Adolf Hitler
gecorrigeerde
geschiedschrijving
ANALYSE OVER LINKS EN RECHTS IN SPANJE
J
olst'
er
r
JJÜE
a
door Greta Baars-Jelgersma
SSSH
itarlet
zal oj
Als men zich zo vaak en zo lang in het werk van een
auteur heeft verdiept, is het bitter om te moeten ervaren, dat
men dit niet zou hebben gedaan indien men alles over die
auteur had geweten.
In de jaren vijftig verscheen het 40-delige werk: „Panthe
on der Nobelprijswinnaars voor Literatuur” bij Uitgeverij
Heideland te Hasselt. Ik verzorgde de keuze van de 10
Burge} delen Scandinavische prijswinnaars en koos bewust het
deel Hamsun om het zelf bij de lezers in te leiden (60 pag.).
vesting m Later vertaalde ik Mysteriën, dat men 70 jaar lang in
Nederland, onvertaald had laten liggen. Het is een „Freudi
aanse” roman, het boek begint en eindigt met een zelf-
339030, moord. Binnenkort kunnen we het als film, op het Engelse
eiland Man opgenomen, met Rutger Hauer als zelfmoorde
naar in de hoofdrol, in onze theaters zien. (Voor de dialoog
is echter noch Hamsun noch ik verantwoordelijk).
Het is mij helaas pas eind april 1976 duidelijk geworden
hoezeer ik en velen met mij zich in Hamsun hebben vergist.
Ook schrijvers, die hem in Vrij Nederland en HP verscho
nend hebben besproken (ik heb uiteraard Hamsuns nieuwe
Nederlandse uitgever van mijn ontstellende ontdekking op
de hoogte trachten te brengen).
Jeg er ikke verdig til at tale h0ir0stet om Adolf Hitler, og til nneen
sentimental Rörelse indbyder hans Liv og Gjerning ikke.
Han var en Kriger, en Kriger for Menneskeheden og en Forkynder
av Evangeliet om Ret for alle Nasjoner. Han var en reformatorisk
Skikkelse av heieste Rang, og hans historiske Skjebne var den, at han
virket i en Tid av den eksempe!10seste Raahet, som tilslut faeldte ham.
Slik t0r den almindelige Vestenropaeer se paa Adolf Hitler. Og vi,
hans na?re Tilbengere, bpier nu vaare Hoder ved hans D0d.
KNUT
HAMSUN
een full-fin
Hamsun in 1937
s persons
>r mw. A,
Portret uit 1880
ïtie-comm
in.
Tekening van Hamsun
E
e
ATLAS
JACOB LOOSJES
l
leidsters
nden
epaald. P-
an f
meevechten aan de zijde van de regerings
troepen, heeft 33 auteurs onder aanvoe
ring van Sigrid Undset tot een scherp
protest bewogen; Hamsun was toen 77. Hij
veranderde zijn houding echter niet en
toen Prof. Stang was overleden zond hij
een ingezonden stuk naar Aftenposten van
de volgende inhoud:
maar tegelijk vermengd met nuchtere politieke be
schouwingen wil lezen over die Spaanse burgerstrijd
kan terecht bij Orwells „Saluut aan Catalonië”. De
lange rij titels over het onderwerp werd onlangs aange
vuld met een zeer grondige analyse van Cajo Brendel
„Revolutie en contrarevolutie in Spanje”, uitgegeven
door Het Wereldvenster in Baarn.
Brendels omvangrijke werk, waarvoor dan ook 50
jaar Spaanse maatschappelijke en politieke ontwikke
lingen werden omgespit, is vooral zo interessant, omdat
ditmaal niet een puur zwart-wit commentaar wordt
gegeven, maar beide extremen (fascisten èn communis
ten) kritisch worden benaderd.
Evenals bij Orwell, in 1936 met zijn marxistische
revolutionairen (POUM) daadwerkelijk instrijd ver
wikkeld met de Franco-fascisten, heeft zich in Brendel
terwijl hij bezig was met zijn studie over de burgeroor
log een proces van verandering voorgedaan. Die veran
dering in denken liep overigens niet parallel: Orwell
keerde ontgoocheld over het gebrek aan solidariteit bij
links uit Spanje terug, terwijl Cajo Brendel zich tijdens
zijn werk zoals hij het zelf omschrijft „mede aan de
hand van het zo nauwkeurig mogelijk volgen van de
i ervarirfc
arde
ig Kind! 'teur van Noorwegen en bij mijn weten
lem.
