Adolf Hitler gecorrigeerde geschiedschrijving ANALYSE OVER LINKS EN RECHTS IN SPANJE J olst' er r JJÜE a door Greta Baars-Jelgersma SSSH itarlet zal oj Als men zich zo vaak en zo lang in het werk van een auteur heeft verdiept, is het bitter om te moeten ervaren, dat men dit niet zou hebben gedaan indien men alles over die auteur had geweten. In de jaren vijftig verscheen het 40-delige werk: „Panthe on der Nobelprijswinnaars voor Literatuur” bij Uitgeverij Heideland te Hasselt. Ik verzorgde de keuze van de 10 Burge} delen Scandinavische prijswinnaars en koos bewust het deel Hamsun om het zelf bij de lezers in te leiden (60 pag.). vesting m Later vertaalde ik Mysteriën, dat men 70 jaar lang in Nederland, onvertaald had laten liggen. Het is een „Freudi aanse” roman, het boek begint en eindigt met een zelf- 339030, moord. Binnenkort kunnen we het als film, op het Engelse eiland Man opgenomen, met Rutger Hauer als zelfmoorde naar in de hoofdrol, in onze theaters zien. (Voor de dialoog is echter noch Hamsun noch ik verantwoordelijk). Het is mij helaas pas eind april 1976 duidelijk geworden hoezeer ik en velen met mij zich in Hamsun hebben vergist. Ook schrijvers, die hem in Vrij Nederland en HP verscho nend hebben besproken (ik heb uiteraard Hamsuns nieuwe Nederlandse uitgever van mijn ontstellende ontdekking op de hoogte trachten te brengen). Jeg er ikke verdig til at tale h0ir0stet om Adolf Hitler, og til nneen sentimental Rörelse indbyder hans Liv og Gjerning ikke. Han var en Kriger, en Kriger for Menneskeheden og en Forkynder av Evangeliet om Ret for alle Nasjoner. Han var en reformatorisk Skikkelse av heieste Rang, og hans historiske Skjebne var den, at han virket i en Tid av den eksempe!10seste Raahet, som tilslut faeldte ham. Slik t0r den almindelige Vestenropaeer se paa Adolf Hitler. Og vi, hans na?re Tilbengere, bpier nu vaare Hoder ved hans D0d. KNUT HAMSUN een full-fin Hamsun in 1937 s persons >r mw. A, Portret uit 1880 ïtie-comm in. Tekening van Hamsun E e ATLAS JACOB LOOSJES l leidsters nden epaald. P- an f meevechten aan de zijde van de regerings troepen, heeft 33 auteurs onder aanvoe ring van Sigrid Undset tot een scherp protest bewogen; Hamsun was toen 77. Hij veranderde zijn houding echter niet en toen Prof. Stang was overleden zond hij een ingezonden stuk naar Aftenposten van de volgende inhoud: maar tegelijk vermengd met nuchtere politieke be schouwingen wil lezen over die Spaanse burgerstrijd kan terecht bij Orwells „Saluut aan Catalonië”. De lange rij titels over het onderwerp werd onlangs aange vuld met een zeer grondige analyse van Cajo Brendel „Revolutie en contrarevolutie in Spanje”, uitgegeven door Het Wereldvenster in Baarn. Brendels omvangrijke werk, waarvoor dan ook 50 jaar Spaanse maatschappelijke en politieke ontwikke lingen werden omgespit, is vooral zo interessant, omdat ditmaal niet een puur zwart-wit commentaar wordt gegeven, maar beide extremen (fascisten èn communis ten) kritisch worden benaderd. Evenals bij Orwell, in 1936 met zijn marxistische revolutionairen (POUM) daadwerkelijk instrijd ver wikkeld met de Franco-fascisten, heeft zich in Brendel terwijl hij bezig was met zijn studie over de burgeroor log een proces van verandering voorgedaan. Die veran dering in denken liep overigens niet parallel: Orwell keerde ontgoocheld over het gebrek aan solidariteit bij links uit Spanje terug, terwijl Cajo Brendel zich tijdens zijn werk zoals hij het zelf omschrijft „mede aan de hand van het zo nauwkeurig mogelijk volgen van de i ervarirfc arde ig Kind! 