Nieuw kerstlied
1
1
a
I
I
i
1
I
mil
MS
ogife
Wwi
g|w
ff
Cl
door Hans Rombouts
Het uitvallen van de stroom had
in Nazareth, New York, Tjilatjap
en San Cristobal het was
tenslotte een wereldwijde storing;
zaten daar naar reïncarnatie
hunkerende geesten achter?
het gebruikelijke gevolg: een
geboortegolf. Deze keer van
immense afmetingen. De reeds
grijzende Danny Kaye hernam
zijn activiteiten voor Unicef,
omdat hij alvast een potje wilde
vormen voor de hulp aan de
kinderen, die gingen komen.
Er werden negen maanden later
veel, zeer veel kleintjes geboren
langs natuurlijke weg, de
computer was nog niet aan
reageerbuisbaby’s toe Onder
hen waren veel leidertjes:
uitdenkers, hoe jong dan ook, van
nieuwe religies; uitdenkers, hoe
jong dan ook, van nieuwe
politieke en maatschappelijke
ideeën. Hemel- en helbestormers
naar gelang de uitvalshoek van de
principes. Een geboortegolf van
jonge wonderdoeners en
filosofen. Overal werden sterren
en schijn-sterren, noem ze
satellieten, waargenomen, die van
hun baan afweken. Voor die
afwijkingen waren geen
verklaringen. In de rekencentra
en computerkamers ontstond
paniek. De techniek scheen haar
eigen weg te gaan. Ze was niet
meer onder controle te krijgen.
Er kwamen ook merkwaardige
berichten door. Groepjes
bebaarde lieden (anarchisten?
beroepsdemonstranten?
communisten? imperialisten?)
volgden ieder hun eigen ster en
satelliet. Ieder menend de staf van
de waarheid in zijn ransel te
dragen. Ook niet-bebaarde, glad
geschoren types konden de
mysterieuze stralingskracht van
lokkende sterren en satellieten
niet meer weerstaan. Stoeten
Jaguars, Rolls Royces en
Mercedessen maakten zich los uit
de steden. De glimmende
limousines werden langs de kant
gezet bij gebrek aan benzine. De
blije rijders stapten uit en trokken
als in trance voort, niets merkend
van blaarvorming op de voeten,
die tot dan toe slechts gewend
waren te rusten op hoogpolige
tapijten, danwel de vierkante
ijzeren decimeter van de
gaspedaal.
Overal zag men die
merkwaardige groepen in het
landschap. Regeringsleiders
vormden eerst nationale,
vervolgens internationale
crisiscentra. Psychologen werden
En het gebeurde in die dagen dat
de stroom en daarmee de
computer uitviel. Op techniek
gebouwde zekerheden zakten weg
in het drabbige drijfzand van de
elektronica. De mensheid voelde
zich als de man, die vroeger ooit
eierkolen of achtjes anthraciet
stookte in een buikkacheltje, zich
daarna de automatische
zegeningen van de cv verwierf,
maar bij een storing niet meer de
beschikking over buikkacheltje
en aanmaakhout had en deshalve
in opperste verwarring en
wanhoop geraakte. Waar men
vroeger vertrouwde op het werk
zijner handen moet men nu
bouwen op dunne elekrische
bedrading of moderner op
een elektronisch oog.
groepjes trokken overal ter
wereld rond. Ambtenaren,
werkgevers, werknemers,
burgers, militairen. Geleid door
hun eigen ster. Op zoek naar hun
licht, hun waarheid. Tijdens die
dwaaltocht werden
schijn-waarheden ontmaskerd,
valse theorieën ontzenuwd.
Manned en vrouwen, die amper
meer van het bestaan van pure
natuur wisten, merkten dat er
onwrikbare essenties zijn in het
bestaan, die ze door sluiers en
nevels van pseudo-belangrijkheid
nooit onderkend hadden. De
relatiegeschenken, die sommigen
nog in hun diplomatenkoffertje
hadden voor het kind van hun
waarheid werden
weggeworpen. Zo werd er een
vaag spoor getrokken van
namaak-gouden ballpoints,
parfumsets, zilveren aanstekers.
Termieten vraten zich door de
zakagenda’s en kalendertjes heen.
Tenslotte dan stonden sterren en
satellieten een moment stil. De
aarde draaide door. Ieder had het
kind van zijn geest gevonden. De
weerkeer werd geen zoeken meer.