Spaanse gebeurtenissen tussen 1933 en 1939 een be
paalde maatschappeij beschouwing ontwikkelde. „De
schrijver rekent zich tof de raden-communisten (syndi
calisten, die zich onder meer gekeerd hebben teben het
totalitaire van het bolsjewisme). En zijn kritiek treft
behalve (uiteraard) fascisten, ook de republikeinen
of het nu gaat om de door Moskou gesteunde commu
nisten, sociaal-democraten of de trotskistische POUM
(Partido Obrero de Unificacion Marxista).
Neen, Hamsun was zichzelf niet meer.
Vroeger had zijn werk in het teken van de
eerbied, ja haast verering van het Leven
gestaan, waarin politiek links en rechts
hem konden volgen. Reeds in 1899 viel hij
in FRA DET MODERNE AMERIKA’S
AANDSLIV (Over het geestelijke leven
van het moderne Amerika) die soort Ame
rikaanse vrijheid scherp aan, welke te
verenigen bleek met het ter dood brengen
van 7 anarchisten op beschuldiging van
het geweldloos uitdragen van hun
overtuiging. Toen hij zich naar Europa
inscheepte droeg hij een zwarte band om
bewegen de strijd op te geven en zich te
schikken onder een vreemde dictatuur,
blijft onbegrijpelijk.
De arbeiders, die na een halve eeuw van
strijd sinds 1935 hun partij aan de macht
hadden kunnen brengen met Trygve Lie
als sterke figuur peinsden er niet over.
De boeren, de vrijwillige gemobiliseerde
studenten en de burgerij, die in grote
meerderheid land en koning onafscheide
lijk vonden, evenmin. Bovendien hadden
de Duitsers door het verlies van hun krui
ser Blücher, die op 9 april vanuit een aan
de Kriegsmarine onbekend fort door mid
del van een oud kanon in de grond werd
geboord en door het sneuvelen van de
Luftwaffe-commandant boven Fornebu,
een behoorlijke tegenslag gekregen. In de
slag tegen de Engelse marine en het bij
Narvik tijdig gelande Franse Vreemdelin
genlegioen hadden de Duitsers eveneens
ernstige verliezen geleden en waren zij
veel langer opgehouden dan aanvankelijk
mogelijk leek. Maar ook zonder dit alles
zou men Hamsuns houding alleen maar als
landverraad kunnen bestempelen.
Er wordt door promovendi e.d. wel be
weerd, dat Hamsun met hart en ziel het
national-socialisme heeft omhelsd. Dat is,
dunkt me, niet waar. Hij volgde de nazi’s
stellig niet in hun anti-semitisme. Zijn boe
ken verschenen in Stockholm bij de joodse
uitgever Bonnier, al zegt dat nog niet zo
veel. Van meer betekenis is wellicht ge
weest, dat een joodse criticus, de Deen
Edvard Brandes de eerste is geweest, die
iets in Hamsun zag; toen hij een stuk van
Suit (Honger) had gelezen zei hij: „U hebt
een grote toekomst voor U”
Tot de eerste werken, die ik heb ver
taald, behoorden ook een paar boeken van
Hamsun, Als lid van het Utrechtse anti-
Franco comité voelde ik me gedrongen om
te vragen of de geruchten, als zou Hamsun
verkeerd zijn, op waarheid berustten. Ik
stelde deze vraag op 7 november 1939 aan
directeur Harald Grieg van Gyldendal en
vroeg mij zo mogelijk getuigenissen te
geven, dat een en ander op onwaarheid
berustte. Van Griegs broer Nordahl, die in
Spanje had meegevochten tegen de fascis
ten, had ik DE WERELD MOET NOG
WEL JONG ZIJN vertaald en het toneel
stuk ONZE EER EN ONZE MACHT. Wie
kon er mij beter van antwoord dienen dan
Harald Grieg, vond ik. Maar dat antwoord
was een koude douche. Hij schreef:
„Wij hebben Uw brief van 7 november
Op 9 april 1940 reeds wilde hij voor de
radio komen. Hij zou namens 12 vooraan
staande Noren een manifest voorlezen.
Maar eer het zover was had Sigrid Undset,
geheel alleen, al gesproken en trouw aan
aloude tradities, leger en volk tot uiterste
weerstand opgeroepen. Daarop trokken 10
van de 12 ondertekenaars hun handteke
ning terug. Op dat moment had hij nog
rechtsomkeert kunnen maken. Maar star
als hij was en dat had niets met hardho
rendheid van doen deed hij dat niet. Er
gingen echter dagen verloren eer hij zijn
wil kon doorzetten; toen sprak hij, alleen
names zichzelf deze woorden uit:
NOREN!
