Ui BZZTÓH schuwt het experiment nooit [O F Poëzie hardop wil gedachtengang ontregelen ziömapmü door Joost Divendal CPNB-PRIJS VOOR LITERAIRE DUIZENDPOOT Historie door Peter Huysman Werkwijze Visitekaartje Merel Workshops Herman Gorter Politiek Vrijwilliger 2, hiervoor adres e atlas) SSSH ing. De id in te ieente- it is van gelijken Ruiger Weemhoff BZZTöH betekent niets. De man, die de willekeurige letterreeks heeft bedacht, betekent daarentegen, vooral voor de literatuurminnaars, véél. Het is Phil Muysson (28). Acht jaar geleden richtte hij, samen met Bob Zwaai, die al na twee jaar afhaakte, BZZTÓH (later: de Haag se literaire stichting BZZTÓH) op. De eerste BZZTóH-manifestatie werd op 23 februari 1970, in Den Haag, gehouden. Ér werd een door Muysson geschreven toneelstuk, „Der Anti-tok”, opgevoerd. Sindsdien hebben Muys son en zijn staf van zes vaste medewerkers gezorgd voor een indrukwekkende hoeveelheid literaire activiteiten, in en buiten Den Haag. De commissie voor de Collectieve Propagan da van het Nederlandse Boek (CPNB) heeft er de stichting een prijs van zesduizend gulden voor gegeven. Muysson, die, hoewel hij de onverzettelijke motor achter alle BZZTóH-even- ementen is, zich consequent „literair medewer ker” noemt, mocht het geld en bijbehorende oorkonde op de opening van de Boekenweek op 2 maart in de Amsterdamse RAI komen halen g Tachtig tot honderd man. Ademloos luisterend, soms lachend aandacht voor poëzie. Terwijl gedichtenbundels in de boekhandels nauwelijks verkocht worden, is het Amsterdamse theatertje De Populier aan de Nieuwe Herengracht meestal uitverkocht, wanneer de groep Poezie Hardop een nieuw programma brengt; door ilde jobt het hele land, in andere theaterzaaltjes zoals de Haarlemse Toneelschuur, maar ook in scholen, buurthuizen, boekhandels en bibliotheken worden gedichten gezegd, gezongen, gespeeld. ifdkanta 1 2 o ir 2 Zie de mens, je si toepat Ineke Holzhaus en Rutger Weemhoff aalbeww 'n code: Tineke Krol (links) en Marijke Frillink in dit ben ik ning van kkelings- E O ling (13e iekosten erkzaam- an enngen atuur ohase itwikkelde Willem Jan Mulder, Thom Jansen (piano) Loes 'Luca en Arend Bulder (v.l.n.r.) in werkgroep schoolvoorstellingen van Poezie Hardop oneel. Maar wat is dat? Je kunt ook Bloem en Van Schendel in een meer experimentele context plaat sen. Het heeft te maken met de aanpak van zo’n avond.” „Tegenspreken. Een gedachtengang ontre gelen. Dromen koesteren. Verborgen, vaak verboden gevoelens oproepen, verhelde ren, verstevigen. Een spiegel voorhöuden: zie de mens, je bent het zelf". „Dichters weten wat zij niet weten. Zij spreken in hun vreemde taal; zij gaan de dood in tot het begin; zij ontdekken le venen zien de wereld aan met hun hartstochtelijke onschuld en veranderen de aarde in de werkelijke aarde”. De programma’s waarin dichters de ruimte krijgen functioneren als een voort durende verademing. Ademruimte voor lezers, bijna-lezers, niet-lezers, nooit-le- zers: misschien lukt het, dat mensen losge maakt worden uit gevestigd jargon en pu blieke opinie. Want zo werd de bedoeling van Poezie Hardop in 1972 geformuleerd. >ns op te (02510- Wat is er allemaal aan voorafgegaan, wanneer een nieuw programma eindelijk op de planken kan? Het lijkt goed iets te vertellen over de samenstelling en werk wijze van de groep. Poezie Hardop bestaat momenteel uit vier mannen, zes vrouwen, een technicus en een pianist/componist, inclusief de tijdelijke en part-time mede werkers. Iedere week is er een vergadering van het hele gezelschap, waar alles op zakelijk en artistiek gebied wordt doorge sproken. In die