MEER AANDACHT VOOR JONGERENHUISVESTING NODIG
Geen uitzonderingen op de regels
Herhuisvesting:
Metroperikelen
Sloop, kraak en nieuwbouw in Staatsliedenbuurt
I.
Ej
p
n
- JMB
k
I
I
Woningvoorraad
Forse getallen
I M
i I
Tijdelijke huur
ONDER REDACTIE VAN INGE CRUL
gio-overleg” (bewoners uit de noordoost-
punt) en de „ambtelijke buurtgroep”.
Daaruit is deze zomer een compromissen-
timmeren” klinkt het gelaten. Dan kan
men ook wel wonen: met gas, licht en
water.
De groep kraakt niet alleen om maar een
dak boven het hoofd te hebben, maar ook
uit een principiële overtuiging dat het be
leid anders moet. „We zijn niet tegen stads
vernieuwing zoals iedereen denkt. Maar er
moet niet zoveel woningverlies zijn, geen
leegstand vóór nieuwbouw kan starten”.
En: „We moeten knokken tegen de leeg
stand van zoveel huizen, hier, in de hele
stad, voor die jaren dat die huizen er nog
staan. Er moet een acceptabele woningver-
houding bereikt worden”.
metrobegroting gaat uit van een dage
lijks passagiersaanbod van zestigdui
zend. Hetgeen, zegt het GVB dan vol
optimisme, waarschijnlijk begin april be
reikt zal worden. De kinderziektes zijn
overwonnen: het duurde alleen drie we
ken voor alle kaartjesautomaten op de
stations het deden. Ook in de Bijlmer is
men tevredeh, vertelt het wijkopbouwor-
gaan. Vooral mensen die minder dan
twee- a driehonderd meter van de stati
ons wonen zien het vervoermiddel als
een uitkomst
De stations doen het niet alleen maar
met kunst nu, het Weesperpleinstation
heeft een bloemenwinkel en een delica-
Het beeld dat de Van Beuningenstraat nu oplevert, meti rechts
oude, voornamelijk kraakpanden.
lijk” elders ondergebracht moeten worden
zodat ze daar definitieve voorzieningen
zoals voor de schoolgaande kinderen, gaan
treffen”.
dat men die dienst te traag vindt werken in
de hele procedure.
i
Zo'n twee jaar geleden gingen hier de
eerste woningen dicht. De bewoner van
het huis waar we nu zitten te praten kwam
er een jaar geleden in. Tweehoog achter,
met keuken en wc. Een vrijheid en luxe die
menig „gewoon” kamerbewoner moet ont
beren. Alles in de woning was aanvanke
lijk vernield door het Grondbedrijf: bal
ken doorgezaagd, closetpot van de muur
getrokken, aanrecht aan diggelen, ramen
in scherven. „Gemiddeld moeten we voor
een paar honderd gulden per woning ver-
Het opbouworgaan was bij de opening
bang dat de nieuwe busverbindingen niet
goed op het metroverkeer zouden aan
sluiten zodat een derde van de 45.000
Bijlmerbewoners weinig of niets aan de
metro zou hebben. Het schijnt mee te
vallen, vooral de ringbus in de wijk sluit
goed aan. Alleen enkele wijken zijn aan
gewezen op een halfuursdienst van de
bus. Mensen die niet ver van de stations
wonen gaan ook vooruit in reistijd, wie
verder weg woont doet er even lang en
soms ook iets langer over als in het voor-
metrale tijdperk.
Aantallen krakers kunnen nauwelijks
gegeven worden. Forse getallen zegt men
bij Herhuisvesting. Tussen de dertien- en
twintigduizend misschien wel, zeggen de
krakers zelf. Niemand registree’rt illegale
bewoners. Sommigen zijn zonder vergun
ning maar mét toestemming van de eige
naar in een pand getrokken. Anderen zijn
letterlijk „krakers” in de zin van de wet:
mensen die huisvredebreuk plegen. In een
situatie als de Van Beuningenstraat is de
zaak heel duidelijk. Hier kón alles in feite
geregistreerd worden doordat de panden
niet bewoond mogen worden, na de aan
schrijving tot het treffen van voorzienin
gen of het „staakt gebruik" van Bouw- en
W oningtoezicht.