'teur van Noorwegen en bij mijn weten lem. Spaanse gebeurtenissen tussen 1933 en 1939 een be paalde maatschappeij beschouwing ontwikkelde. „De schrijver rekent zich tof de raden-communisten (syndi calisten, die zich onder meer gekeerd hebben teben het totalitaire van het bolsjewisme). En zijn kritiek treft behalve (uiteraard) fascisten, ook de republikeinen of het nu gaat om de door Moskou gesteunde commu nisten, sociaal-democraten of de trotskistische POUM (Partido Obrero de Unificacion Marxista). Neen, Hamsun was zichzelf niet meer. Vroeger had zijn werk in het teken van de eerbied, ja haast verering van het Leven gestaan, waarin politiek links en rechts hem konden volgen. Reeds in 1899 viel hij in FRA DET MODERNE AMERIKA’S AANDSLIV (Over het geestelijke leven van het moderne Amerika) die soort Ame rikaanse vrijheid scherp aan, welke te verenigen bleek met het ter dood brengen van 7 anarchisten op beschuldiging van het geweldloos uitdragen van hun overtuiging. Toen hij zich naar Europa inscheepte droeg hij een zwarte band om bewegen de strijd op te geven en zich te schikken onder een vreemde dictatuur, blijft onbegrijpelijk. De arbeiders, die na een halve eeuw van strijd sinds 1935 hun partij aan de macht hadden kunnen brengen met Trygve Lie als sterke figuur peinsden er niet over. De boeren, de vrijwillige gemobiliseerde studenten en de burgerij, die in grote meerderheid land en koning onafscheide lijk vonden, evenmin. Bovendien hadden de Duitsers door het verlies van hun krui ser Blücher, die op 9 april vanuit een aan de Kriegsmarine onbekend fort door mid del van een oud kanon in de grond werd geboord en door het sneuvelen van de Luftwaffe-commandant boven Fornebu, een behoorlijke tegenslag gekregen. In de slag tegen de Engelse marine en het bij Narvik tijdig gelande Franse Vreemdelin genlegioen hadden de Duitsers eveneens ernstige verliezen geleden en waren zij veel langer opgehouden dan aanvankelijk mogelijk leek. Maar ook zonder dit alles zou men Hamsuns houding alleen maar als landverraad kunnen bestempelen. Er wordt door promovendi e.d. wel be weerd, dat Hamsun met hart en ziel het national-socialisme heeft omhelsd. Dat is, dunkt me, niet waar. Hij volgde de nazi’s stellig niet in hun anti-semitisme. Zijn boe ken verschenen in Stockholm bij de joodse uitgever Bonnier, al zegt dat nog niet zo veel. Van meer betekenis is wellicht ge weest, dat een joodse criticus, de Deen Edvard Brandes de eerste is geweest, die iets in Hamsun zag; toen hij een stuk van Suit (Honger) had gelezen zei hij: „U hebt een grote toekomst voor U” Tot de eerste werken, die ik heb ver taald, behoorden ook een paar boeken van Hamsun, Als lid van het Utrechtse anti- Franco comité voelde ik me gedrongen om te vragen of de geruchten, als zou Hamsun verkeerd zijn, op waarheid berustten. Ik stelde deze vraag op 7 november 1939 aan directeur Harald Grieg van Gyldendal en vroeg mij zo mogelijk getuigenissen te geven, dat een en ander op onwaarheid berustte. Van Griegs broer Nordahl, die in Spanje had meegevochten tegen de fascis ten, had ik DE WERELD MOET NOG WEL JONG ZIJN vertaald en het toneel stuk ONZE EER EN ONZE MACHT. Wie kon er mij beter van antwoord dienen dan Harald Grieg, vond ik. Maar dat antwoord was een koude douche. Hij schreef: „Wij hebben Uw brief van 7 november Op 9 april 1940 reeds wilde hij voor de radio komen. Hij zou namens 12 vooraan staande Noren een manifest voorlezen. Maar eer het zover was had Sigrid Undset, geheel alleen, al gesproken en trouw aan aloude tradities, leger en volk tot uiterste weerstand opgeroepen. Daarop trokken 10 van de 12 ondertekenaars hun handteke ning terug. Op dat moment had hij nog rechtsomkeert kunnen maken. Maar star als hij was en dat had niets met hardho rendheid van doen