vergadering wordt ook iedere nieuwe produktie uitvoerig bespro ken en bekeken: over wie of over wat maken we een programma, wie spelen deze produktie etcetera. De betrokken spe lers en de artistiek begeleider stellen de inhoud van het programma samen; in gro te lijnen staan de teksten na enige tijd bij elkaar op papier, maar dan volgt er een eindeloos knippen en plakken, voordat na talloze repetities en vele try-outs, de pre mière plaats heeft. Wanneer je poëzie dichterbij wilt halen, schrik je niet terug voor onbekende of moeilijke gedichten. Het uitgangspunt is dat jij als speler en jij als toeschouwer (of als lezer) alles „mag” doen met poëzie wat je maar wilt: „Poëzie is voor mensen door mensen geschreven, niet door góden voor Phil Muysson, die meent dat alleen de Rotterdam se Kunststichting en BZZTóH met grote regelmaat dergelijke literaire activiteiten ontplooien, noemt zijn stichting „het culturele visitekaartje van Den Haag”. „Onze voornaamste doelstelling is het bevor deren van een literair klimaat in onze stad en omgeving. Natuurlijk is Amsterdam er ook nog, maar ik geloof toch dat wij met BZZTóH de schijn werper aardig op Den Haag hebben weten te richten.” De totale lasten van alle BZZTóH-activiteiten worden voor dit jaar begroot op 775.000 gulden. De helft daarvan wordt gesubsidieerd door de gemeen te Den Haag en het ministerie van CRM; de andere helft komt uit abonnementsgelden en de losse ver koop van BZZLLETIN, advertenties en de boekwin kel, die sterk afgeprijsde boeken en zogenaamd „marginaal” drukwerk verkoopt. Tussen alles door zijn er voorstellingen met het etiket „Aktueel”: een pas versche nen boek (zoals de „Laatste gedichten” verplichte schoolbloemlezing, uit de lite raire hoek, onder de drukinkt vandaan. Er kwam meer publieke belangstelling en er kwamen ook meer professionele uitvoer ders. Voor het seizoen 1974-1975 moest er een keuze worden gemaakt: óf stoppen, óf op een veel professionelere basis als „echt gezelschap” doorgaan. Poezie Hardop is gelukkig niet gestopt. Er kwamen bij de vaste kern van uitvoerders mensen vanuit de toneelpraktijk en de wereld van de kleinkunst en gaandeweg ontstond de wij ze van met poëzie omgaan waarop dat nu door Poezie Hardop over het algemeen gebeurt: de poëzie wordt niet meer van het papier gelezen, maar als dramatische lijn in het programma ontwikkeld. i Een programma is opgebouwd rond een dichter of rondom een thema. Teksten van en over de dichters, fragmenten uit de poëzie, uit interviews, uit dagboekaanteke ningen, zijn zo gegroepeerd dat het ver haal van de dichter, zijn of haar levensver haal in verschillende scènes wordt ge- speeld, vaak ondersteund door muziek. De CPNB-prijs wordt minstens eens in de twee jaar toegekend aan een persoon of instantie, die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor het propageren van de betekenis van boeken bij het publiek. De juryleden Gerrit Borgers, Henk Hofland en Henk Barnard droegen deze eerste keer BZZTÓH en haar literaire tijdschrift BZZLLETIN ter bekro ning voor, omdat stichting en tijdschrift door hun eigen aard in hoge mate hebben bijgedragen tot het stimuleren van de belangstelling voor het boek in de ruimste zin. Phil Muysson is blij met de onderscheiding. „Het leuke van de prijs is dat de CPNB hem voor de eerste keer uitreikt. De concurrentie is dan het grootst. Als zo’n onderscheiding tien keer is toege kend, krijg je zo snel de situatie van: wie in vredes naam zullen we nu weer eens aanwijzen.Ja, ik geloof inderdaad dat de jury gauw had bekeken dat het BZZTóH moest worden. De uitverkiezing was voor ons een complete