De Appel indrukwekkend met eigen visie op Aischylos door Frans Halsmuseum gekocht Fel opgevoerde dramatiek Stravinski’s Oedipus Rex tt. Speelvreugde gepaard aan kennis van zaken Onbekend Haarlems stadsgezicht Regisseur Lasse Hallström maakt glad product ABBA-film: veel muziek, weinig inhoud HB NIEUWE FORD ESCORT Bouwens Autoverhuur Kampervest 23, Haarlem, tel. 312638 WEINIG BELANGSTELLING VOOR ACADEMY” FOSS ALS COMPONIST GEEN HOOGVLIEGER Elisabeth Andersen en Henk van Ulsen naar Haagse Comedie zrEZtA HUREN? te zien op komende tentoonstelling Amsterdamse Poort” KUNST DECEMBER 19 7 7 1 9 MAANDAG Mi y Bouwjaar 1977 f 27,50 per dag, inkl. 100 km en verzekering Excl. BTW en benzine Langere huurtijd op aanvraag La koorlied uit het Dodenoffer is zo’n scène. Maar de van Niels Hamel is er nog indrukwekken- voorstelling brengt geen verandering in de constate ring van Erik Vos in het programma, dat de Ores teia in 2500 jaar in Nederland niet door een professioneel gezelschap is gespeeld. JAAP JOPPE l Onnavolgbare prestatie in Oresteia (ADVERTENTIE) van 1928 in Amsterdam de concertuitvoe ring plaats van Stravinski’s „Oedipus Rex”; de in de twee daaraan voorafgaande jaren gecomponeerde oratorium-opera op tekst van Jean Cocteau. Stravinski liet zich door de bewerking van het gelijkna mige drama van Sofokles inspireren tot een van zijn krachtigste en meest pakken de composities. En het was op uitnodiging van Mengelberg dat de componist zijn kersverse partituur op het tweede feest- concert ter gelegenheid van het veertigja rig bestaan van het Concertgebouw zelf kwam dirigeren. Teleurstellend en detonerend ten aan zien van Stravinski’s meesterwerk, waren de daaraan in het programma voorafgaan de „Baroque Variations” van Lukas Foss. De dirigent-componist beschouwt deze va riaties als „dromen” over de drie door hem gekozen fragmenten uit composities van Handel, Scarlatti en Bach. Voor sommige toehoorders, waaronder ook uw recensent gerekend kan worden, waren het eerder „nachtmerries”. Het geheel in een spanningsrijke vertol king als in één adem, waarvan de onderde len (zoals in 1928 door de befaamde Paul Huf) door declamator Cees Coolen als verteller, met precies de juiste uitdrukking (in het Nederlands en niet in het kerklatijn van de gezongen teksten) aan elkaar wer den verbonden. De barok-citaten werden op een onwe zenlijke en slijmerige manier in de vele strijkersglissandi en het in geluid aanzwel lende en afnemende elektronisch orgeltje, op de manier van gestoorde radiozenders, bedorven. Lukas Foss is een hoogbegaafde diri gent. Als componist heeft geen enkele van de door hem in het verleden ingeslagen richtingen ooit overtuigingskracht gehad. En zijn huidige manier van collage-achtig componeren kan aan zijn naam als musi cus slechts afbreuk doen. JOHAN VAN KEMPEN Scène uit De Oeresteia van toneelgroep de Appel. Op de rug gezien Peter van der Linden als Klytaimnestra. rechts Roelant Radierals Orestes, (foto Pan Sok). De Zweedse televisie- en filmregisseur Lasse Hallström is verantwoordelijk voor deze zogenaamde promotiefilmpjes en het is dan ook niet verwonderlijk dat hij het is geweest die werd aangetrokken om de eerste „speelfilm” die het concern ABBA op de markt heeft gebracht te gaan maken. Een eenvoudig verhaaltje moest Anni- Frid, Benny, Björn en Agnetha in staat stellen hun nummers aan het publiek te slijten. En wat heet een eenvoudig verhaal tje. In feite is het een onwaarschijnlijk flut verhaal dat in het kort hierop neerkomt: een Australische disc-jockey de film werd opgenomen tijdens de tournee die ABBA dit jaar door Australië maakte) moet van zijn baas een interview gaan maken met de leden van de groep voor een radio-special van twee uur. En niet zomaar een interview, nee, hij moet gesprekken met ze hebben