Jantjes op ski’s
O /o
O zo
0/4 ZO
Bijna honderd ’kinderdorpen
in meer dan vijftig landen
Voor toetsing beleid Soeharto
e
67
B
dinsdag
Marathon-zitting
18
1
De Amro Kapitaalmarktrenterekening.
De Amro Kapitaalmarktrenterekening: voor
rentebewuste spaarders en beleggers. Gedu
rende de gehele looptijd van 5 jaar bent u
verzekerd van een hoge actuele rente. Het
rentepercentage is gekoppeld aan het gemid
delde rendement van staatsleningen met een
resterende looptijd van 3 tot 8 jaar, dat wordt
gepubliceerd door het C.B.S. Dit rendement
zal maandelijks worden bijgesteld en wordt
verhoogd met een opslag van 0,5%. Voor de
maand januari is het ao/\/
percentage: 0,080/
Informeer bij een van onze 830 kantoren
amro bank
De Amro Spaarbiljetten.
Spaarbiljetten zijn waardepapieren met een
vaste looptijd, die in 2, 3, 4 of 5 jaar aangroeien
tot f 1 000,- of f 10 000,-. Het aankoopbedrag is
afhankelijk van de looptijd en het bijbehorende
rentepercentage De rentebetaling in één bedrag
aan het einde van de looptijd kan fiscaal gunstig
zijn. Nog een voordeel: de Spaarbiljetten staan
niet op naam U kunt ze dus eventueel cadeau
doen De rentepercentages zijn met een looptijd
van 2 jaar: 7%, 3 jaar: 7 '/4%,
4 jaar: 7%%, 5 jaar:
De Amro Vaste Looptijdrekeningen.
Bij deze methode spreekt u met de Amro Bank
af hoelang u het gestorte bedrag wilt vastzetten
Minimaal is dat 2 jaar Maximaal 6 jaar. Hoe lan
gere tijd vast, hoe hoger de rente. De minimum
storting is f 100,-. Het rentepercentage staat
gedurende de hele looptijd van de storting ge
garandeerd vast. De rente wordt jaarlijks uitge
keerd en kan vrij worden opgenomen.
De rentepercentages: 2jaar7'/4%, 3 jaar: 7'/2%,
4 jaar: 7%%, 5 jaar: 8%. -4 j zx t
6 jaar Ql/Ü/
(Door een medewerker) s
Financiële adoptie, peetschap, pleegkind-op-afstand. Het zijn enkele
begrippen in een wereldomvattende hulpverlenende beweging die
weeskinderen en verlaten kinderen in landen waar -armoede heerst, via
financiële acties een beter bestaan wil geven. Ook in Nederland is een
aantal instellingen, volgens uiteenlopende werkmethoden, op dit ge
bied actief.
L- I
BINNEN- EN BUITENLAND
19
17 JANUARI 1978
w.
4
II.
e-
AkAX IVAkJV TT IfcUllit-l, 111VV CA1V.711 VxZ71”
;j*: stande dat zij onder het bewind van presi
PRESIDENT SOEHARTO
Hoge rente!
ur
irk
de kans zou krijgen om zich voor dat ambt
kandidaat te stellen.
Het resultaat van deze discussie is, dat
het leger nu in dreigende bewoordingen
heeft laten weten over een lijst van namen
van militaire en civiele personen te be
schikken, die de ambitie hebben om presi
dent te worden. Een duidelijke poging tot
intimidatie, zonder welke zeer populaire
Indonesiërs als de vroegere gouverneur
van Jakarta, Ali Sadikin, wel eens aan de
aandrang van zijn aanhang gevolg zou
kunnen geven om zich kandidaat voor het
presidentschap te stellen.
Op andere fronten zijn weer anderen
bezig door openbare discussies het gezag
van het Soeharto-bewind bij het Indonesi
sche volk te vernietigen. Zo werd de vrij
spraak, die de zoon van generaal Ali Mur-
topo beschuldigd van moord op een
burger van de rechtbank kreeg, in de
pers aan een zeer zware kritiek onder
worpen.
