Nietzsche als symbool van een culturele crisis «SI Ibé ,v Boeiend boek over Charles Dickens zijn werken en zijn vrouwen :L i 4" jfl o .V. BH® 8^' door Ko van Leeuwen Dickens House Vrouwen Morele crisis Droeve periode N een an 19374. t in ar. :N „Niets is waar en zelfs dat niet „Alle Kretenzers zijn leugenaars, zei de Krentenzer Briljante aforismen, steeds opnieuw geschikt om een ge zelschap te doen verbazen en die om die reden telkens weer prijken, in een of andere versie, in „succes agen das. Alleen mensen die zich wezen lijk bekommeren om levenswijsheid, zullen niet welgemoed de bladzijde omslaan. Wat is waarheid? Wat is leugen? De grote Engelse romancier Charles Dickens moet voor zichzelf en voor anderen geen gemakkelijk heer geweest zijn. Een man die na zijn mislukte eerste liefde zijn leven in dienst stelde van zijn indrukwekkend schrijverstalent; een auteur die vooral uitblonk in zijn meeslepende verhaaltrant. Immer stond Dickens op de bres voor de armen, de misdeelden, de vertrapten in de maatschappij. Het is allemaal overbekend en tot uitdrukking gekomen in zijn overweldigende literaire nalatenschap en in de talloze biografieën - met aan het hoofd de conscentiëuze levensbeschrijving die Dickens' vriend John Forster maakte. Aan de niet geringe reeks van boeken over Dickens voegde de .auteur Wolf Mankowitz in 1976 een nieuwe biografie toe: „Dickens of London" In december 1977 verscheen bij Uitgeverij L.J. Veen in Wageningen de Nederlandse vertaling A Hoevers, die het oorspronkelijke werk van Mankowitz met zorg vertaalde, gaf het de titel „Het leven van Charles Dickens" 1 sf W ..y 01 s: - g. ■F® ,1 A s h 4 i K. ■P ik'L' w 1 WIJ narkt, otere 19 tatie De heer Micawber houdt zi/n afscheidsrede (Illustratie uit David Copperfield) DINY SCHOUTEN Friedrich Nietzsche Dickens’ licht ontvlambare belangstel ling voor vrouwen loopt als een rode draad door zijn leven. Mankowitz schrijft daaro ver subtiel, maar duidelijk genoeg. Aller eerst zien we de hopeloze verliefdheid van een stapel kinderen, maar het huwelijk wordt geen succes. Op latere leeftijd ver laat hij Kate. De meer dan, gewone belang stelling die Dickens tijdens zijn huwelijk voor andere vrouwen aan de dag legde deed 'de verhouding tot Kate ook geen goed. Reeds aan het begin van zijn huwe lijk met Catherine koestert hij meer dan gewone bewondering voor haar jongere zusje Mary. Eerst op Fqrnival’s Inn, later in Doughtystreet in Londen, woont Mary „Nadat ze gestorven was heb ik maan den achtereen elke nacht van haar ge droomd. Soms zag ik haar als een geest, een andere keer als een levend wezen van vlees en bloed. Nooit voelde ik daarbij ook maar een zweem van de bitterheid van mijn echte verdriet om haar, maar altijd zag ik haar als het vriendelijke en geluk kige wezentje, waarmee ik zo vertrouwd was. Ik ging dan ook elke avond slapen in de hoop dat de verschijning in een of andere gedaante weer zou komen., En dat gebeurde dan ook, tot ik op een keer naar Yorkshire moest. Ook daar in een vreemd bed en in een vreemde kamer droomde ik van haar. Ik kon niet nalaten het feit aan Kate te vertellen in een briefje, dat ik naar huis schreef. Vanaf dat ogenblik heb ik nooit meer over haar gedroomd, hoewel ze nooit uit mijn gedachten is, vooral als ik succes heb en in alles voorspoedig ben. De herinnering aan haar is zo’n wezenlijk bestanddeel van mijn wezen en ik voel me net zo onafscheidelijk met haar verbon den als met het kloppen van mijn eigen hart”. Mocht u ooit een bezoekje brengen aan het vroegere woonhuis van Charles Dic kens in Dougthystraat no. 48 in Londen, dan zullen woorden van gelijke strekking als het bovenstaande u worden verteld door de vriendelijke huishoudster-achtige dame die u binnenlaat. Maar het belang rijkste van dat Dickens House (eigendom van The Dickens Fellowship sinds 1922) is de ruige mat achter de voordeur. Bjj het binnentreden van een moskee zullén de schoenen altijd uit moeten, bij het binnen gaan van het heerlijke pand Dougthystreet 48 zullen de zolen ervan op z’n minst schoon moeten zijn. Daarop wijst die da me met onwrikbare belistheid. Ik heb het kortgeleden mogen ervaren. in bij Charles en Kate. Als