. Hoge kos ten voor bemanning en reserveperso neel kwamen daarmee voorgoed te vervallen. Binnen twee jaar geldt dat voor veel andere lichtschepen en vuur torens eveneens. er een boeiend werk ontstaan over een periode die voorgoed verdwenen is. Fragmenten uit de Zuiderzee kosten ƒ49,50. w w De Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer heeft een boek uitgegeven onder de titel „Nederland is bijna klaar”. Deze studie „een kritische beschouwing over de Zuiderzeewer ken" geeft een overzicht van de we derwaardigheden rond dit Nederland se binnenwater vanaf de eerste droog- leggingsplannen tot op de huidige dag. en de daarmee gepaard gaande proble matiek op milieutechnisch, economisch en politiek terrein. De schrijver is Jaap van der Zwaag. Het boek gaat uitgebreid in op de bezwaren tegen een verdere inpolde ring van het IJsselmeergebied, als al- t 1 c 1 5 5 2 t 1 I I I I De Jong twijfelt niet. Onmiddellijk wor den de reddingboten van Schiermonnik oog en Lauwersoog gealarmeerd via direc te telefoonlijnen. Via de radio worden an deren gewaarschuwd. Het schip in nood heeft zijn positie zo nauwkeurig mogelijk doorgegeven. Een Spaans schip, dat op een verraderlijke zandbank is gevaren. De woeste zee rukt aan alle kanten, er is geen seconde te verliezen. „Een politieman in een grote stad zal ook zijn eigen ogen moeten gebruiken om te waken over de inwoners. Daarbij zijn alle andere dingen ook maar hulpmiddelen. Wij, vuurtorenwachters, zijn politieagen ten, die waken over veiligheid. Een poli tieman weet dat er ondanks zijn aanwezig heid bijvoorbeeld toch met ondeugdelijke auto’s gereden wordt. Wij vuurtorenwach ters weten dat er met ondeugdelijke scheepjes gevaren wordt. Mensen zonder zeekaart, mensen zonder radio aan boord, mensen zonder een pakketje noodsigna len. Want er wordt wat afgerommeld op het water. Onbegrijpelijk, want wie ton nen voor een jacht kan neertellen, heeft ook wel een paar tientjes voor wat vuur pijlen”. De Jong kijkt, naar buiten vanuit zijn huisje aan de voet van de toren. Zijn vader was redder, hij was het ook. Beiden weten dat de afwezigheid van kaarten, radio en vuurpijlen én de onkunde waarmee jsom- mige schippers het zeegat kiezen, jaar in jaar uit weer mensenlevens kosten. Niemand lijkt daarvan te leren, vindt De Jong, de man die ooit prins Bernhard op jje rug droeg en hem na een reddingboot- demonstratie droog en lachend van de boot in de branding op het warme zand van Ameland zette. „Allemaal heel mooi, die automati sering”, vindt vuurtorenwachter S. de Jong (46 jaar) op het Waddeneiland Schiermonnikoog. „Een fijn stukje techniek, zo’n radar, en een hele hoop voordelen. Maar ik zie in de toekomst voldoende problemen om voorlopig wat huiverig te blijven. Onthou goed: het blijft een hulpmiddel. Niets kan de ogen van een vuurtorenwachter- in-hart-en-nieren vervangen”. nis van de zeilende visserij op de zoute en daarna zoete Zuiderzee. De verza melde gegevens en gesprekken met ou de vissers die hij gedeeltelijk eerder publiceerde in bovengenoemd blad, zijn nu op aantrekkelijke wijze te boek gesteld en door De Boer Maritiem uit gegeven onder de titel „Geen moed vist ook”. De titel werd ontleend aan een oud vissersgezegde. Behalve moed wa ren er trouwens heel wat andere eigen schappen nodig om de lastige techniek van het zeilend vissen te beheersen. Het „Een vaarbewijs en goeie spullen aan boord, dat moet echt verplicht worden. Da’s misschien nog harder nodig dan al die plannen voor automatisering en ra dar”. In zijn platenrek staat de elpee „Waar harde