Mannelijk bioscooppubliek verzot op avontuurlijke kameraderie Film How the West was won historische western Haarlem Historisch werk van Ivens filmhuizen |en Chrispijn in Filmmuseum „OPEN DAG” Ml we ifJB Bescheiden Elvis-festival voor fans Weergevonden Nachtvoorstellingen Behagelijke huiskamer VRIJDAG Charles Boost 1 Overweldigend was het bezoek aan ons nieuwe complex op zaterdag 29 oktober Langs deze weg danken wij van harte alle belangstellenden, die ons succes in zaken toewensten en in ’t bijzonder aan hen die reeds een bijdrage overmaakten voor het lichamelijk gehandicapte kind. Medio december wordt de aktie afgesloten, zodat eventuele giften alsnog kunnen worden gestort bij de Ned. Middenstand Bank N.V. te Haarlem rek.nr. 67.08.64.056 „KEUR VOOR HET GEHANDICAPTE KIND” Namens de direktie en medewerkers B.V. HOUT- EN BOUWMATERIALEN „KEUR” b.v. O Het grote bioscoopsucces in Pa rijs is op het ogenblik „Nous irons tous au Paradis”, een comedie die binnenkort ongetwijfeld ook hier met bevredigend resultaat zal worden ingezet. Wat wel voorna melijk te danken zal zijn aan een voorafgaande Franse film waar van „Nous irons tous au Paradis” dan wel geen vervolg is maar er wel aardig op aansluit: „Un Élép- hant ca trompe énormément”. Beide films hebben nagenoeg de zelfde rolbezetting (met onder meer Jean Rochefort, Claude Brasseur, Victor Lanoux en Da- nièle Delorme), dezelfde scenario schrijver, Jean Loup Debadie, hetzelfde thema en dezelfde regis seur, Yves Robert. i FILM LW - Kt Franse film drijft op veertigers A Zoals al eerder aangekondigd werd gaat 3, Amsterdam in de maand december de (ADVERTENTIE) KEUR b.v nissen van dat ogenblik vast te leggen. Het resultaat werd een reportage van bijna een uur waarbij John Ferno en Robert Capa, medewerkers al in Spanje, achter de ca mera stonden, Hanns Eisler voor de mu ziek zorgde en het commentaar van Dud ley Nichols gesproken werd door de acteur Frederic March. dachtig kijkend Enny (Mols) de Leeuwe herkennen. Met behulp van de Universiteit van Am sterdam en de Stichting „Film en Weten schap” heeft het Filmmuseum als aanvul ling op dit weergevonden en in goede staat gebrachte document van onze vroegste filmerij reacties en commentaar laten ver filmen van Enny de Leeuwe bij het terug zien van „Weergevonden”. Wat op zichzelf ook weer een document van historische waarde is geworden. Verder in dit pro gramma nog een film van Maurits H. Bin ger, ditmaal een Nederlands-Engelse co- produktie uit 1920, „Zoals ik ben” („As God made me”). Naast Engelse acteurs en actrices treedt Lola Cornero in dit realisti sche drama op als een dienstmeisje dat een grote erfenis krijgt, hogerop wil maar er niet gelukkiger van wordt. Ook aan dit weergevonden en geconserveerde filmpje is een eigentijds document toegevoegd: Lola Cornero ziet zichzelf terug in „Zoals ik ben”. In de nieuwe, uiterst eenvoudig maar praktisch ingerichte filmzaal van De Mel kweg aan de Amsterdamse Lijnbaans- gracht (90 zitplaatsen) wordt van woens dag 30 december t/m zondag 4 januari, telkens om 20 uur „The Wedding of Zein” vertoond, een film uit Koeweit over een jongeman die al vroeg over een goed ont wikkelde smaak beschikt wat betreft het vrouwelijk schoon. Hij advisseert de jon gemannen van het dorp en moeders van huwbare dochters vragen zijn raad. Zein wordt een soort officiële koppelaar maar de mensen van het dorp zien hem als een heilige, wat dramatische moeilijkheden gaat opleveren als Zein zelf aan trouwen gaat denken. Op woensdag om 23 en van donderdag t/m zaterdag om 22 uur vertoont De Mel kweg de bekende en algemeen hoog ge waardeerde Russische film „De eerste le raar” van Andrie Mikhalkov over de moei lijkheden van een onervaren onderwijzer die een afgezonderd Sovjet-Aziatisch dorp moet omturnen tot de nieuwe Russische leer, een opdracht die