Luister Anita
1
k
Rietje Servaes
bewaart al een
miljoen brieven
aj
IJ
w 1
5>
I
ft
I
fl
I
r
i
I
,1
J
ZANGERES ZONDER NAAM:
DE KONINGIN VAN HET LEVENSLIED,
DE ZINGENDE FLORENCE NIGHTINGALE
■ni
K
door Ko van Leeuwen
Veel lelijks
Liefde
Eigen teksten
Zenuwachtig
I
ii I
P
t
I
1
1
I
x
A
i
J)
'1
r//7
1MMMI
-
De Zangeres Zonder Naam zit als een lief Klein moedertje tegenover me. Ze
kijkt strak voor zich uit, vlak langs me heen naar buiten. Haar lippen bewegen
niet, haar handen heeft ze in de schoot gevouwen en haar ogen staan
ontroerend ernstig. Door de ruime woonkamer klinkt haar stem via de
bandrecorder. Zij zingt de aanklacht tegen de Amerikaanse homofielenhaatster
Anita Bryant. Het zelfgeschreven lied „Luister Anita”. Ze maakte het voor de
speciale goodwill-avond die op 8 oktober in het Amsterdamse Concertgebouw
werd gehouden. Rietje Servaes, al twintig jaar bekend als de Zangeres Zonder
Naam, beleefde er de avond van haar leven. Herhaaldelijk werd zij door
juichkreten uit het publiek onderbraken en de bijval voor haar spontaan
klinkend protestlied was zo massaal en langdurig, dat zij haar lied in z’n geheel
een tweede maal moest laten horen. Toen was het muisstil. Een merkwaardige
vrouw, die op een moeilijk te verklaren wijze met haar stem alle vormen van
diep-menselijk leed weet te omlijsten.
I
1 M
Het is alsof ik een
onzichtbare
hand achter me voel
i
De Zangeres: „Het begin van m’n
nieuwe elpee ja. Na twee jaar eindelijk
weer een plaat. Ik heb veel nare dingen
meegemaakt. M’n man kreeg een zware
hartaanval en mag niet meer werken.
Daar schrik je erg van, voor hem is het
vreselijk. Ik heb echt een tijd niet kunnen
werken, maar hij heeft gezegd dat ik toch
Daar ben ik weer, daar ben ik weer,
geachte dames, heren,
Ik kom mij na een lange tijd weer aan u
presenteren.
Ja, het leed is weer voorbij, weer fit
gevoel ik mij en echt gelukkig blij”
Haar naam is Anita, men noemt haar een diva,
Is bekend om haar schoonheid en zang.
Maar in geloof en karakter beslist jaren achter
In haar hoofd zit een heel duivels plan:
Zij wil vernielen dat leven, ons door God eens
gegeven,
Trekt van leer met de Bijbel ter hand.
Hoe laat zich dat rijmen, wil dat homo's ver
dwijnen,
En de vrouw net als vroeg' r slavin van de man.
Maar beste vent, hou gerust van je vriend
En strijd voor je rechten,
Desnoods ervoor vechten,
Waar ze jou van beschuldigt, heb jij niet verdiend.
Zeg luister Anita, jij vrouw zonder weerga,
Ik vraag je, heb jij soms een kind?
Misschien dat na jaren zij zelf zult ervaren
Dat de liefde hem bindt aan een vrind.
Sta er niet van te kijken als hij jou gaat ver
g’lij ken
Met die Hitler uit dat Duitse land.
Hij vervolgde de Joden, deed niets dan hen doden,
Dus bekeer je Anita, geef de homo 's de hand.
Dus beste vent, hou gerust van je vriend,
En strijd voor je rechten
Desnoods ervoor vechten,
Waar ze jou van beschuldigt, heb jij niet verdiend!
weer door moest gaan. Daarom dat liedje
Daar ben ik weer. Dat liedje is een ant
woord”.
Tekst: Rietje Servaes
Muziek: Coen van Orsouw
heb er dikwijls om gehuild. Nu niet meer.
