toont soepel en toch exact Gestolen doeken uit museum onbeschadigd teruggevonden Waardering voor Harry Sacksioni op eerste grote tournee Sjostakovitsj en Haydn klinkend bij Kamerorkest Hans Zender dirigeert Publiekstheater op zoek naar tijdloze essentie bij Schiller barok toneel Dir*e"‘ Bourrl t zich all-round vakman maandag Schonberg centraal op slechtbezochte matinee Weinig actueel werk in C-serie Bekentenis van Haagse nachtwacht Wandschilderingen in Limburg ontdekt 19 7 7 11 DECEMBER KUNST 1 2 10 I □Itele- Schu- orma- aoom- daad- ■X' ester. verat, t. Eros - ,EAC: m- e te- plan pro- tarin igen- hore mt is mer- foni- Ren, ïsen- ziek. ld in anu- an 6 van ndat gele- ibert ?om- aan- AMSTERDAM. Het repertoiretoneel in ons land toont de laatste tijd een meer dan gewone belangstelling voor het toneel dat de Duitser Friedrich Schiller schreef. Vorig seizoen voerde De Haagse Comedie „Maria Stuart” op, dit seizoen kwam Globe met „De Rovers” en zaterdagavond volgden in de Stadsschouwburg van Amsterdam Het Publiekstheater met een alleszins onderhoudende voorstelling van „Kabale und Liebe”, onder de titel „List en Liefde”. Eric Schneider regisseerde het stuk, waarmee niet alleen een oude wensdroom van hem in vervulling ging, maar waardoor ook eindelijk eens een Nederlandstalige opvoering van dit door Schiller zelf „een burgerlijk treurspel” genoemd toneelwerk is te zien. -5 al” K ■|r 1 i - t List en Liefde toch ERNEST BOUR (Foto van m- t. se Bij- JOHAN VAN KEMPEN Broze luistermuziek smaakvol gebracht i HARRY SACKSIONI ubriek. forma- ilieren. opera De naam van de familie van de veilig heidsfunctionaris heeft bij de Haagse poli tie in het verleden een slechte klank gekre gen. Zo kon het dan ook gebeuren dat zijn handel en wandel direct de aandacht kre gen. De nachtwacht heeft bekend dat het plan tot de diefstal geheel alleen van hem zelf is uitgegaan, al hebben zijn familiele den onder meer met een auto klaargestaan toen hij de schilderijen uit het museum sjouwde. De man heeft verteld in grote financiële moeilijkheden te verkeren. Tot de gestolen en geheel onbeschadigd teruggevonden schilderijen behoren wer ken van Jan Toorop, de gebroeders Jacob, Willem en Matthijs Maris, Isaac Israëls en Van Gogh. Tijdens de laatste maand van dit jaar is Sacksioni het middelpunt van een tournee van zo’n 12 dagen langs de grotere theaters en concertzalen in ons land. Een preten tieuze zaak vindt hijzelf, want de conse quenties van een overduidelijk succes op deze schaal durft hij nog niet zonder meer onder ogen te zien. Daarvan is tot verwon dering van velen per slot van rekening maakt hij tere, broze luistermuziek en het publiek dat daarvan houdt staat niet als erg uitgaanderig bekend wel degelijk sprake. In sommige plaatsen staat hij voor Ondanks de schijn in de richting van een dialoog, die wordt gewekt in de afwijken de en in twee groepen verdeelde podium- opstelling van het uitgebreide symfonisch instrumentarium, dekt de structuur van deze compositie de naam „Dialogue” in de praktijk toch niet helemaal. Alleen de ca dens voor de twee piano’s - die vakkundig werden bespeeld door het befaamde duo dat gevormd wordt door de gebroeders Alfons en Aloys Kontarsky - kwam door een min of meer dialogerende opzet aan het voorgestelde uitgangspunt tegemoet. Zimmermanns kracht ligt waarschijn lijk eerder op het vlak van het muziekthea ter. Zijn opera „Die Soldaten” zou in elk geval een geslaagd voorbeeld ter onder steuning van die stelling kunnen zijn. „Di