verrassing. We wisten van het bestaan van de prijs niet eens af.” „Het is toch een erkenning. Het helpt misschien bij het krijgen van wat meer subsidie. Maar het allerbe langrijkste blijft natuurlijk de publiciteit rond zo’n bekroning. Toch moeten We daar voor oppassen. Er is de laatste tijd zó veel aandacht aan ons geschon ken, dat we moeten’ uitkijken dat de mensen niet moe van ons worden en dat we niet op onze lauwe- Terwijl de laatste nieuwe produktie voor dit seizoen nog in de maak is, wordt er al hard gewerkt aan het volgend jaar. On danks het feit dat gebrek aan subsidie de (uitbouw van bijvoorbeeld het scholenpro gramma dreigt te dwarsbomen, komt er in de toekomst hopelijk „Poezie Hardop voor kinderen” van de lagere en wellicht zelfs de kleuterschool. Een heel ander projekt is het uitgeven van kleine „cahiers”, waar mee al een begin is gemaakt: bij elke nieuwe produktie wordt een aantal teksten gebundeld, samen met biografische gege vens, foto’s en dergelijke. Een niet al te volledige greep uit aqht jaar BZZTóH-historie begint bij 1 oktober 1971 in Sche- veningen. De eerste literaire manifestatie met Si mon Vinkenoog. Andere belangrijke activiteiten uit die beginperiode: avonden met A. Roland Holst en Victor van Vriesland; het laatste „zaaloptreden” van beide heren. Een Gogolj-manifestatie. De avonden met Gerard Reve. In 1974 de eerste buitenlandse gast: Jerzy Kosinski. Voorts een Dada-manifestatie met K. Schippers, Cees Buddingh, Chaim Levano en Paul Citroen. Van de laatste jaren: de Van Schendelavond, het Shakespeare-project, het Willem Elsschot-evene- ment, en recentelijk het verjaardagsprogramma rond Harry Mulisch, en de J. C. Bloem-avond. De radio besteedde aandacht aan een aantal gebeurte nissen. Daarnaast nam BZZTóH de organisatie op zich van de internationale PEN-ronde tafelconferentie in Den Haag en de uitreiking van de P. C. Hooftprijs aan Simon Carmiggelt. Tonke Dragt kreeg de Staatsprijs voor jeugdliteratuur van minister Van Doorn in het Scheveningse Appel-theater en BZZTóH tekende weer voor de organisatie en het samenstelllen vanhet programma daaromheen. Vier jaar geleden begon Muysson’s Stichting met het houden van literaire middagen voor kinderen en kleuters. Een hoogtepunt vindt BZZTóH nog steeds de kinderboekenmarkt in de hal van het Centraal Station in Den Haag, vier maanden geleden. In het begin werden er ook manifestaties buiten Den Haag gehouden: in Delft, Leiden, Utrecht, Gro ningen en Brussel. Maar daar kwam BZZTóH enigs zins van terug, omdat men nauwelijks tijd over bleek te houden voor de Haagse activiteiten. Wél kunnen nu bijna alle programma’s, die door BZZTóH worden samengesteld, elders worden her haald. Dat gebeurt de laatste tijd bijvoorbeeld in Centrum Bellevue in Amsterdam. Zo werd Mulisch’ verjaardagsfeestje nog eens, na de residentie, in de hoofdstad gegeven. Sinds vorig jaar worden er ook’ literaire work shops gehouden (Judith Herzberg, Jaap Harten, Wim Gijsen en Hella Haasse). Over het begeleiden van zo’n workshop voor poëzie in 1976-’77 schreef Judith Herzberg een interessant boekje „Het maken van gedichten en het praten daarover”, uitgegeven door.BZZTóh. Deze uitgeverij ging van start in 1975, maar loopt sinds april 1977 pas goed. De komende maanden zijn twee debuten te verwach- PHIL MUYSSON: We zijn cultureel visitekaartje van Den Haag ten, een boek van Lucebert en Bert Schierbeek, „Chambre-Antichambre” (een bundeling van niet eerder uitgegeven teksten uit het begin van de jaren vijftig) en de eerste integrale publikatie van de Propria Cures-artikelen van Menno ter Braak. Het literair