Maar de laatste jaren is iedereen toch
vriendelijker geworden. Ik ben geen hei
lige, ik ben zangeres van beróép. Dit is
mijn wérk. Iemand die maatschappelijk
werk doet, die werkt op het sociale vlak,
die doet dat toch ook niet voor niets? Ik
heb met mijn liedjes een functie. Veel
mensen schrijven me dat ze mijn platen
draaien als ze zich ellendig voelen. Dat
geeft ze weer moed, daar knappen ze van
op. Dat zeg ik niet, dat schrijven ménsen
aan mij. Ik kan het zelf niet verklaren.
Liedjestekst:
„Sluit nooit je ogen voor de waarheid,
helpt elkander gelukkig te zijn”
Wat is en wat doet God? Ik kom er niet
uit.
Toch hoor ik een stem als het kerkklokje
luidt:
't Is God die ons liefheeft, Hij is overal,
Hij is het die ons troost kan geven
gewoon een waarheid? Misschien vinden
mensen dat niet zo leuk, maar de waar
heid is helaas niet altijd even prettig om
te horen hè. Soms zit je wel eens te
denken zou de wereld nou niet weer
goed kunnen worden? Elk land heeft met
terreur en doodslag te maken. Als nou
eens al die landen hun geld dat ze nu aan
wapens en bescherming uitgeven bij el
kaar zouden doen en een heel mooi ei
land kopen. Als er dan mensen zijn die
terreur willen, laten ze die daar dan maar
naar toe brengen. Ik ben niet zo geleerd,
dat ik een goeie oplossing kan bedenken,
maar je denkt er dikwijls over na hè
al die kleine kindertjes, die in deze we
reld nog moeten opgroeien
Liedjestekst:
Zacht oranje rozen, rozen voor Soest-
dijk.
Ik geef van mijn aanhankelijkheid onge
dwongen blijk”
Er is in het verleden dikwijls gezegd
dat u geld verdient aan andermans ver
driet.
De Zangeres: „Er is in het verleden
heel veel lelijks van mij gezegd en over
mij geschreven. Ik ben heel wat door het
slijk gehaald, door de hel ben ik gegaan.
Maar ik ben gewoon doorgegaan. Ja, ik
heb me er wel veel van aangetrokken, ik
ik verschrikkelijk nerveus. Maar als ik
eenmaal zing, dan valt alles van me af.
Het liefst zing ik in zalen waar het licht
aan blijft, zodat ik de gezichten van de
mensen kan zien. Dan zie ik hun reacties.
Sommige teksten zing ik ook op bepaalde
mensen in het publiek. Als ik gezien heb
dat ze door zo’n regel ontroerd zijn, dan
ga ik naar ze toe, dan zing ik echt op zo
iemand. Dat is niet gemaakt of gespeeld,
dan meen ik dat en dan krijg ik een heel
warm gevoel van binnen. Maar ja, in veel
zalen schijn je nu eenmaal op een toneel
in de schijnwerpers te moeten staan
Liedjestekst:
„Ik hou erg veel van onze lieve konin
gin (op de televisie staat een ingelijste
kleurenfoto van koningin Juliana), dat
vind ik een heel fijne vrouw, een echte
lieve vrouw. Ik vind haar zo eenvoudig
als ik wil zijn in mijn werk. Een vreselijk
verstandige vrouw ook. Een heel gewoon
mens, toch maar. Na twintig jaar ben ik
nu voor het eerst voor haar opgetreden
(tijdens de avond Geef Om de Natuur), is
dat geen hoogtepunt in mijn carrière? Ik
wilde voor haar mijn lied Zacht Oranje
Rozen zingen, maar dat mocht niet van
de Rijksvoorlichtingsdienst. Ze zeiden
dat ik dan commercieel misbruik maak
te. Jammer hè, ik had me er zo op ver
heugd. Ik had haar ook rozen willen
geven. Mocht niet”.
haarzelf. Hoe kun je nou bidden tot God
en toch zo onverzoenlijk zijn?”
„De laatste weken treed ik heel veel op
in clubs en discotheken voor homofielen.
