DIRECTEUR VAN WIJLEN ACHT WERKGELEGENHEID FOKKER KOMENDE JAREN SAFE I Alsof Fokker was leeggebloed i 8 FEBRUARI 19 7 8 DINSDAG 2 I - door Chiel Evers - Walhalla Kwetsbare tak Zelfscheppend SCHIPHOL. Fokker-direc- teur A. van Wijlen hoeft zich geen seconde te bedenken. „Het gevaar van ontslagen zit er bij Fokker absoluut niet in”, zegt hij. „We hebben vergunning gekregen voor arbeidstijdverkorting, om dat het om een heel tijdelijke in zinking gaat. De orderportefeuille moet goed gevuld zijn, wil het ministerie van Sociale Zaken me dewerking verlenen. Inderdaad gebeurt het bij bedrijven wel eens dat er desondanks ontslagen val len, omdat de verwachtingen dan niet blijken uit te komen. Werkne mers maken zich daarover wel zorgen, maar in ons geval is dat ongegrond. De eerstekomende ja ren, voor zover te overzien, is de werkgelegenheid safe”. Neptune Vliegtuigindustrie van levens belang voor onze economie Allicht profiteren we daarvan mee. Het O H. Groen. ü- Tj. Schuringa. lat de imen- Daar- teruit- waar- en ac- heeft bedongen. „Die zekerheid”, aldus Vgtn Wijlen, „is erg prettig. In de vliegtuig industrie werk je altijd met programma’s ®.het is maar afwachten of die er morgen nog zullen zijn. Het werk aan de F-16 ligt raor de komende jaren vast, want de or- ters zijn binnen”. itaten deze is nu ruim één toestel per maand. Die zal binnenkort oplopen tot twee of drie toestellen”. De drie civiele programma’s zullen el kaar naar Van Wijlens verwachting aardig in evenwicht houden. Daarnaast komt dan binnenkort nog het werk aan het gevechts- SCHIPHOL. „Friendship all over the world” luidde de optimistische titel van een grammofoonplaatje dat vliegtuig fabriek Fokker dik vijftien jaar geleden uitbracht. Dat opti misme was niet ongegrond. Fokkers paradepaardje F-27, ofte wel de Friendship, begon de wereld te veroveren. De verkopen liepen goed en tot verrassing van Fokker zelf wist het propel- lertoestel zich zelfs in het huidige straalmotorentijdperk staande te houden. De energiecrisis hielp daarbij een handje mee. Maar nu lijkt het dan toch gebeurd. Na twintig jaar productie en verkoop van ruim 660 toestellen, is de fabricage van de Friendship op een wat lager pitje gezet. Het ziet er naar uit dat dat pitje over een paar jaar nog lager zal worden. Het terugbrengen van de productie van de Friendship was de belangrijkste aanleiding voor de werktijdverkorting waar crisisjaren van voor de oorlog. „Ik heb in het verleden zelf ondervonden dat werk loosheid een sterke aanslag betekent op je leven. Bij zo’n werktijdverkorting heb je dan de neiging om dat een beetje te gaan vergelijken. Maar als je het nuchter bekijkt gaat het maar om twee maal zes weken. En we hebben het vooruitzicht dat we er straks weer met z’n allen conti nu tegenaan kunnen. Het begin van het einde van Fokker is de werktijdverkor ting beslist niet”. Het lidmaatschap van de onderne mingsraad is volgens Groens collega Tj. Schuringa een voordeel om de stand van zaken nuchter te kunnen bekijken. „Wij beschikken over meer informatie en zijn daardoor beter in staat om de achter gronden te zien, om te begrijpen waarom dit nodig is. Aan de andere kant kunnen de andere personeelsleden de zaak mis schien wat laconieker opvatten. Dat merk je bijvoorbeeld in de personeels- bus. Óp woensdag zeggen de mensen joviaal: prettig weekend. Ze gaan vrolijk naar huis om maandag pas weer terug te komen.” „Zelf heb ik de eerste dag van de arbeidstijdverkorting ervaren als een ex tra vakantiedag”, vertelt Schuringa. „Dat kwam doordat de kinderen ook nog vrij waren. Maar toen ik later door het dorp fietste dacht ik ineens: verdorie nog aan toe. Latere vrije dagen heb ik mezelf bewust gedwongen om bezig te zijn met allerlei dingen, om het ritme te handha ven. Dat is namelijk vaak een probleem voor mensen die met arbeidstijdverkor ting te maken hebben. Je ziet dat ook bij onze collega’s in de Drechtsteden, die er al langer mee te maken hebben. Er zijn mensen die er helemaal stapelgek van worden. Ze raken ontregeld door de ver storing van het