hem veel vijanden gaat bezorgen. In verband met Sinterklaasavond zijn alle bioscopen in Haarlem op maandag 5 december gesloten. Maar ook op de reste rende dagen van de week wordt van bio- scoopzijde kennelijk rekening gehouden met geringe publieke belangstelling, ge zien de vele reprises en prolongaties waar uit het programma bestaat. Palace prolon geert voor de elfde week „Soldaat van Oranje”, Studio zet naarstig de voorstel lingen van „The Deep” voort en Luxor doet hetzelfde met „The Silver Streak Express”. mentaire over de jaargetijden in China, waarin de meester samenwerkte met Chi nese cineasten uit de Documentaire School in Peking. Tien jaar later kwam Ivens terug naar China en filmde grote protestbetogingen in Peking tegen .de Engelse inval in Liba non. Ook deze korte documentaire wordt op 8 december vertoond evenals een ge lijktijdig gemaakte lyrische kleurendocu- ■s#>- Een en ander wordt gecompleteerd en verduidelijkt door een film van Mart van den Busken (die ook Enny de Leeuwe en Lola Cornero filmde), „Beeld moet blij ven” waarin ingegaan wordt op de conser- verings-activiteiten van het Filmmuseum. De confrontatie met de vroege Nederland se filmgeschiedenis, gekoppeld aan het thema filmconservering wordt behalve door het filmpje „Beeld moet blijven” geïl lustreerd door een tentoonstelling (van 1 december 1977 tot half januari 1978) met fotomateriaal uit beide films en foto’s ter illustrering van het conserveringsprocédé. Ook tijdens deze tentoonstelling die van dinsdag t/m vrijdag op werkdagen open zal zijn, bestaat er de mogelijkheid de filmpjes met Enny de Leeuwe en Lola Cornero te zien te krijgen. En tussen deze nostalgische vertoning van historische Nederlandse films en de openingsvoorstelling van een vitale serie actuele films (Ivens’ „Yoekong”), ook een beetje Nederlands, wordt op woensdag 7 december een van de grote successen van Film International .77 herhaald, de indrukwekkende Franse film ,,L'Affiche Rouge” van Franck Cassenti met onder meer Pierre Clémenti. De kameraadschap in Nous irons tous au Paradis, het grote bioscoopsucces in Parijs op het ogenblik, in beeld gebracht. scope te vertonen, dat wil zeggen op een lichtelijk gebogen grootbeeld-scherm dat geen diepte suggereert. Deze historisch getinte western behan delt de belevenissen van drie generaties van een pioniersfamilie en brengt James Stewart, Gregory Peck, John Wayne, Hen ry Fonda, Eli Wallach, Lee T Cobb, Agnes Moorehead en Carol Baker en anderen op het doek. Respectievelijk onder regie van John Ford, Henry Hathaway en George Marshall en met Spencer Tracy als ver teller. Het succes van deze en dergelijke films (men kan er ook „Les Valseuses” toe reke nen, eveneens met Gérard Depardieu en verder met Patrick Dewaere) is mede te verklaren doordat ze beantwoorden aan de al dan niet heimelijke verlangens van het mannelijk bioscooppubliek dat mis- In de nachtvoorstellingen van Frans Hals „The Killers”, de tweede versie van Hemingway’s beroemde suspense-vertel- ling die Don Siegel in 1964 maakte. De „killers” werden toen met kille professio naliteit door Lee Marvin en John Cassave tes gespeeld. In verdere rollen vielen om verschillende redenen Angie Dickinson als Sheila Farr en Ronald Reagan als Brow ning op. Roxy brengt in de nachtelijke voorstellingen nog eens „Macbeth” terug, een realistische en bloedige filmadaptatie van Shakespeare door Roman Polanski, terwijl Palace in die late uren „Terugkeer 'naar de Apenplaneet” vertoont. Voor de jeugd is „Merlijn de Tovenaar” in Studio gebleven en zorgt Palace voor de Neder lands gesproken kinderfilm, „De Neder landse Robinson Crusoë”. schien minder op blijvende ontrouw uit is dan wel heimwee heeft naar de in de films breed uitgesponnen kameraderie, het broederlijk op avontuur gaan, de ontsnap ping aan de huiskamer met het druilerige tv.