Hoe haalt Merkwaardige en lachspieren kietelende vertoning r karper adem? Promovendus heeft angst om „af te gaan” I Hl II el B fis i fr 1 H Ui 1 I B door Harm van den Berg en Theo Koopman I' <1 Plankenkoorts Zes vragen E O ‘4 SM 13 10 7 8 JANUARI W O F N C D A G i I iX I i 5 ;-w X «éi: Ondanks de hervormingswinden die door de universitaire wereld waaien en die allerlei oude tradities omver hebben geblazen, is het verschijnsel promotie fier en Ongeschonden overeind gebleven. Zelfs de laag stof die zich in de loop der jaren op de promotie heeft genesteld is er amper door beroerd. Vandaar waarschijnlijk dat een promotie voor een buitenstaander een uiterst merkwaardige, onbegrijpelij ke en soms de lachspieren kietelende gebeurtenis is waarbij je dingen hoort en ziet die je anno 1977 niet meer zou verwachten. I Een universitaire promotie is, vrij vertaald een soort eindexamen waarbij degene die wil promoveren (promovendus) het bewijs moet leveren dat hij in staat is gebleken om zelfstandig een stuk onderzoek op wetenschappelijk niveau te verrichten. De promovendus verschijnt daartoe voor een college van vreemd uitgedoste geleerden die hem aan de tand voelen over hetgeen hij in zijn proefschrift heeft beweerd gebleven IS i I. 35 4 r pr imovendus wel een kostbare zaak. Ge middeld kost het rond de tien mille. Dat geld gaat oji aan o.a. de huur van het rokkostuum, de grote feestavond na af loop en de kosten voor het maken van een (proefschrift. Dat van Luiten kost négen gulden en hij heeft er zo'n vierhonderd vapr besteld. Honderd ervan moet hij afstaan aan de Universiteitsbibliotheek die er een rijksdaalder voor betaalt. De pedel leidt de promovendus (derde van rechts), die vergezeld wordt door zijn paranymfen, naar de zaal waar de promotieplechtigheid plaats heeft. Maar waar en wanneer wordt het sig naal aan de spieren gegeven om samen te trekken en vanwaar komt de boodschap dat er weer ontspannen kan worden? Paul Luiten kon zich voor vragen over de ademhaling beperken tot een klein onderdeel van het zenuwstelsel. Dat wordt een reflexkring genoemd. Promovendus Paul Luiten maakt aan tekeningen van de vaak lange vragen die gesteld worden. ■sSï schrift op een propedeutisch niveau vond liggen, dus van een beginnend student. Luiten reageerde flitsend en antwoord de dat het eigenlijk nog lager had moeten liggen, omdat hij er een breder publiek mee» wilde bereiken dan een select groepje deskundigen. Tijdens een eerder gesprek had hij me al gezegd het prettig te zullen vinden als meer mensen kennis zouden nemen van datgene waar hij en andere wetenschappers mee bezig zijn. „We zijn nu net kluizenaars.” Maar de neurale regu latie van de ademhaling van de karper is nu eenmaal niet iets waar je met je vrouw of buurman even een babbel over opzet. „Wat dat betreft leef je in je naaste omge ving ontzettend geïsoleerd,” aldus Luiten. En zijn vrouw Liesbeth: „In het begin begreep ik er helemaal niets van. Nu zie ik de grote lijn van het onderzoek wel zitten, maar een heleboel dingen blijven myste rieus.” Na de laatste vraag tijdens de promotie trok het college van decanen zich terug, O Het trio liep kwiek naar voren, ging naast elkaar staan en boog lang en diep naar de geleerden. Het publiek mocht blij ven zitten. Nadat ook het drietal was gaan zitten stond de voorzitter van het college op en stelde de voor een leek niet verwach te vraag of iemand uit het publiek met de promovendus van gedachten wilde wisse len. Niemand wilde. Daarop gingen de heren zelf aan de slag. Niet allen hebben een vraag gesteld en dat was eigenlijk maar goed ook, want sommigen hadden ettelijke minuten tijd nodig om een vraag te formuleren. Wetende dat de plechtig heid drie kwartier duurt en dat de promo vendus ook tijd moet hebben om zijn zegje te zeggen, moest het aantal vragen aan Luiten beperkt blijven tot zes. water haalt. Tegelijk geeft de vis kool zuur af. Het ademhalingssysteem be hoort tot het autonome zenuwstelsel, dat wil zeggen: het proces gaat door zonder dat mens of dier er bij na hoeven denken. Op die vragen zocht Paul Luiten het antwoord. Daartoe moest hij het centraal zenuwstelsel van de karper van dichtbij bekijken. Een wirwar van cellen en draadjes. „Dat zenuwstelsel is zo’n com pleet geheel, daar weten we nog maar een heel klein beetje van. Wie zegt dat er al ontzettend veel bekend is over de men selijke hersenen, spreekt niet geheel de waarheid. Eigenlijk is er praktisch nog niets over