tijdschrift BZZLLETIN tenslotte ver scheen aanvankelijk als gestencild blaadje (septem ber ’72) en groeide snel uit tot een orgaan dat aldus het juryrapport zich verre wist te houden van letterkundige partijstrijd en met opmerkelijke duurzaamheid een hoog redactioneel niveau wist te handhaven. Het experiment werd nooit geschuwd en zo ontstond een ondogmatisch, informatief blad dat in de Nederlandse literatuur enig in zijn soort is. Bzzlletin telt 4100 abonnees; belangrijk waren de (themanummers, gewijd aan Jef Geraerts, Jan El- burg, Van Schendel, Elsschot, Mulisch en Bloem. Haar faam heeft de stichting BZZTÓH voor een belangrijk deel ook te danken aan het feit dat niet alleen aandacht aan het allernieuwste, maar ook aan de letterkundige traditie wordt geschonken. Phil Muysson zegt: „Dat klopt. Het woord traditie heeft voor mij geen negatieve betekenis. Het onder streept dat de programmakeuze van BZZTÓH een brede opzet heeft. Bloem, Van Schendel: zijn traditi- aan bod. Op 19 februari jongstleden werd in de Toneelschuur het programma „Denk ik aan Duitsland” gespeeld, met teksten van Brecht, Degenhardt en anderen over Duitsland toen en nu. Deze dagen werkt de groep hard aan een nieuw programma dat in april zijn premiè re beleeft: „Helemaal goed komt het nooit”, poltieke poëzie van deze eeuw, tot en met enkele geheel nieuwe, speciaal voor dit programma geschreven gedichten van Lucebert en Bert Schierbeek. Als rode draad loopt door alles heen een collage van citaten van Van Agt, Sickinge en ande re voormannen van Nederlands politieke en bedrijfsleven. Ook niet-politieke onderwerpen worden gethematiseerd: bijvoorbeeld in het pro gramma „Liefde is geen woord” over liefde, relaties, dood; en, op geheel andere wijze, in het programma „Poezie Hardop Gezongen”: bij de samenstelling hiervan stond de groep voor ogen de vele bedjes en liederen die componist/pianist Antoine Oomen voor allerlei programma’s heeft gemaakt nu eens naast elkaar te laten horen; gedichten van „groten” onder de Nederlandse dichters, zoals onder meer Gorter, Vroman, Van Ostaijen, Lodeizen, VrPPmdP tAfll Als je dit allemaal leest, deins je in eerste instantie even terug voor die ontzaglijke hoeveelheid woorden en aktiviteiten. Het wordt anders wanneer je eens komt kij ken. Poezie Hardop-produkties proberen een manier van spreken, voelen, kijken te brengen die totaler is dan het spraakge- tellen, kom je vanzelfsprekend soms ook op politiek terrein. Dit seizoen wordt het programma „O nieuw getijde dat is nu”, met teksten van en over de vijftig jaar geleden gestorven socialistische dichter Herman Gorter, verschillende keren per niaand gespeeld. Zeer bekend werd het programma „Onverbiddelijke dageraad” rond Pablo Neruda, dat na de moord op Allende en de coup van de Chileense junta in 1973 een extra dimensie kreeg. In pro- dukties over Suriname, Chili, Zuid-Afrika kwamen meerdere dichters uit die landen Gewas oxk Ineke Holzhaus «uatx Antoine Oomen SAlBS/toWS Ineke Hotehaue Ruiger Weemhoff Huutj Ooeterhuta UforuxvKsmoM» Ad van Kempen Johan Katee van de onlangs gestorven Hans Andreus), een kleine uitgeverij (dit jaar de Haarlem se uitgeverij „In de knipscheer”), een be kroonde dichter (zoals Rutger Kopland, die ook zelf meedeed), wordt op twee, drie avonden naar voren gehaald. Dan wordt er nog met twee verschillende program ma’s langs de scholen getrokken, speciaal voor kinderen van twaalf tot zestien jaar. „Hoor de merel - ja ik luister” bleek zo’n succes dat het ook ’s avonds voor volwas senen volle zalen trok. goede verstaanders en andere góden", zegt Remco Campert. Er zijn tot nu