De illegale bewoners hiervan kregen
Het probleem voor Herhuisvesting is na
tuurlijk het beschikbare pakket woningen,
dat per dag kan variëren. De woningvoor
raad is niet voldoende terwijl in de stads
vernieuwingsgebieden ook nog eens groot
verlies aan woningen wordt geleden. Bij
renovatie tot zo’n tien procent, bij
nieuwbouw tot 40%. Punt is hoe je die
nieuwe woningen gaat indelen, hoeveel en
welke woonsoorten je terugbrengt.
deren, maar vindt dat je niet moet gaan
bouwen voor wat er dan in de buurt is
gekomen, vooral studenten, jongeren, al
leenstaanden etc. Dat zou een discrepantie
zijn ten opzichte van de oorspronkelijke
bewoning. Men wil het einddoel waarvan-
uit werd gegaan met de oorspronkelijke
bevolking - die ook het eerste aanbod tot
terugkeren krijgt - in het vizier houden.
De heer Jongejan van Herhuisvesting
merkt op dat er verschillende benade
ringswijzen zijn: „Vanuit de vraag: wat
houd ik straks over. Vanuit het voorzienin
genpatroon. Of in relatie tot de overloop.
Je kan ook, en dat doet herhuisvesting,
alles zo soepel mogelijk trachten te doen
verlopen voor de betrokkenen, zoveel mo
gelijk mensen in hun oude buurten terug
laten keren. Het ligt ook aan het stukje
stad1, in de ene buurt zijn meer grote, in de
andere meer kleine woningen zoals de
Staatsliedenbuurt. Je moet in aanmerking
nemen dat er altijd al mensen in te grote
woningen zaten en daarvoor ruimte reser
veren. En je moet kijken of er al
nieuwbouw is gepleegd waarbij met woon
wensen is gerekend, of dat er sterke nood-
groepen zijn”.
„Van belang is ook of er renovatie is, of
nieuwbouw. Je kunt geen lijn voor de hele
stad nemen. Je hebt te maken met bewo-
nerswensen, met het gebied, met tijdsfase-
ring. Daarom moet je een verhouding van
fifty-fifty <nemen voor groot/klein, met
marges van 15% naar beide kanten”.
Wachttijd: drie jaar of meer.
Sommige ontwikkelingen veroorzaken
extra stagnatie. Toen twee jaar geleden de
leeftijdsgrens van 27 naar 25 ging kwam er
bijvoorbeeld een soort „prop” in het be
stand die er nü, nu men „urgent” is gewor
den, uitkomt. Hetzelfde geldt voor de
groep Surinamers die in ’75 nog op de
valreep uit zijn land vertrok, met als extra
probleem dat het hier vaak om grote moei
lijk te huisvesten gezinnen gaat.
Wie niet wil wachten of inwonen kan
kraken, maar ontleent daar geen enkel
recht aan. Brandt zijn pand af, zoals in de
Van Beuningenstraat is gebeurd, dan is er
niet onmiddellijk een ander onderdak
voor hen, hoe triest dat ook klinkt. Bij
sloop geldt hetzelfde. De heer Jongejan:
„Voor krakers geldt hetzelfde als voor
mensen die Van hun kamer zijn gezet, of
illegale bewoners van woonboten die hun
schip zagen kapseizen. We kunnen niets
doen, ze moeten wachten tot ze als de
anderen aan de normen voldoen”. De heer
Van Sint Truien wijst op de groep geschei
den mannen wier woning bij vonnis aan de
vrouw is toegewezen: zij zijn urgent, maar
dat zegt in feite nog weinig. Slechts in
enkele gevallen, kan op sociale indicatie
Stadsontwikkeling gaat uit van een ver
houding vijftig grote woningen (4, 5, ka
merwoningen) tegenover vijftig kleine wo
ningen (2, 3, kamers) voor de hele stad.
Waarbij het grootste accent op driekamer
woningen ligt. Stadsontwikkeling denkt
vooral vanuit een evenwichtige bevol
kingsopbouw, met op de achtergrond de
behoefte van die specifieke buurt. Men
onderkent wel dat de behoefte verandert
doordat tijdens het stadsvernieuwingspro
ces de bevolking van een buurt kan veran-
Gekraakte panden, dichtgetimmerde huizen, sloop en bouwplaatsen voor nieuwbouw
vormen het straatbeeld in de Van Beuningenstraat, in de noordoost-punt van de
I Staatsliedenbuurt. Een negentiende-eeuwse wijk, niet uniek in Amsterdam, er zijn er
I meer. Weinig aantrekkelijk voor de buitenstaander, maar belangrijk als woongebied.