deed hij dat niet. Er gingen echter dagen verloren eer hij zijn wil kon doorzetten; toen sprak hij, alleen names zichzelf deze woorden uit: NOREN! Toen de Engelsen in hun ontzettende verdwazing de Jössingfjord binnendron gen en onze souvereiniteit schonden, deed ge niets. Toen de Engelsen later mijnen langs onze kust legden om de oorlog naar Noors grondgebied over te brengen, deed ge ook niets. Maar toen de Duitsers Noor wegen bezetten en verhinderden, dat wij de oorlog in ons land zouden krijgen TOEN deed ge wel iets: Gij spande samen met onze gevluchte koning en zijn privé- regering en mobiliseerde. Het heeft geen enkel nut, dat gij elk Uw geweer hebt gekregen en schuimbekkend tegenover de Duitsers staat, want van daag of morgen wordt ge gebombardeerd. Engeland is niet bij machte- hulp te bieden, behalve met een paar kleine groep jes hier en daar, die de dalen afstropen en om voedsel bedelen. NOREN! Werpt Uw geweer weg en ga naar huis. De Duitsers vechten voor ons allen en zullen Engelands tyrannic tegenover ons en alle neutralen breken. KNUT HAMSUN Hoe hij ooit gedacht kan hebben, dat deze weinige woorden voldoende konden zijn om de jeugdige Haakons en Olavs te de arm, ten teken van rouw over de te- rechtgestelden. Het is bekend, dat vele Noren zich tot de familie Hamsun hebben gewend wanneer een zoon, dochter, man of vrouw wegens illegaal werk door de Gestapo was gepakt. Hoeveel mensen hun leven aan hem te danken hebben is niet bekend. Misschien niet veel. Maar nu en dan telegrafeerde hij wel naar de Führer, nadat hem was geble ken, dat er met Jerboven, de Noorse Seyss Inquart, toch niets te bereiken viel. In 1943 heeft Hamsun als paradepaard van de Duitsers, een joumalistencongres in We nen bezocht. Men zag daar van Duitse zijde goede propaganda in. Hij zou in Wenen tevens de Führer ontmoeten. Maar Hamsun maakte van de gelegenheid ge bruik mogelijk na ruggespraak met Quisling, die zelf door Hitler niet serieus genomen werd, mede omdat hij slecht Duits sprak om Hitler te verzoeken het terechtstellen van jonge mensen in Noor wegen te staken en Terboven van zijn post te ontheffen. Hitler had zich kennelijk van de ontmoe ting met de Noorse corifee iets anders voorgesteld. Hij werd zeer boos en gelastte zulk soort mensen nooit meer bij hem binnen te brengen. Er is geen reden om aan de waarheid van dit verhaal te twijfe len. Des te vreemder doet het aan, dat Hamsun in mei 1945, toen niemand meer zoiets van hem eiste of verwachtte, volle dig het masker het vallen. Onderstaande necrologie liet hij in Aftenposten afdruk ken. Een tekst, die in Nederland nooit werd gepubliceerd en mij ook tot eind april 1976 onbekend was. Een necrologie over de Führer, die hij tevens voor de radio uitsprak. Nederlandse journalisten, die verschonend over Hamsun schreven om zijn boeken van de bevriende uitgeve rij te kunnen aanbevelen, zouden wellicht geaarzeld hebben dit te doen indien zij deze tekst gekend hadden: ADOLF HITLER Ik ben niet waardig om met luider stem me over Adolf Hitler te spreken, en tot sentimentele ontroering nodigt zijn leven en werken niet uit. Hij was een krijgsman, een krijgsman voor de mensheid en een verkondiger van het evangelie van het recht voor alle naties. Hij was een reformatorische figuur van de hoogste rang, en zijn lot was dit, dat hij in een tijd van ongekende rauwheid, die hem tenslotte velde, zijn taak moest vol brengen. Zo mag de doorsnee West-Europeaan Adolf Hitler beschouwen. En wij, zijn naaste aanhangers, buigen bij zijn dood thans het hoofd. „Het verbranden van in benzine gedrenkte nonnen en het afzagen van de benen van conservatieve han- delslieden zijn een alledaags