ritme”. „Die dingen komen vooral voor ais zo n werktijdverkorting lang gaat duren. Als je al je kamers behangen hebt en ook de andere klusjes zijn achter de rug, dan kom je er pas goed achter wat het bete- seldorf zetelt als voorzitter van de raad van bestuur van VFW-Fokker, werd het mikpunt waar de kritiek zich bijzonder op toespitste. Bij de problemen met de 614 kwamen nog de plannen voor fusie van VFW met de andere grote vliegtui gindustrie in West-Duitsland, het con cern Messerschmitt-Bölkow-Blohm. OR-lid Groen: „Ze zitten daar nu dus met twee enorme problemen. Wij zagen dat aanvankelijk ook als onze proble men, omdat we tenslotte tot één concern behoren. Maar van onze bemoeienis wil den ze niets weten. We hebben hier ge meend dat wij van Fokker deelgenoot zouden moeten zijn van de fusie daar in Duitsland. Maar ze hebben ons er bewust buiten willen houden. Men wijst elk con tact af. Een jammerlijke ontwikkeling. Nu zitten we hier natuurlijk wel in een voordeliger positie. Als we in hun positie verkeerden, zouden we misschien ook anders reageren.” si- A. van Wijlen: „Als je er eenmaal uit ligt in de vliegtuigindustrie, dan kom je nooit meer terug". nationale wateren. Vooral in de maritieme versie zal de produktie van de Friendship nog wel een tijdje doorgaan, verwacht men bij Fokker. Aan futuristische projecten werken de ontwerpers van Fokker niet. „Daarvoor staan de Nederlanders te veel met beide benen op de grond”, aldus Van Wijlen. „Onderzoeksopdrachten hebben we hier niet. In Amerika is dat wel het geval. Daar worden door de vliegtuigfabrieken veel studie-opdrachten van de regering uitge voerd. Ook VFW in Duitsland heeft trou wens een paar leuke opdrachten gehad. Maar Nederland heeft daar het geld niet voor. We zitten met zo hoge lasten, dat er daarvoor niets overschiet. Als technicus vind ik dat wel jammer”. Heel plezierig natuurlijk, die compensa- teorders voor Fokker, maar daarmee is de Klfscheppende vliegtuigindustrie nog niet veilig gesteld. Het is juist dit facet dat door ie mensen van Fokker als zeer belangrijk gezien als een onderdeel van een Europees geheel. „Anders gaan we onherroepelijk ten onder tegen de Amerikanen”, meent Van Wijlen, „en als je er eenmaal uitligt in deze branche, dan kom je nooit meer te rug. Dat zie je aan Italië. Daar is een van de eerste straalvliegtuigen ontwikkeld. Maar in de vliegtuigindustrie betekent Ita lië absoluut niets meer. Nederland moet het zo ver niet laten komen. Met de compu terindustrie is het ook al mis gegaan, die is grotendeels in handen van de Amerikanen gekomen”. osten. dd. :en er i zijn eens i. De lering an de n be aring iroce- i ook com- g met dsmit i voor t deze uitge- naar ester. n van nister re Or- moet e met labili- iment nerkt. irking ecrea- itaten teling imen- n. De naan- ir Produktie van de F-27 Friendship bij Fokker op Schiphol. uitvoering ontworpen, speciaal bestemd voor kustpatrouilles. Peru en Spanje heb ben er enkele besteld en Van Wijlen ver wacht nog meer klandizie. Sinds de twee- honderdmijlszone zo’n beetje overal ter wereld wordt ingevoerd is de behoefte aan zulke patrouillevliegtuigen toegenomen. Vanuit de lucht kan dan worden gelet op duurt, loopt binnenkort af. Een nieuwe aanvraag gaat de deur uit, waarbij het weer om zes weken gaat voor ongeveer eenzelfde aantal mensen. De Fokker-directie verwacht dat het bij die twaalf weken zal blijven. „Zoals het er nu uitziet”, zegt directeur Van Wijlen, „is de kans groot dat we hieraan voldoende hebben.” Maar daarna, hoe gaat het verder met Fokker? Is deze werktijdverkorting niet, zoals je bij andere bedrijven kunt zien, het begin van het einde? En hoe zit het met die zelfschep- pende vliegtuigindustrie, op het belang waarvan door Fokker- mensen veelvuldig wordt gewezen? Allemaal vragen aan directeur A. van Wijlen van Fokker-VFW op Schiphol-Oost. Bij het gesprek zijn twee leden van de ondernemingsraad aanwezig: de heren H. Groen en Tj. Schuringa. kent om geen werk te hebben”, haakt de heer Groen in. Overigens is noch hem, noch Schuringa gebleken dat er