Tegelijk ligt daarin ook zijn hele problematiek nu de stadsvernieuwing zijn intrede doet.
I In en rond de Van Beuningenstraat kun je de problemen zien die zich nu of straks ook
elders voordoen Je ziet hoe het karakter van een buurt kan veranderen tijdens een
proces van stadsvernieuwing, hoe de oorspronkelijke bewoners verdwijnen, uit zichzelf,
of omdat ze „uitgeplaatst” worden, en hoe dan niet alleen de samenstelling van de
buurtbevolking verandert maar ook het hele leefpatroon eromheen.
De Amsterdamse metro draait goed:
elke dag 50.000 passagiers. [En nog is het
niet genoeg, lees je dan, want de jongste
ten aanzien van het parkeren en de wo-
ningdifferentiatie. Verwijten dus aan het
adres van Stadsontwikkeling, ook al om-
bezoekers, zodat niemand straks z n plas
hoeft op te houden.
Bovengronds is er tenslotte ook nog
wat nieuws te melden: op het Weesper-
plein zijn tien volwassen iepen gezet. Er
komen trouwens nog zo’n vijftig iepen bij
voor eind april van dit jaar. Staat leuk bij
de vier kastanjes die bij de metrobouw
gespaard bleven.
veel kraakpanden goed en verantwoord
worden bewoond, maar weet dat sommige
huizen nooit aan de eisen kunnen voldoen.
Vandaar ook een dringend verzoek aan de
gemeente de kraakpanden op hun veilig
heid te onderzoeken en vooral om het
tempo van de nieuwbouw te verhogen.
De bewuste brand heeft bij de woon
groep nogal wat verontwaarding gewekt.
De suggestie van het samengaan van kra
ken en brandgevaarlijkheid wordt van de
hand gewezen. Ook was men er niet over te
spreken dat Herhuisvesting de dakloze
krakers uit hét brandpand en het door
waterschade ook onbruikbare huis er
naast niet onderdak wilde brengen. Alleen
een vrouw zou op sociale indicatie gehol
pen kunnen worden maar vond zelf al
eerder een pand. Dat de woongroep
„bouwvallig” noemt, terwijl hij de verleen
de woonvergunning een vorm van „mond
dood maken” noemt. Bij de groep heerste
ook de vrees dat de bouwvalligheid van de
bewuste twee panden als voorwendsel
voor sloop van het hele rijtje zou worden
gebruikt. Van de kant van Stadsontwikke
ling wordt dat ontkent, „dat zou ook niet
kunnen omdat er ook nog legale bewoners
zijn”. Een rapport van een bouwkundige
wees overigens uit dat de beide huizen,
mits „gestempeld" kunnen blijven staan.
De woningdistributie gaat aan de hand
van regels en normen. Voor de woningen -
en voor de mensen. Leeftijdsgrenzen en
het al dan niet samenwonen (gehuwd zijn)
zijn belangrijke factoren. In ieder geval
moet men twee jaar ingeschreven staan bij
het bevolkingsregister om „urgent” te he
ten. Dat betekent dat men een woning kan
proberen te vinden, of er één kan krijgen
toegewezen. Momenteel is er voor tweeka-
merbovenwoningen een wachttijd van
drie jaar,-voor driekamerwoningen tien a
elf maanden, voor vierkamerwoningen
zestien maanden. Vijf kamerwoningen en
grotere zijn met een lantaarntje te zq^ken.
In hun eisen vinden ze de werkgroep
Jongerenhuisvesting Staatsliedenbuurt,
waarin diverse organisaties vertegenwoor
digd zijn, naast zich. Deze komt met het
voorstel woningen die ontruimd zijn in het
kader van stadsvernieuwing zo lang moge
lijk tijdelijk te verhuren, zó dat het geen
nieuwbouw in de weg staat. Huren op
contractsbasis van de gemeente heet dat,
en het betekent in feite dat de huurder zijn
recht op huurbescherming afstaat door in
te stemmen met de ontruiming na die
„tijdelijke” periode.
