Mythen zijn meer dan fantasierijke verhalen Me n w V WETENSCHAPPELIJKE KENNIS IN DE LAATSTE JAREN SNEL TOEGENOMEN Boek van de maand over mythologie Leids museum toont eigen bezit in samenhang de indruk die daarvan is achtergebleven, is kennelijk zo onderzoekmethoden hebben ertoe geleid dat op veel kernvragen een antwoord kan worden verkregen. door Cees Straus door Hans Rombouts - |- Veel bewaard As-urnen 9 Herodotus 22 ANDERHALVE EEUW ligt er tussen nu en de reizen die Jean Emile Humbert, luitenant-kolonel der genie in opdracht van koning Willem I naar Italië en Tunis maakte om daar voor het Rijk archeologische vondsten aan te kopen. De „buit” van Humbert, waaronder de complete verzameling van een museum ter plaatse, zou de basis vormen voor de Etruskische collectie van het Rijksmuseum van Oudheden aan het Rapenburg in Leiden In die anderhalve eeuw is de Etruskische kunst uiteraard wel voor het publiek toegankelijk gemaakt, maar ze wordt nu pas in haar volle omvang getoond. Men moet er de (lichte) ongemakken voor over hebben, die verband houden met de werkzaamheden rond de herbouw van de door Egypte geschonken tempel van Taffeh, maar dat is het wel waard om een goede indruk te krijgen van de Etruskische kunst. Leiden heeft Den Haag 22 jaar geleden moeten voorgaan om de aandacht te laten vestigen op de bijzonderheden en voortbrengselen van het Etruskische volk dat zich van ongeveer 700 tot 100 vóór Christus in Italië manifesteerde. In het Gemeentemuseum in Den Haag had in 1955 een tentoonstelling plaats onder de titel Het geheim der Etrusken en de indruk die daarvan is achtergebleven, is kennelijk zo f groot dat er nog altijd over wordt gesproken. De tentoonstelling in Leiden, hoewel bescheidener van omvang, kan gezien worden als een wat verlate reactie op het Haagse gebeuren. Nu luidt de titel „Over de grens der Etrusken”. Het is een benaming die voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Allereerst is daar de ook naar internationale, begrippen zeer zeldzame grenssteen die ooit de grens markeerde tussen Umbrië en Etrurië De tweede betekenis geeft meer van de inhoud van de expositie weer. Gaf de Haagse tentoonstelling een sterke nadruk op de mystiek rond de Etrusken, ruim twintig jaar later zijn er heel wat vragen opgelost die ooit bijkans onbeantwoord schenen te blijven. Nog altijd geven herkomst en taal der Etrusken de nodige problemen, maar de moderne i yv.,, 3 w Mystieke mist rond Etrusken opgetrokken Voor tot 1 Oerwezen uit de Australische inheemse mythologie, illustratie uit ,,Boek van de maand", een levenschenkende godheid HMt ikhe- Jt of Van ig en i, bij lem haar ook jn 9- eek- pelijke zekerheden van nu, die toen nog onbekend waren. Er waren in die mythische verhalen steeds overal terugkerende zaken: ih veel beschavingen bijvoorbeeld speelden al of niet kunstmatige heuvels een belang rijke rol; ze waren het middelpunt van de schepping, waaromheen de profane we reld lag. Om er enkele te noemen: de trappentorens van de Babyloniërs, de piramiden van Egypte, de tempels in Mexico, Indië en Zuidoost Azië; de heili ge berg in Japan. Natuurlijk speelden de elementen zo als water, vuur en lucht een belangrijke rol in de mythen. Neem het vuur. Het was eerst onder de hoede van de góden; de oorsprong werd toegeschreven aan zon of bliksem; vuurgoden en bliksemgoden hadden er mee van doen. Veeltallig zijn de verhalen over de komst van het vuur van de góden- naar de mensenwereld. De maan werd vaak beschouwd als de vader van de vuurgoden. Van die maan een wulps avontuur „Eens, zo zeggen de Australische in heemsen, was de maan een dikke man Hij had een zwak voor vrouwen, maar omdat hij zo dik was had hij weinig vooruitgaat, bewijst hetgeen er be kend is over de taal. Ondanks