collega’s van de Schipholvestiging zijn die grote problemen hebben met de werktijdver korting. „We hebben als ondernemingsraad wel aan de afdeling chefs gevraagd om attent te zijn op eventuele problemen. En we hebben er op aangedrongen dat er in de werktijdverkorting een rouleringssys- teem zou worden gehanteerd, om het zoveel mogelijk te spreiden. Anders krijg je een soort van stigmatisering, dan zeg gen de andere werknemers: kijk, hij zit in de werktijdverkorting, dus hij zal er ook wel het eerste uitvliegen als er wat mis gaat”, zegt Schuringa. Al 25 jaar is Fokker-man Groen be trokken bij het overleg binnen het be drijf. Hij is lid van de ondernemingsraad van de Schiphol-vestiging en maakt daarnaast deel uit van de centrale onder nemingsraad van alle Nederlandse vesti gingen van Fokker-VFW. Ondanks de fusie met VFW (Verenigde Flugtechni- sche Werken) is het nooit gelukt om op één lijn te komen met de „Gesamtbe- triebsrat” van de Duitse tak van het bedrijf. De grens blijkt ook voor de werk nemers nog een onneembare barrière. „Dat is erg jammer”, vindt Groen. „Tot voor anderhalf jaar lukt het nog aardig om de banden aan te halen, maar het debacle met de VFW-614 (het Duitse ver keersvliegtuig dat zo goed als onverkoop baar bleek) was aanleiding tot een ver wijdering. Die affaire riep zo veel span ningen op, dat er van een goed contact geen sprake meer kon zijn”. Eensgezind wezen de directie, de Ge- samtbetriebsrat en de vakbond in Duits land Nederland aan als zondebok voor het fiasco van de 614. De Nederlandse verkopers zouden het Duitse toestel on voldoende aandacht hebben gegeven. De Nederlander G. C. Klapwijk die in Düs- Voor die zevenduizend man is er de komende jaren werk genoeg, verwacht de Fokker-man met stelligheid. Waarop is die lekerheid gebaseerd? Van Wijlen: „We lebben drie civiele programma’s. De F-27 friendship) zal langzaam maar heel zeker ninder worden. Dan hebben we de F-28 Fellowship), waarvan we geloven dat hij «instant zal doorlopen. Misschien zit er over een paar jaar zelfs een lichte toename het bedrijf sinds 1 januari mee te maken heeft. Vervangend werk is er namelijk niet. Dat komt> pas in april, als het werk aan het gevechtsvlietuig F-16 (compensatieorders van het Amerikaanse bedrijf General Dynamics) volledig op gang komt. Tot die tijd is het bij Fokker op Schiphol-Oost een stuk rustiger dan normaal. Van de 4300 werknemers zitten er tweeduizend gemiddeld een halve tot twee en een halve dag per week thuis, afhankelijk van de afdeling waar ze werken. Hun loon wordt doorbetaald, dankzij de bijdrage uit het zogenaamde wachtgeldfonds. Van het loon over de niet- gewerkte uren wordt tachtig percent vergoed uit dit fonds, dat gevoed wordt met de WW-premies die werkgevers en werknemers opbrengen. De eerste periode van arbeidstijdverkorting, die zes weken cijfers wbaar >or de ntwik- m vre- liet in iel on- my te lan te is van en dat F aan- Mleen lustrie e ver- - wordt bestempeld. In de hele westerse >or de te net- erder- itgroei vliegtuig F-16, bij de aanschaf waarvan de ercent regering een aantal compensatie orders Het zelfscheppende van de Nederlandse vliegtuigindustrie zit hem op het ogenblik vooral in het ontwerpen van de Super F- 28, een grotere versie van de Fellowship (tussen 100 en 130 zitplaatsen) met een betere vleugel en een zuiniger motor. Er wordt samengewerkt met andere Europe se landen, want Nederland alleen is te klein om de ontwikkelingskosten te kun nen dragen. Daarnaast zijn de ontwerpers nog altijd aan het „knutselen” aan het oude paradepaardje, de Friedship. Er is nog niet zo lang geleden een maritieme Amerika is, dat komt telkens weer naar voren, het Walhalla voor vliegtuigbou wers. De Amerikanen maken de meeste vliegtuigen, de grootste vliegtuigen en wer ken ook het meest aan toekomst-onder- zoek. Voor een Europese fabriek is het dan ook niet eenvoudig om in de Verenigde Staten een been aan de grond te krijgen- .De Friendship werd indertijd nog aardig verkocht in dat land. Tweehonderd toes tellen zijn zelfs in licentie gebouwd door