over zaken die niet dage lijks in de publiciteit komen: hoe ze den ken, hoe ze voelen, wat ze werkelijk willen. met enkele onbekende aspecten van deze ro manticus kennis te ma ken. Springer heeft het stadhuis en de Bavo in Haarlem met een opval- lend gedempt atmosfe risch effect weergege ven dat in zijn schilderi jen hoogst weinig voor komt. In vaktermen dus een „diepte-interview”. De arme jongen sjouwt half Australië door om ze te pakken te krijgen, maar al zijn pogingen mislukken. Hij droomt dat hij bevriend raakt met de leden van de band en dat zelfs de twee meisjes spontaan verliefd op hem worden. Maar het is slechts een droom, want ook de volgende dag komt hij niet verder dan op tien meter afstand van de groep. Maar dan (wonder boven wonder, het geluk slaat keihard toe) stapt hij in de lift op weg naar zijn hotelka mer en wie staan daar: Inderdaad: Benny, Björn, Anni-Frid en Agnetha, die hem tussen de begane grond en de dertigste verdieping een exclusief interview geven. Op weg naar de radiostudio monteert de wakkere knaap nog even de banden (mu ziek, reacties op straat en het interview) en net op tijd arriveert hij met zijn special om de bandrecorder te leggen. „ABBA, the movie” is een volkomen clean produkt geworden. En dat is natuur lijk niet verbazingwekkend, want de totale immage van de Zweedse formatie is clean. De muziek (van een op hoog niveau staan de computerkwaliteit) en de verhalen die over de leden van ABBA in de diverse media te vernemen zijn, missen elke diepgang, terwijl ten koste van alles een bepaald immage in stand wordt gehouden. Geen drugs, geen drank, geen andere vrouwen of mannen, keurige kleren, netjes gekapt en muziek die mensen van 8 tot 88 jaar aanspreekt. Wat wil een mens nog meer? Het levert miljoenen op. Zelfs zo veel dat de ABBA-mensen maar één zorg hebben: wat doe ik met al mijn geld, zon der dat de belasting driekwart opslokt? Veel belangrijken dan dit verhaaltje zijn in de film natuurlijk de nummers die AB BA ten gehore brengt, want daat gaar het tenslotte allemaal om. Lasse Hallström maakte weer gebruik van zijn vakman schap en commercieel inzicht en maakte net zo’n glad produkt als zijn promo tiefilmpjes. En meer is de film dan ook eigenlijk niet. Het produkt van ABBA (dat de sprekende titel „ABBA, the movie” meekreeg) is een wat lang durende promo- tiefilm die zeker het predikaat speelfilm niet heeft verdiend. Want de enige acteur is Robert Hughes (de vertwijfeld jagende disc-jockey), terwijl de leden van de groep geen woord zeggen buiten de teksten van de nummers die ze laten horen. En dat is misschien maar goed ook, ze zijn tenslotte musici en geen acteurs. The Academy of Ancient Music is een naar authenti citeit in de verklanking 1 Ook de film zal wel weer de nodige miljoenen in het laatje brengen. De con tracten zijn in ieder geval dusdanig gere geld dat het ABBA-concem (met een ge- DEN HAAG (ANP). De Haagse Come die neemt voor het nieuwe seizoen ’78-’79 zes nieuwe stukken op het repertoire. Nieuw geëngageerd zijn dan bij het gezel schap: Elisabeth Andersen, Edda Ba- rends, Pieter Lutz, Henk van Ulsen en Evert de Jager, die van de Toneelacade mie in Maastricht komt. Het eerste nieuwe stuk dat op 6 mei in première gaat, is „De Frontpagina” van Ben Hecht en Charles MacArthur. Het wordt geregisseerd door Jules Royaards. Jo Dua voert het betreffende seizoen twee regies bij de Haagse Comedie, die van „Travesties” van Tom Stoppard en die van „De repetitie of de bestrafte liefde” van Jean Anouilh. De eerste voorstellin gen zijn te verwachten op respectievelijk 16 september ’78 en 3 februari ’79. Op 30 september gaat „Coriolanus” van William Shakespeare in première, regie Dinu Cemescu. Op 2 december volgt dan „pijlers van de samenleving” van Henrik Ibsen, geregisseerd