Mary.plotseling sterft is Dickens lange tijd diep geschokt. Hij schuift Mary’s ring aan zijn vinger en zal die zijn leven lang blijven dragen. Zes maanden na haar dood schrijft hij: Jaren later schrijft hij aan zijn schoon moeder: Nietzsche voortdurend op En uiteraard was het persoonlijke pre-occupatie die hem tot deze studie aanzette. Jammer genoeg wordt het aspect bedolven onder afstandelijk geregistreerde uitingen van anderen Om als lezer de draagwijdte te beseffen van de abstracties over „waar heid” en „twijfel'’, gedachten die ande ren geestelijk ineen deden storten, die Goudsblom zo zakelijk noteert, is zijn verslag een goede reden (en een goede introductie!) om Nietzsche zelf ter hand te nemen Andere vrouwen die Dickens liefde op wekken zijn de jonge Koningin Victoria, x ene Christiana Weller die hem bij een lezing aan de piano begeleidt en mevrouw De la Rue, de knappe Engelse echtgenote van een bankier in Genua, waar het gezin Dickens enige tijd verblijft. Dickens ver beeldt zich dan dat hij een soort magnetis me beheerst waardoor hij hoofdpijn kan verdrijven. Mevrouw De la Rue heeft last van zenuwaanvallen en Dickens belooft haar terzijde te staan. Herhaaldelijk wordt hij ’s nachts weggeroepen om aali de spon de van mevrouw De la Rue te verschijnen, om pas uren later weer bij zijn vrouw terug te keren. Het wekt Kate’s jaloezie. Als Charles Dickens Kate op latere leef tijd verlaat, wekt dat ongenoegen bij veel van zijn vrienden. Bijvoorbeeld bij W.M. Tackeray, die jarenlang niet met Dickens sprak, ook al vanwege een hatelijk artikel in Punch over Tackeray, waarvan deze meende dat Dickens de auteur was. Tegen het einde van zijn leven ontmoet Dickens zijn eerste liefde Maria Beadnell nog eens. Zij is dan getrouwd en zijn teleurstelling over haar uit Dickens in Litt le Dorrit als hij het over Flora heeft: „Flora, die altijd slank geweest is, was erg dik geworden, wat kortademig, maar dat was niet zo erg. Flora, die hij als een lelie gekend had, was een pioenroos ge worden, maar ook dat was niet erg. Flora, die betoverend was geweest in alles wat ze zei en dacht, was saai en dwaas geworden. Dat was heel erg”. Een van Dickens’ dochters zei na het overlijden van haar vader dat hij nooit iets van vrouwen had begrepen. Zij zijn altijd een geheim voor hem gebleven, zoals voor ons „Het geheim van Edwin Drood”, het boek dat Dickens voor zijn dood niet meer had kunnen afmaken, nooit ontsluierd zal worden. Dat het leven van Charles Dickens met zijn vele triomfen en teleurstellingen in combinatie met zijn literaire erfenis een boeiend relaas kan vormen, daarvan ge tuigt deze ook illustratief aantrekkelijk verzorgde biografie van Mankowitz, die voor 39,50 bij de boekhandelaar verkrijg baar is. De heruitgave van David Copper- field kost 25. zodat als zij en Kate en ik bij elkaar zitten ik geneigd ben te denken dat wat er met Mary gebeurd is, alleen maar een nare droom is, waaruit ik net ontwaakt ben”. Mary’s plaats - allemaal tijdens Dickens’ huwelijk - wordt later ingenomen door het nog jongere zusje van Kate, Georgina. Ook zij komt inwonen bij het gezin Dickens en hij vindt haar erg op haar overleden zusje lijken: ber (uit David Copperfield) model voor Dickens’ vader. Ook Micawber, een van DickenS geniaalste scheppingen, leeft er zorgeloös op los, komt ook in de Marshal sea terecht, munt uit door schitterend bombastische redevoeringen en zijn illusie dat er vöbr hem eens rijkdom zal komen. De jeugdige Dickens zelf staat model voor de grote schare droevige kereltjes die over al zijn boeken verdeeld zijn. Voorop weer David Copperfield, verder Olivier Twist - die zo’n triest gezichtje heeft dat hij van de begrafenisondernemer altijd voor de lijkstoet moet lopen - Barnaby Rudge,- en ook Paul Dombey en de kleine Tim uit Scrooge and Marley om hun zwakke ge zondheid. Dickens immers klaagt al vroeg over zijn opspelende nieren. In „Het leven van Dickens” leren we de auteur ook kennen als toneelspeler. Er is een langdurige vriendschap met de acteur William Macready en Dickens organiseert veelvuldig liefdadigheidsopvoeringen - amateurtoneel - waarin hij ook zelf mee speelt, soms in verschillende rollen. Dan het