alogue”, geschreven in expressieve en agressieve hedendaagse klankentaai, moet het om de aandacht vast te houden te veel hebben van vaste punten die gevormd worden door ingevlochten citaten van Bach en Messiaen; onmisbare elementen die de (toch al kunstmatige) eenheid van zo’n pré in zijn geval niet dodelijk, want hij maakt van zijn verlegenheid en zijn be perkte spreekvaardigheid geen geheim en dat wordt door een goed publiek minstens op waarde geschat. Alle muzikale lijnen draaien maar om elkaar heen, zonder waarneembare inner lijke noodzakelijkheid. De grondgedachte van dit tweedelige werk (Adagio-con fuo- co) is dusdanig zwak, dat het aanhoren van deze Kammersinfonie op den duur eigen lijk meer op „uitzitten”, neerkomt. Het was in die zin heel anders gesteld met de Tweede „Kammersinfonie” uit 1906, waarin de weliswaar nog tonale, maar wel zeer moeilijk-doenerige Schon berg aan het woord is. De altijd zeer efficiënt dirigerende Ern est Bour (Frans van nationaliteit, maar vast aan de NOS verbonden en speciaal bekend vanwege zijn grote inzet voor de modernen) stond overigens borg voor een voortreffelijke uitvoering, die het Radio Kamerorkest van zijn sterkste kant liet zien. De boeiendste vormen nam dit musice ren op deze matinee aan tijdens de uitvoe ring van een veel overtuigender werk van dezelfde Weense meester, namelijk diens „Lied van de woudduif”; in Schonbergs eigen bewerking voor kamerorkest uit 1922, van het gelijknamige gedeelte uit de rond de eeuwwisseling gecomponeerde „Gurrelieder”. AMSTERDAM. Weinig publieke belangstelling was er voor de VARA-matinee van deze zaterdag. Een trieste aanblik die vele lege stoelen in de grote zaal van het Amsterdams Concertgebouw voor dirigent Ernest Bour, de leden van het Radio Kamerorkest en zqngsoliste Sandra Browne. cursus 19.05 115 In- 'ionaal reerbe- anuna. i. '21.00 ir pro- lurant. kuit van »ling men bod. ogal voor Iver- rden Een nder ram- twee Iver- >efte ram- >rza- ;t de 4 de erlo- t van neer Men tuur ;ebo- jkte De zangpartij komt in deze uitgedunde orkestratie veel gunstiger uit dan in het oorspronkelijke, overdadige symfonische kader. De mezzo-sopraan Sandra Browne, afkomstig uit Trinidad, maar in Amerika en Europa opgeleid, gaf blijk van een grote artisticiteit en dramatisch talent, waar door de genuanceerde klanken van haar mooie en heldere stem zich effectief ver bonden met het orkestspel. dit overigens wel interessante toonsge- wrocht niet versterken. Het tweede programmawerk op dit C- concert van het Amsterdams Concertge bouworkest, bestond uit een langer gele den ontstane compositie, die ook al sinds jaren in de muziekwereld bekendheid ge niet, namelijk Kees van Baaren’s „Variazi- oni per orchestra” uit 1959. Van Baaren, leerling van Willem Pijper, was in de na oorlogse jaren de voorman van de aanhan gers der - inmiddels alweer uit de mode geraakte - twaalftoonstechniek. Zijn vijf variaties op een reeks, getuigen van de sterk constructief gerichte geaard heid van deze (evenals Zimmermann in 1970 gestorven) Nederlandse musicus, die de opgroeiende componistengeneratie uit de jaren vijftig en zestig belangrijk beïn vloedde. Maar als compositie mist het in tussen iedere actualiteit. Uitzondering daarop vormden slechts drie orkeststukken uit 1910, die tot de eerste probeersels in de twaalftoonstech niek kunnen worden gerekend De laatste ervan is onvoltooid gebleven en de eerste twee doen zo fragmentarisch aan, dat het niet-uitgeven van deze muziek door Schon berg (de partituur kwam pas na diens dood in de openbaarheid) uit eigen onze kerheid van de componist over de waarde ervan te verklaren zal zijn. Dat Sacksioni met zijn hoogst eigen ge luid mensen aansprak, was bekend, maar de mate waarin kwam als een verrassing. De plaat verkocht blijkbaar moeiteloos voldoende om de gouden status te verkrij gen en ook de volgende elpee, Vensters geheten, sloeg in. Op de schijf zijn de arrangementen wat meer uitgewerkt en krijgt de begeleiding een volwaardiger plaats toegemeten. Ook wordt het gebruik van de electrische gitaar niet langer ge schuwd, ook al komt nergens de agressie om de hoek kijken. Zo is deze Nederlandse opvoering „List en Liefde” misschien geen onver deeld succes geworden, toch is de voorstel ling de aandacht van het publiek waard. Eerder op dit middagconcert had deze zangeres haar begaafdheid getoond in het klassieke genre. Haydns dramatische con certaria (scena) „Berenice che fai” kreeg, op de in deze stijl verlangde wijze, een treffende vertolking. In de uitstekende be geleidingen door het Radio Kamerorkest hierbij, alsmede in de frisse, transparante en sfeersterke weergave van de eraan voorafgaand gespeelde symfonie „Le Mi di” (eveneens van Haydn), toonde Ernest Bour een ander en niet minder waardevol aspect van zijn all-round vakmanschap als dirigent. Een zekere mate van eentonigheid vormt het grootste gevaar voor het concert, hoe wel de verschillende mogelijkheden goed worden afgewisseld. Veelvuldig wisselt Sacksioni van stemming en gitaar, onder brekingen worden gevonden in pianosoli van Erik van der Wurff, het vertonen van een tekenfilm als achtergrondprojectie bij Goofy; tijdens de tweede set door het spe len van een medley van Beatles nummers. Voor de rest verbaast het enor me bereik van de euphonia, de zorgvuldig geblazen chorussen en de smaakvolle doortastendheid van Sacksioni, die ge spannen, maar evenwichtig zijn techniek en gevoel in balans houdt. Daarbij vormt het symfonische 1984 het hooogtepunt. De naam Schonberg zal de doorsnee- concertbezoeker hebben afgeschnkt Maar hoewel het gehele programma na de pauze inderdaad aan de grondlegger van de ato nale school was gewijd, ging het hier voornamelijk juist niet om het baanbre kende componeerwerk dat Schonberg heeft geleverd, maar om muziek die hij nog in de periode daarvoor schreef. AMSTERDAM. Soepel maar exact dirigeerde Hans Zender het Concertge bouworkest op de zondagse matinee van de C-serie. Weinig actueels was er ditmaal te horen. Het nieuwste werk dat het pro gramma vermeldde, was van de hand van de in 1970 op 51-jarige leeftijd moedwillig uit het leven gestapte Bern Alois Zimmer mann. Het ging om zijn „Dialogue", uit 1960-1965, voor twee piano’s en groot or kest, dat,op dit concert zowel vóór als na de pauze ten gehore werd gebracht om het publiek gelegenheid te geven beter zicht op de ingewikkelde partituur te krijgen. (Van onze kunstredactie) DEN HAAG. Een 28-jarige inwoner van Den Haag in dienst van een particuliere beveiligingsorganisatie heeft tegenover de politie bekend dat hij samen met twee andere familieleden verantwoordelijk is voor de diefstal van naar nu is gebleken twaalf schilderijen uit het Haagse Gemeente Museum. DEN HAAG. Twee jaar geleden bracht Harlekijn, het label en de produktiemaat- schappij van Herman van Veen, een elpee uit van een van diens eminente begeleiders. Harry Sacksioni’s eersteling bevat 12 merendeels pittig gespeelde, akoestische num mertjes, waarvan de meeste van zijn