Toen de Engelsen in hun ontzettende
verdwazing de Jössingfjord binnendron
gen en onze souvereiniteit schonden, deed
ge niets. Toen de Engelsen later mijnen
langs onze kust legden om de oorlog naar
Noors grondgebied over te brengen, deed
ge ook niets. Maar toen de Duitsers Noor
wegen bezetten en verhinderden, dat wij
de oorlog in ons land zouden krijgen
TOEN deed ge wel iets: Gij spande samen
met onze gevluchte koning en zijn privé-
regering en mobiliseerde.
Het heeft geen enkel nut, dat gij elk Uw
geweer hebt gekregen en schuimbekkend
tegenover de Duitsers staat, want van
daag of morgen wordt ge gebombardeerd.
Engeland is niet bij machte- hulp te
bieden, behalve met een paar kleine groep
jes hier en daar, die de dalen afstropen en
om voedsel bedelen.
NOREN! Werpt Uw geweer weg en ga naar
huis. De Duitsers vechten voor ons allen
en zullen Engelands tyrannic tegenover
ons en alle neutralen breken.
KNUT HAMSUN
Hoe hij ooit gedacht kan hebben, dat
deze weinige woorden voldoende konden
zijn om de jeugdige Haakons en Olavs te
de arm, ten teken van rouw over de te-
rechtgestelden.
Het is bekend, dat vele Noren zich tot de
familie Hamsun hebben gewend wanneer
een zoon, dochter, man of vrouw wegens
illegaal werk door de Gestapo was gepakt.
Hoeveel mensen hun leven aan hem te
danken hebben is niet bekend. Misschien
niet veel. Maar nu en dan telegrafeerde hij
wel naar de Führer, nadat hem was geble
ken, dat er met Jerboven, de Noorse Seyss
Inquart, toch niets te bereiken viel. In 1943
heeft Hamsun als paradepaard van de
Duitsers, een joumalistencongres in We
nen bezocht. Men zag daar van Duitse
zijde goede propaganda in. Hij zou in
Wenen tevens de Führer ontmoeten. Maar
Hamsun maakte van de gelegenheid ge
bruik mogelijk na ruggespraak met
Quisling, die zelf door Hitler niet serieus
genomen werd, mede omdat hij slecht
Duits sprak om Hitler te verzoeken het
terechtstellen van jonge mensen in Noor
wegen te staken en Terboven van zijn post
te ontheffen.
Hitler had zich kennelijk van de ontmoe
ting met de Noorse corifee iets anders
voorgesteld. Hij werd zeer boos en gelastte
zulk soort mensen nooit meer bij hem
binnen te brengen. Er is geen reden om
aan de waarheid van dit verhaal te twijfe
len. Des te vreemder doet het aan, dat
Hamsun in mei 1945, toen niemand meer
zoiets van hem eiste of verwachtte, volle
dig het masker het vallen. Onderstaande
necrologie liet hij in Aftenposten afdruk
ken. Een tekst, die in Nederland nooit
werd gepubliceerd en mij ook tot eind
april 1976 onbekend was. Een necrologie
over de Führer, die hij tevens voor de
radio uitsprak. Nederlandse journalisten,
die verschonend over Hamsun schreven
om zijn boeken van de bevriende uitgeve
rij te kunnen aanbevelen, zouden wellicht
geaarzeld hebben dit te doen indien zij
deze tekst gekend hadden:
ADOLF HITLER
Ik ben niet waardig om met luider stem
me over Adolf Hitler te spreken, en tot
sentimentele ontroering nodigt zijn leven
en werken niet uit.
Hij was een krijgsman, een krijgsman voor
de mensheid en een verkondiger van het
evangelie van het recht voor alle naties.
Hij was een reformatorische figuur van de
hoogste rang, en zijn lot was dit, dat hij in
een tijd van ongekende rauwheid, die hem
tenslotte velde, zijn taak moest vol
brengen.
Zo mag de doorsnee West-Europeaan
Adolf Hitler beschouwen. En wij, zijn
naaste aanhangers, buigen bij zijn dood
thans het hoofd.