Ali Murtopo is namelijk als speciale as
sistent van president Soeharto een zeer
machtige man. Zijn zoon schoot een Indo
nesische burger in koelen bloede op straat
neer, met een revolver die hij zonder ver
gunning bezat en die hij speciaal van huis
haalde om het slachtoffer, dat ruzie met
een vriend van de zoon van Ali Murtopo
had, te doden.
Niettemin nam de betrokken rechtbank
aan, dat de dader uit noodweer handelde
toen hij het slachtoffer nog wel op de
openbare weg op klaarlichte dag neer
schoot. De openbare aanklager accepteer
de het vonnis van de rechtbank op voor
hand, zodat hij daarop werd gewezen door
de rechtbank, toen hij onder de druk van
de openbare discussie wilde besluiten om
in hoger beroep te gaan. Met deze discussie
wordt het Indonesische publiek met de
neus op het feit gedrukt, dat de rechtsze
kerheid in Indonesië onder het bewind van
president Soeharto en de zijnen volledig
zoek is.
Het enige wat het Indonesische gezags-
apparaat dan ook heeft kunnen doen,
heeft de opperbevelhebber van het leger
en minister van veiligheid, generaal Mara-
den Panggabean, gedaan. Hij heeft de be
velhebbers van alle strijdkrachtonderde-
len en de politie, benevens hun chefs van
staven bij zich geroepen en met hen in een
marathonzitting een verklaring van de In
donesische strijdkrachten ten aanzien van
de onrust in het land opgesteld. In een
speciale uitzending van de Indonesische
die aan het hoofd van de kleine gezinnen
staan, zijn vrijwilligsters uit hetzelfde
land: alleenstaande vrouwen die na een
test een speciale opleiding krijgen en met
„hun” kinderen in hetzelfde huis wonen.
De SOS-kinderdorpen worden gefinan
cierd door giften en bijdragen die voorna
melijk van' particulieren soms ook van
overheden of industrieën in het betreffen
de land komen. Voor dorpen in de ontwik
kelingslanden zijn vooral de (al dan niet
anonieme) „peetschappen” belangrijk. Via
zo’n peetschap kunnen echtparen en al
leenstaanden, maar ook groepen (scholen,
clubs, bedrijven) een jaarlijkse financiële
bijdrage geven aan het opvangen, verzor
gen en opvoeden van een thuisloos kind in
Europa, Afrika, Azië, Midden- of Zuid-
Amerika. Op het ogenblik zijn er in Neder
land ruim 3000 SOS-peetschappen, plus
nog diverse andere initiatieven en schen
kingen.
Het is, zoals gezegd, slechts een van de
meerdere instellingen die ook vanuit Ne
derland iets voor de thuisloze kinderen
overal ter wereld proberen te doeh.
bare discussie in de pers. Men is nog wat
voorzichtig. Maar tussen de regels door is
nu toch al wel te lezen, dat generaal
Panggabean de strijdkrachten kennelijk
beschouwt als een instrument van de rege-
ring-Soeharto en niet van de Indonesische
staat. Duidelijker dan wie ook, heeft dus
de opperbevelhebber van de Indonesische
strijdkrachten aangetoond dat het be-
wind-Soeharto met inbegrip van de bur
gerministers en adviseurs, rust op bajo
netten.
4*
Tel.
An-
31
Maar voor zover bekend is er in de tien
jaar van het bewind-Soeharto nog nimmer
kritiek van het DPR op het beleid van enig
minister en derhalve ook nimmer enige
kritiek op de presidentiële uitvoering van
de MPR-opdrachten geweest, die presi
dent Soeharto tot enige maatregel tegen
een van zijn assistenten heeft genoopt of
tot het bijeenroepen van een speciale zit
ting van het MPR heeft geleid.