alle moeilijkheden bij het interpreteren van de taal is nu de betekenis van 200 woorden bekend en kan de in houd van de lange teksten die bij voorbeeld voorkomen op sarcofa gen en tomben in grote trekken ver taald worden. bij wordt uitgegaan van de gedachte dat in een gelijksoortig cultuurpa troon dezelfde zaken op dezelfde wijze worden uitgedrukt. Gebleken is dat het Etruskisch een pré-indo-Europese taal is die ver want is aan een taal die nog in 600 vóór Christus op het Griekse eiland Lemnos werd gesproken. Dit wordt gestaafd door de stéle van Kaminia met een inscriptie die heel sterk aan het Etruskisch doet denken. Hippolytus, Daphne en Apollo, Romeo en Julia, Tristan en Isolde, Rama en Sita, Orpheus en Euridice. ïde: J. >or de rn en 023- tar 54 □chter ANKE >f ge- ir dan 55 jr. rui- rvaren cscon- n jaar □Mi ning 023- tbus Toch is er alle reden voor een ver doorgevoerde specialisatie in deze tak van de wetenschap. Van de Etrusken mochten we in de jaren na de Tweede Wereldoorlog misschien nog niet zoveel afweten, hun sporen zijn overal teruggevonden. Er zijn honderden, zo niet duizenden ge bruiksvoorwerpen bekend. Wie al leen maar een kijkje neemt in het Museo Via Giulia in Rome kan we ten hoeveel er nog bewaard is ge bleven Het bezit van het Leidse museum mag niet met Rome worden vergele ken. Zonder vergelijkingen te ma ken is het een goede verzameling. Er Ook op de askisten en bij de bron zen beeldjes krijgt de kop een zeer grote waardering. Het Leidse mu seum heeft een topstuk in een forse kanoop uit Sarteano, ongeveer te dateren op 525 vóór Christus. Die datering kan worden gemaakt om dat de kanopen asurnen een hele ontwikkeling doorlopen, via een napvormig deksel tot een afslui ting met een heel gedetailleerde kop. Bij de bedoelde kanoop zien we een zeer realistische stijl waarvan we mogen aannemen dat ze representa tief is voor het portret van degene wiens as eronder is gedeponeerd. Kanopen worden steeds in putgra- ven gevonden, samen met andere zogenaamde funeraire voorwerpen die dus te maken hebben met de begrafenis. De opstelling waarin ze voorkomen, wijst erop dat de dode als het ware aan een dodenmaaltijd zit. Op een zeer hoog niveau van artis tiek niveau staan de bronzen beel den waarvan het museum zeer goe de voorbeelden bezit. Veel hiervan is als een gesloten collectie uit Italië gekomen. Ze zijn daar na een opgra- b.v. 023- Tel. De conceptie van góden is voor de mythische mens lang iets geweest, dat op naam geschreven werd van maan, dauw of wolken. Bijzondere geboorten of bo vennatuurlijke verschijnselen bij een ge boorte komen in de mythen van alle volkeren voor. Dionysos kwam voort uit de dij van Zeus, Athene uit zijn hoofd. Ook in Indië zijn er góden, die uit het hoofd van andere góden geboren zijn: symbolische projecties van geestelijke eigenschappen. De symboliek was im mers van groot belang. Het meest voor komende voortplantingssymbool is de boom, vooral in de Indische mythologie. De geboorte van Boeddha had met een boom te maken. In de christelijke leer is de conceptie van Jezus met mysteriën omgeven. Maria’s „onbevlekte ontvange nis” wordt nog steeds als een feestdag gevierd in de roomskatholieke kerk. Ma- zijn vele simpel uitziende gebruiks voorwerpen te zien naast bronzen beeldjes en een werkelijk impone rende reeks askisten. De weten schappelijke vorderingen worden door middel van wandpanelen, fo to’s en kaartjes verduidelijkt. Tumi- li (grafheuvels), wandschilderingen en bijvoorbeeld ook wapens zijn in Leiden niet aanwezig. Overigens is niet alles geëxposeerd; het lelijkste bleef in depot. En er is samenge werkt met het Koninklijk Penning kabinet in Den Haag waar munten en gemmen vandaan zijn gekomen. Hoe snel de wetenschappelijke kennis