„Het verbranden van in benzine gedrenkte nonnen
en het afzagen van de benen van conservatieve han-
delslieden zijn een alledaags verschijnsel in het Span
je tijdens de burgeroorlog”. Dit zinnetje uit een boek
van de Britse Franco-supporter Arnold Lunn maakte
George Orwell destijds geweldig kwaad. De schrijver
van „1984” was op dat moment net aan het herstellen
van zijn Spaanse avontuur en luchtte zijn woede over
deze schrijftafelnonsens op de voor hem karakteris
tieke wijze in een recensie: „Welnu ik ben zes maanden
in Spanje geweest, vrijwel uitsluitend tussen socialis
ten,anarchisten en communisten en voor zover ik me
kan herinneren heb ik niet éénmaal een been van een
conservatieve handelsman afgezaagd. Ik ben er vrij
wel zeker van dat ik me zoiets anders wel zou herinne
ren, hoe alledaags deze bezigheid de heer Lunn schijnt
voor te komen. Maar gelooft de heer Lunn me nu?
Neen, zeker niet.”
De ongelijke woordenstrijd tussen een inmiddels
vergeten politieke fantast en een begenadigd schrijver
dient om aan te geven dat (over de Spaanse burgeroor
log van 1936 tot 1939 het voorspel van wat tussen 1940
tot 1945 zou volgen van alles is geschreven. Wie
tussen twee haakjes een verslag, heet van de naald,
KNUT HAMSUN
Het resultaat van het psychiatrisch on
derzoek tijdens het landverraadproces
luidde: varig svekkede sjelsevner. Dit is
vaak vertaald door: duurzaam verzwakte
geestvermogens. Maar Hamsuns geestver
mogens waren nog zeer goed; in 1949 pu
bliceerde hij zijn laatste boek: LANGS
OVERWOEKERDE PADEN, met alle ty
pische Hamsunse kenmerken. De verta
ling dient dan ook te luiden: Duurzaam
verzwakte morele vermogens (Geestver
mogens zou in het Noors „Aandsevner”
zijn).
Dit geestelijk onderzoek is een grote
kwelling voor Hamsun geweest. Hij werd
op grond van bovengenoemde uitspraak
niet tot een vrijheidsstraf veroordeeld. Bij
de daarop volgende civiele procedure,
door de Staat tegen hem aangespannen,
verloor hij echter vrijwel zijn gehele ver
mogen. 92 jaar oud stierf hij onder het
lekkende dak van Nörholm, zijn dan ge
heel verwaarloosde hoeve.
Indien men Hamsun, dit alles overzien
de, met alle geweld in zogenaamd
„nieuwe” vertalingen moet uitgeven en
een film wil brengen waar CRM denke
lijk ook wel weer voor in de portemonnee
zal moeten tasten dan toch liever niet
met woorden als „reveil” of „revival”,
maar met zwarte vaandels en omfloerste
trom.
ontvangen en delen U naar aanleiding
daarvan mede, dat wij Knut Hamsun te
hoog achten om aan Uw verzoek om attes
ten tegemoet te komen. Indien de Neder
landse uitgever niet vindt, dat Hamsuns
produktie op zichzelf voldoende reden
geeft voor een uitgave in Nederland, me
nen wij namens Hamsun elke verdere on-
derhandeling te moeten afbreken.
Hoogachtend,
Gyldendal Norsk Forlag
Harald Grieg”.
Blijkbaar heeft de geachte briefschrij
ver niet voorzien, dat hij, na een jaar
geteisterd te zijn geweest door beslagleg
gingen, op 26-6-’41 gearresteerd zou wor
den om eerst in een donkere Gestapocel te
worden gestopt en een zes weken later
naar Grini te worden afgevoerd. Eind april
1976 ervoer ik, dat niemand anders dan
Hamsuns zoon Tore, als Geschaftsführer
ofwel directeur en commissaris namens
het Hitler-departement, de leiding van
Gyldendal overnam.
Ik heb hem later meermalen ontmoet
maar dit laatste nooit mogen vernemen
evenmin dat hij, Tore Hamsun, de onpoli
tieke kunstschilder, sinds 1934 lid van de
Noorse nazi-partij is geweest. Hij kreeg
vrijwel dadelijk een mededirecteur in de
persoon van de beruchte nazi-advokaat,
Haakon Foss, naast zich.
Samen met Foss ging hij op bezoek bij
Bonnier in Stockholm. De 3 heren Bonnier
ontvingen de afvaardiging staande, zonder
handenschudden. Tor, Aake en Kaj Bon
nier hoorden hun boodschap aan, die de
wens inhield de banden te bestendigen.
