VICE-PREMIER WIEGEL OVER KABINET-VAN AGT
VVD-minister: ,,Wat
heeft het volk er
aan als je visionaire
verhalen houdt?”
Voorspellingen van
„bedaarde jongeling”
uit 1967 kwamen niet
helemaal uit
1
19 7 8
MAART
Memoires
)urg. Zw
^aezeul
an 79.95;
slechts
Levensgenieter
Bezuinigen
Vrijheid
(Door Frans Kok en Dirk Kuin)
DEN HAAG. Toen de redac
tie van het VVD-periodiek Libe
raal Reveil in januari 1967 enkele
profielen maakte van onbekende
VVD-kandidaten voor het Kamer
lidmaatschap, kreeg zij bij de 25-
jarige Amsterdamse student H.
Wiegel (die toen reeds werd be
stempeld als een „bedaarde jon
geling”) onder andere te horen dat
hij op zijn 38ste wilde trouwen en
dat hij, als het kon, burgemeester
wilde worden van een middelgro
te gemeente. „En ondertussen, als
de verkiezingen niet teleurstellen,
(Wiegel stond nog maar 18de op
de kandidatenlijst - red.) lid zijn
van de Kamer en afstuderen”, liet
Wiegel verder weten.
Meningsverschillen
Inspraak
ZT
dat is toch prima?”
100
landse Zaken, die naast een nieuwe minis
ter ook nog eens een dezer dagen nieuwe
huisvesting in een de Haagse lucht in
priemend kantoorflat kregen Na ruim
vier jaar de wat stramme, erudiete anti
revolutionair De Gaay Fortman, nu de
veel jovialere Wiegel, die welhaast glimt
van plezier als hij, bij het binnenstappen
van de lift, twee personeelsleden in stofjas
sen ontwaart, plus een zeer grote wagen,
half vol papierrollen. „Kunnen we erbij?”,
vraagt Wiegel. „Nou ja, als het 'niet kan,
kruip ik wel in de wagen”, vult hij zichzelf
aan.
lid, op zijn 30ste de jongste fractieleider,
op zijn 36ste weliswaar net niet de jongste
minister, maar wel de jongste vice-pre-
mier. Hij heeft de naam een groot levens
genieter te zijn. „Maar”, zegt le jeune
(vice-)premier, „het is helemaal niet mijn
ambitie om op m’n 40ste te gaan rente
nieren”.
Wat denkt hij van een topfunctie in een
grote onderneming? „Het bedrijfsleven
trekt me niet zo. Dan liever de bestuurlijke
sector, burgemeester, of ergens commissa
ris van de koningin”. Hij schrikt een beetje
van zijn eigen woorden. „Hoor mij! Ik zie
me op m’n 40ste echt niet uit de heisa van
de Haagse politiek verdwijnen. Ik wil hier
bij mijn politieke tegenstanders de illusie
ontnemen dat ik na deze rit uit de politiek
zou stappen!”.
Is het allemaal niet een beetje te snel
Wiegel, opverend: „Dat gaat heel goed.
We zijn bezig met plannen ter bestrijding
van werkloosheid en inflatie. Een drietal
commissies heeft opdracht gekregen een
diepgaande studie in te stellen naar onder
andere de omvang van de bezuinigings
operatie en het toelaatbare financierings
tekort. Hoeveel we gaan bezuinigen? Dat
weet ik niet, dat hangt af van de situatie op
het moment dat we onze beslissingen
nemen”.
men opgezadeld”.
Waarin verschilt het beleid van het
kabinet-Van Agt-Wiegel nu precies van
dat van Den Uyl? Het CDA, en vooral
Aantjes, wekte tie indruk dat het beleid
van het vorige kabinet zoveel mogelijk
moet worden voortgezet, maar daarvoor is
de WD toch niet in het kabinet gaan
zitten?
Wiegel: „Het is vooral een andere menta
liteit. De mensen in het land zijn opgelucht
dat er nu een andere ploeg zit, dat blijkt uit
veel brieven die ik krijg. Wij hebben ook
een veel opener oog voor de noden van het
bedrijfsleven en dat komt dan echt niet
alleen ten goede aan de opperbazen van de
U bent het waarschijnlijk eens met
Rietkerk die bijna dagelijks met een be
nen te komen en elk jaar steeds voorzichti
ger en somberder te moeten worden".
Maar nu zijn de problemen van werk
loosheid en de stagnerende economie toch
veel groter dan toen? Is een visionair
beeld van de toekomst via de regeringsver
klaring, waarin een begeesterend verhaal
van het vorige kabinet toch goedgekeurd.
Den Uyl behaalde maar liefst tien zetels
winst, dus je kan zeggen dat hij èn de visie
had èn het fiat van de kiezers kreeg.