-oog en tegelijk het ontvluchten van de dreigende eenzaamheid op het ogenblik dat het gezin geen veilige haven meer biedt. Het zijn dus films die in de eerste plaats voor veertigers en daaromtrent bestemd zijn en dus ook door veertigers gespeeld worden. Jean Rochefort is 47, Claude Brasseur heeft net de veertig gepasseerd en Victor Lanoux die kort geleden in ons land was en vertelde dat hij uit het cabaret kwam, net als Yves Robert en voortaan zelf zijn films wil produceren, is 38. De „jeunes premiers” in Frankrijk zijn ouder aan het worden, hoewel men dat aan La noux die al in ’63 (en pas naam begon te krijgen buiten de Franse grenzen met „Cousin-Cousine”) in films begon op te treden, niet valt af te zien. Trouwens ook buiten het hier genoemde genre ligt de leeftijd van de Franse sterren die momen- Gaan we weer verder terug in het pro gramma van deze maand dan komen we bij de voorstelling op aanstaande dinsdag, waarin het Filmmuseum een van zijn be langrijkste taken demonstreert, namelijk de conservering van oude films aan de hand van een vertoning van twee bewaard gebleven films uit onze vroegste filmhis torie. Een van de films heet toepasselijk „Weergevonden”. Hij werd in 1914 ge maakt door Louis H. Crispijn sr., die daar bij natuurlijk gebruik maakte van Maurits Binger’s Filmfabriek Hollandia in Haar lem, destijds het Nederlands Hollywood aan het Spaarne. Een kranteverslag uit 1914 omschreef de film als een ghetto drama van een dochter van een arme Jood die trouwt met een niet-Joodse dokter. De blinde vader verklaart zijn dochter dood maar door de ziekte van zijn jongste doch ter die door den dokter genezen wordt, komt de vrede weer in de familie. Regis seur Chrispijn speelde zelf de blinde va der, in de jongste dochter kan men, aan- Op vijf achtereenvolgende dagen, van maandag 12 t/m vrijdag 16 december in vertoningen van twee uur en langer kan men het complete werk weer zien, „De Apotheek”, „Een Kazerne”, „De Generato- renfabriek”, „De Olievelden”, „Het Vis sersdorp”, „Repetitie in de Opera van Pe king”, enzovoort. Ter gelegenheid van dit bijzondere evenement heeft het Filmmuseum zijn de- cember-Journaal bijna geheel aan Ivens gewijd met citaten uit zijn autobiografie, een interview van Jean-Pierre Sergent met Joris en zijn vrouw Marceline en een arti kel van Thomas Waugh uit „Jump Cut” waarin de schrijver tot de uitspraak komt: „Yoekong geeft een briljant gedetailleerde beschouwing over een volk midden in het proces van radicale verandering. En het is een beschouwing die overgebracht wordt met een technologie en een stijl die precies is afgestemd op de dynamiek en ingewik keldheid van het revolutionaire proces, zowel wat betreft de beelden als de stem men van de mensen die het uitleggen”. De vertoningen van „Yoekong” in het Filmmuseum worden als het ware ingeleid op donderdag 8 december met een her- vertoning van Ivens’ „The 400 Million”, zijn eerste Chinafilm uit 1938. Dat was een verslag van het verzet en de strijd van vierhonderd miljoen Chinezen tegen de Japanse inval van 1938. Ivens kreeg toen de opdracht van „Contemporary Histori ans” in New York, een wetenschappelijke instelling die hem ook de Spaanse oorlog met de camera had laten verslaan („Spa nish Earth”), om de historische gebeurte- Nu is Yves Robert een oude rot in het vak. Hij is 57, heeft cabaret gedaan kort na de oorlog toen Saint-Germain des Prés een bloeiperiode doormaakte, werd daarna een veel gevraagde komisch filmacteur (onder andere in René Clair’s „Les Grands Manoeuvres” in 1955), begon zelf films te maken en richtte met Danièle Delorme, met wie hij in 1956 getrouwd was, een eigen productiefirma op die vooral naam maakte met „La Guerre des Boutons” en „Alexandre le Bienheureux.” Yves Robert was aan ’n noodzakelijke verjonging toe en nu hij zich