voorlezen uit eigen werk. Er worden toernees georganiseerd door geheel Enge land en door de Verenigde Staten. Dickens presenteert zijn werken als een toneelspe lend schrijver met grote levendigheid en fantasie. Vooral tegen het'einde van zijn leven wordt zijn inzet zo groot, dat zijn omgeving fatale gevolgen vreest. Die blij ven niet uit. Als Dickens in zijn lezingen de moord van Bill Sikes op zijn dochter Nan cy (uit Olivier Twist) opvoert, wordt hem dat tenslotte teveel. Ik kan je niet zeggen hoe smachtend ik terug verlang naar de drie kamers in Fur- nival's Inn en hoezeer ik die blijde glim lach en die lieve woorden mis, als we vrolijk schertsend om het haardvuur za ten. Die avonden waren me dierbaarder dan alle hulde van de hele wereld ooit zal kunnen zijn. Alles wat we in die dagen deden en zeiden, kan ik me nog levendig herinneren". van filosofen en literatoren, van de wijs geren vóór Socrates tot Dostojewski. Tol- stoj. Toergenjew en Nietzsche Zijn boek is een belangwekkende „geschiedenis van een idee" en tegelijk een boeiend overzicht van vijfentwintig eeuwen filo sofie De langdurige strijd tussen rede en gèloof, tussen het willen kennen van de waarheid en het gelóven in de openba ring ervan, eindigt in de 19e eeuw bij filosofen en schrijvers na het afzweren van de zowel openbaring als rede met de conclusie' „Niets is waar, dus is alles geoorloofd". Die conclusie, hoe aan vechtbaar ook, betekende het begin van een morele crisis Als het geloof als my the is afgezworen en de rede niet toerei- .kend blijkt om uit te maken wat waar is en dus ook niet kan onderscheiden tus- sen, wat goed is en wat slecht, dan rest slechts de nihilistische visie. Het omar men van die visie leidt wel tot zeer onaan gename consequenties en uiteindelijk tot een crisis in de cultuur „De moraal is onvatbaar voor bewijs voering Het goede kan met gekend wor- druk verschenen bij Athenaeum-Polak Van Gennep. den Elke ethiek berust op valse voor wendsels: neem die weg, en men houdt slechts de naakte werkelijkheid over in dividuen die hun gang willen gaan." Nihilisme en cultuur is een studie die gebaseerd is op literatuuronderzoek In zijn voorwoord bij deze (derde) druk verontschuldigt Goudsblom zich daar voor. Omdat het hier gaat om een be gripsbepaling van wat nihilisme bij een aantal cultuurdragers inhoudt, is een ov ervloed van citaten en parafrasen onver mijdelijk. Zelfs al zou je in het boek niet één passage aantreffen die van Gouds blom zelf afkomstig was, dan nog blijft er de niet geringe verdienste recht overe ind staan van zeer veel uitingen te heb ben geordend aan de hand van een ver helderend idee. Goudsblom heeft een verklarend beginsel in handen dat hem in staat stelt om orde te scheppen in wat er voor mij eerst uitzag als een omgeval len boekenkast Dat overzicht scheppen de kernidee is wat hij het „waarheidsge bod" noemt Om dat begrip, een „cultuu- ropdracht", te kunnen verantwoorden, ontwerpt Goudsblom eeri aanzet tot een De belangrijkste filosoof over het nihi lisme is Nietzsche. Goudsblom demon streert de nihilistische problematiek vooral met diens voorbeeld. Niet alleen is Nietzsche de belangrijkste auteur over het nihilisme, bij hem zijn ook de conse quenties voor de persoonlijkheid het dui- delj.kst zichtbaar, omdat er beschikt kan worden over autobiografisch en fictief (verhalend) materiaal, dat de beschou wende opstellen op (zeer) persoonlijke wijze aanvult Nietzsches filosofische ontwikkeling is middels de min en meer autobiografische beschrijvingen te re construeren en die ontwikkeling in een persoón blijkt een uitstekend uitgangs punt te vormen om eenzelfde ontwikke ling in de cultuur te kunnen herkennen en aannemelijk te maken Die ontwikke ling loopt van waarheidsdrang via waar- 'heidsverlies naar een morele crisis. Die „probleemcyclus" in het denken gaat Goudsblom na aan de hand van uitingen nieuwe wetenschappelijke discipline, de „cultufologie", de cultuur gezien als ver oorzaker van styleringen in het mense lijk gedrag. Voor zover „cultuur" een zelfstandig corpus van kennis en waar den is, wil cultuuroverdracht zeggen, dat de maatschappij vanuit de cultuur een aantal „opdrachten" krijgt en