Wiegel: „Ja, dat is waar, ik vind die
verkiezingsoverwinning ook een enorme
prestatie van Den Uyl, hoewel het wel de
linkse-mensen waren die zijn beleid heb
ben goedgekeurd, want daar kwam de
winst van de PvdA vandaan. En wat die
visie betreft, ach, het waren vaak meer
deelfacetjes zoals de VAD of meer in
spraak, die dan door Den Uyl werden
opgeklopt tot een visie”.
Amerongen. Ik heb een paar uur zitten
denken. En toen zei ik opeens tegen Jac
queline: het zal lukken. En jawel”.
Hoe raar kan het lopen Daar zit hij, 36
jaar oud, reeds bijna vijf jaar gehuwd,
vader van twee kinderen, van wie de oud
ste alweer bijna naar de kleuterschool
moet.
Nimmer afgestudeerd, maar wel tame
lijk lang Kamerlid geweest; een parlemen
taire carrière die hij echter niet afsloot met
het burgervaderschap van een middelgro
te gemeente, maar voorlopig als minister
van Binnenlandse Zaken, dus als opper
bestuurder en als vice-premier - slechts
één sportje lager dan Van Agt - de bijna
allerhoogste regeerder van ons land
We proberen Wiegel een uitspraak te
ontlokken over de moeizame start van het
„noodkabinet”-Van Agt en de al snel aan
de dag getreden meningsverschillen tus
sen CDA en WD over zaken als de ont
koppeling, het UCN-project en de neutro
nenbom. Wiegel met zijn zonnige natuur
wuift echter alle problemen weg.
Hij noemt het niets bijzonders als de
coalitiepartners van mening verschillen.
„Dan zien de mensen tenminste dat het om
twee verschillende partijen gaat”. Van een
gebrek aan draagvlak wil hij ook niets
horen en als we ons laten ontvallen dat de
wijze van totstandkoming van het kabinet
toch lichtelijk merkwaardig was, zegt hij
fel: „Niks daarvan, het was een school
voorbeeld hoe het wèl moest, inclusief de
procedure die Van der Grinten toepaste.
Ik wist dat het zou lukken, ook nadat op
ons ontwerp-regeerakkoord ruim
amendementen waren ingediend”.
Zou u wat concreter kunnen zijn?
Wiegel: „Neem het onderwijsbeleid van
minister Pais. Die heeft toch al snel duide
lijk gemaakt dat het beleid veel gedifferen
tieerder wordt, met als argument dat elk
kind nu eenmaal anders is. Bij Van Keme-
nade was het zo dat er een middenschool
in het leven werd geroepen en daar moes
ten de kinderen dan maar in passen. Ver
der zijn we van plan meer te decentralise
ren, bijvoorbeeld in het subsidiebeleid ten
aanzien van de huisvesting. Overigens
moet u niet denken dat de bureaucratie
opeens gaat ophouden, die is er in alle
samenlevingen”.
Heeft het kabinet, af gezien van de paar
punten die u noemt, niet een duidelijk
principieel andere visie dan het vorige
kabinet op de wijze waarop de grote pro
blemen van nu moeten worden aange
pakt?
Wiegel: „Nee, wij stellen ons veel be
scheidener op. Het is een grote fout om,
zoals de kabinetten-Cals en -Den Uyl heb-
tussen de „oude Gaay” en Wiegel: hun
voorkeur voor driedelige kostuums en hun
eigenwijsheid. Intussen komen al diege
nen die na De Gaay Fortman hadden ge
hoopt op een wat losser beleid, nogal be
drogen uit. De jongensachtige flapuit die
elf jaar geleden tegen de redacteur van
Liberaal Reveil bekende dat hij burge
meester van een middelgrote gemeente
wilde worden, lijkt zijn lesje wel te hebben
geleerd. Zeker nu hij minister is geworden
en hem derhalve veel lastiger vragen kun
nen worden gesteld dan in de periode toen
hij nog leider was van de - veel minder
gegaan? Op zijn 25ste het jongste Kamer- verplichtende - oppositie.
Onverminderd presenteert hij zich als
voorstander van een grote openbaarheid.
Wie niet? Maar in de schaarse interviews
die hij tot dusver heeft gegeven, blijken
„het geheim van Soestdijk” en „het geheim
van het Catshuis” afdoende schilden voor
netelige vragen.
g roep op de tijdgeest roept dat de burgers
hun individuele vrijheid weer terug moe
ten krijgen. De maatschappij zou de laat
ste vier jaar veel te collectivistisch zijn
geworden. Wat opvalt, is dat Rietkerk tot
dusver niet één voorbeeld heeft gegeven.
loofd dat ik mijn best zou doen en de
mensen snappen het best, als je het uitlegt
hoe moeilijk de situatie is”.
