Gastarbeiders te kijk Hj uniek fotoboek Ontroerend en G b Ai hl Cw ’.J BRONNEN VAN ONZE BESCHAVING’ door John Oomkes Lastig begrip Ontwikkelingsgang Evenwicht bewaard Kritiek Paradox H ?l fl C. e d v e r w c in The Family of Children: Zo’n twintig jaar geleden maakte de Amerikaanse foto graaf Edward Steichen furore met de expositie The Family of Man die met honderden foto’s uit rond zeventig landen een indrukwekkend en vertederend beeld gaf van het mensdom op deze aarde in zijn lief en leed. Het boek waarin de meeste foto’s werden opgenomen, werd een bestseller. Met het oog op 1979, door Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, uitgeroepen tot het Jaar van het Kind, heeft de samensteller van dat boek, Jerry Mason, uit een oogst van ruim 300.000 foto’s er 377 van 218 fotografen uit eveneens zeventig landen geselecteerd. De Britse fotograaf Ken Heyman maakte er met hulp van een tien mannen en vrouwen tellende staf een prachtig boek van, dat werd opgedragen aan Edward Steichen en niet Streichen zoals als een smetje op deze hommage in de Nederlandse uitgave van Unieboek BV/Van Holkema en Warendorf in Bussum is vermeld). Met een variant op de titel van het eerder genoemde werk werd het The Family of Children gedoopt. Het lijkt ons niet gewaagd te veronderstellen dat er nog nimmer een boek is verschenen met niet alleen zoveel kinderfoto’s, maar ook met beelden die zo zuiver en trefzeker de kinderen van deze wereld tonen in hun vreugde en verdriet, in hun spel, in hun humor, in hun ernst, in hun wanhoop, in hun eenzaamheid, in hun honger, in hun sterven. En in die negatieve, soms hartverscheurende aspecten houdt het kind ons als volwassenen de spiegel voor. Want zijn wij niet in hoge mate verantwoordelijk voor de toestanden waarin zij verzeild zijn geraakt? De presentatie heeft als uitgangspunt de kringloop van het menselijk bestaan van geboorte en wordt ondersteund door toepasselijke citaten. Een uniek en ontroerend „klein menselijk” document van hoog niveau. j p BqS n w Vele duizenden Nederlanders zullen tijdens hun zomervakanties in Frankrijk en panje de gelegenheid te baat nemen om een bezoekje af te leggen aan rehistorische grotten als die van Lascaux en Altamira. Helaas zijn ze veelvuldig gesloten omdat de goed bewaard gebleven kunstuitingen van de grottenmens jken te lijden onder de telkens wisselende circulaties van de verse buitenlucht e het gevolg is van de openstelling. Wie er evenwel in slaagt zelf de vaak irrassend kundige en kleurrijke schilderingen van ossen, paarden, herten of lammoeten te aanschouwen, raakt elk besef van tijd kwijt en waant zich werkelijk oen duizenden jaren terug. De directheid van de schilderingen vertekent de laliteit echter. Zo’n 20.000 jaar slechts geleden werden ze vervaardigd, omdat et afbeelden van dieren althans zo nemen we thans wel aan de rehistorische mens moet hebben geholpen bij de jacht. I «8» M r 1? Goed opgezette en nauwkeurige serie 0 Israel/Ruth Örkin US.A./Suzanne Arms I U^.A./Suzsrme Szasz Een van de vele wonderlijke vondsten in Qata! Hüyük, een stedelijke nederzetting uit het eind van het zevende, begin zesde millenium v. C Talrijke beeldjes van allerlei aard werden er vaak nog zeer gaaf aangetroffen. Dit stelt vermoede lijk een godin voor, die een kind ter wereld brengt. Twee katachtige dieren, vermoedelijk luipaarden, steunden haar aan weerszijden. schijnen delen op lijken te wijzen: deel 5 - de Romeinse en Perzische wereldrijken, deel 6 - Europa van Steentijd tot Noorman nen en deel 7 - De vroeg-christelijke wereld en de islam. Detail van een os uit Lascaux. Duidelijk is te zien hoe de prehistorische kunstenaar zijn onderwerp behandelde Hij tekende met houtskool of man gaan alleen de omtrek van het dier zonder een teken van aarzeling. Deze dieren zijn in grotten van Lascaux vele malen afgebeeld. Aparte hoofdstukken over toegepaste tech nieken in architectuur en kunst vormen een van de sterke kanten van