hand zijn en titels als Hagelslag, Huiswaarts, Thee bij tante Josephine en Breekbaar dragen. Door die beperkte tekstuele leidraad de composities geven bepaalde stemmingen, een bepaald gevoel weer ligt het accent voornamelijk op de gitaartechnische vaardigheden van deze jonge gitarist. Begin deze maand werd door de direc teur van het museum aangifte gedaan van de ontvreemding van elf werken. Het twaalfde schilderij, een landschap van Mondriaan met een waarde van 40 duizend gulden, werd aanvankelijk nog niet ver mist. De kunstwerken die nu alle boven water zijn, vertegenwoordigen een waarde van bijna een half miljoen gulden. De Hagenaar kon, omdat hij in het mu seum als nachtwacht moest werken, vrije lijk beschikken over een sleutel van de kelderruimten waar de schilderijen waren opgesloten. Na de diefstal bracht hij de schilderijen onder bij een oom die een café had waar de doeken zolang werden opge slagen. Deze durfde de werken daar niet lager te bewaren en wist een ander lid van de familie die tot zijn klantenkring behoor de, over te halen om de schilderijen bij hem thuis op te bergen. Er is ook steeds iets te weinig materiaal (de drie stukken tellen respectievelijk 12, 7 en 8 maten) om er een duidelijke indruk mee te wekken. te laat- Im. kleuter en van kaanse 1. 19.15 igen en 5 Spel- kleine oncert. 22.20- AMSTERDAM. Uit het zaterdag avondconcert in het Amsterdams Concert gebouw, bleek dat de alom heersende Sjos- takovitsj-rage ook al was doorgedrongen tot het Nederlands Kamerorkest. Onder leiding van de dertigjarige Spaanse diri gent Antoni Ros-Marbd werd daar uitvoe ring gegeven aan de Veertiende Symfonie, die de ondertitel „Doodsklacht-cantate" heeft meegekregen. Deze vijftig minuten durende symfonie, waarvan Sjostakovitsj (ten onrechte) heeft gedacht dat het zijn laatste zou worden, is gebaseerd op een elftal in het Russisch vertaalde gedichten van Apollenaire, Gar cia Lorca en Rilke. Het Kamerorkest met subtiel gebruik van slagwerk en celesta dient als begeleiding voor sopraan en bas solo, waarvoor respectievelijk Urszula Koszut en Robert Holl (als vervanger van Isser Büshkin) waren aangetrokken, en die ingeleefd, met een rijkdom aan expres sie, grote prestaties leverden. De zeer beweeglijke dirigent Ros-Marba, die geen twijfels opriep ten aanzien van diens grondige kennis van de partituur, gaf met een knap begeleidend NKO aan de solisten alle ruimte. De van diepe treurnis vervulde muziek, kent wanhoopsstemmingen die evenwel niet aangrijpen. Waarschijnlijk was deze gruwzame somberheid van deze onaan trekkelijk „kaal” geharmoniseerde en geïnstrumenteerde symfonie, waarin de contrabas veel solowerk verricht, de reden dat tientallen concertbezoekers de zaal voortijdig verlieten. Om het in dezelfde sfeer te houden was naast Sjostakovitsj’ thema „doodsklacht”, op dit concert het aanverwante thema „af scheid” vertegenwoordigd. Haydn’s „Ab- schieds-Symfonie” bepaalde het program- magedeelte van voor de pauze. En al is het niet de „grote” Haydn die hierin aan het muzikale woord is; zijn kunst is duizend maal zuiverder en eerlijker dan die van Sjostakovitsj. Die innerlijke kwaliteit werd met uiterlijke kwaliteit die van de klinkende uitvoering door het Nederlands Kamerorkest dubbel en dwars beloond. JOHAN VAN KEMPEN 18.20 ahrun- 1 imaal. Itureel Harry Sacksioni is vanavond nog in de Utrechtse Stadsschouwburg, vrijdaga vond in de Rotterdamse Doelen, zondag avond 18 december in de Leise Stadsge hoorzaal en maandagavond 19 