Ook vanuit de buurt, met name het wijk
centrum is een dergelijk verlangen geuit.
De buurt reageert met name op de brand
in de Van Beuningenstraat enkele weken
terug, waarbij doden te betreuren waren.
Men is zich er in de buurt van bewust dat
doordat ze gas, licht en water hadden wél
het gevoel getolereerd te worden. De heer
Jongejan: „De leveringsplicht van de ge
meente van gas, licht en water betekent
nog niet dat men als bewoner geaccep
teerd wordt!”
De ook voor herhuisvesting uitermate
frustrerende zaak dat ontruimde wonin
gen in allerlei wijken in Amsterdam weer
betrokken worden door krakers heeft er
toe geleid dat men naar een andere ge
dragslijn streeft. Men wil het aantal in
schrijvingen tot „staakt gebruik” binnen
de perken houden, en zo het aantal leeg
staande woningen verminderen. Al zal er
altijd een deel blijven, men streeft ernaar
om in hetovergrote deel het alternatief
„sloop” voor te leggen. Door marges in de
aanschrijvingen hoopt men dan een beter
herhuisvestingsbeleid met aansluiting op
nieuwbouw te kunnen realiseren. Er moet
een vloëiende lijn komen van ontruiming
naar sloop en nieuwbouw. In normale ge
vallen van geplande sloop of renovatie kan
met de mensen ruimschoots van tevoren
gepraat worden. Nu is er grote onzeker
heid. De heer Jongejan: „Een vloeiende
lijn zou veel beter zijn voor alle buurtvoor
zieningen. Huizen zouden niet te lang leeg
hoeven te staan, mensen niet te lang „tijde-
plan gerold. In het plan dat uiteindelijk
naar de raad toegaat vinden de bewoners
echter niet hun wensen terug, met name
tessenzaakje gekregen, en er komen nog
een tijdschriftenwinkel en een restau
rant bij. De noordelijke hal van het stati
on Wibautstraat is verrijkt met een bloe-
menzaak en krijgt deze maand nog een
coffeshop. Vooral met die uitspanningen
in de horecasfeer mogen wij blij zijn,
want er komen toiletten zelfs bij, die
iedereen mag gebruiken, ook de niet-
draagkrachtigen. Studenten, werkende
jongeren, gastarbeiders, bejaarden zelfs”.
Er moet onderdak komen voor krakers bij
sloopruimte voor sociale woningbouw,
voor jongerenhuisvesting, er moet meer
naar de behoeften van woningzoekenden
worden gekeken en de toewijzingsnormen
zouden verlaagd moeten worden, is hun
standpunt (dat laatste is in de pen, red.).
De nieuwe bevolking bestaat vooral uit
mensen die zich niet méér of anders kun-
Inen veroorloven. Veel jongeren, alleen
staanden, tweepersoonshuishoudens, bui
tenlanders. Krakers bezetten lang leeg
staande panden. De bevolking die uit-
gangs punt was voor de nieuwbouw cq.
[renovatie is van structuur veranderd, de
plannen lijken achterhaald. En als er dan
[gesloopt gaat worden, en gebouwd komen
de problemen. Wat gaat er gebeuren met
de grote groep krakers, die, vaak goed
georganiseerd, en zonder rechten, illegaal
[woont? Wat voor woningen worden er ge-
Irealiseerd? Voor de oorspronkelijke bevol
king? Voor de nieuwe? Wordt er aan de
i behoefte van jongerenhuisvesting tege
moet gekomen? De vraag die in je hoofd
blijft hangen is, of er om dit hele verande
ringsproces van buurten tegen te gaan en
[tegelijk toch in de gestegen behoefte van
[jongerenhuisvesting te voorzien, geen
[stadsvernieuwingsproces langs meer lij
nen van geleidelijkheid te realiseren ware.
De krakers in de buurt rond de Van
Beuningenstraat laten in het gesprek b,lij
ken dat de vulkaan van problemen hier op
barsten staat en zijn niet van plan te wij
ken bij ontruiming. Hebben het zelfs al
over een „tweede Nieuwmarkt”. Ze zien
hun straat als een test-case. Deze maand
worden al schetsplannen voor de noord-
oostpunt ter visie gelegd, in april komt dat
'in de raad. Een bestemmingsplan voor de
Ihele buurt is in de maak, maar dat kan nog
haren duren.
