Goebbels verloren gewaande geschriften uitgegeven
r
DDDDLjaannnïi
I
I,
i
„Liefhebbers genoeg, maar
je kunt ze niet bereiken"
J/:- M
i
lïW
1
*5
k
Mr
JT
door Frans Keijsper
„Romantisch drama”
eht me-Sonne ntchtunie1
JUBILERENDE EENMANSUITGEVERU DE BEUK:
rker
door Hans van Straten
Onbruikbaar
„Grondstof”
Toekomst
Zetfout
rA
Authentiek
r'
-li/INQ
<j4och wrt Hoha Ubrlg. 31* fühhr» sfch auf car
''öh* ctr SlfwttlM utf tm 10, «h hutten de den
irJej birelte gevoMM, Sla halten mere Moral fur
0 free-
meider
itig
1483
li/IIXK
(slaap-
e
k~- 1) atlas
J
I
Kort na de Tweede Wereldoorlog werden in de puinhopen op de binnenplaats
te
iring
Tot voor enkele jaren meende men dat een niet onbelangrijk deel van de
Dagboeken van dr. Joseph Goebbels, minister van Volksvoorlichting en Propa-
er
r
iheid te
nen tot
sven ei
en in’t
x o
e „M,
len urer
5
5
ablemer
jging a
i.
"Uganda in Hitlers Derde Rijk door brand, bombardementsgeweld of anderszins
verloren was gegaan. Met name ging het hier om de bladzijden die zouden
hebben moeten handelen over de „slotakte” van de oorlogstragedie 1939-1945.
van Goebbels’ nagenoeg geheel verwoeste ministerie aan de Wilhelmstrasse in
Berlijn het voormalige paleis van prins Karl zo’n 7100 pagina’s getypte kopij
gevonden, doortrokken van een penetrante brandlucht. Onderzoek leerde al gauw
dat het hier ging om een gedeelte van de dagboeken van Goebbels, die de
periode besloeg van 21 januari 1942 tot 9 december 1943 -welgeteld 750.000
woorden. Er zaten echter wel hiaten in en de tekst na laatst genoemde datum was
geheel zoek
8,
r Cl.
fplefeatMekte kebew für m «vr
GS ..l...r. j -i
i
I
'o
Dagboek uit een dodenrij k
Gedeelte van het oorspronkelijk manuscript
J
Die woordenwaanzin, dat was Goebbels.
D.
1
p
f.
V>
I
L
N
y
O
E
Wim Simons: „Het was een mooie tijd’’
X
«l
l
or. Louis Lochner, voormalig hoofd van
het Berlijnse kantoor van Associated
Goebbels schipperde tussen de irratio
nele hoop van een plotselinge ommekeer
ten gunste van Duitsland, een breuk bij
voorbeeld tussen de westerse geallieerden
enerzijds en de Sovjet-Unie anderzijds, en
de harde realiteit van de dreigende onder
gang, die elke dag haar schaduw verder
over het zieltogende Duitsland uitstrekte.
De minister noteert het. Zijn dagelijkse
aantekeningen beginnen met een overzicht
omvang of te speciaal was. Dat is de for
mule gebleven, waarbij wij in het bijzon
der aandacht hadden voor minder beken
de auteurs. Schrijvers die wel bekendheid
hadden, konden immers bij de gevestigde
uitgevers terecht.”
Het eerste boekje dat zij brachten, was
De Spiegel, vijf verhalen van Jac. van
Hattum. „De klassieke serie werd geopend
met Legenden van de ene Weg van Albert
Verwey. Daarmee is de zaak meteen goed
van de grond gekomen. Jonge auteurs, van
wie in die begintijd werk is verschenen bij
De Beuk, waren Harry Mulisch, Hans An-
dreus, Remco Campert en Simon Vinken
oog. Van de vijftigers liep Hans Andreus
het beste.”
In de jaren die volgden, gingen de druk-
prijzen met sprongen omhoog. Simons:
„De abonnementsprijs moest worden ver
hoogd tot vijftien gulden. Voor die lezin
gen in het land hadden wij geen tijd meer.
Besloten werd te stoppen met abonnemen
ten en verder te gaan met losse uitgaven.
Johan Polak begon zelf een uitgeverij,
Frits Knuf had zich nooit erg met De Beuk
beziggehouden, dus ik bleef alleen over. Ik
kon het gewoon niet laten, het is ontzet
tend leuk om te doen.”
De man van wie bij De Beuk de meeste
boekjes zijn verschenen, is Rein Blijstra.
„Die stelde mij op een dag voor zijn onuit
gegeven manuscripten te gaan drukken.