over de Etrusken momenteel succes bij ze. Elke nacht zwierf hij rond. Door zijn zware stap hoorden de meisjes hem al van ver aankomen. Vanuit de struiken keek de bleek glimmende maan naar badende en kanoënde meisjes. Een paar van hen wilde de maan beetnemen Ze vroegen hem mee te gaan in de kano. Zelf zwommen ze, mooi glanzend, er naast. De maan wilde met ze flirten, maar de meisjes kantelden de kano. De maan verdronk. Zijn buik werd hoe lan ger hoe kleiner tot er nog maar een klein sikkeltje overbleef. Uit een andere rivier verrees de maan weer aan de nacht hemel. Vandaar beschijnt hij nu smach tend de vrouwen op aarde, maar ook daar verdrinkt hij”. Zoals het mysterie van de schepping van de wereld, van de mens, van diens ge heimzinnige krachten, van de angst en de demonen, de vruchtbaarheid en de liefde, van kwellingen en omzwervingen, van strijd en dood en van het geloof in het hiernamaals, vaak van de wederge boorte en de terugkeer onder een andere gedaante. Vragen naar de schepping van het heelal en zijn bewoners (góden en mensen) hebben een schat aan mythen opgeleverd. Wonderlijke spelingen van het lot, wonderlijke mysterieuze „onder huidse” overeenkomsten her en der, wonderlijk vooruitlopen op wetenschap- ijgezel jr- n i.b.v. mheid ontact tziend jf jon- jr„ uit Moet ouder gheid rwaar, rieven jeant- ing is Br o. Schitterende mythen zijn er geweven rond dieren (paarden, slangen enz.) en monsters (draken, afschuwelijke honden enz.). Uiteraard is de liefde ook een prak tisch onuitputtelijk reservoir gebleken voor prachtige verhalen. We hoeven maai; die te noemen van Phaidra en In maart 1963 werd het zogenoemde graf 148 dat deel uitmaakt van de necropolis Osteria van Vulci nabij de stad Montalto di Castro door een Romeinse groep onderzoekers geopend. Tevoorschijn kwam zowel Grieks als Etruskisch materiaal. De getoonde stukken zijn geïmporteerd. We zien op de foto onder meer een Attische zwarte figure buikamfoor uit 550 voor Christus, een kleiner Attisch amfoortje van Nikosthenes. een tweetal Oostgriekse parfumtlesjes, ronde schaaltjes, een bronzen spiegel, een bronzen handvat van een snavelkan, een bronzen nagelvijltje en twee fragmenten van bronzen armbanden (links op de voorgrond). voor jaar) Jarkt Natuurlijk is het Interessant te weten op welke manier de mens zaken of personen, die hij niet kon bevatten, heeft gemytlficeerd. Maar boeiender zijn de mythes zelf, de verhalen die in de loop der tijden zijn ontstaan, rond figuren en situaties, die een waas van geheimzinnig heid of verbeelding rond zich hebben gedrapeerd. In het boek van de maand december „Mythen van de mensheid" kan de minnaar van de vreemdste fantasieën, van de door de tijd gelouterde historiën naar hartelust ronddolen. Het land van de mythe blijkt nog groter en zwevender te zijn dan men meestal meent. De opzet van dit voortreffelijke boekwerk benadrukt dit. Alexander Eliot, ooit werkzaam bij Time als kunstredacteur, heeft de mythen zoveel mogelijk met elkaar In verband gebracht. HIJ keek niet eerst naar het land van herkomst maar wel naar het thema van het verhaal. Dat geeft vaak een verrassende Invalshoek. Je ziet merkwaardige overeenkomsten van onderwerpen en uitwerkingen daarvan door stammen of volkeren, die menselijkerwijs niet of nauwelljke met elkaar in contact kunnen zijn geweest. Dit benaderingssysteem geeft ook een goed uitzicht op het gevoels- en geloofsleven van zoveel soorten mensen in zoveel soorten tijden. zijn enkele unieke stukken en er zijn ook lacunes, een paar hele grote en voor de kenners ook storende. Dat neemt niet weg dat het beeld dat Leiden te zien geeft toch behoorlijk representatief is. Van der Meer heeft met deze ten toonstelling niet de nadruk willen leggen op kunst met een grote