door Kees Coolen. Tenslotte staat op het repertoire „Het leven een droom” van Pedro Calderon de la Barca. Pierre Laroche voert de regie en de première is voorzien op 17 februari. Agnetha en Anni-Frid in een scène uit „ABBA, the movie” schatte netto winst over 1977 van 40 mil joen gulden) zich in ieder geval geen buil kan vallen. Maar dat lijkt een overbodig ingebouwde veiligheidsklep, aangezien het er naar uitziet dat over de gehele wereld het publiek storm zal lopen. KLAAS-PIETER RIEKSEN Nederland had afgelopen zaterdag de wereldpremière van de film. In het Am sterdamse City-theater waren honderden mensen toegestroomd om dit heugelijke feit mee te maken. Maar de organisatoren waren vergeten om deze wereldpremière de flair mee te geven, die gebruikelijk is bij dit soort gelegenheden. De leden van AB BA schitterden in ieder geval door afwe zigheid en de film kon dat helaas niet goed maken. de, Wouterus de Nooy, Jan ten Compe (met twee zeer curieuze ge zichten op de ruïne van het verdwenen Berken rode in Heemstede), de al eerder genoemde La Fargue, Bosboom, Cor nells Springer en Hen drik Tavernier. Van Springer komen in het museum twee krijttekeningen te han gen die nog maar zelden te zien zijn geweest. Het is een unieke kans om SCHEVENINGEN. Op basis van forse delen gemeen met de Eumeniden van Aischylos. van de „Oresteia” van de Griekse tragediedichter Aischylos heeft Erik Vos met zijn toneelgroep De Appel een indrukwekkende, soms briljante toneel voorstelling gemaakt. In het laatste deel, dat in deze Aan het einde van de 18e eeuw bezat Haarlem nog verschillende stadspoorten die later allemaal zouden verdwijnen op deze na: de Amsterdamse Poort. De onbekende messter laat hier de authen tieke situatie zien zoals die rond 1780 moet hebben bestaan, dus toen het tolhuisje en de brug er nog waren en uiterst links de herberg die buiten de poort was gevestigd om onderdak te bieden aan mensen die ’s avonds voor de gesloten deur ston den. Het schilderij is heel zonnig van toon, de lucht is in een hemelsblauwe kleur geschilderd. De kun stenaar heeft de gebouwen met verfijnde precisie getekend, elk steentje is te zien, zoals dat ook het geval is met de boombladeren. Maar het is waar: de Eumeniden met zijn theologische uitweidingen is voor een mo dern publiek niet gemakkelijk verstaan baar. Het eigen mytische epos, dat Erik Vos versie „Oordeel” heet, wordt Orestes getekend als bouwde op die selectie uit de Oresteia, is een vrij mens, aan zichzelf en aan de mensen verantwoordelijk voor zijn daden, en in de beide voorgaande delen legt Erik Vos het accent op die menselijke aspecten. Vooral in de koren komt hij daarbij tot onvergefelijke momenten: het tweede HAARLEM. Dit week einde is The Academy of Ancient Music, uit Enge land, een tournee door ons land begonnen, waarbij Haarlem zaterdagavond de primeur had. Hoewel de uitvoering van zondagmid dag in Diligentia in Den Haag zeer goed bezocht was en het komende con cert, hedenavond in de Kleine Zaal van het Am sterdams Concertgebouw zelfs tot de ladtste plaats toe is uitverkocht, trok het Haarlemse optreden van dit in muziek van Vivaldi gespecialiseerde ensemble niet de verwachte belang stelling. Zodat de oor spronkelijk voor dit con cert gekozen grote zaal van het Haarlemse Concertge bouw uiteindelijk^verruild moest worden voor de klei nere „Tuinzaal”, om de ver houding tussen uitvoe- ringsruimte en het aantal toehoorders in aanvaard bare proporties te brengen. schilderij tussen deze twee jaren moet zijn ge maakt. Er is zelfs nog een preciezere datering mogelijk. In de situatie zoals La Fargue die weergeeft is rond 1780 een verandering aange bracht die in het schil derij reeds is verwerkt. Afgaande op dit feit moet het doek dus tus sen 1780 en 1783 zijn gemaakt. Hoewel het