Vrouwen in loopgraven, gewapend met
pantservuisten, kinderen in te grote uni
formen van volwassenen, moeten de on
stuitbare opmars naar de rijkshoofdstad,
naar de rijkskanselarij breken. De kanse
larij, architectonisch symbool van het na
zidom, produktie van grootheidswaan,
waar de „Führer” nog een enkele keer als
een schim ronddwaalt om in gezelschap
van zijn adjudant Schaub de bombarde-
mentsschade in ogenschouw te nemen.
Daarna trekt hij zich terug in zijn bunker-
hol onder de grond, waar ook de propa
gandaminister zich bij hem heeft gevoegd.
De dagboeken hebben voor Goebbels
altijd veel betekend, getuige het feit dat hij
ongeacht de omstandigheden altijd gele
genheid vond om dagelijks enkele pagina’s
te dicteren. Getuige ook het feit dat de
boeken werden getypt op papier van uit
stekende kwaliteit, voorzien van een wa
termerk en dat in een periode dat papier
schaars was. Bovendien liet hij ze fotoko
piëren en zorgvuldig opbergen.
Andere uitgaven op stapel: een episch
prozagedicht van Johan van der Woude,
over Terschelling. Het derde deel van de
memoires van L. P. J. Braat. Het boekje
„Momenten van schoonheid en bezin
ning”, nagelaten dagboeknotities van Aart
van der Leeuw, die een oud-oom was van
Wim Simons’ echtgenote.
Een van de laatste optredens van
Goebbels. Felicitaties voor overste
Schörner, die de stad Lauban wist
terug te veroveren (foto boven)
Hoewel de schrijver in 1974 is overleden,
verschijnt nog ieder jaar minstens één
boek van hem bij De Beuk. Dit jaar komt
zijn Dagboek uit, en een deeltje met zijn
ongebundelde verhalen. Als het goed gaat,
zit daar ook een verhaal bij dat in 1932 in
het tijdschrijft Forum heeft gestaan en dat
sindsdien nooit is herdrukt. „Je raakt er
altijd wel 500 van kwijt”, aldus Simons.
Een bijzonder boek van wat ruimere
omvang wordt een bloemlezing van mo
derne Griekse dichters, vertaald door Mies
Blijstra-Van der Meulen samen met de
Griekse dichter Chionis, die jaren in Am
sterdam heeft gewoond en vorig jaar naar
zijn vaderland terug is gegaan.
Het verwoeste Rijkspropagandami-
nisterie in Berlijn, 1945. (links)
„Eén andere ervaring was een bundeltje
gedichten van een directeur van een be
jaardencentrum. Dat waren impressies
van die oude’ mensen. Ik was prop attent
gemaakt, vond het niet echt goed, maar
heb het toch uitgegeven. Het was in veer
tien dagen uitverkocht!”
Over zijn ervaringen met auteurs zou
Simons een boek kunnen volschrijven.
„Hans Andreus heb ik leren kennen door
Simon Vinkenoog, hij zat toen nog in Ita
lië. Zijn eerste dichtbundeltje bij De Beuk
was Schilderkunst. Toen hij de drukproe
ven kreeg, heeft hij alle verzen veranderd!
Het boekje moest gewoon opnieuw gezet
worden. Ik heb die proef nog met al die
correcties, die is voor onderzoekers na
tuurlijk goud waard.”
doel! Zo krijg ik nu nog wel eens mensen
die alle boeken van De Beuk willen heb
ben, dat zijn er dus nog 150. Er zijn ook
mensen die alle nieuwe uitgaven willen
ontvangen, een soort abonnees dus.
Wat mij opvalt is, dat het letterkundig
leven zich uit de grote steden verplaatst
naar de provincie. In allerlei stadjes en
dorpen vind je tegenwoordig wel een poë-
ziekring of zo iets. Dat zijn goeie kopers.
Er zijn trouwens liefhebbers genoeg, maar
de moeilijkheid is: je kunt ze niet bereiken!
Adverteren is te duur, een stencil rondstu
ren kan met die gestegen posttarieven ook
niet meer.”
kunstenaars worden de massa’s gevormd
tot een volk, en het volk tot een natie”.
Vond Goebbels woord-nymfomanie in
het buitenland nauwelijks ingang, het
Duitse volk daarentegen werd dagelijks
murw geslagen onder een trommelvuur
van eentonige oorlogszucht en pervers an-
ti-semitisme, uitgebraakt door Goebbels’
woordenfabriek en centraal thema in zijn
propaganda.