verschijnsel in het Span je tijdens de burgeroorlog”. Dit zinnetje uit een boek van de Britse Franco-supporter Arnold Lunn maakte George Orwell destijds geweldig kwaad. De schrijver van „1984” was op dat moment net aan het herstellen van zijn Spaanse avontuur en luchtte zijn woede over deze schrijftafelnonsens op de voor hem karakteris tieke wijze in een recensie: „Welnu ik ben zes maanden in Spanje geweest, vrijwel uitsluitend tussen socialis ten,anarchisten en communisten en voor zover ik me kan herinneren heb ik niet éénmaal een been van een conservatieve handelsman afgezaagd. Ik ben er vrij wel zeker van dat ik me zoiets anders wel zou herinne ren, hoe alledaags deze bezigheid de heer Lunn schijnt voor te komen. Maar gelooft de heer Lunn me nu? Neen, zeker niet.” De ongelijke woordenstrijd tussen een inmiddels vergeten politieke fantast en een begenadigd schrijver dient om aan te geven dat (over de Spaanse burgeroor log van 1936 tot 1939 het voorspel van wat tussen 1940 tot 1945 zou volgen van alles is geschreven. Wie tussen twee haakjes een verslag, heet van de naald, KNUT HAMSUN Het resultaat van het psychiatrisch on derzoek tijdens het landverraadproces luidde: varig svekkede sjelsevner. Dit is vaak vertaald door: duurzaam verzwakte geestvermogens. Maar Hamsuns geestver mogens waren nog zeer goed; in 1949 pu bliceerde hij zijn laatste boek: LANGS OVERWOEKERDE PADEN, met alle ty pische Hamsunse kenmerken. De verta ling dient dan ook te luiden: Duurzaam verzwakte morele vermogens (Geestver mogens zou in het Noors „Aandsevner” zijn). Dit geestelijk onderzoek is een grote kwelling voor Hamsun geweest. Hij werd op grond van bovengenoemde uitspraak niet tot een vrijheidsstraf veroordeeld. Bij de daarop volgende civiele procedure, door de Staat tegen hem aangespannen, verloor hij echter vrijwel zijn gehele ver mogen. 92 jaar oud stierf hij onder het lekkende dak van Nörholm, zijn dan ge heel verwaarloosde hoeve. Indien men Hamsun, dit alles overzien de, met alle geweld in zogenaamd „nieuwe” vertalingen moet uitgeven en een film wil brengen waar CRM denke lijk ook wel weer voor in de portemonnee zal moeten tasten dan toch liever niet met woorden als „reveil” of „revival”, maar met zwarte vaandels en omfloerste trom. ontvangen en delen U naar aanleiding daarvan mede, dat wij Knut Hamsun te hoog achten om aan Uw verzoek om attes ten tegemoet te komen. Indien de Neder landse uitgever niet vindt, dat Hamsuns produktie op zichzelf voldoende reden geeft voor een uitgave in Nederland, me nen wij namens Hamsun elke verdere on- derhandeling te moeten afbreken. Hoogachtend, Gyldendal Norsk Forlag Harald Grieg”. Blijkbaar heeft de geachte briefschrij ver niet voorzien, dat hij, na een jaar geteisterd te zijn geweest door beslagleg gingen, op 26-6-’41 gearresteerd zou wor den om eerst in een donkere Gestapocel te worden gestopt en een zes weken later naar Grini te worden afgevoerd. Eind april 1976 ervoer ik, dat niemand anders dan Hamsuns zoon Tore, als Geschaftsführer ofwel directeur en commissaris namens het Hitler-departement, de leiding van Gyldendal overnam. Ik heb hem later meermalen ontmoet maar dit laatste nooit mogen vernemen evenmin dat hij, Tore Hamsun, de onpoli tieke kunstschilder, sinds 1934 lid van de Noorse nazi-partij is geweest. Hij kreeg vrijwel dadelijk een mededirecteur in de persoon van de beruchte nazi-advokaat, Haakon Foss, naast zich. Samen met Foss ging hij op bezoek bij Bonnier in Stockholm. De 3 heren Bonnier ontvingen de afvaardiging staande, zonder handenschudden. Tor, Aake en Kaj Bon nier hoorden hun boodschap aan, die de wens inhield de banden te bestendigen. Tor, die een