tijdelijk ge associeerd heeft met de jonge en bijzonder inventieve secnarioschrijver Jean Loup Debadie is hij snel aan twee recente suc cessen geholpen, twee kluchtige mannen films. Het genre mannenfilms schijnt De- Louis H. Chrispijn sr. en Enny de Leeuwe spelen de hoofdrollen in Weergevonden, een van de oudste producten van de Nederlandse filmindustrie (1914), die thans te zien is in het Nederlands Filmmuseum in Amsterdam. De rolprent werd vervaardigd in Maurits Binger’s Filmfabriek Hollandia aan het Haarlemse Spaarne. badie’s kracht, want al zijn de films niet met elkaar te vergelijken, het kan niet toevallig zijn dat de man die voor „Un Eléphant” en voor „Nous irons” het ver haal geschreven heeft, ook de hand heeft gehad in het scenario voor „Vincent, Fran cois, Paul et les Autres”, de bekende film van Claude Sautet met in de hoofdrollen Yves Montand, Michel Piccoli, Gérard De pardieu en Serge Reggiani. De drie films gaan, ieder op eigen ma nier, over vriendschapsrelaties tussen mannen van middelbare leeftijd die het leven wel bekeken hebben en alleen nog maar met wat baldadige vriendschap de sleur van hun bestaan proberen te door breken. En in gezamenlijk verband ook nog wel eens een avontuurtje aandurven. In de pers-informatie over „Un Eléphant” worden ze omschreven als goed geconser veerde veertigers, onafscheidelijk door dik en dun en dat geldt niet alleen voor hun tennis- en uitgaansavonden, maar ook voor hun amoureuze escapades. Die om schrijving gaat letterlijk ook op voor „Nous irons tous au Paradis” waarin op nieuw de acteurs Rochefort, Brasseur, La noux en Bedos de vrienden spelen die steun bij elkaar zoeken om zo nu en dan eens flink uit de band te springen. Het thema is niet nieuw in de recente Franse film. In „Vrouwen, praat me er niet van” („Calmos”) verlaten twee in het leven geslaagde veertigers (opnieuw Jean Ro chefort, ditmaal terzijde gestaan door Jean-Pierre Marielle) hun gezinnen om een nieuw leven in een ver verwijderd dorpje te beginnen. En in „Les Galettes de Pont Aven” is het Henri Serin (gespeeld, zie boven, door Jean-Pierre Marielle) die als vertegenwoordiger in paraplu’s genoeg krijgt van zijn baan en zijn nog vervelen der gezin. Hij knoopt een relatie aan met een cliënte, ontvlucht haar, ook weer om niet in een sleur te vervallen, gaat naar Pont-Aven, een verzamelplaats van schil ders zijn amateurtalent ontwikkelen en begint een heel nieuw leven. Lido brengt een karatefilm, „Explosion of the Dragon” en Roxy organiseert een bescheiden Elvis Presley-festival waarin van donderdag t/m zaterdag „Harem Sca- rem” uit 1965 en van zondag t/m woensdag „Kissin’ Cousins” uit 1964 worden ver toond. Titels en inhoud betekenen in dit verband weinig omdat het de fans uitslui tend om Elvis zal gaan die in die tijd, nauwelijks dertig jaar oud, zijn bewege- lijkste periode had. In Frans Hals „How the West was won”, een probleem waarvan iedere bioscoopbe zoeker nu zo langzamerhand wel de oplos sing zal kennen. De film is van 1962 en komt periodiek terug op het programma, zodat iedere ge3nteresseerde hem ooit wel eens onder ogen zal hebben gekregen. Het enige opmerkelijke aan dit meer dan 27a uur durende epos is dat er drie regisseurs aan gewerkt hebben en vier camera-opera- teurs. De opzet was een Cineramaproduc- tie te maken, met dieptewerking dus, be reikt door drie camera’s synchroon te la ten opnemen. Maar daar er bezwaren wa- teel als kasmagneten werken, relatief hoog. Wie zijn de populaire Franse acteurs en actrices voor wie men zelfs ook hier de behagelijke huiskamer inruilt voor een lang niet altijd, naar comfort en service gerekend, ideaal filmtheater? Jean-Paul Belmondo heeft de mooiste jaren van zijn leven wel achter zich, maar is toch altijd nog goed voor een hoog bezoekersaantal als hij in een kwajongensachtige