Zo werd het volk bijvoorbeeld in 1943 na
de ineenstorting van het Duitse front bij
Stalingrad, waarbij 330.000 man Duitse
troepen voor Hitler verloren gingen tot een
hysterisch veelvoudig „ja” opgezweept
toen de kleine man zijn gehoor opriep of
het een nog totalere en radikalere oorlog
wilde. Ook hier een Goebbels, voor wie de
gebeurtenis slechts theater was, hetgeen
wel bleek toen hij zijn intimi na afloop
toefluisterde: „Wat een ongehoorde waan
zin. Als ik ze had bevolen uit het raam te
springen, hadden ze het gedaan!”
ngspro Press, die in 1948 de eerste naoorlogse
Van de stenografen Jacobs en Otte we
ten wij dat Goebbels de gedicteerde tek
sten nooit heeft nagelezen, vandaar dat er
fouten in voorkomen. De boeken waren
overigens niet bedoeld om ze in de oor
spronkelijke vorm uit te geven; Goebbels
zou ze als „grondstof” hebben willen ge
bruiken voor latere geschiedschrijving. Zo
is bijvoorbeeld zijn boek „Vom Kaiserhof
zur Reichskanzlei” (1934) gebaseerd op
dagboekaantekeningen.
„Grondstof”, bestemd voor latere poli
tieke publikaties, propaganda voor het na-
tionaal-socialisme, zijn „Führer”, maar
vooral voor zichzelf. De demagoog had
nogal met wat frustraties uit het verleden
te kampen. Hij, die zo graag als soldaat
Duitsland in de Eerste Wereldoorlog had
willen dienen, werd wegens kreupelheid
afgekeurd; hij heeft er lang over getreurd.
Na deze oorlog stuurde hij vijftig artike
len op aan het liberale „Berliner Tage-
blatt” over onderwerpen als socialisatie,
de „christelijke gedachte en socialisme” en
sociologie en psychologie. Alle werden te
licht bevonden.
Hoe ziet Wim Simons de toekomst van de
kleine uitgeverij? „De boekdruk gaat er
steeds meer uit, het wordt allemaal offset.
Daarom geloof ik dat die kleine uitgeve
rijtjes en small presses, die nog echt mooie
boeken willen maken, wel degelijk een
functie hebben.”
Nadat hij jarenlang heeft gewerkt in
drie nauwe hokjes in een souterrain op de
Amsterdamse Prinsengracht, is hij daar
onlangs verhuisd naar een royaal en riant
kantoor, met behoorlijke magazijnruimte.
Die heeft hij ook wel nodig, want hij
.brengt zijn onverkochte voorraden nooit
naar De Slegte
Terugziend op vijfentwintig jaar De
Beuk zegt hij: „Het was een mooie tijd. Het
spelelement was erg groot. Er waren ook
mensen die geld stuurden voor het mooie
„Jan Hanlo was altijd erg precies met
zijn correcties. In zijn eerste dichtbundel,
die in de Windroos is verschenen, was één
zetfout blijven staan en dat hinderde hem
enorm. Toen bij ons zijn boekje Niet Onge
lijk zou verschijnen, heeft hij zes keer een
revisie gevraagd. Tenslotte heb ik hem
gezegd: ga nou maar naar die drukker toe,
dan kun je er tot het laatste moment bij
blijven.”
Soms krijgt Simons wel eens iets aange
boden waarvan hij vindt: het is niet goed,
maar er zit wel wat in. Dat was bijvoor
beeld het geval met Achter Tralies van
Piet Apol. Die heeft dat wel vijf keer
overgeschreven. „Telkens kwam hij weer,
dan praatten wij een hele avond tot hij
wegliep, vreselijk boos. Maar het boekje is
er toch gekomen en wij waren er allebei
tevreden over.”
Hij zat als auteur bij de Arbeiderspers,
maar daar ging het veel te traag naar zijn
zin. Hij had genoeg aan kleine oplagen, 500
stuks. „Dat is precies mijn publiek”, zei
hij.”
Tegenvallers zijn Wim Simons natuur
lijk niet bespaard gebleven. Zo werd hij in
1961 door Rein Bloem attent gemaakt op
een bundeltje De Verheerlijking van een
zekere Peter Spaan, dat in 1917 in zeventig
exemplaren was verschenen. Die Peter
Spaan was een heel curieuze figuur, een
man die een nieuwe wereld bewoonbaar
wilde maken, een bezeten componist en
hartstochtelijk woordkunstenaar. In 1948
was hij in een hotel in Nice overleden. Dat
bundeltje werd herdrukt, het kreeg alom
goede kritieken, maar het is nooit gegaan!