vriend van Grieg was, merkte op het niet prettig te vinden, wat er bij Gyldendal was gebeurd maar dat alles weer bij het oude zou zijn zodra Harald Grieg in zijn functie zou zijn hersteld. Men voegde er aan toe, dat men Hamsuns boe ken voorlopig nog zou blijven uitgeven. Verder vroeg Tor: „Is mijnheer Hamsun uitgever?” „Neen, kunstschilder”, ant woordde Tore. „Oh”, zei Tor Bonnier. Na dat er een lange stilte was gevallen, merk ten de Noorse heren op dat dat dan alles was, waarna ze in een ijzige stilte ver trokken. De oorlogsgebeurtenissen bekeerden de oude Knut en zijn familie niet; zijn zoon Arild ging naar het oostfront. Hamsuns haat jegens de Engelsen bleef overheer sen. Een toenmalige onderduiker vertelde mij de volgende anecdote: hij moest als koerier per kustboot een illegale missie naar West-Noorwegen ondernemen en merkte tot zijn schrik dat Knut en Marie Hamsun, die hem goed kenden, zich ook aan boord bevonden. De ondergedokene huurde ijlings een hut en borg zich daar voor de rest van de reis in op. Maar toeval lig had hij de hut naast die van Knut en Marie gekregen. Op zeker moment las Hamsun blijkbaar een oude krant en zei met zijn harde toonloze stem: „Die Rom mel is toch een prachtkerel, zoals die ze er van langs geeft”. Waarop Marie riep: „Die is daar nu niet meer”. De medepassagier wist van zijn radio en Marie waarschijnlijk van de hare, dat Rommel zich met zijn leger naar Italië had ingescheept. Brendel heeft het zich met zijn omvangrijke, ruim vierhonderd pagina’s tellende studie niet gemakkelijk gemaakt; hij harkte in terreinen vol onkruid, werkte zich door stapels schrijfsel en geschriften heen minutieus verwijzend naar de bronnen, en waagde zich moedig aan stellingen die soms ver afwijken van de gebruikelijke denkpatronen. Hij schaart zich met zijn beredeneerde aanpak die wel heel lang op voltooiing heeft moeten wachten in het rijtje van hedendaagse Spanjekenners, waar hij zich in gezelschap weet van onder meer dr. J. Brouwer, dr. A. Constandse en Rudolf de Jong, Geen geringe prestatie. wend geraakt, dat er naar hem werd ge luisterd. Zijn weemoedige en mystieke na tuurlyriek, zijn geniale romans, waarvan eigenlijk alleen hoe het groeide positief te noemen is (voorwaarde voor de Nobel prijs); zijn geestige „roddel”-romans, waarin geen woord teveel is geschreven, hadden in een volk van lezers en lezeres sen menige gevoelige snaar getroffen. nergens voor Hamsun, die duizendkunste naar, die alle genres in de letterkunde heeft beoefend. - Faarom niet? De Noren vormen, naar mijn gevoel, veel 1 meer een volk van dichters en schrijvers dan het onze. Men zou haast kunnen zeg gen, dat in die tijd daar meer naar het in het openbaar gesproken of geschreven woord van een dichter werd geluisterd dan naar dat van een politicus. De grootste te zijn brengt en bracht dus verplichtingen mee, ook op sociaal en poli tiek terrein. De lezers wensen ook in dit opzicht de juiste weg gewezen te worden. Indien Hitler Noorwegen niet zou zijn binnengevallen zou Hamsun niet veel van zijn grootheid hebben hoeven inboeten. Hij was echter qua karakter noch omstan digheden niet geconditioneerd om leiding te geven aan verzet tegen Hitlers oogmer ken, zoals Sigrid Undset, die opriep ten strijde te trekken tegen het nazisme en die in de korte Noorse oorlog haar oudste zoon door een Duitse kogel verloor. Sigrid Und set, de maecenas, die naast vele andere schenkingen praktisch haar gehele Nobel- te ricfltfi prijs wegschonk t.b.v. de hulp aan achter lijke kinderen. Hamsun werd door allerlei omstandigheden: zijn teleurstellingen in Amerika, de slechte Engelse vertalingen van zijn werk en daartegenover de