schilderij niet gesigneerd is, kan worden verondersteld dat er duidelijke over eenkomsten zijn met het werk van Isaak Ouwa- ter. Het museum bezit van hem een gezicht op de Grote Markt dat qua stijl sterk aan het ge zicht op de Amsterdam se poort doet denken. Uitsluitsel hierover is echter nog niet moge lijk. Het schilderij dat in goede staat verkeert, krijgt een ereplaats op de volgende week te openen expositie van Haarlemse stadsgezich ten. Het belooft een heel boeiende tentoonstel ling te worden gezien zowel de kwantiteit als de kwaliteit. Behalve dat uit eigen bezit werd geput maakte Teylers Museum een genereus gebaar door een groot als de strijkers en afgewo- genheid in de transparante samenklank vormen de ba sis, waar Vivaldi’s compo sities wel bij varen. Drie Fluitconcerten uit opus 10; twee Sinfonia’s; de Zesde Cellosonate en „La Follia” voor twee violen en continuo, kregen elk op hun eigen manier de onge compliceerde maar char mante geest mee die het werk van de Italiaanse ba- rokcomponist eigen is. In een swingende cadans werd een rijkdom aan nu anceringen in de opvallend milde klank gelegd, waar- door het aan Vivaldi gewij de programma van onder deel tot onderdeel kon blij ven boeien. De aanwezige liefheb bers, waarmee de Tuinzaal van het Haarlems Concert gebouw goed\ bezet was, hebben middels enthousi ast applaus van hun grote waardering voor de gespe cialiseerde muzikale ver richtingen van The Acade my of Ancient Music blijk gegeven. strevend instrumentaal en semble, waarvan door de leden het gevaar voor het daarbij dikwijls door al te principiële opvattingen aan de dag tredende aspect van een zekere dorheid, on der ogen is gezien. In de uitvoering probeert men daarom de spontane speel vreugde te benadrukken, terwijl toch de in de laatste jaren door internationale musicologische research opgedane kennis inzake de barokke uitvoeringsprak tijk, de uitgangspunten vormen voor de muzikale benadering. Het zeer levendige spel van de zes betreffende mu sici: de traverso-speler Stephen Preston met Ca tharine Mackintosh, Moni ca Huggett, Trevor Jones en Anthony Pleeth als tra ditioneel samengesteld strijkkwartet, eveneens op barokinstrumenten en met Christopher Hogwood aan het klavecimbel, blonk dan ook uit door frisse tempi en tintelende klank. Prachtig afgewerkte, ijle loonvor ming, zowel bij de traverso HAARLEM. Het Frans Halsmuseum heeft een tot nog toe vrijwel onbekend ge zicht op de Amsterdam se Poort weten te ver werven dat voor het eerst te zien zal zijn op de tentoonstelling van Haarlemse stadsgezich ten die 22 december in het museum wordt ge opend. Het schilderij dat afkomstig is van een oud-Haarlemse in gezetene kon met forse steun van de Vereni ging Rembrandt wor den aangekocht. De hoogte van de prijs wordt door het museum niet bekend gemaakt, wel wordt gesproken van een coulante en al leszins redelijke prijs. Naderhand heeft ook de Nederlandse Opera zich over „Koning Oedipus”, uiter aard in de geënsceneerde versie, ont fermd. Lange tijd was er echter sindsdien geen kans meer om met dit meesterwerk uit Stravinski’s neo-klassieke periode, op nieuw kennis te maken. Op de VARA- matinee van afgelopen zaterdag deed zich die betrekkelijk zeldzame gelegenheid weer voor. Ditmaal was het niet het Concertgebouworkest met de, in de eerste helft van onze eeuw zeer bloeiende zang vereniging „Apollo” (van Fred. Roeske), maar het Radio Filharmonisch Orkest met het Groot Omroepmannenkoor, die de uit voeringstaak op zich namen. En al was het nu ook niet de componist zelf die aan de directielessenaar stond; met de thans diens plaats innemende Lukas Foss zal „Oedipus Rex” het wat de intensiteit van uitdrukking betreft, waarschijnlijk zoveel te beter getroffen hebben. Stravinski was geen grootheid op dirigeervlak