bekend.” evenals de promovendus met zijn para nymfen. Als leek zou je denken dat nu het belangrijkste moment van de dag was aan gebroken. Er zou immers beslist moeten worden of de promovendus zou slagen of niet. Maar dat is een groot misverstand. De promovendus slaagt en hij weet dat al op het moment dat hij toestemming krijgt om te promoveren. Dit wordt duidelijker als men weet dat het te verdedigen proefschrift onder de verantwoordelijkheid staat van een door de promovendus zelf uitgekozen deskundi ge, in dit geval prof. Lohman. Deze des kundige, promotor genoemd, heeft het proefschrift natuurlijk eerst grondig be studeerd voor hij er zijn verantwoording voor wilde nemen. Daarnaast bevat het proefschrift van Luiten verslagen van het onderzoek die in o.a. een toonaangevend Amerikaans wetenschappelijk tijdschrift zijn gepubliceerd. Zo’n promotie gaat niet zomaar. Het verslag wordt eerst grondig bestudeerd door wetenschappers over de hele wereld en pas daarna wordt beslist of publikatie Eigenlijk maakt het niet zoveel uit of je de ademhaling van de karper bestu deert of die van de mens als hoger ge werveld (zoog-)dier. In beide gevallen wordt een bepaalde stof (water of lucht) langs weefsel gestuurd om er zuurstof uit te halen. De mechanismen die daar bij worden gebruikt, zijn verschillend. De vis gebruikt kieuwen, de mens heeft longen. Overigens maakt de vis een be ter gebruik van zijn ademhalingssys teem dan de mens. Paul G. M. Luiten (29 jaar) heeft die ademhaling van de karper lange tijd be studeerd. .En wat hij zag en beschreef, was onlangs goed voor een promotie in de wiskunde en natuurwetenschappen. Die merkwaardige plechtigheid staat uit voerig op deze pagina beschreven. Paul Luiten werkt op het Zoölogisch Laboratorium van de Rijksuniversiteit te Groningen. De vis is daar als proefdier erg geliefd. Dat is een beetje traditie. Maar er zijn vergeleken met anderé proefdieren ook voordelen aan ver bonden. De vis, met name de karper, is erg sterk en tamelijk ongevoelig voor infecties. Verschijnsel promotie is overeind En bij zo’n onderzoek van het ademha lingssysteem herinner je je natuurlijk ook direct dat de vis de eerste schakel is in de keten van de gewervelde dieren. De studie krijgt daardoor direct al iets fun damenteels. Wie de ademhaling wil bestuderen, kan oppervlakkig beschrijven hoe het me chanisme werkt. Dan weten we dat zes spieren (aan iedere kant van de vissekop) de kieuwdeksels ritmisch op en neer be wegen. O^n. de onderkaak gaat op en neer. Daardoor stroomt voortdurend wa ter langs het weefsel dat zuurstof uit dat Het college van dekanen, dat de promovendus drie kwartier lang onder vuur neemt. verantwoord is. Kortom, de wetenschap pelijke waarde, de essentie van het proef schrift van Luiten, was al van diverse kanten bevestigd. Toch was Luiten voor de promotie zenuwachtig. Hij noemt het plan kenkoorts. „Zeker, je bent al gepromo veerd, maar toch is er de angst om af te gaan. Je weet van tevoren niet wat ze je gaan vragen en hoe lastig ze je het gaan maken. Op sommige punten voelde ik me wat onzeker”. Enfin, Luiten werd waardig bevonden om de doctorsgraad in ontvangst te ne men. In de aula werd hij nog vriendelijk toegesproken. Maar toen de spreker even een adempauze hield klonk het plotseling „Hora finita”. Zomaar ineens. De pedel had gesproken. De tijd was om. De doc torsbul kreeg Luiten later tijdens de recep tie overhandigd. Door de universiteits- bode. Bijna vijf jaar onderzoek symboliseert de bul. Toch zag het er in zijn jeugd niet naar uit dat hij ooit nog eens zijn boterham in de biologie zou verdienen. Zeker, toen hij in de derde klas van de lagere school zat kwam hij regelmatig naar huis met een uilebal, die hij in de keuken opensneed, zodat hij aan de hand van de restanten in het nog verse braaksel kon zien wat de uil had opgegeten. Maar op de middelbare school riepen al z’n leraren dat hij niet naar de universiteit moest. Alleen de biolo gieleraar dacht er anders over. En Luiten ging wel. „Ik stond er schijterig tegenover, want ik dacht dat er allemaal bollebozen op de universiteit zaten. Ik dacht dat ik tegen hen op m’n tenen moest lopen. In die tijd moest je alles wat er tijdens de colleges gezegd werd zelf nog noteren. Tegenwoor- dig hebben ze een Syllabus waar alles in staat, zodat je eigenlijk niet eens meer naar een college hoeft. Toch vind ik dat zelf noteren belangrijk. Je leert je beter uit te drukken en de dingen