De mensen daar zijn zo geweldig lief
voor me. Alles wordt ook altijd zo over
dreven. Als er in de krant iets staat over
een moord en er zijn homofielen bij be
trokken, dan wordt alleen juist dat ont
zettend zwaar benadrukt. D’r zal tussen
twee vrienden ook jaloezie zijn, maar
tussen man en vrouw is het toch niet veel
beter? Anita Bryant zegt ook dat homo
fielen een gevaar zijn voor onze kinde
ren. Nou, daar hoef je geen homofiel
voor te zijn. Hoe vaak komt het niet voor
dat een meisje door haar eigen vader
wordt verkracht? Het interesseert mij
niet hoe mensen van elkaar houden. Dat
doet mij geen kwaad, als ik twee
vrienden gearmd met elkaar over straat
zie gaan. Dan denk ik: Fijn, ze houden
tenminste van elkaar”.
„De vrouw moet weer onderdanig zijn
aan de man, zoals dat vroeger was, dat
zegt Anita Bryant ook, hè, nou als ik dat
lees, dan denk ik: Wat een gek mens is
dat toch, die begrijpt er helemaal niets
van”.
De Zangeres heeft zo haar eerste echte
protestlied gemaakt. Het haakt in op het
leed dat door onverdraagzaamheid ver
oorzaakt wordt. Toch weer verdriet dus.
„Het hele leven is toch vol met leed en
verdriet. Natuurlijk zijn er ook veel fijne
dingen, maar daarover zing ik ook hoor.
Liedjestekst:
De Zangeres: „De teksten die ik zing,
daar sta ik helemaal achter. Het zijn
levensliedjes, die ik zing, antieke leven
sliedjes. Ik zie mezelf soms als een zin
gend nieuwsblad. Wat ik zing is gebeurd,
of het kan gebeuren. Heel gewone din
gen, die mensen blij, maar ook verdrietig
stemmen. Als iemand over iets ver
drietigs in de krant leest, dan is hij dat
morgen vergeten. Maar mijn liedjes
draaien ze opnieuw en dan worden ze er
toch weer aan herinnerd dat niet alles in
het leven even mooi kan zijn”.
„Mensen gunnen elkaar zo weinig. Een
hele poos zijn er veel mensen geweest,
die mij m’n succes niet gunden. Maar ik
heb nooit zo hard gewerkt voor het geld.
Dat hèb ik gedaan voor de liefde voor
m’n werk anders had ik het veel rusti
ger gedaan. Ze hebben me altijd voor een
rijke vrouw gehouden. Nou, m’n enige
rijkdom, dat is m’n gezondheid. Ik heb
een eigen huis, maar dat is ook geen luxe
tegenwoordig. Ik heb geen honger,
neeen ik kan me meer permitteren,
omdat ik geen kinderen heb. Maar ik kan
gelukkig met de hand op m’n hart zeggen
dat ik eerlijk ben. Ik heb veel dingen niét
gedaan om de naam Zangeres Zonder
Naam zonder een smet te houden. Die
naam is zuiver gebleven, al die twintig
jaarToen ik wist dat we geen kinde
ren zouden krijgen ben ik met adoptie
bezig geweest. Dat was zo moeilijk, zo
ontzettend moeilijk we hebben het
gevecht daarvoor niet volgehouden.
Jammer, er zijn genoeg echtparen die
goed voor een ander kind zouden willen
zorgen. In januari ben ik dertig jaar
getrouwd. Er zijn kinderen die hun hele
jeugd in een tehuis moeten doorbren
gen er zijn veel dingen die ik niet zo
goed begrijp”.
De Zangeres Zonder Naam, een lange
middag praten met een vrouw van ach
tenvijftig jaar die een warme sympathie
uitstraalt. Ze heeft een boekje waarin ze
veel van haar bijnamen heeft opgeschre
ven („daar mag ik toch wel een beetje
trots op zijn?”). Namen als De koningin
van het levenslied, de zingende Florence
Nightingale, De zingende apostel. Ze
moet er toch relativerend om lachen,
maar ze krijgt ze toegestuurd tussen de
stapel post van elke dag. „Meer dan een
miljoen brieven heb ik nu en ik heb ze
allemaal bewaard”.
Ten afscheid zegt zij: Wilt u in de krant
zetten dat ik uw lezers veel gezondheid
en vrede onder elkaar wens en dat ik ze
bedank voor alle lieve readties van het
afgelopen jaar?”
Haar gezicht straalt bij de zoete herin
nering aan die avond in Amsterdam,
waar tal van artiesten belangeloos optra
den om geld in te zamelen voor adverten
ties in de Amerikaanse pers ter afkeu
ring van Anita Bryants onverzoenlijke
houding.