december in het Amsterdamse Carré te beluisteren. JOHN OOMKES Messiaen’s vierdelige „Ascension” ten slotte, hoorde eigenlijk niet eens in de C- serie thuis. Deze „Quatre meditations symphoniques”, uit het begin van de jaren dertig, waren in de ontstaanstijd ervan zelfs al niet avant-gardistisch te noemen. Maar het was in deze uitvoering wel zo, dat het Concertgebouworkest, dat na alle in strumentale bokkesprongen eventjes moest acclimatiseren aan een nogal tradii- oneel idioom, nu weer kon laten horen hoe „mooi” het kan musiceren. De Duitse gast- dirigent Hans Zender liet daarbij in deze vertolking merken hoeveel Duits-roman- tisch bloed er toch nog in zijn jonge (veer tigjarige) aderen vloeit. JOHAN VAN KEMPEN zijn kregen van Herman van Elteren. Het pla fond van het toneel bestaat uit een eenheid van brokstukken barokke panelen beeld houwwerk a la Michelangelo. De delen daarvan komen per scène omlaag kante len om dan rechtstandig een pompeus overheersende achtergrond te vormen. De kale achterwand van de schouwburg, die op het toneel steeds zichtbaar is, doet daaraan niets af. En als die muur aan het slot in „z’n geheel schril wordt uitgelicht vind ik dat gruwelijk mooi, maar het ver band met Schillers stuk ontgaat me. Van Elteren ontwierp ook de kostuums en daarvoor geldt hetzelfde als voor zijn de cor. Er is niets tijdsloos aan, ze verwijzen direct naar een voorbije tijd, hoe oogver blindend mooi ze soms ook zijn, zoals de hoogtij-uitvoering van Ann Hasekamps garderobe. Dat alles is een rijkdom die mooi is om naar te kijken, maar zij ver troebelt de visie van de regie en voert toch nog naar barok toneel. Is een avond toneel met „List en Liefde” daarom verloren tijd? Zeker niet. Daar voor is teveel voortreffelijks te zien in deze opvoering, waarvoor Josephine Soer een goed klinkende vertaling maakte. Denk alleen aan de kruiperige secretaris van de president, erre Wurms, met gladde glibber uitgesmeerd door Hans Croiset en voor mij het hoogtepunt van de avond. En dan Ann Hasekamp als Lady Milford, de mai tresse van de vorst. Alleen moet zij de hele avond een Engels accent door haar tekst breien, waardoor haar rol een karikatu raal karakter dreigt aan te nemen. Aan Hasekamps gevoelig talent is het te dan ken dat daar doorheen de menselijkheid van haar creatie zichtbaar blijft. Frans Vorstman, die van Centrum nog eens bij het Publiekstheater mag spelen, maakt van Baron von Walter een prachtige diplo matieke schurk vol opportunisme, Jan Re- tèl boeit als stadsmuzikant Miller vol op rechte eenvoud en Jules Croiset is koste lijk als de verwijfde hofmaarschalk, al balanceert hij op de rand van het schmie ren. Het verliefde paar krijgt van Schiller zelf eigenlijk weinig mee om kleur aan te geven, maar Marijke Veugelers en Wim van der Grijn slaan zich er toch redelijk doorheen, al dreigt de zelfmoordscène toch echt de kant van ouderwetse drake righeid uit te gaan. Het voorwoord dat Schneider in het tekstboekje dat de voorstelling begeleidt schreef, houdt een nogal rigoureus klin kende belofte in. Schiller, auteur uit de Sturm un Drangperiode, Duitsland 18e eeuw, de tijd van de burgerlijke tragedie, schuwt in zijn toneelwerken het theatrale en barokke effect niet. Schneider belooft in zijn voorwoord daar iets aan te doen. Hij noemt List en Liefde „één van Schil lers zuiverste schreeuwen om vrijheid”. Zegt later: „De zo tijdgebonden versiering en pathetiek vertroebelen voor ons dik wijls nu de directheid van Schillers schreeuw. In de