Tor, die een vriend van Grieg was, merkte
op het niet prettig te vinden, wat er bij
Gyldendal was gebeurd maar dat alles
weer bij het oude zou zijn zodra Harald
Grieg in zijn functie zou zijn hersteld. Men
voegde er aan toe, dat men Hamsuns boe
ken voorlopig nog zou blijven uitgeven.
Verder vroeg Tor: „Is mijnheer Hamsun
uitgever?” „Neen, kunstschilder”, ant
woordde Tore. „Oh”, zei Tor Bonnier. Na
dat er een lange stilte was gevallen, merk
ten de Noorse heren op dat dat dan alles
was, waarna ze in een ijzige stilte ver
trokken.
De oorlogsgebeurtenissen bekeerden de
oude Knut en zijn familie niet; zijn zoon
Arild ging naar het oostfront. Hamsuns
haat jegens de Engelsen bleef overheer
sen. Een toenmalige onderduiker vertelde
mij de volgende anecdote: hij moest als
koerier per kustboot een illegale missie
naar West-Noorwegen ondernemen en
merkte tot zijn schrik dat Knut en Marie
Hamsun, die hem goed kenden, zich ook
aan boord bevonden. De ondergedokene
huurde ijlings een hut en borg zich daar
voor de rest van de reis in op. Maar toeval
lig had hij de hut naast die van Knut en
Marie gekregen. Op zeker moment las
Hamsun blijkbaar een oude krant en zei
met zijn harde toonloze stem: „Die Rom
mel is toch een prachtkerel, zoals die ze er
van langs geeft”. Waarop Marie riep: „Die
is daar nu niet meer”. De medepassagier
wist van zijn radio en Marie waarschijnlijk
van de hare, dat Rommel zich met zijn
leger naar Italië had ingescheept.
Brendel heeft het zich met zijn omvangrijke, ruim
vierhonderd pagina’s tellende studie niet gemakkelijk
gemaakt; hij harkte in terreinen vol onkruid, werkte
zich door stapels schrijfsel en geschriften heen
minutieus verwijzend naar de bronnen, en waagde zich
moedig aan stellingen die soms ver afwijken van de
gebruikelijke denkpatronen. Hij schaart zich met zijn
beredeneerde aanpak die wel heel lang op voltooiing
heeft moeten wachten in het rijtje van hedendaagse
Spanjekenners, waar hij zich in gezelschap weet van
onder meer dr. J. Brouwer, dr. A. Constandse en
Rudolf de Jong, Geen geringe prestatie.
wend geraakt, dat er naar hem werd ge
luisterd. Zijn weemoedige en mystieke na
tuurlyriek, zijn geniale romans, waarvan
eigenlijk alleen hoe het groeide positief te
noemen is (voorwaarde voor de Nobel
prijs); zijn geestige „roddel”-romans,
waarin geen woord teveel is geschreven,
hadden in een volk van lezers en lezeres
sen menige gevoelige snaar getroffen.
nergens voor Hamsun, die duizendkunste
naar, die alle genres in de letterkunde
heeft beoefend.
- Faarom niet?
De Noren vormen, naar mijn gevoel, veel
1 meer een volk van dichters en schrijvers
dan het onze. Men zou haast kunnen zeg
gen, dat in die tijd daar meer naar het in
het openbaar gesproken of geschreven
woord van een dichter werd geluisterd dan
naar dat van een politicus.
De grootste te zijn brengt en bracht dus
verplichtingen mee, ook op sociaal en poli
tiek terrein. De lezers wensen ook in dit
opzicht de juiste weg gewezen te worden.
Indien Hitler Noorwegen niet zou zijn
binnengevallen zou Hamsun niet veel van
zijn grootheid hebben hoeven inboeten.
Hij was echter qua karakter noch omstan
digheden niet geconditioneerd om leiding
te geven aan verzet tegen Hitlers oogmer
ken, zoals Sigrid Undset, die opriep ten
strijde te trekken tegen het nazisme en die
in de korte Noorse oorlog haar oudste zoon
door een Duitse kogel verloor. Sigrid Und
set, de maecenas, die naast vele andere
schenkingen praktisch haar gehele Nobel-
te ricfltfi prijs wegschonk t.b.v. de hulp aan achter
lijke kinderen. Hamsun werd door allerlei
omstandigheden: zijn teleurstellingen in
Amerika, de slechte Engelse vertalingen
van zijn werk en daartegenover de
waardering, die hij niet alleen van recen-
AARLEI senten, maar ook financieel oogstte in
Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Denemar-
ken, Frankrijk, België en Nederland, niet
bepaald voorbestemd om leiding te geven
aan de strijd tegen de Duitse invallers.