President Soeharto werd in 1973 met alle
stemmen van de leden van het MPR vóór,
herkozen voor een tweede ambtstermijn
van vijf jaar. Ook in 1978 zal het MPR
onder de druk van de te verliezen geweldi
ge voorrechten die de leden in het dage
lijks leven genieten, president Soeharto
wel weer met algemene stemmen her
kiezen. Maar gerust zijn de president en
zijn omgeving daar niet op. In Indonesië is
nu immers in het openbaar en in dé pers al
een voor de president en zijn vrienden zeer
onaangename discussie aan de gang over
de procedure, die tot de kandidatuur voor
het presidentschap leidt.
Men vindt het maar raar, dat het MPR
dat de president kiest ook het lichaam is
dat de kandidaat voor het presidentschap
stelt. En dat MPR heeft nu alleen één
kandidaat voor het presidentschap voor
gedragen: president Soeharto. In de dis
cussie in de Indonesische pers blijkt, dat
het publiek het veel juister zou vinden, als
iedere Indonesische staatsburger die de
ambitie heeft om president te worden, ook
tal familiehuizen waar ze (in kleine groe
pen) in gezinsverband wonen met een ver
zorgster die voor hen hun „moeder” is. Er
is een aantal vaste richtlijnen: in principe
kan ieder thuisloos kind (ongeacht ras,
nationaliteit en geloof) in een kinderdorp
worden opgenomen.
De kinderen worden daar verzorgd tot
ze op eigen benen kunnen staan. Het gaat
dus niet om tehuizen, maar om een nieuw
en blijvend „thuis” waar het ouderloze of
verlaten kind bovendien een goede oplei
ding kan krijgen. Uitgangspunt is dat het
„normale” gezinsleven zo dicht mogelijk
wordt benaderd. Daarom gaan de-kinde
ren naar dichtbijzijnde scholen zodat ze
voortdurend contact met andere kinderen
hebben en ook aan activiteiten buiten het
dorp kunnen deelnemen. De „moeders”
•fr Dit zijn geen carnaval vierendewintersporters, maar gewoon een aantal Jantjes op de ski’s. Ieder jaar rond januari komen namelijk
zeelieden naar de wintersportplaats Oberstaufen in de Allgau (BRD) om deze landrotten-sport te beoefenen. Zo te zien hebben de
zeebenen het niet gemakkelijk op de lange latten.
Ook de studenten van de belangrijkste
Indonesische universiteiten roeren zich
weer. Anders dan in 1973-’74 nemen zij niet
meer hun toevlucht tot wilde acties om
generaals en politici, in de plaats van Soe
harto en de zijnen, aan de macht te bren
gen. Zij gaan volledig gedisciplineerd te
werk en vragen aan de president van de
Hoge Raad een gesprek aan over de
rechtsonzekerheid in het land, aan de ver
tegenwoordigende lichamen van de pro
vincies om zich niet bij voorbaat achter de
kandidaatstelling van president Soeharto
door het MPR te stellen; zij stellen ook de
wel zeer grote kloof tussen rijk en arm in
Indonesië aan de kaak, die onder het eco
nomisch en sociaal beleid van het Soehar
to-bewind is ontstaan als een fout van dat
beleid, etc. etc.
Tegen deze vormen van lijdelijk verzet
tegen het bewind hebben de autoriteiten
kennelijk nog geen goede afweermiddelen
gevonden. Duidelijk is, dat al deze acties
bedoeld zijn om de komende zitting van
het MPR in maart 1978 zodanig te beïn
vloeden, dat niet alleen de grote beleidslij
nen voor de komende vijf jaar drastisch
zullen verschillen van die van de vorige
vijfjarenplannen, maar ook, dat op het
gebied van de rechtspraak, de eerbiedi
ging van de universele mensenrechten, en
tenslotte ook de kandidaatstelling voor het
presidentschap openlijke discussies in het
MPR zullen plaatsvinden. Men kan er nu
immers niet meer omheen zonder aan de
aandrang van een discussie op MRP-ni-
veau gevolg te geven.