het Amerikaanse bedrijf Fairchild. Bij de F-28 is Fairchild niet betrokken. „Het probleem is”, legt Van Wijlen uit, „dat de Amerikanen niet willen werken met kleine aantallen. Hun organisatie is ingesteld op een forse produktie. In licen tie produceren van de F-28 zou voor hen niet rendabel zijn”. Toch is de kans groot dat er binnenkort Fellowships door het Amerikaanse luchtruim zullen vliegen. Met een binnenlandse luchtvaartmaat schappij heeft Fokker momenteel serieuze contacten. Een probleem daarbij is echter de huidige koers van de dollar. „Die daling van de dollarkoers komt voor ons hoogst ongelukkig”, aldus Van Wijlen. „Zat hij maar op het peil van een jaar geleden, dan waren er minder problemen”. De sociale omstandigheden in Amerika illegale vissers en olieverontreiniging in de bieden de vliegtuigfabrieken daar ten op- Zevenduizend man afhankelijk van een uiterst kwetsbare bedrijfstak. Is dat voor Fokker geen reden om te zoeken naar een verbreding van het activiteitenpakket? Van Wijlen: „In het verleden hebben de meeste vliegtuigfabrieken daar wel pogin gen toe gedaan, maar die activiteiten zijn meestal mislukt. Die andere dingen blij ken namelijk niet te passen in de organisa tie. Die organisatie is zo hoogwaardig, dat de personeelskosten te hoog zijn voor een voudig werk. Wij hebben hier geprobeerd met verkoop-automaten op de markt te komen. Dat is mislukt. Alleen al om tegen de concurrenten op te kunnen boksen moet je er enorm veel energie in stoppen. Dat gaat niet, wij hebben al ons intellect en al onze financiële middelen nodig voor die vliegtuigen”. „Er blijft dan”, aldus Van Wijlen, „alleen de mogelijkheid over om nevenactiviteiten in een aparte organisatie onder te brengen. Daar schieten we natuurlijk niets mee op. Dat zou betekenen dat we een heel nieuw bedrijf ergens gaan opzetten”. Er zijn twee uitzonderingen. Een vesti ging van Fokker te Hoogeveen, die te klein is voor de vliegtuigbouw, maakt lichtmeta len shelters voor militair gebruik. Een an dere vestiging is gespecialiseerd in de pro duktie van aviobruggen (de zogenaamde slurven op luchthavens). Daarnaast wordt er wat neven-activiteit bedreven op het gebied van elektronika. „Dat zijn geslaag de zaken”, verklaart Van Wijlen, „omdat het om hoogwaardig werk gaat, voldoende aansluitend bij ons eigenlijke werk. We hebben het zoeken naar neven-activiteiten nu maar gestopt. Ook in de toekomst zul len we het echt van de vliegtuigbouw moe ten hebben”. delijke voorwaarde om met het ontwikke len van vliegtuigen verder te kunnen .De regering verleent die steun ook, al zouden de mensen van Fokker wel wat meer geld willen zien. Naast geldelijke steun voor het ontwikkelen van nieuwe toestellen, is een „buy European”-mentaliteit nodig. Voor zitter Klapwijk van het Duits-Nederlandse VFW-Fokker-concern hamert daar gere geld op. De Amerikanen beschermen hun eigen vliegtuigindustrie, Europa doet vooralsnog niets op dat gebied. „Binnenkort kan de regering haar goede wil weer tonen”, zegt directeur Van Wijlen. „Dan komt de vervanging van het marine- vliegtuig Neptune aan de orde. Er zijn twee kandidaat-opvolgers: de Orion van het Amerikaanse Lockheed en de Atlantic van een Europees consortium waarin ook wij zitten. Het voordeel van de Orion is, dat die vrijwel direct leverbaar is. Van de Atlantic is een nieuwe versie in ontwikke ling, dat duurt nog wel een paar jaar. Maar wat de werkgelegenheid betreft is de At lantic de beste keuze. Daar doen wij aan mee. Bij de Orion hoef je geen serieuze compensatieorders te verwachten. Dat toestel is al in produktie. Het zou veel duurder worden wanneer een deel van de produktie naar hier werd verplaatst. Met de F-16 lag dat anders. Daar moesten de Amerikanen nog mee beginnen". Overigens verwacht de heer Van Wijlen niet dat het verschil al uitmaakt welke regering er in Den Haag zit. Den Uyl of Van Agt, voor de werkgelegenheid bij Fokker, en het al dan niet Europees den ken, maakt dat volgens hem weinig uit. „Men heeft daar vaak verkeerde opvattin gen over. Ik ga er van uit dat