Het verschil tussen die 0,5 procent en
de 1,4 procent van Den Uyl is netto zo’n
f25 per maand. Is dat nu wat de WD-
stemmers hadden verwacht?
Wiegel: „De mensen rekenen niet in cen
ten, ze letten meer op de bedoeling die
erachter zit, op de mentaliteit”.
Hoe is dat eigenlijk met de koppeling
van de sociale minimumuitkeringen ge
gaan tijdens het debat over de regerings
verklaring? De WD was duidelijk vóór
ontkoppeling, het CDA niet. Vlak voor de
regeringsverklaring zei Van Agt nog dat
dit het grote probleem van ,het komende
jaar zou worden, maar na enige aandrang
van Aantjes tijdens het debat, verklaarde
Van Agt tot ieders verbazing dat van
ontkoppeling geen sprake zou zijn. Heb
ben de WD-ministers toen zitten slapen
of zijn ze door het CDA eenvoudig voor
het blok gezet?
Wiegel: „Niks daarvan, maar ik ben van
mening dat er een zo nationaal mogelijk
beleid geboerd moet worden. Het kabinet
moet luisteren naar wat er in de samenle
ving leeft en als velen voor het behoud van
de koppeling zijn, dan kun je daar niet aan
voorbijgaan. Ik heb het altijd verkeerd
gevonden als tijdens de vorige periode
onze ideeën om politieke redenen werden
afgestemd, hoewel je achter het groene
gordijn vaak hoorde, dat men het in zijn
hart met je eens was. We staan open voor
alle ideeën, ja ook van de PvdA (mits we
het ermee eens zijn, voegt hij er lachend
aan toe)”.
De vice-premier staat op. Hem wacht
een lunch bij zijn collega Tuynman op het
departement van Verkeer en Waterstaat;
een wekelijkse traditie waarbij de WD-
bewindslieden weer eens kunnen bijpra
ten over hoe de winkel ervoor staat. Daar
na moet hij weer snel terug naar zijn
departement om het burgemeestersge-
nootschap te ontvangen. Hij heeft het ex
tra druk deze dagen, want Dries is veertien
dagen op vakantie.
U treedt als vice-premier veel meer op
de voorgrond dan Van Agt onder Den Uyl.
„Ach, Den Uyl bood hem geen ruimte.
Die was er altijd en wist altijd alles beter”,
zegt hij, niet on-complimenteus.
Het is zeker wel erg vreemd om nu
minister te zijn, terwijl u ruim drie maan
den geleden nog dacht dat de WD de
oppositie wel een paar jaar zou moeten
prolongeren?
„Toen het erop ging lijken dat wij aan de
bak konden komen, had ik net een nota
klaar over de rol van de WD onder het
tweede kabinet-Den Uyl. Ik was helemaal
ingesteld op de oppositierol. Maar, ik zal
het nooit vergeten, na het eerste bezoek
aan de majesteit, nadat PvdA-CDA-D’66
was stukgelopen en wij een nieuw advies
Paniekverhalen moesten uitbrengen, kwam ik thuis in
A WW* Tl» l***l* *»*4-4-****
Maar wat blijft er in het beleid nu
eigenlijk voor leuks over voor de WD-
stemmers? Is het niet zo dat het CDA
sterk domineert? Een belangrijk punt, de
koopkrachthandhaving voor de middenin
komens tot twee keer modaal is toch volle
dig van de baan. Dat haalt u toch niet
meer, dat wordt toch op zijn best 30.000?
Wiegel legt uit dat hij van die „pa-
Dat moeten bewogen uurtjes zijn ge
weest. Mogen wij niet over uw dagboek
aantekeningen beschikken om aan de
hand daarvan een vervolg te schrijven op
het boek van Van Thijn, dat niet verder
gaat dan 11 november?
Wiegels antwoord luidt, uiteraard: Nee.
„Ik houd wel een dagboek bij. Maar die
aantekeningen bewaar ik voor mijn me
moires. Die ga ik schrijven als ik er tijd
voor heb. Dat zal er dus voorlopig niet van
heb ik alleen be- komen. Deze winkel is d^g en nacht open”.
de werknemers die op de keien dreigen te niekverhalen” weinig gelooft. Hij houdt
het erop dat de middeninkomens tot twee
keer modaal 56.000) er slechts 0,5 pro
cent op achteruit zullen gaan, tegen 1,4
procent als het kabinet-Den Uyl was aan
gebleven. Bang dat deze beloften niet kun
nen worden waargemaakt, is hij niet. „Ik
beloof geen gouden bergen. Tijdens de
verkiezingscampagne 1-
Spreekt u als meneer Wiegel, lid van grote ondernemingen, dat geldt ook voor
de WD?
„Nee, als Wiegel, minister van het kabi
net-Van Agt”.