avontu renfilm of een dwaze huwelijkscomedie optreedt. Evenals zijn minder vrolijke vriend Alain Delon, die als gangster of onverschrokken politieman, nog steeds een kasmagneet is voor de Parijse biosco pen. Niettemin zijn beiden al enige jaren boven de veertig. Vorig jaar was „Le Sauvage” een bijzon der onderhoudende comedie met diepere bedoelingen) van Jean-Paul Rappeneau waarin wat achter elkaar aan gerend en fysiek gevochten werd door Yves Montand en Cathérine Deneuve. Tegenover de vi riele Yves Montand die geëvolueerd is tot een Franse „He-man” (ondanks zijn 56 jaren) was Cathérine Deneuve met haar 34 een jong bloempje. Om in dit verband maar te zwijgen over Lino Ventura, jaren lang de eenzelvige gangster of zoals in Francesco Rosi’s „Cadaveri eccelenti” een ten dode opgeschreven politieinspecteur die de zestig al aardig nadert. En zoudt u zeggen dat de in die film als Italiaans rechter spelende Charles Vanel, de laatste tijd erg gevraagd om vitale oudere heren te spelen („Sept morts sur Ordonnance”, met Depardieu en Piccoli) al 83 is? De beelschone Marina Vlady die ook in de rolbezetting van „Sept Morts” voor komt is even oud als haar kunstzuster Romy Schneider, beiden hebben hun veer tigste verjaardag achter de rug. Maar kan men zich een Amerikaanse sexbom van 21 voorstellen die ook maar een tiende van de erotische aantrekkingskracht bezit van de ze twee vrouwen, om verder aan een verge lijking tussen onderlinge talenten maar helemaal niet te beginnen. De sterkte van de meer serieuze Franse film van het ogenblik ligt vooral hierin dat pas in de tweede of derde plaats gekeken wordt bij de rolbezetting naar mooie ge zichtjes en Lolita-achtige figuurtjes, maar allereerst naar in hun rol passende per soonlijkheden die met inzicht en intelligen tie meewerken met de regisseur. Dat bij een dergelijke keuze en samenwerking jeugdige leeftijden van geen doorslagge vende betekenis zijn, in tegendeel in vele gevallen als nadelig beschouwd worden, daarvan geeft een kleine vergelijking van enige uiteenlopende Franse films maar al te duidelijke voorbeelden. Dat met een arsenaal aan op elkaar ingespeelde ac teurs en actrices als Yves Montand, Philip pe Noiret, Michel Piccoli, Lina Ventura, Victor Lanoux, Gérard Depardieu, Cathé rine Deneuve, Romy Schneider, Marina Vlady, Stéphane Audran (door Chabrol tot ster gemaakt) en Brigitte Fossey (populair geworden in Truffaut’s „L’Homme qui ai- mait les Femmes”) dat met een dergelijke rijke keuze ten allen tijde de voorwaarde tot een geslaagde film ingelost wordt, is natuurlijk een onhoudbare stelling. Daar voor zijn ook nog wel ordenende en inspi rerende figuren als regisseurs en scenario schrijvers nodig. Maar goed bruikbaar en goed ogend spelersmateriaal is op z’n minst het halve werk. i r- het Nederlands Filmmuseum, Vondelpark 3, Amsterdam in de maand december de I vertoningen van Ivens’ Chinafilm herha- len maar nu op bioscoopgrootte. „Hoe Yoekong de Bergen verzette” van Joris Ivens en Marceline Loridan is in de afgelo pen maanden, met veel succes zoals u blijkt, in afleveringen door de NOS op het scherm gebracht. De Volkskrant berichtte woensdag j.l. dat sommige van die alever- ingen door twee miljoen kijkers gevolgd zijn. Voor hen die deze uitzendingen ge mist hebben of het grote filmdoek ver kiezen boven het kleine tv-scherm bestaat in de komende weken dus de kans dit formidabele document over een onbekend land ook weer in afleveringen te zien of te herzien. Gregory Peck en Carol Baker, twee van de vele sterren uit de oude succesvolle western How the West was won (Frans Hals, Haarlem). ren tegen het systeem en er bovendien te weinig zalen met mogelijkheden tot Cine- ma-projectie ter beschikking stonden, is men er toe overgegaan de film in Cinema-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 17