Bronnen van onze bescha ving. Deze reconstructie toont hoe in de oudheid muurconstructies werden vervaardigd: koevoe ten voor het op de juiste plaats brengen van de steenblokken en klampen voor de bevestiging. registers achter in de verschillende delen en de zogenaamde „verhalen in beeld”, die de leergierige lezer na elk hoofdstuk vol terzake doende informatie een extra dosis illustratiemateriaal verschaft. Zo wordt een verhaal over de eerste landbouwge- meenschappen in de vruchtbare halve maan (het Midden-Oosten) gevolgd door fraai beeldmateriaal over Qatal Hüyük, een nederzetting in Voor-Azië, die belang wekkende vondsten heeft opgeleverd. van de honderdduizenden mensen die bui ten hun eigen schuld, weggerukt van huis en haard, moeten leven in een vreemd land. Armoede, ellende en werkloosheid dwong ze duizenden kilometers te reizen om een graantje mee te pikken van de welvaart in westerse landen. We kennen ze toch allemaal. Ze zijn goed voor het vuile werk waar wij ons te verheven voor voelen. We hebben geen weet van het schijntje dat ze verdienen, geen benul van hun uitzichtloos bestaan. I US.A./Joe Rainaldi nomen naar Marokko, Turkije, Spanje, Joegoslavië, Griekenland, Portugal, Italië en Tunis om met de neus gedrukt te wor den op een totaal andere wereld. Daarna de beelden van de gastarbeiders in Neder lander wordt vervaardigd. Opnames in smerige pensions met torenhoge stapelbe dden, maar ook herenigde gezinnen in een huis in een rijtje, waar naar eigen riten en gebruiken wordt geleefd, gedanst en gebeden. „Eigenlijk willen we niets met ze te maken hebben", zo staat ergens in het boek te lezen. „Uit onbegrip wordt haat Op bronnenonderzoek als uitgangspunt van een toch duidelijk als populair-weten schappelijk bedoelde uitgave valt weinig af te dingen, integendeel. Er zijn weinig goede boeken in dat chapiter voor handen en voor een goed geredigeerde en bijzon der fraai geïllustreerde serie als deze be staat dan ook alle ruimte. De geschiedenis van de beschaving is een wat lastiger te hanteren uitgangspunt, omdat daarbij de kunstbeschouwing om de hoek komt kij ken. In tegenstelling tot cultuur en cultuur geschiedenis zijn kunst en beschaving las tig af te bakenen begrippen. Cultuur is niets anders dan een verzamelbegrip voor alles wat de mens voortbrengt. Kunst en beschaving beslaan in ieder geval een beperkter terrein; het zijn bo vendien zaken die zich sterk persoonlijk en subjectief laten ervaren. Wat kunstzin nig of beschaafd is voor de een, hoeft het niet voor de ander te zijn. Een gebruiks voorwerp uit het oude Egypte kan voor de twintigste-eeuwse mens zoveel kunstzin nigs bevatten, dat die het nauwelijks meer zal herkennen als van nut voor de functie waarvoor het oorspronkelijk werd ver vaardigd. Subjectiviteit speelt dus een grote rol in de beschavingsgeschiedenis, zeker als die gekoppeld wordt aan een westers wereld- model, waar de titels van de nog te ver- Op soepele wijze worden de verschillen de stadia die de evolutie van de prehistori sche mens omvat, vervolgens uitgespit. De mens was achtereenvolgens verzamelaar, jager en visser en boer; een ontwikkelings gang die hem voortdurend minder afhan kelijk van zijn omgeving maakte en omge keerd evenredig zijn invloed daarop deed toenemen. Een drietal zaken onderschrijft de zorg vuldigheid waarmee de auteurs te werk zijn gegaan. Zo gaat men niet achteloos voorbij aan de geschiedenis van de archeo logie, die in dit deel onder meer verhelder end wordt gepresenteerd in een hoofdstuk over de pioniers van de archeologie in het Midden-Oosten. Voortreffelijk zijn ook de 4 -rf 7 Hoe verder we teruggaan in de ge schiedenis, des te minder bronnen er voor handen zijn. Het omgekeerde levert voor de historicus problemen op voor het afwe gen van wat wel en wat niet essentieel is voor een populair-wetenschappelijke se rie. In het tweede deel, de vroeg-Griekse culturen en het Midden-Oosten beschrij vend, heeft men het evenwicht