I Over de „stedebouwkundige schets" is
uitvoerig overleg geweest tussen het „re-
voorrang worden verleend. Over de kra
kers zegt deze ambtenaar: „Ze weten toch
dat het tijdelijk is, een „meevallertje” zou
je bijna zeggen. Het zou toch te gek zijn om
voor ben het hele distributiesysteem opzij
te zetten en twaalf-, dertienduizend wach
tenden - want zoveel zijn het er op dit
moment - gewoon te passeren".
Mensen die het heft in eigen hand ne
men en een woning kraken hebben als er
wat voor calamiteit dan ook gebeurt niet
méér recht op woonruimte dan ieder ander
die zich wél aan de regels houdt, keurig
inwoont of op kamers zit tot hij in aan
merking komt voor toewijzing van een
woning. Dat kan lang duren, bij de huidi
ge stand van zaken zo’n vijf jaar. Dat is de
harde waarheid die een gesprek leert met
de heren Van Sint Truien en Jongejan,
respectievelijk chef hoofdafdeling wo
ningzoekenden en adjunctdirecteur van
de dienst Herhuisvesting. Dat is de dienst
die de schaarse woonruimte van de hoofd
stad op de meest rechtvaardige manier
volgens de normen moet verdelen. Bottle
neck voor alle woningen-plannemakers,
de gigantische kaartenbak'van de Amster
damse woningzoekenden.
Woongroep
„Dat we van buitenaf komen speelt niet
zo’n rol voor de buurt. Men is er wel vóór,
eigenlijk. Als de huizen bewoond zijn is
dat een beter gezicht, de middenstand is
tevreden met ons, we knappen de zaak
netjes op, zorgen voor verlichting en zo.
De mensen hoeven niet bang te zijn voor
junkies, of voor wilde krakers”. Eén van
de krakers in de Van Beuningenstraat, de
„woongroep” zoals ze zich noemen. Een
goede organisatie, restant van de AAP.
Amsterdamse Aktie Partij, die zich een
paar jaar terug opdeelde in kraakcomités
over de hele stad. Déze woongroep organi
seert het kraken per straat en per blok,
heft contributies, verdeelt de panden en
heeft een actief aandeel in het wijkgebeu-
ren, onder andere door een stem in het
regio-overleg.
Toen de krakers in
de woningen
trokken was alles
vernield, balken
doorgezaagd, en
stortbakken
kapot getrokken.
Voor honderden
guldens is aan de
panden
vertimmerd.
Tweehoogachter in de Van Beuningenstraat, woning van een
kraker uit de Woongroep.
Een grote groep mensen valt overal tus
sen, constateren ze. „Vooral de minst
Toch wordt er gebouwd en gesloopt en
vooral ook dichtgetimmerd in de buurt.
Dat kan weer door de bouwplan-
onteigening. Op basis van de woningwet
kan nieuwbouw in de bestaande verkave
ling komen, nieuwbouw die echter wel
past in dat „schetsplan”. In de Van Beu
ningenstraat zijn woningen leeg komen te
staan nadat de eigenaren door Bouw- en
Woningtoezicht waren aangeschreven om
bepaalde voorzieningen te treffen, of an
ders het gebruik te staken. Wat betekent
dat er ingevolge de Woningwet niet meer
in gewoond mag worden. Vraag aan Stads
ontwikkeling: wat was er eerder, plannen
voor nieuwbouw of plannen tot aanschrij
ving. Antwoord: in principe is de aan
schrijving een technische zaak, maar waar
Stadsontwikkeling bezig is wordt wel ge
richter aangeschreven.
Grote leegstand kon ontstaan doordat,
toen de meeste oorspronkelijke bewoners
waren „gehuisvest” de sloopprocedure
werd vertraagd door eigenaren die zich
moeilijk lieten onteigenen, en anderen,
niet-eigenaren moeilijk te herhuisvesten
waren door lastige, zij het niet altijd onre
delijke woonwensen. De panden erom
heen slopen zou niet kunnen: door een
soort dominoeffect zou alles instorten. In
die onzekere situatie konden de krakers in
de huizen trekken, en een essentieel deel
van de bevolking gaan uitmaken.
„Wij zijn niet tegen stadsvernieuwing”