Een groot deel van de oplaag ligt nog
steeds in de magazijnen van De Beuk.
Wim Simons krijgt gemiddeld zo’n vier
‘i
manuscripten per week aangeboden.
„Daarvan is 90 percent onbruikbaar. Het
is overwegend poëzie wat ik binnenkrijg,
maar wat de laatste jaren toeneemt, dat is
een soort filosofie, wereldhervormende
ideeën, helaas bijna altijd mis: slecht ge
schreven, niet goed doordacht.”
Twee toneelstukken, waaronder een
over het leven van Christus, werden door
regisseurs geweigerd. Door critici werd
zijn autobiografische roman „Michael” als
een niemandal afgedaan. Maar hij zou zich
revancheren. Eenmaal aan de macht werd
Goebbels op zijn terrein onbetwist dicta
tor. Hij was het die het vrije woord na de
machtsovername in 1933 muilkorfde, die
film, theater, kunst en pers in een worg
greep nam en in nationaal-socialistische
zin stileerde.
Wat Goebbels ook zei of schreef, het
diende uiteindelijk een propagandistisch
doel.
„Onze propaganda is primitief”, zo stel
de hij eens, „omdat het volk primitief
denkt. Wij spreken een taal, die het volk
verstaat”.
En: „De massa’s zijn een vormloze mate
rie. Alleen in de handen van politieke
in het totaal van Goebbels’ dakboeknoti-
ties (bij elkaar zo’n 16.000 pagina’s, wel
behoort het tcyt een van de meest fascine
ren gedeelten. Het loopt van woensdag 28
februari 1945 tot en met dinsdag 10 april
1945. In het werk komt zeer sterk de span
ning tot uitdrukking, waaronder de kleine
dictator-van-het-woord de laatste dagen
van het „Duitse dodenrijk” en zijn eigen
negatieve handelen daarin heeft be
schreven.
van de benarde militaire situatie. Vervol
gens somt hij een aantal gebeurtenissen op
en maatregelen die hij heeft getroffen of
van plan is te nemen, dat alles gekleurd
door de visie van een nihilist en fanatieke
ling die de dans van het onafwendbare
noodlot tracht te ontspringen. Personen,
zijn vijanden of zijn eigen kring, worden
onbarmhartig gekritiseerd. Churchill
moet het vooral ontgelden, voor Stalin kan
door deze ex-sympathisant van het com
munisme nog enige bewondering worden
opgebracht.
Met onverbloemde hardheid noteert hij
dat mensen die een bakkerswinkel hebben
beroofd zonder genade worden onthoofd.
Met standrecht meent de doctor in de
filosofie het „Reich” nog overeind te kun
nen houden. Cynisch tekent hij aan dat
zulke maatregelen noodzakelijkerwijze ge
nomen moeten worden om in een miljoe
nenstad als Berlijn de orde te kunnen
handhaven.
Ondanks de sensatie wilden de weten-
happers uiteraard zekerheid omtrent de
uthenticiteit van de documenten. Met
«stemming van de autoriteiten van de
)DR werd het aangetroffen dagboekma-
eriaal gefotokopieerd en legaal naar het
^sten gebracht. In de Bondsrepubliek
ocht men contact met voormalige mede-
erkers van het ministerie van Goebbels,
als de stenografen Richard Otte en Otto
Kobs, die Goebbels’ dictaten hadden uit
werkt. Zij kwamen tot de conclusie dat
et originele stukken betrof, die zij zelf
sdden uitgewerkt. Zo herkende Jacobs
ijvoorbeeld een door hem gehanteerde
«wijkende spelling. Otte herkende op het
l«:umentenmateriaal aantekeningen,
«gebracht in zijn eigen handschrift.
fOtte en Jacobs hebben dan ook de uitga-
ïe, zoals die thans bij de Westduitse uitge-
lerij Hoffman und Campe onder de titel
LJoseph Goebbels Tagebücher 1945 -Die
Jfeten Aufzeichnungen” is verschenen
JLen utor iseerd
De bedoeling is dat de uitgever nog twee
v elen zal verzorgen, die, tezamen met de
u verschenen band, de periode 1942-1945
tllen beslaan. De schrijver Rolf Hoch-
ith („Der Stellvertreter”) heeft deel 1945
orzien van een voorwoord, waarin hij
tarschuwend wijst naar de huidige tijd
et zijn vele werklozen, evenals dat in de
irtiger jaren het geval was.
Uitgeverij Agon (Elsevier) zal in septem-
tr van de dagboeknotities 1945 een Ne-
[erlandse vertaling op de markt brengen;
fgewacht wordt nog of dit ook van de
llllllllllllll ree andere delen het geval zal zijn.