sneller te analyse ren. Als ik dat van tegenwoordig zie, ze schrijven zinnen zo krom als een hoepel.” In 1972 studeerde hij af en stond op het punt om naar de universiteit van Oran in Algerije te gaan. Maar hij kon er te laat aan de slag. Daarop solliciteerde hij naar een vacature op het Biologisch Laboratori um in Haren, waar hij later besloot van zijn onderzoek een proefschrift te maken. Het proefschrift is (traditiegetrouw) opge dragen aan zijn ouders en vrouw. Waar om? Wat heeft hij hun aangedaan? „Je moet het zien als een eerbetoon. Mijn ou ders hebben zich veel moeten ontzeggen om mij te laten studeren. En mijn vrouw? Ze heeft zich niets hoeven ontzeggen, maar ze zorgde er wel voor dat ik mijn prakkie kon vreten om me daarna op de studie te storten.” Tijdens het vraag- en antwoordspel waarbij ik nog nooit zoveel onbegrijpelijke zinnen heb geprobeerd aan te horen, was het doodstil in de zaal. Dat hoort ook zo om de concentratie van de „spelers” niet te benadelen. Vandaar ook dat er niet met flitslicht gefotografeerd mag worden. Het enige niet wetenschappelijke geluid wat je hoorde was het langdurige geblèr van een baby op de gang naast de aula. Al naar gelang de hoedanigheid van de vragensteller begon Luiten, zoals het hoort, het antwoord met ..zeergeleerde opponens” of „hooggeleerde opponens”. Luiten kweet zich prima van zijn taak en beantwoordde de vragen in elk geval zon der haperen. Hij bleef de rust zélve. Ook toen een „hooggeleerde opponens” op- te dat hij iets miste aan de tekening van een vis die de cover van het proefschrift sierde. Het leek een pietluttige opmerking want per slot van rekening was men toch bijeengekomen om over de inhoud en niet over het uiterlijk van het proefschrift te praten. Even later merkte dezelfde oppo nens op dat hij de inleiding van het proef - I Bijna dagelijks lees je in de krant dat er weer iemand gaat promoveren aan een universiteit. Wat betekent zo’n promotie, hoe gaat dat in zijn werk? Er zijn mensen die vinden dat de promo tie in de huidige vorm niet meer in deze moderne tijd past. Anderen vin den het een traditie die de moeite waard is om voort te zetten. Wij gingen I kijken bij een promotie; die van de I bioloog Paul Luiten. De sfeer bij een promotie is plechtig. Dat proef je al bij het begin van de ceremonie. Men begint exact op tijd. Verantwoorde lijk daarvoor is de pedel (universiteitsbo- de) die ruim van tevoren al opvallend vaak naar’ zijn horloge kijkt om zijn plicht niet te verzaken. Ondertussen druppelen de Zijn Overigens is zo’n promotie voor de gasten de aula binnen. Ze zien een wat 'rechtbankachtige opstelling van het meu bilair. Midden vooraan, onder de kansel staat geheel apart een tafeltje met een stoel. Daar moet de promovendus zitten. Aan beide zijden, maar wel op eer biedwaardige afstand, staan twee rijen van elk vier stoelen waar de mannen en vroiuwen zullen zitten die de promovendus over het proefschrift zullen doorzagen. De stoel van de voorzitter is voorzien van een rood embleem. De promotieplechtigheid van Paul Lui ten begon om kwart voor drie. Op dat tijdstip verscheen in de deuropening de pedel aan het hoofd van een stoet mannen en één vrouw. De meesten waren in toga waaruit je een confectiepak zag steken. Een paar droegen eigentijdse kleding. Op hun hoofd droegen ze een al even somber gekleurde „muts”. Twee-aan-twee schreed men naar binnen. Geruisloos de ogen op de zwarte robe van de voorgan ger gericht en de meesten met de rechter handpalm op de linker pols rustend liep de stoet naar voren. „Het college van deca nen,” riep de pedel plechtig. We moesten staan en konden pas pas weer zitten toen het collége ook zat. De pedel was alweer verdwenen, maar verscheen even later weer m de deuropening. Nu stond hij aan het hoofd van èen trio. De middelste was Paul Luiten en de twee anderen waren zijn paranymfen. Laatstgenoemd koppel is er bij elke promovendus en moet die dingen organiseren waar de promovendus niet aan toe komt. Bovendien mogen ze de promovendus tijdens de promotieplechtig heid helpen als hij er niet uit komt, maar dat komt zelden voor. a Onlangs promoveerde de 29-jarige bio loog Paul Luiten uit Vries op een proef- schrift over de ademhaling van de karper. Zo’n promotie wordt gehouden in de aula yatde universiteit, in dit geval Groningen. Het is een openbare aangelegenheid, zodat iedereen er voor niks bij aanwezig kan -.W I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 13