stormen woeden” voorop. Een elpee van een Schevenings koor. Maar voor De Jong geldt dat ook voor Schiermonnikoog. „Woeste zee, storm en gierende wind. Dan zit ik het liefst op de toren. Kracht meten met de natuur, zo zie ik het. Maar laat er in Godsnaam nooit iets gebeuren, want daarvoor blijf je je leven lang verantwoordelijk voelen”. Dat er on danks de inzet van wachters en redders soms machteloos moet worden afgewacht, bewijst het kleine drenkelingenkerkhofje in de Schiermonnikoogse duinen sche I ook lijk Maa deec bep< verv de o niet bou’ derc I al rr de i vers toch de t moe kuni gedt Oi bom volg i vind I van groc in di onla terw ting ting in st kuni drij\ St: bom Wan in di te v vaal men seer Voor deze generatie blijven er nog de door de Vereniging van Botterbehoud met moeite drijvend gehouden resten te bewonderen van de eens zo trotse vis sersvloot die van Volendam tot Vol lenhoven en van Wieringen tot Spaken burg de Zuiderzee beviste. Telde in 1905 een plaatsje als Durgerdam 80 vissersschepen, in 1966 verdween de allerlaatste zeilende visser, uit Bun schoten, van het IJsselmeer. Dankzij de koppige vasthoudendheid van echte liefhebbers is het oude cultuurbezit niet geheel verloren gegaan, maar hoe er in die dagen met botters, schokkers, kwakken, aken en jollen gqvist werd is nog aan weinigen bekend. Tekenaar Peter Dorleijn, sinds 1971 verbonden aan het blad „Tagrijn” en zelf zeilend en zwervend met een oude botter is een man die zich als weinig anderen verdiept heeft in de geschiede- Di rede nenl I allee i dien I wek drie vroi het wek zulle wel Re colle nieu dorj wou unif veel werl dan VOOI was werl Lief gebl Engi chef Vbri Hi De reddingboot van Schiermonnikoog is er als eerste bij. Alle opvarenden worden van boord gehaald en in dekens gewikkeld komen ze lanter die nacht op Schiermon nikoog aan. Koud nat en geschrokken, maar ongedeerd. Als het de volgende mor- ogen'op rond turen. Wat dat betreft, bete kenen die radarplannen een stap terug in veiligheid. Vanaf een onbemande post wordt geen duinbrand gesignaleerd. En bemande posten zullen het waakzame van de onbemande posten over moeten nemen. Schiermonnikoog wordt een bemande ra darpost. Ameland bijvoorbeeld niet. Schiermonnikoog zal Amelands gebied er dus bijkrijgen. Een groter gebied en bo vendien een gebied waarin wij eerst nog thuis moeten raken. Hoe willen ze ons dat leren? In een paar weken? En hoe leren wij met radar om te gaan, schermen te „lezen”?”. Boven, zo’n 44 meter boven het ziedende zeeoppervlak, lijkt de storm in alle hevig heid terug te komen. De regen slaat met ongekende kracht tegen de ramen van het wachterskantoortje. De wind huilt door de spijlen van de stalen omloop daarboven. Het onweer rolt over de Noordzee. En verderop varen schepen. De Jong draait de kachel hoger en neemt zijn verrekijker. Onafgebroken tuurt zijn scherpe blik in de duisternis. Zijn collega geeuwt, wenst hem een goede wacht en zoekt zijn bed op, wat lager in de toren. Bliksem zet de kleine wachtruimte even in hel licht. De radio-ontvanger kraakt. Sche- veningen-radio seint voortdurend be richten. Als De Jong voor de zoveelste maal met zijn verrekijker langs de horizon tuurt, schieten drie rode vuurpijlen in de verte omhoog. De verrekijker blijft onafgebro ken op die plaats gericht. Dan, hoog boven de zee, spatten de pijlen in een wolk van rood licht uit elkaar. Via de radio komt knetterend het eerste SOS binnen. Vuurtorenwachter De Jong bij de enorme reflectorlamp van de toren. w. O*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 20