K Er ving m 1746 terechtgekomen in de collectie van Galeotto Corazzi in Cortona. Dit museum werd door' Humbert in zijn geheel opgekocht voor het zachte prijsje van 32 dui zend gulden. Men komt op zijn rondgang over de tentoonstelling tenslotte uit in een gereconstrueerde grafkelder- met 21 askisten. Vijf kisten, van teer albast gemaakt, komen uit een in 1743 geopend graf in Volterra. De - reconstrqctie is niet authentiek maar kan wel als waarheidsgetrouw Worden beschouwd. Met een derge lijk groot aantal askisten gaat het om verscheidene generaties. Een en kele familie kon dus een graf van enkele eeuwen oud hebben. Gebruikelijker zijn de kleinere kelders waarin twee of drie askisten worden gevonden. Voor de welge- stelden was het mogelijk de beeld houwers in albast te laten werken, maar de minder kapitaalkrachtigen konden askisten in tufsteen kiezen. De technische afwerking was dan veel minder mooi. In albast staan de figuren praktisch los van het reliëf, in tufsteen zijn hun vormen een on losmakelijk onderdeel ervan. In de meeste gevallen verhalen de’ albasten reliëfs van mythologieën, soms maar niet altijd verwant aan de dood. „Paris herkend” is een mo tief dat ih Leiden vaak voorkomt, maar het zou best kunnen dat de betrokken beeldhouwer hier een aantal opdrachten in serie heeft gemaakt. De samenstellers van de expositie hebben moeten woekeren met de tot hun beschikking staande ruimte, de oppervlakte is naar verhouding vrij klein. Niettemin heeft Aart Verhoe ven die voor het ontwerp tekende, in de veelheid van de voorwerpen toch een heldere lijn weten te scheppen. Een storend element is echter dat aan de wandpanelen verschillende extra kleuren (zoals groen, oranje en „7, grijs) zijn meegegeven. Dat geeft aan het geheel een smaakvol accent maar de kleuren gaan onbedoeld een eigen leven leiden en worden daardoor een soort onbewuste rode ön draad die verder niet terzake is. Een voortreffelijke catalogus, uit gegeven door de Staat met teksten van verschillende deskundigen be geleidt deze tentoonstelling die tof* 26 februari te bezichtigen is. n. De in uw Raad ootste 9 bro- toe in g 541 We kunnen daaraan ook de opvat ting toeschrijven dat de Etrusken ooit uit Griekenland zijn gekomen en dus geen autochtonen zijn zoals Dionysius van Halicarnassus hen noemde in zijn boek Romeinse anti quiteiten. Veel groter gelijk zal Her odotus hebben die in het eerste deel van zijn Historieën vertelt dat na de val van Troje in de 13de eeuw voor Christus een deel van het Lydische volk in het land der Umbriërs te rechtkwam. Dit volk, aldus de Ro meinse geschiedschrijver, noemde zich de Tyrsènoi, naar de konings zoon Tyrsènos. Herodotus situeert de stad Tyrsènoi elders in zijn werk in het noorden van Griekenland en op het eiland Lemnos. Zo dient de herkomst van de taal tevens als een antwoord op de vraag naar de her komst van het volk. Met het tonen van vergelijkings materiaal wordt in Leiden zichtbaar dat de Etruskische kunst in het ver lengstuk van de Griekse kunst lag Hetzelfde verschijnsel doet zich voor als bij de Nederlandse schilder kunst in de 17de eeuw en Italië: wat aan de bron wordt geboren sijpelt heel langzamerhand verder door. Daar komt nog bij dat de Etruski sche ambachtslieden in hun expres siviteit toch naar een eigen stijl zochten. Ze werkten niet met mar mer al moet dat toen ook al in Italië voor handen zijn geweest maar met albast, travertin, brons en terra-cotta. Bij het taalonderzoek worden drie methoden gehanteerd. Bij de etymo logische worden Etruskische woor den vergeleken met die in andere talen. Deze methode is ook op ande re terreinen veel gebruikt, maar wordt nu overheerst door de combi nerende methode (waarbij teksten in het Etruskisch onderling worden vergeleken) en