ministers altijd verstandige mensen zijn. Zo’n „buy- European”-mentaliteit is bovendien toch iets persoonlijks, dat loopt dwars door alle partijen heen". Dwars door alle partijen heen, maar een Europese mentaliteit is volgens Fokker wel van levensbelang voor de vliegtuig- branche. Nederlands zelfscheppende vliegtuigindustrie moet dan ook worden zichte van die in Europa een voordeliger concurrentiepositie. Zodra de markt wat slapper wordt, zetten de Amerikanen zon der problemen honderden personeelsle den op straat, om ze een tijdje later, als de zaken weer beter gaan, weer in dienst te nemen. De conjunctuur-gevoeligheid speelt uiteraard ook Fokker parten, maar de sociale wetgeving heeft hier ontslagmo gelijkheden als in Amerika uitgebannen. de be- in. Algemeen wordt verwacht dat het met perso-. de' burgerluchtvaart weer beter zal gaan. twee sprake ifrde programma is de Airbus, een Euro- aantal pees programma waar wij aan deelnemen, kwam Öe produktie in de - - gszüu reent. wereld zijn maar een paar landen die op dit gebied meetellen en daarvan is Neder land er één (de overige: Verenigde Staten, Canada, Duitsland, Frankrijk en Groot- Brittannië). Dat moet zo blijven, wordt betoogd. Waarom eigenlijk? Van Wijlen: •Het gaat om een stuk hoogwaardig tech- - «logische arbeid. Dat is voor ons land heel belangrijk, willen we onze welvaart handhaven. Door de loonontwikkeling ter kunnen we niet meer concurreren als bet om eenvoudige arbeid gaat. En het geld waarvan we eten en leven moet toch ergens vandaan komen. Dat beseft de man in de straat niet altijd”. Ondernemingsraadslid Schuringa on derschrijft dit met nadruk. „Nederland moet haar import betalen met een zo duur mogelijke export. Dat betekent dat er een 20 hoog mogelijke waarde moet worden toegevoegd aan de grondstoffen van onze industrie Een voorbeeld. In verband met de hoge lonen is het niet rendabel om aluminium om te zetten in fluitketels. Maar wel in vliegtuigen. Die toegevoegde *aarde is van essentieel belang voor onze «conomie”. Alléén Fokker kan het niet bolwerken temidden van de reusachtige concurren ten. Steun van de regering is een onverbid- notie, ■deine ir en 1 rege- aatre- quo- J en op kelijk motie te om noe- ijk de an IJ- was, n, die iwler- [en de (door n mis in ap- SCHIPHOL. Twee januari 1978, de eerste werkdag van het nieuwe jaar, lag bij Fokker de fabriek goeddeels stil. Het was voor het eerst dat de vliegtuigfa briek op Schiphol te maken had met werktijdverkorting. Voor de werkne mers een droeve dag, want het mag dan aantrekkelijk lijken om een extra lange kerstvakantie te hebben, als je je reali seert wat de reden van die extra vrije tijd is, wordt de pret een stuk minder. H. Groen, al 37 jaar werkzaam bij Fokker, heeft zijn hart verpand aan de fabriek en de producten. Hij zwierf die eerste dag over het verlaten bedrijfster rein. „Vooral die dag sprak het erg”, zegt hij nu. „Zoals je die lege productiehallen ondervond. Het leek wel o* Fokker was leeggebloed. Een beklemmend gevoel. Een soort van stil protest ook dat dit moest gebeuren”. Onvermijdelijk dacht hij terug aan de aliteit ;ehele orden Itaten Dat wil niet zeggen dat er niets veran dert aan Fokkers werkgelegenheidsfront. Gedwongen ontslagen zitten er niet in, maar een geleidelijke inkrimping van het aantal arbeidsplaatsen is nog steeds gaan de. Na een dieptepunt in 1973 beleefde de vliegtuigfabriek weer een forse expansie, die resulteerde in een topbezetting van is al- achtduizend man voor de gezamenlijke mule-, Nederlandse vestigingen. Toen die top een aldus jaar geleden was bereikt, begon zich een ten er. minder rooskleurige toekomst af te •ingen jtekenen. „We zijn toen onmiddellijk de wervings- :raan dicht gaan draaien”, aldus Van Wij- ■mene ]en om catastrofe te voorkomen. Dat West- houdt in dat het natuurlijk verloop waar wordt mogeiijk njet wordt aangevuld. Dat beleid zullen We nog enige tijd voortzetten. Het totaal aantal Fokker-werkers zal zich waarschijnlijk rond zevenduizend stabili seren”.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 9