Deel 1945 is niet het meest omvangrijke
Straatbeeld in het Oostpruisische
Königsberg, maart 1945. Leuzen
konden de ondergang van het Der
de Rijk niet meer voorkomen,
(rechts)
M
3
L.
De man op wie De Beuk drijft, is
blemen lim J. Simons. Hij is een van de drie
ging en Richters en runt de kleine onderneming
ii al vele jaren geheel alleen, tot het
•pakken en verzenden van de boeken toe.
lij vertelt hoe De Beuk indertijd tot stand
wam.
Simons: „Ik werkte toen bij Van Hete-
ren, een boekhandel op het Rokin. Voor de
loekenweek in 1953 wilden wij zelf een
eschenkje maken. Dat werd Vliegende
fogels, een boekje over het boek met bij-
iragen van verschillende schrijvers. Bij
lie gelegenheid viel het mij op hoe goed-
:oop het maken van zo’n boekje was. Ik
praatte erover met een paar vrienden, met
frits Knuf die toen al in antiquarische
weken handelde, en met Johan B. W.
Polak, die nog studeerde. We werden het
tens en we kozen de naam De Beuk, want
iat is het grondwoord van „boek”. In de
middeleeuwen werden er namelijk boeken
anhuiS' Schreven op beukeschors. In het Duits
«tekent Buch boek en Buche beuk. Naast
lekende reeksen als De Eik en De Ceder
>aste dat wel. Alleen Reinold Kuipers was
ten beetje boos, want die was bij de Arbei-
- ierspers net begonnen met een reeks De
Boekvink.”
nnider boekjes van De Beuk verschenen in
e i series, waarop de mensen konden inteke-
»en voor ƒ2,50. „Daarvoor kreeg je dan
vijf deeltjes, het is haast niet meer te
geloven. We startten met twee series, een
ng dhr. moderne en een klassieke. De moderne
tarleni beter. Om leden te werJen, hielden we
allerlei bijeenkomsten in zaaltjes en huis-
kamers door het hele land, waar de dich
ters van De Beuk voorlazen uit eigen werk,
Bat voor andere uitgevers te gering van
bewerking uitgaf, veronderstelde dat
gezien de omstandigheden grote gedeel
ten vernietigd zouden kunnen zijn.
Kopse Als dat waar mocht zijn”, zei hij, „heeft
de wereld documenten van onschatbare
waarden verloren”.
Het was derhalve een tamelijk sensatio
nele gebeurtenis toen ongeveer vier jaar
geleden een niet onaanzienlijke hoeveel
heid van het verloren gewaande materiaal
(met name de fragmenten over 1945) te
voorschijn kwam in de Oostduitse stad
Leipzig, waar zich een soortgelijke instel
ling bevindt als ons Rijksinstituut voor
Oorlogsdocumentatie. Wetenschappelijke
onderzoekers uit de Bondsrepubliek ont-
ng dhr. lekten er de dagboekrestanten. Sinds er
larlem ïn cultureel samenwerkingsverdrag tus-
en de DDR en West-Duitsland bestaat,
i ebben zij toegang tot een aantal ar-
-khieven.
Op 7 april 1953 kwamen ten kantore van
en Amsterdamse notaris drie jongeman-
en bijeen. Zij legden elk een rijksdaalder
p tafel, zetten hun handtekening op een
spier en daarmee was „De Beuk, stichting
oor litéraire publicaties” opgericht.
De Beuk bestaat dezer dagen dus vijfent-
l,MI™ intig jaar en is nog steeds een gezonde
- herneming: een uitgeverij voor kleine
Lekjes van minder bekende schrijvers In
ie kwart eeuw zijn er zo'n vierhonderd
Jtgaven verschenen, waarvan er nog 150
>rbaar zijn.
De doctor, die een proefschrift op zijn
naam had over de geschiedenis van het
„romantisch drama’ zou ook uitstekend op
zijn plaats zijn geweest als „copy-writer”
voor zeeppoeder-reclame. De klank, het
effect van woorden telden slechts, niet de
inhoud. Goebbels laafde zich aan zijn ei
gen retoriek, wreef zich er mee in tot hij x
glom. Het „romantisch drama” kwam tot
een even smakeloze als lugubere apotheo
se toen hij, nadat hij zijn kinderen had
laten ombrengen, samen met zijn vrouw
zelfmoord pleegde, toen de overweldiging
van Duitsland praktisch een feit was.
o;.:
’x
jJL z ^^0888,-^. J
5