de quasi-bilinguisti- sche methode. In dit laatste geval vergelijkt men formulaire zinnen met die in een andere taal met enige verwantschap, zoals het Latijn, Grieks, Umbrisch en Oskisch. Daar- Bij het woord mythen denken we meestal aan de oude klassieken („van góden en helden”; de mythologie was een onderdeel van je schoolopleiding dat lou ter op de Griekse en Romeinse periode sloeg). Met daarnaast nog wat verhalen over onze eigen verre germaanse voorva deren en voormoederen. Maar natuurlijk heeft elke volksgroep haar eigen mythen en sagen, die stoelen op de zaken, die de mens waar dan ook het meest beroeren „Over de grens der Etrusken" wil dan ook een demystificatie beogen, een soort tussentijdse stand van za ken in de geest van „dit we.et de wetenschap en dat kan ervan wor den getoond.” Honderdvijftig jaar heeft het ge duurd voordat de collectie in de hui dige samenhang wordt gepresen teerd. En zelfs de idee voor de ten toonstelling moest van buiten ko men. Het plannetje werd twee jaar geleden geboren na afloop van een lezing over askisten door drs. L. B van der Meer. Deze jonge Etrusko- loog die aan zijn proefschrift over dit bijzondere onderwerp werkt, is als klassiek archeoloog in de functie van wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Rijksuniversiteit te Leiden. De etruskologie is slechts een klein gebied van de klassieke arche ologie die Griekenland, Rome en hun culturele uitstraling bestrijkt gedurende de periode vanaf de pre historie tot aan het Byzantijnse Rijk. Of in jaartallen uitgedrukt: van 3000 vóór Christus tot 6 a 700 na Christus. De Etrusken beslaan daar slechts vijf tot zes eeuwen van. Van de Grieken worden wel be paalde details overgenomen. Er heerst in Etrurië een grote belang stelling voor het gezicht, de kop. Op de tentoonstelling is een prachtig deksel van een sarcofaag te zien dat onlangs bij een handelaar in Am sterdam werd aangekocht en buiten de catalogus valt. Dit in Zuid-Etru- rië gemaakte voorwerp laat in terra cotta een aanliggende vrouw zien met een rijkgedrapeerd kleed. De kop is bijna over-geaccentueerd en staat in geen verhouding met het lichaam. Het deksel meet twee me ter 90 lang, een indicatie voor de schaal waarop de Etrusken werk ten. Overigens zal het hier wel gaan om een opdracht voor een rijke fa milie, de hele uitmonstering wijst daar immers op. ria geldt voor de katholieken als de Grote Moeder, ook een begrip, dat je in veel culturen en godsdienstep terugvindt. Er zijn heel wat moedergodinnen geweest: zij belichaamden het voortbrengingsas- pect in moeder Aarde, de vruchten van de aarde en de zorg voor het jonge leven. De mythen blijven levend en her nieuwen zich ook weer. Venus is ook nu nog een begrip, een symbool. Waar wij over erotiek praten zit de Griekse liefdes rakker Eros in de buurt. Als we het over vrijen hebben, klinkt daarin de naam van de germaanse liefdesgodin Freya door. Onze levens zitten ook vol met symbolen. En zolang er mensen zijn zul len ook de mythen niet uitgestorven raken. Het boek „Mythen van de mensheid” bevat een enorme hoeveelheid schitte rende illustraties, in kleur dan wel zwart wit. „Mythen van de mensheid” door Alexander Eliot, vertaling Yge Foppema, uitgave Kosmos. Prijs tot 8 januari 1978 32,50, daarna 59,50. 7 mtr., st. en I goede I. deze nnism. JON- jr. m. sbben, (geen fiuisel. in, om m ge- 5p te bezw oto w 4547. ■■'X. In de latere eeuwen van de Etruskische beschaving nemen de (kunstzinnige) voorwerpen in kracht en plasticiteit sterk toe Een voorbeeld daarvan geven deze twee bronzen: een vrouwenfiguur en een soldaat met inscriptie Een Volterraénse askist, in albast uitgevoerd en met als mythologisch thema „Paris herkend'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 23