Zelfs de concentratiekampen van Hitler
van voor de oorlog, waarin honderddui-
zende jonge mensen en oudere intellectue
len spoorloos verdwenen, konden hem
kennelijk niet schokken. Hij bestreed zelfs
verbitterd in 1936 de toekenning van de
Nobelprijs voor de Vrede aan Von Os-
sietsky. (Sinds 1905 wordt deze prijs door
het Noorse parlement toegekend). Deze
houding van Hamsun, het was aan het
beging van de Spaanse burgeroorlog,
waar veel Noren, ook schrijvers, gingen
ien 5-daa
worden
„Mijnheer de Redacteur,
Aan uw van tranen doordrenkte necrolo
gie over professor Stang en diens hoogge
cultiveerde persoonlijkheid, had U dienen
toe te voegen, dat dezelfde Stang voorzit
ter is geweest van het Nobelcomité en
ertoe heeft bijgedragen om de Vredesprijs
van het Storting toe te kennen aan een
Duitse journalist, die al tijdens de Grond
wet van Weimar veroordeeld is geweest
wegens landverraad”
w.g. Knut Hamsun
Von Ossietsky was in Hitlers kerkers
praktisch doodgemarteld; na zijn vrijla
ting onder druk van de wereldopinie over
leed hij binnen enkele weken.
Hamsun brak ook niet met de nazi’s toen
zijn vriend en uitgever Harald Grieg door
de Gestapo werd opgepakt en in het kamp
Grini terecht kwam, waar Obersturmfüh-
rer Zeidler commandant was; een man, die
ter dood veroordeelde politieke tegenstan
ders er voor hun afscheid van het Leven
soms nog met de zweep van langs gaf.
Veel kan op rekening van Hamsuns
hardhorendheid worden geschreven,
maar niet alles. Het heette dan, dat zijn
vrouw Marie de ware schuldige zou zijn;
zij hield lezingen in Duitsland. Dat mag
waar zijn, maar welbeschouwd heeft Ham
sun zelf de democratie nooit een goed hart
toegedragen; hij zag ook niets in vakvere
nigingen. Het leidersbeginsel sprak hem
meer aan.
Hitler en de zijnen konden daarom tevo
ren weten, dat ze op hem evenzeer konden
rekenen als op Quisling, de leider van de
Noorse nazipartij, vroeger secretaris van
Fr. Nansen, die namens de Volkenbond
het vluchtelingenprobleem behandelde
(Nansen-passen). Admiraal Canaris, hoofd
van Hitlers geheime dienst, had lang voor
de Duitse inval in Hotel d’Angleterre in
Kopenhagen een onderhoud met Quisling.
Hij had Quisling zowel als Hamsun nodig,
niet als meelopers, maar als opinie vor
mende leiders. Hamsun was er aan ge-
Zelden is er zoveel over een auteur ge-
schreven D. H. Lawrence even uitzon
derend als over Knut Pedersen, die op 4
- aug. 1859 in het Noorse Gudbrandsdal
werd geboren. Toen hij 3 was, verhuisden
zijn ouders en hij naar Noord-Noorwegen,
welks natuur en mensen hem boeiden en
inspireerden. Het boerderijtje van zijn va
der, die ook kleermaker was, droeg de
naam Hamsund; de jonge Knut koos deze
I naam als pseudoniem en een zetter maakte
van h| er abusievelijk Hamsun van. Onder deze
5 peutei naam kreeg hij in 1920 de Nobelprijs. In
zijn toespraak tot de Koning, de leden van
I de Zweedse Academie en de genodigden
hield hij een hooggestemde lofzang op de
Jeugd de jeugd, die hij verloren had
hij was 60. De jeugd, nog maar enkele
jaren ervoor verbloed op de slagvelden
van de eerste wereldoorlog. Hijzelf werd,
ook door de grote cultuurdragers van zijn
tijd, erkend als de grootste schrijver, die
Scandinavië rijk was.
Toch werd er in augustus 1977 te
Lillehammer door Koning Olav een
standbeeld onthuld voor Sigrid Undset, de
mdere met de Nobelprijs bekroonde au-