„Die mensen voelden dat ik dat lied
speciaal voor hen had gemaakt. Zo’n
ovatie ik had het er even heel moeilijk
mee. Ik viel even met m’n kop op de
vleugel, ik moest ’t verwerken. En heel
het Concertgebouw bleef maar roepen:
Mary, Mary, Mary de week daarna is
het liedje een hele dag lang elke twee uur
te horen geweest op de Wereldomroep.
Misschien heeft Anita Bryant het ook wel
gehoord”.
Mary Servaes schrijft sinds kort zelf
teksten. Het liedje „Daar ben ik weer”,
ook de titel van haar jongste elpee, was
haar debuut als tekstschrijfster en mede
door de muziek (herinnert aan Lou Ban
dy’s „Wie zie ik daar, wie zie ik daar)
klinkt het aandoénlijk. Haar „Luister
Anita” is de tweede zelfgeschreven
liedjestekst. „Ik schreef het in een spon
tane reactie, in tien minuten”, vertelt de
Zangeres.
„Een heel eng mens, die Anita Bryant.
Hebben we nog niet genoeg gehad aan
Hitler? En Amin? Nu beginnen de vrou
wen ook al. Wat ze zegt is helemaal in
strijd met de rechten van de mens. Zo’n
mens zegt zomaar glashard: die en die
moeten dood. Omdat ze anders zijn. Met
de hand op de bijbel doet ze dat, heb ik
gelezen. Ik ben zelf een gelovige vrouw,
ik kan zoiets niet verkroppen. Misschien
heeft die mevrouw Bryant zelf wel kinde
ren en ontdekt ze later dat één daarvan
ook homofiel is. Dat moet dan vreselijk
zijn. Voor het kind, omdat het weet dat
die moeder dat haat, maar ook voor
i
„Vroeger zong ik toch gemakkelijker.
Zo graag als ik vroeger zong, zo zenu-
wachtig ben ik nu. Maar het is alsof ik
een onzichtbare hand achter me voel, die
me het toneel op duwt. Gek hè, dan ben
De Zangeres: „Ik ben gelovig ja. Ik ben
een bekeerling. Op m’n drieëntwintigste
jaar ben ik katholiek geworden. In m’n
jeugd had ik een vriendin die katholiek
was, zo kwam ik al vroeg met dat geloof
in aanraking. Het had me altijd al erg
getrokken en toen ik verkering kreeg met
een katholieke jongen, hoefde ik er niet
lang over na te denken. Ik geloof in een
God voor iedereen, dezelfde voor ieder
een. Ik ga niet zo dikwijls meer naar de
kerk, het is er zo kaal geworden. Als ik
vroeger naar de mis ging en ik hoorde
dat prachtige Gregoriaans, dan kreeg ik
kippevel, zo mooi vond ik dat. En de
communie nu wordt er een hostie in je
handen gestopt en je moet hem zelf in je
mond doen. Het altaar is helemaal kaal
geworden. Ik ben er altijd van uitgegaan,
dat er voor alle mensen maar één God is,
maar iedereen mag toch op z’n eigen
manier tot hem bidden? Katholieken
hadden weer andere dingen ter ere van
God dan protestanten, waarom mag dat
niet? Ik vind het niet zo belangrijk als je
niet meer naar de kerk gaat, ’t Is gek,
maar als ik met vakantie ben, dan ga ik
toch dikwijls wel even een kerk binnen
om even een weesgegroetje of een onze
vader te bidden. In je hart moet je blijven
geloven. Toen m’n man zo ziek was, toen
heb ik om uitkomst gebeden als het je
goed gaat, dan vergeet je die dingen
gauw hè
Liedjestekst:
„Weet je waarom ik huil? Zal er ooit voor
ons nog vrede zijn?”
„Er is zoveel agressie en oorlog in de
wereld. Ik zie het op het journaal en in de
krant. Als het ergens weer wat beter
gaat, dan gaat er op een andere plaats
weer wat mis. En hoeveel honger is er
niet. Ik heb daar ook een liedje over
gezongen: „Miljoenen ogen, die kijken je
aan, miljoenen ogen, gevuld met een
traan. Zwarte ogen, die vragen om
brood Zo’n tekst, dat is toch heel
OsO