Is dat niet riskant? Bijvoorbeeld in het
geval dat de WD-fractie kritiek heeft op
het kabinet. Dan staat Rietkerk in de ene
plaats het beleid te bekritiseren en u staat
het elders te verdedigen?
Wiegel (kortaf): „Ik zal het kabinetsbe
leid verdedigen”.
Toen Wiegel nog oppositieleider was,
sprak hij voortdurend over de janboel die
het kabinet-Den Uyl ervan maakte. De
term puinruimen was toen niet van de
lucht. Hoe bevalt hem nu dat puinruimen?
komen staan, als hun bedrijf in de rode
cijfers raakt. Verder vinden wij dat de
overheid zich niet het air moet aanmatigen
alles beter te weten. Wij zijn van plan eerst
naar de mensen te luisteren en dan pas een
beslissing te nemen, in plaats van an
dersom”.
Er wordt wel het bedrag van 10 miljard
gulden genoemd, wat slechts 2 miljard
meer is dan het kabinet-Den Uyl van plan
was te bezuinigen en 8 miljard minder dan
de WD vorig jaar nog wilde.
Wiegel: „Dat bedrag van 10 miljard heb
ik ook in de krant gelezen, maar u hoort
van mij niet of dat juist is. Ik wil wel
zeggen dat er flink het mes in moet”.
Die term puinruimen hield een vrij
ernstig verwijt in aan het adres van het
toenmalige kabinet. Het suggereert dat u ben gedaan, als gladiatoren de arena bin-
een vrijwel failliete boedel zou aantref
fen. Is dat uitgekomen?
Wiegel: „Ik zeg alleen dit: als het vorige
kabinet eerder had geluisterd naar de
waarschuwing dat het zo niet door kon
gaan, was het voor ons als opvolgers een
stuk gemakkelijker geweest. Ik ben niet de
persoon pm met het boze vingertje te gaan wordt gehouden over de plannen en ge-
wijzen, maar we zijn nu met grote proble- dachten die in het kabinet leven, dan niet
onontbeerlijk? Vrijwel iedereen miste dat
toch in het matte, plichtmatige verhaal
van Van Agt?
Wiegel: „Nee, ik vind het een perfecte
kreet dat dit kabinet gewoon op de winkel
past. Het is een volstrekt eerzaam beroep
om op de winkel te passen en te zorgen dat
de zaak goed draait. De Hollandse nuch
terheid spreekt me meer aan dan redevoe
ringen met een zogenaamde visie. En hoe
groter de problemen zijn, des te meer
bescheidenheid past het kabinet. Wat heeft
het Nederlandse volk eraan als je visionai
re verhalen houdt, het gaat erom dat het
beleid achteraf wordt goedgekeurd”.
Op 25 mei hebben de kiezers het beleid
Een ander voorbeeld: inspraak vindt
Wiegel uitstekend. Maar toch wordt de
inspraak van gemeenteraden bij de benoe
mingsprocedure van burgemeesters inge
perkt. Er lekte te veel uit, vindt Wiegel. Dat
de gemeenschap van Winschoten zomaar
uit de krant moet lezen dat haar eerste
burger gesolliciteerd heeft naar een vaca
ture in Velsen, dat kan niet, aldus Wiegel,
die zelf overigens vier jaar geleden een
tijdje hardnekkig in plaatselijke kranten
WunnPn werc’ genoemd als nieuwe burgemeester
van het Groningse Haren. Terwijl De Ou-
„Ik heb altijd zeer ruim de tijd nodig om de Gaay dergelijke lekken als hinderlijk
me thuis te voelen. Op het departement? Ik bijverschijnsel van een iets modernere
zit er ruim twee maanden. Laat ik zeggen: aanpak zag, ziet Wiegel hierin een aanlei-
ik begin te wennen”. Wennen is het natuur- ding om die aanpak dan maar terug te
lijk ook voor de ambtenaren op Binnen- draaien
Wiegel zal altijd het stempel blijven dra
gen van de politicus die een zaal kan
bespelen en die het volk de meest ingewik
kelde zaken op eenvoudige wijze kan uit
leggen. Welnu, dat is niet afgelopen. „Dat
spreken, dat mis ik nu het meeste”, zegt
Wiegel, die verder zichtbaar kan genieten
van zijn nieuwe ambt. „Rond 20 maart zal
ik weer een eerste spreekbeurt houden in
Limburg, als ik daar op werkbezoek ben
Ik zal het kabinetsbeleid verdedigen. Voor
de Verkiezingen zal ik nog een paar keer
spreken, maar ook na de verkiezingen ga
ik er mee door. Ik vind het erg belangrijk
Ingewijden in het departement zeggen Om aan te voelen wat er onder de mensen
dat er slechts twee overeenkomsten zijn leeft”.
Op de winkel passen,
rl
J