en de 55- jarige Foss geboren in Duitsland maar al voor de laatste oorlog naar de Verenigde Staten geëmigreerd is werkelijk, zoals ook nu weer overduidelijk bleek, helemaal geknipt voor dit soort werk. Met zijn hoe kige en zeer markante slagtechniek, soms heel agressief van karakter, drijft hij de dramatiek tot het uiterste op. Het Radio Filharmonisch Orkest en het Radiokoor hebben, evenals de solisten, Foss’ intenties en gedreven leiding, met virtuoos en voor al buitengewoon „geladen” musiceren be antwoord. De solopartijen die ten tijde van de on der Stravinski gegeven Amsterdamse pre mière, in handen lagen van beroemdheden uit die dagen (Helen Sadoven, Louis van Tulder, Jacques van Kempen. Thom De nijs en Gustave Huberdeau) waren nu toe bedeeld aan vocalisten die allen, één voor één, evenzo zeer goed op hun taak bere kend waren en heel veel eer in hun vertol kingen hebben gelegd. De tenor Horst Laubenthal als een overtuigende Oedipus; de mezzo Alfreda Hodgson als een zeer dramatische locaste; Roger Soyer (die het ondanks zijn krachtige baritonstem soms onvermijdelijk moest afleggen tegen het voorgeschreven, effectieve, instrumentale geweld) uitstekend als Kreon en voorts Een gedeelte van het Engelse kamermuziekensemble The Academy of Ancient Music tijdens het optreden in de tuinzaal van het Haarlemse Concertgebouw. op zichzelf de basis voor schitterend thea ter. De Agamemnoon was al van een eer dere zelfstandige voorstelling als^oncep- tie( bekend. Het Appeltheater biedt aan zienlijk meer mogelijkheden dan het oude Theater aan de Haven en de vormgeving Waar gaat de Oresteia eigenlijk over? Dat staat in het laatste deel, de Eumeni den: dat zijn de wraakgodinnen (de eriny- en) die nu de „welwillenden” worden. Die goedgezinden symboliseren de gehumani seerde rechtspraak van Athene, de wijs heid van de godin Athene, tegenover de al te menselijke wraakzucht van de oude olympische godenwereld. Aischylos, 67 jaar en wereldwijs, die veel oorlogen heeft meegemaakt en sociale chaos heeft gezien, is er de verdediger van orde tegen chaos, van recht tegen wraak, van het gezin. Als bij Aischylos in dat laatste deel Athene met haar stem in de jury de doorslag geeft bij de vrijspraak van Orestes, motiveert zij dat heel kenmerkend. Men heeft gezegd: de moord van Klytaimnestra op haar man Agamemnoon valt niet onder de motieven van bloedwraak, want haar echtgenoot is niet van haar eigen bloed, maar „aange trouwd”. De godin zegt: ik kies partij voor de man, voor het hoofd van het gezin. Aischylos is ook hier de verdediger van de Atheense law and order, van recht en sociale rust. In de twee voorgaande delen, de Aga memnoon en het Dodenoffer, legt Aischy los de basis voor dat proces: het verhaal van de moord op de Griekse veldheer na zijn thuiskomst, en de „theologische” fun dering van de moord op de moordenares Klytaimnestra door haar zoon Orestes. Die fundering loopt nog even door in de Eume niden, dan komt in Aischylos’ ogen de climax: het proces tegen Orestes. Dat ver valt bij Erik Vos, hij parafraseert dat eerste deel van de Eumeniden, herschrijft het, voegt personages toe (Elektra, die oor spronkelijk alleen in het Dodenoffer op treedt) en legt de schim van Klytaimnestra teksten in de mond, die oorspronkelijk door het koor werden gezegd. Het „Oor deel” van Erik Vos heeft niet zoveel meer der door geworden. De geniale vondst om Peter van der Linden de Klytaimnestra te laten spelen blijkt ook nu weer uiterst effectief, en Van der Linden maakt er, ook al door de ervaring die hij inmiddels heeft opgedaan in de rol iets zeer bijzonders van. De bezetting is iets gewijzigd door acteurs-verloop, en dat heeft enige invloed gehad op de vormgeving, waarvan overi gens het grondpatroon het beeld van het leven als tocht over het