één van .die opdrachten is het waarheidsgebod, de verplichting om alles te onderzoeken op waarheidsgehalte. Die visie, biedt, concludeert Goudsblom, ook enig per spectief op het probleem van het-nihi lisme: „De nihilistische problematiek heeft, in haar huidige vorm van pasklaar cultuur element, al te zeer de allure van een antwoord op alle vragen Het waarheids gebod prikkelt tot onderzoek, óók van de nihilistische problematiek Goudsbloms „culturologisch" perspec tief draagt bij tot het verhelderen van nihilisme als cultureel en als individueel- verst.mdelijk probleem. Nihilisme is ook een emotioneel probleem. Goudsblom kondigt de behandeling als zodanig aan in de inleiding en hij wijst er bij In oktober was uitgeverij Veen al geko men met een heruitgave van Dickens boek „David Copperfield”. Dat de uitgave van dit boek, kort daarop werd gevolgd door de biografie van Mankowitz getuigt van visie. In de eerste plaats is het heerlijk een werk als David Copperfield opnieuw te lezen, maar in de tweede plaats dringt een vergelijking tussen deze roman, die sterke autobiografische kenmerken bezit, en „Het leven van Charles Dickens” zich krachtig op. Mankowitz’ biografie heeft met de mees- 1te boeken van Dickens gemeen dat het werk zich achter elkaar laat uitlezen. Vooral na het eerste kennismakingshoofd- I stuk toont het boek dezelfde betrokken heid en wekt het bij de lezer dezelfde niet te ontwijken interesse als Dickens’ eigen romans. Tot aan het slot blijft de aandacht als gekluisterd gevangen gehouden Wat de biografie voor de Dickensliefheb ber zo boeiend maakt is vqpral het con stante feest der herkenning. In tal van facetten uit Dickens leven herkennen we gebeurtenissen en personen die een grote re of kleinere rol spelen in zijn boeken. Het is bekend dat praktisch elk werk van Dic kens wel autobiografische aspecten bevat Daarbij is Olivier Twist dan - na David Copperfield - aan de winnende hand. /de jonge verslaggever Charles op Maria Beadnell. Maria heeft model gestaan voor de Dora Spenlow uit David Copperfield. In tegenstelling tot David en Dora, trouw den Charles en Maria nimmer met elkaar Na deze mislukte romance neemt Dickens het vaste voornemen zich in eerste instan tie aan zijn werk te wijden. Die leidraad blijft hij zijn levenlang trouw. Na Maria komt Kate Hogarth in Dic kens’ leven. Met haar trouwt hij. Er volgt Het merkwaardige van Dickens’ leven is dat het een verhaal oplevert dat door hem zelf verzonnen zou kunnen zijn. Vooral de eerste droeve periode, waarin de jonge Charles zijn geboorteplaats moet verlaten omdat de oude John Dickens zich weer eens te diep in de schulden heeft gestoken. Dat betekent ook een einde aan de school opleiding van Charles: hij moet gaan wer ken voor de kost. Charles komt terecht op een onooglijk schoensmeerfabriekje dat in zijn boeken nog dikwijls model zal staan als; een symbool van arbeidsellende. En mét het gezin Dickens gaat het verder - bergafwaarts. John belandt in de Marshal- sea-gevangenis, waar mensen die hun schulden niet kunnen betalen hun straf moeten uitzitten. De Marshalsea komt te rug in de Pickwick Papers en in Little Dorrit. John Dickens is in de gevangenis een tragische maar bombastische figuur. In Little Dorrit gedraagt William Dorrit zich in de Marshalsea-gevangenis ook als of het een riant onderkomen voor hem is. Zo zegt hij na het luchten steevast tegen de cipier, als deze zo onhoorbaar mogelijk z’n celdeur tracht te sluiten: „Sluit de deur goed John, ik kan er niet tegen als het tocht”. Overigens staat ook de heer Micaw- Het fundamentele waarheidspro bleem. de „waarheid" die niet te kennen valt, is niet alleen een intellectueel pro bleem. Het inzien dat het verstand niet toereikend is om uit te maken wat waar is en wat goed, kan iemand aan de wan hoop overleveren. Over de onkenbaar heid van de waarheid als cultureel en als emotioneel probleem schreef de socio loog J. Goudsblom in 1960 de studie Nihilisme en cultuur. Van die studie, die jarenlang uitverkocht was, is nu een her- ,.»C Het Dickens huis, 48 Doughty Street in Londen Mary Hogarth, een postuum portret door Phiz St l,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 25