toe pro gramma’s geweest rond Simon Carmiggelt (’’makkelijk”?), Ida Gerhardt („moei lijk”?), Lucebert, Leo Vroman, Jan Hanlo, Paul vah Ostaijen, Martinus Nijhoff, Hans Lodeizen, Remco Campert, Willem Els schot, Chris van Geel en anderen. Als je het verhaal van dichters wilt ver- bent het zelf” Muysson, die al tijdens zijn studie aan de Sociale Academie als onbetaald vrijwilliger met BZZTÓH bezig was en door het organiseren van literaire bijeenkomsten nog meer in literatuur geïnteres seerd raakte, vindt dat er bijzonder goede auteurs in Nederland zijn. „Welke criteria leg je aan? Is litera tuur alleen goed als het over 25 jaar ook nog goed is? Of over 100 jaar? Ik vind dat je geen „eeuwigheids”- normen moet aanleggen. Ik ga ervan uit: wat nu goed is, is belangrijk. Je hebt boeken, die heel leesbaar zijn, omdat ze aansluiten op een bepaald cultureel patroon van dat ogenblik. En daar is nu een grote diversiteit in. Goede auteurs? Nou, Doeschka Meijsing en Oek de Jong, maar ook Biesheuvel, Bloem en Elsschot lees ik met ontzet tend veel plezier. Grote buitenlanders zijn voor mij: Ian McEwan en Peter Handke, met wie we binnen kort een intervieuw voor BZZLLETIN maken.” Het BZZTóH-werk slokt bijna honderd percent van Phil Muyssons tijd op. „Je hebt geen tijd meer voor een hobby. Ik neem altijd wél een vrij lange vakantie naar het Midden-Oosten meestal en dan laat ik alles achter me. Of ik tot mijn vijfenzes tigste met BZZTÓH doorga, kan ik natuurlijk niet zeggen. Een eigenschap van onze stichting is dat we niets op lange termijn plannen. Een voorbeeld: onze uitgeverij is in minder dan een jaar uit de grond gestampt. En zo gaat dat ook met andere dingen. Straks kunnen er ideeën en ontwikkelingen ont staan, waardoor we met BZZTÓH plotseling weer een héél andere richting inslaan.” Sinds vorig seizoen bespeelt Poëzie Hardop het theater De Populier, Her engracht 93 in Amsterdam. De groep heeft daar nu een eigen onderkomen gevonden van waaruit alle activitei ten worden ontplooid. Stimulator ach ter De Populier en achter Poëzie Har dop is Joost Divendal. Voor onze boe kenbijlage verzorgde hij een uiteenzet ting over de wijze van werken van het gezelschap dat binnen de theatervorm poëzie in de meest uiteenlopende vorm verlevendigt en op een nieuwe, verfris sende wijze in de belangstelling H. A. va brengt. Het optreden van Poëzie Har dop krijgt vooral de laatste jaren een steeds groeiende publieke belangstel ling. Op 11 maart komt de groep met het programma Poëzie Hardop Gezon- -gen in de Haarlemse Stadsschouw burg. Poezie Hardop is in 1972 ontstaan op initiatief van de dichter Huub Oosterhuis, verteqe» nog steeds de artistiek begeleider van de groep. Je kon het toen zeker geen theater- ren gaan rusten. We moeten ons blijven ver nieuwen.” zijn thematisch in een muzikaal verband geplaatst. Na alle programma’s, waarin kleine gespeelde scènes en het gesproken woord de boventoon voerden, komt in Poe zie Hardop Gezongen de muziek volledig tot haar recht. En dat bleek koren op de molen van Harlekijn Holland, dat ruimte wil geven aan woord en muziek van met name Nederlandse „kleinkunstenaars”: in bruik van alledag, van een artikel, van april verschijnt er van Poezie Hardop Ge- welke discussie ook. Hans Andreus zegt: zongen een langspeelplaat. vertegei nog steeds de artistiek begeleider gezelschap noemen: een paar enthousiaste amateurs kwamen bij elkaar en lazen ge dichten voor een beperkt publiek. In de volgende jaren bleek de formule aan te slaan: dichters dichterbij te halen, uit de 11 r’ Sc uó jj/n Hl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 25