water is gehand haafd. Niettemin is emotioneel het „Dodenof fer” nu de kern van het drieluik geworden. Erik Vos heeft in zeer fraaie beelden de scènes rond het graf van Agamemnoon vorm gegeven, met uiterst simpele toneel- middelen, licht en zeer geraffineerde to neelmuziek. De oplossingen die de regis seur vond voor het schier onoplosbare probleem van het koor zijn knap en soms indrukwekkend; vol dynamiek, de tekst van koorleiders en spreekkoren steeds verstaanbaar (een technische prestatie) en met een emotionaliteit in de personages die tot het uiterste gaat. De Orestes van Roelant Radier heeft een perfecte uitstra ling, de Elektra van Sacha Bulthuis krijgt een enorme intensiteit mee, maar mist nog wat zekerheid en balans. Maar dat mid dendeel als geheel is evenwichtig van op bouw, van verdeling van spanning en ont spanning, van beheersing van de theatrale golfslag. Dat kan moeilijk worden gezegd van het „Oordeel”. De openingsscène in de tempel van Apollo in Delfi is op "zichzelf van hoge kwaliteit en is zeer indrukwekkend, ah geeft Aischylos geheel andere beelden. Maar al voor het optreden van Apollo gaat er iets mis: het wordt een anti-oorlogsstuk met daarbij passende teksten, Apollo be schermt Orestes niet meer, de slotwoorden van Orestes zijn zwak en vormen een anti climax. Maar voor het zover kwam zijn er unieke stukken theater te zien geweest: de Appel kan trots zijn op zijn alles bijeen genomen onnavolgbare prestatie. Het gezicht op de Am sterdamse Poort is ge signeerd noch geda teerd. De voorstelling is topografisch wel au thentiek omdat een overeenkomstige teke ning die in het Haarlem se gemeentearchief aan wezig is, de situatie vrij natuurgetrouw weer geeft. Deze tekening da teert uit 1783. Aan de hand van een andere te kening die gemaakt is door P.C. La Fargue uit 1762 kan worden afge leid dat het bewuste In de periode van 22 december tot en met 2 januari zal in de Kleine Regentenkamer van het museum een in kerst sfeer gedekte tafel staan opgesteld. In deze kamer die met het Louis Quinze-interieur een echte 18e eeuwse sfeer uitstraalt zal eveneens uit de 18e eeuw date rend servies te zien zijn: blauw-wit Chinees por selein en Haarlems zil ver. In de middaguren zullen van 14-16.30 uur de kaarsen in de kronen en de kandelaars bran den, zowel in de Kleine Regentenkamer als in de gangen en de Renais- sancezaal. Daar kan in de middaguren ook ge luisterd worden naar vroeg 17e eeuwse mu ziek waarvoor grammo foonplaten worden ge draaid met werken van Sweelinck en Praetori- us, alsmede Engelse luitsuites. AMSTERDAM. De filmpjes die op de Nederlandse televisie worden vertoond in Hitparadeprogramma's en andersoortige popuitzendingen blinken maar zelden uit door inventiviteit en kwaliteit. Een uit zondering hierop vormen zeker de bewe gende beelden die de zoveelste hit van de formatie ABBA begeleiden. Voorbeelden hiervan zijn onder meer de opnames van de song „Money, Money, Money, Money” en het filmpje dat de laatste ABBA-hit, „The name of the game”, begeleidt. Vak manschap en een duidelijk commercieel inzicht gaan in deze produkten veelal hand in hand. aantal stukken uit te le nen. Daarnaast het Rijksmuseum en het Amsterdamse Histo risch Museum werk uit geleend en komLuit het Haarlems gemeentear chief een serie impres- sieve aquarellen, vaak van een fraai gehalte. Onder de schilders van wie werk te zien zal zijn, bevinden zich de namen van Wijbrand Hendriks, Hendrik Spil man, Gerrit Berckhey- AMSTERDAM. Vrijwel tegelijkertijd Gerard den Dolder en Lieuwe Visser, res- met de eerste geënsceneerde opvoeringen pectievelijk als de betrokken en klankrijk in Berlijn en Wenen had in het voorjaar zingende tenor en bas in de partijen van de herder en Tiresias.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 9