Stille nacht, heilige nacht,
Klinkt daar niet ginds een afgrijslijke klacht,
Daar zat een werkman, zijn baas gaf gedaan,
Waar haalt hij nu voeding en kleeding vandaan,
Voor hem is gen vrede op aard.
Stille nacht, heilige nacht,
Zie de vrouw, die niet mee lacht,
Haar kleine lieveling ligt dood op haar schoot,
Omdat hare borst ’t geen voedsel meer bood,
Voor haar is geen vrede op aard.
Stille nacht, heilige nacht,
Moeder weent bij der kinderen klacht,
Vader geen werk en daarom geen brood,
Leeft ’t werkmansgezin in bitterste nood,
Voor hen is het vrede op aard.
Stille nacht, heilige nacht,
Alles jubelt, alles lacht,
Wat kan genieten van weelde en eer,
Zij loven en prijzen den hemelschen Heer,
Voor hem is het vrede op aard.
te hulp geroepen. Hoogtijdagen
voor de Mulders. Legereenheden
en speciale veiligheidstroepen
(aanvankelijk nationaal, al snel in
VN-verband) werden gereed
gehouden. Wat voor krachten
waren hier aan het werk?
De psychologen hadden een
verklaring. De kinderen waren
verwekt in een korte periode, die
techniekloos, computerloos was
geweest. Ze waren dus niet van
deze tijd. Ze stonden buiten de
moderne maatschappij. Bij de
verwekking immers, zo
redeneerden de kenners, werd
ook door de omstandigheden van
buiten het kind sterk beïnvloed.
Die kinderen moesten ouderwetse
krachten in zich hebben. Ooit was
er in oude tijden, toen woord en
begrip computer nog ver in de
kosmos zweefden een kind
geweest, dat ook zo’n beroering
had verwekt. Het was een
maatschappij hervormend kind
geweest. Dat was een vaststaand
gegeven. Dat gegeven kon men nu
in de computer stoppen en op
diverse wijzen programmeren.
Het baatte niet. Steeds meer
Stille nacht, heilige nacht,
In paleizen vol luister en pracht,
Sluimert de rijke op ’t donzige bed,
Moe van ’t spelen en rustlooze pret,
Voor hem is het vrede op aard.
Stille nacht, heilige nacht,
Ginds in de kerker, door elkeen veracht,
Zucht daar een arme, zijn misdaad was groot,
Hem kwelde de honger, hij stal toen een brood,
Voor hem is geen vrede op aard.
I
ft
Deze bijlage heeft als thema „leven en dood”. We meenden:
een toepasselijk gegeven in deze tijd rond kerstmis en oudjaar.
De allegorische tekening van Jan Willem van Vugt op deze pagina
speelt daar op in. Links ziet men de poort van het leven, de
geboorte. Het jonge mensje groeit op, verlaat de beslotenheid en
bescherming en wordt een dromer. Of hij raakt met zichzelf in de
knoop, trekt zich terug in zijn eigen kleine wereld, sluit zich af en
verliest zich in de wanhoop. Hij kan ook monter verder stappen
als mens, die meent de wijsheid volledig in pacht te hebben en
het enige ware licht te bezitten. Waarmee hij dan een ander kooit
en diens mogelijkheden beperkt.
Mensen groeien alle kanten op. Er zijn er, die met hun
lichamelijke aantrekkelijkheden het dagelijks brood verdienen. Er
zijn er, die hun diensten wijden aan de zorg voor anderen: zieken
of stervenden. Mensen, die zo bezig zijn met luxe er als het
ware via de navelstreng mee verbonden zijn dat zij het loklied
van de dood niet horen en aan hun overdaad sneller dan nodig
hoefde zijn ten onder gaan; zich zelf verslinden. Er zijn er ook die
in armoe voorttobben. Allen zijn echter op weg naar de onvermij
delijke dood. Dan gaan de maskers af. Blijft de vraag: wat na die
dood?
En op de achtergrond kijkt de gecomputeriseerde mens in de
kaleidoscoop van het leven, in de vage hoop iets moois te
ontdekken.
-
VKvfe SB
hif/l
i<
J A;
i- i X-, V "Af
'i
zoek
In deze bijlage hebben wij op diverse pagina's levensliederen opgeno
men, meest oude tot zeer oude volksrijmen. Zoals men hieronder één
aantreft.
:!W
Redactie van deze bijlage:
Hans Rombouts
Vormgeving:
Wim Wijnands
W'-. \.'J
C
po
[Too Jgfe