dent Soeharto is teruggebracht tot een
„praatcollege” van jaknikkers. De leden
van deze DPR zijn automatisch ook leden
van het MPR. Zij zijn zo bang hun voor
rechten als DPR-MPR-leden te zullen ver
liezen, dat zij zich er wel voor wachten om
door moeilijke vragen aan de regering bij
de president in ongenade te vallen. Die
heeft namelijk het recht aan zich getrok
ken om leden van de DPR te ontslaan en
door anderen te vervangen.
Volgens de Indonesische grondwet
wordt het dagelijks beleid, dat de Indone
sische president via zijn ministers voert,
aan het oordeel van de DPR onderworpen.
In deze DPR kan dus kritiek op het door de
ministers als assistenten van de president
gevoerde beleid neer komen op kritiek op
de president in de uitvoering van zijn
opdrachten als mandaathouder van het
MPR. Indien de president het niet eens is
met deze kritiek, kan hij het MPR in een
speciale zitting vragen hem gelijk te geven.
Is hij het met die kritiek wel eens, dan kan
hij zijn minister bestraffen en zelfs als
assistent ontslaan.
Een SOS-kinderdorp is, inderdaad, een
„dorpje”, waar weeskinderen en verlaten
kinderen opgevangen worden in een aan-
(ADVERTENTIE)
i
Een van die instellingen is de (ruim
twaalf jaar geleden opgerichte) stichting
Nederlandse Vrienden van de SOS-kin
derdorpen. Het begrip SOS-kind dateert
van 1949 toen in Oostenrijk het eerste
SOS-kinderdorp is opgericht voor wezen
uit de Tweede Wereldoorlog. Kort daarna
kwamen er dorpen in Duitsland, Frank
rijk en Zuid-Europa, later in de oorlogs- en
hongerlanden in het Verre Oosten, het
Midden-Oosten en Latijns-Amerika. Vol
gens de jongste cijfers zijn er op het ogen
blik bijna honderd SOS-kinderdorpen in
meer dan vijftig landen, overal op de
wereld.
staatstelevisie op 14 december jl. las hij die
verklaring, omringd door de genoemde
bevelhebbers van de strijdkrachten, plech
tig voor. In het kort komt die verklaring
erop neer, dat de Indonesische strijd
krachten als „instrument van de Indonesi
sche regering” krachtige maatregelen zul
len nemen tegen personen of groepen van
personen, die de Indonesische regering
omver willen werpen.
Vanzelfsprekend is die verklaring on
middellijk onderwerp geworóen van open-
JAKARTA. In tnaart komt het Indonesische Volkscongres, het hoogste Indonesi
sche volksvertegenwoordigende lichaam Majelis Permusyawaratan Rakyat (MPR),
bijeen. Volgens de Indonesische Grondwet van 1945 (UUD 45) moet dit Volkscongres
ten minste eenmaal in de vijf jaar bijeenkomen. Dan moet immers het beleid in de
afgelopen vijf jaar van de Indonesische president als mandaathouder (mandataris) van
dit MPR worden getoetst aan de door het MPR-vastgelegde hoofdlijnen. Ook worden de
hoofdlijnen van het in de eerstvolgende vijf jaar te voeren beleid (tot 1983) vastgesteld
en wordt de nieuwe mandataris, tevens president van Indonesië, benoemd voor een
ambtsperiode van vijf jaar.
De grote lijnen van het te voeren beleid
worden eerst besproken in werkgroepen
van het Indonesische parlement Dewan
Perwakilan Rakyat (DPR), dat fungeert
als de dagelijkse vertegenwoordiging van
het MPR.
Deze DPR is te vergelijken met de Ne
derlandse Tweede Kamer, met dien ver-
Volkscongres Indonesië
in maart weer bijeen
(Van onze redactie buitenland)