waardering, die hij niet alleen van recen- AARLEI senten, maar ook financieel oogstte in Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Denemar- ken, Frankrijk, België en Nederland, niet bepaald voorbestemd om leiding te geven aan de strijd tegen de Duitse invallers. Zelfs de concentratiekampen van Hitler van voor de oorlog, waarin honderddui- zende jonge mensen en oudere intellectue len spoorloos verdwenen, konden hem kennelijk niet schokken. Hij bestreed zelfs verbitterd in 1936 de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan Von Os- sietsky. (Sinds 1905 wordt deze prijs door het Noorse parlement toegekend). Deze houding van Hamsun, het was aan het beging van de Spaanse burgeroorlog, waar veel Noren, ook schrijvers, gingen ien 5-daa worden „Mijnheer de Redacteur, Aan uw van tranen doordrenkte necrolo gie over professor Stang en diens hoogge cultiveerde persoonlijkheid, had U dienen toe te voegen, dat dezelfde Stang voorzit ter is geweest van het Nobelcomité en ertoe heeft bijgedragen om de Vredesprijs van het Storting toe te kennen aan een Duitse journalist, die al tijdens de Grond wet van Weimar veroordeeld is geweest wegens landverraad” w.g. Knut Hamsun Von Ossietsky was in Hitlers kerkers praktisch doodgemarteld; na zijn vrijla ting onder druk van de wereldopinie over leed hij binnen enkele weken. Hamsun brak ook niet met de nazi’s toen zijn vriend en uitgever Harald Grieg door de Gestapo werd opgepakt en in het kamp Grini terecht kwam, waar Obersturmfüh- rer Zeidler commandant was; een man, die ter dood veroordeelde politieke tegenstan ders er voor hun afscheid van het Leven soms nog met de zweep van langs gaf. Veel kan op rekening van Hamsuns hardhorendheid worden geschreven, maar niet alles. Het heette dan, dat zijn vrouw Marie de ware schuldige zou zijn; zij hield lezingen in Duitsland. Dat mag waar zijn, maar welbeschouwd heeft Ham sun zelf de democratie nooit een goed hart toegedragen; hij zag ook niets in vakvere nigingen. Het leidersbeginsel sprak hem meer aan. Hitler en de zijnen konden daarom tevo ren weten, dat ze op hem evenzeer konden rekenen als op Quisling, de leider van de Noorse nazipartij, vroeger secretaris van Fr. Nansen, die namens de Volkenbond het vluchtelingenprobleem behandelde (Nansen-passen). Admiraal Canaris, hoofd van Hitlers geheime dienst, had lang voor de Duitse inval in Hotel d’Angleterre in Kopenhagen een onderhoud met Quisling. Hij had Quisling zowel als Hamsun nodig, niet als meelopers, maar als opinie vor mende leiders. Hamsun was er aan ge- Zelden is er zoveel over een auteur ge- schreven D. H. Lawrence even uitzon derend als over Knut Pedersen, die op 4 - aug. 1859 in het Noorse Gudbrandsdal werd geboren. Toen hij 3 was, verhuisden zijn ouders en hij naar Noord-Noorwegen, welks natuur en mensen hem boeiden en inspireerden. Het boerderijtje van zijn va der, die ook kleermaker was, droeg de naam Hamsund; de jonge Knut koos deze I naam als pseudoniem en een zetter maakte van h| er abusievelijk Hamsun van. Onder deze 5 peutei naam kreeg hij in 1920 de Nobelprijs. In zijn toespraak tot de Koning, de leden van I de Zweedse Academie en de genodigden hield hij een hooggestemde lofzang op de Jeugd de jeugd, die hij verloren had hij was 60. De jeugd, nog maar enkele jaren ervoor verbloed op de slagvelden van de eerste wereldoorlog. Hijzelf werd, ook door de grote cultuurdragers van zijn tijd, erkend als de grootste schrijver, die Scandinavië rijk was. Toch werd er in augustus 1977 te Lillehammer door Koning Olav een standbeeld onthuld voor Sigrid Undset, de mdere met de Nobelprijs bekroonde au-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 23