bewerkin ben ik eerder uitgegaan van een scenario naar Schillers „Luise Millerin” (zoals de oorspronkelijke titel luidde), dan naar een zuivere weerga ve van het stuk. Als regisseur geeft Schneider daarmee aan dat het belangrijker is de essentie van een stuk zichtbaar te maken, dan het keu rig toneelspelen met de integrale tekt. Dat is een voortreffelijk uitgangspunt en het waarborgt de vitaliteit van het toneel. Maar, zoals Schneider „List en Liefde” op het toneel gezet heeft, is die overtuiging toch slechts gedeeltelijk zichtbaar. Er zijn acteurs en actrices die essentieel met hun tekst bezig zijn, los van de versiering, maar er zijn er meer die naar de pathetische kant van het stuk buigen. En erg verwon derlijk is dat nu ook weer niet, want Schil ler heeft „zijn schreeuwen om vrijheid” wel erg met weelderige barok omkleed. Daarom is het Eric Schneider en het Pu bliekstheater niet helemaal kwalijk te ne men dat deze voorstelling van „List en Liefde” wat tweeslachtig overkomt. Een dualisme dat aan het boeiende van de voorstelling op zich echter niets af doet. „List en Liefde” gaat over een hopeloze liefdesgeschiedenis en doet in zoverre den ken aan Romeo en Julia van Shakespeare. Twee mensen die van elkaar houden gaan ten gronde aan de baatzucht en bereke ning van de heersende macht. Ferdinand, van adel en zoon van de president van een klein Duits vorstendom, is verliefd op Lui se, een eenvoudig burgermeisje. Zij beant woordt zijn liefde, maar intriges van Fer dinands vader en diens secretaris zaaien twijfel en wantrouwen tussen de gelieven. Het slot is zelfmoord van Ferdinand, die daarin de vrouw van wie hij houdt mee sleept. Deze intrige, hier beknopt weerge geven, is door Schiller met krullende pen tot dik theater verwerkt. Regisseur Eric Schneider heeft voor zijn voorstelling een indrukwekkend decor ge- sesam- 19.00 lingen. pecial astpro WeV SITTARD (ANP). In het bijna 750- jaar oude Sint Salviuskerkje in Limbricht bij Sittard zijn bij restauratiewerkzaam heden oude wandschilderingen ontdekt, waarschijnlijk uit de 12e of 13e eeuw. De werkzaamheden aan het kerkje zijn voorlopig stopgezet in verband met het onderzoek naar de waarde van de wand schilderingen. 1 S 5 Pro- iltend: Carlis schich- iteiten. I i. 20.00 5 Spet v-film. iaaren een uitverkocht huis, en in ieder geval is de opkomst overal boven verwachting. Zondagavond concerteerde Harry Sack sioni in het Haagse Congresgebouw en daar bleken ruim duizend liefhebbers op het concert te zijn afgekomen, zodat men wel gebruik moest maken van de grote Prins Willem Alexanderzaal. Met begelei ding van Martijn Alsters (fluit), Hans Kop- pes (tuba en euphonium), Ger Smit (trom bone en euphonium) en Erik van der Wurff (piano, fenderpiano en orgel) bracht hij twee sets ten gehore, die bij het in de regel lastige en stugge Haagse publiek goed in de smaak vielen en waarvan sommige nummertjes met ovationaal applaus ont haald werden. Wee, degene die te veel lawaai maakt of op een wat luidruchtige manier de zaak verstierf.' Dat kan noch Harry’s muziek noch hijzelf velen, daarvoor blijkt het te veel een concert voor rustige naturen. De arrangementen en de programmaopbouw kennen weliswaar een doordacht karak ter, maar Sacksioni zelf maakt niet de indruk dat hij over een overdosis aan podiumpersoonlijkheid beschikt. Nu is Een scène uit List en Liefde waarin Frans Vorstman en Jules Croiset (rechts) zijn te zien. Kors van Bennekom)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 11