schijnbaar moeiteloos weten te bewaren. Dat zal wel niet in de laatste plaats verband houden met de traditionele bemoeienis van Britse archeologen met de belangrijkste vind plaatsen in die gebieden. Vooral Kreta, Thera en de ontwikkeling van Mycene worden zo verdiend in het juiste perspec tief geplaatst. Apart wordt ingegaan op de studie van oude schriftsoorten, zoals Michael Ventris’ ontcijfering van het Lineair-B, dat histori ci en archeologen een schat aan bruikbare gegevens heeft opgeleverd. Zeer waarde vol is ook het hoofdstuk over de geschiede nis,van de archeologie in Mesopotamië, het huidige Irak. Deel drie van Bronnen van onze bescha ving, Egypte en het Beloofde Land, en deel vier, De klassieke Griekse wereld, onder scheiden zich over het algemeen minder van wat op dat gebied tot dusver is ver schenen, al bestempelen juist de al eerder gememoreerde „verhalen in beeld” deze uitgave tot een rijk bezit voor de boeken kast van de middelbare scholier of de geïnteresseerde leek. Met veel smaak en gevoel voor esthetica heeft de redactie uitgekiend fotomateriaal bijeen weten te brengen. Van groot gewicht is tenslotte het vijfde hoofdstuk in het deel over de klas sieke Griekse wereld. Het verraadt veel oog voor de vindingrijkheid (exposé over de gebruikte technieken) en het vakman schap waarmee de kunstzinnigheden van de Griekse beschaving tot stand werden gebracht. Al moet me van het hart dat het element van de Griekse nalatenschap, iets wat toch centraal zou behoren te staan in een uitgave met een dergelijke titel, wat aan de beknopte kant is gebleven. ATLAS scheidt zich van standaardwerken op het gebied van de wereldgeschiedenis door op een tweetal elementen van de ge schiedschrijving nadruk te leggen, te we ten bronnenonderzoek (archeologie) en be schavingsgeschiedenis. Wat dat betreft dekt de vlag Bronnen van onze bescha ving immers de lading dus wel. Twee belangrijke punten van kritiek mogen dan wat de opzet van deze reeks betreft niet worden verzwegen. Het woord je „onze” in de titel van de serie legt de nadruk op een traditioneel-westers we reldbeeld en zo die keuze al verdedigd kan worden, ontbreken er toch enkele delen aan het geheel. De bronnen van „onze” Westeuropese beschaving liggen toch ze ker ook in de renaissance, wortelen in de vroeg-kapitalistische huishouding van de late middeleeuwen en hebben toch zeker in de verlichting wijzigingen ondergaan? Ondanks deze manco’s kunnen we de loftrompet steken over de nauwkeurigheid waarmee de auteurs een onvoorstelbare hoeveelheid historisch feitenmateriaal hebben gerangschikt. In het eerste deel, De mens in de prehistorie (dus de tijd waarvan geen geschreven bronnen over geleverd zijn) heeft men gekozen voor een aantrekkelijk uitgangspunt om de ont staansgeschiedenis van de mens en wat ons daarover bekend is toe te lichten. Al dadelijk in het eerste hoofdstuk, Op zoek naar de eerste mens, wordt het con flict tussen aanhangers van Darwins evo lutietheorie en degenen die onder invloed stonden van het bijbelse verhaal over het ontstaan van de aarde, als een aardig opstapje gebruikt om de lezer in te voeren in de denkwereld van de archeoloog en bekend te maken met zijn vakgereedschap en hulpmiddelen en zijn cultuurvisie. Voor wat dat laatste betreft leggen de schrijvers bepaald niet ten onrechte een zwaar ac cent op de relatie tussen de leefomstandig heden van de hedendaagse primitieve mens en zijn prehistorische voorvaderen. Geschiedenis beschrijven is, zo stellen m even relativerend vast, een uiterst pa- Idoxale bezigheid Hoe compleet je ook >ogt te zijn, het beeld is nooit werkelijk Bladerend in de vier eerste van de in taal zevendelige serie Bronnen van onze schaving, die Agon Elsevier de laatste aanden gestaag het licht heeft doen zien, et de lezer er verstandig aan genoemde erwegingen in zijn oordeel te betrekken, ant de suggestie van perfectie is bij deze tgave sterk aanwezig. Het is een onder leiding van dr. Guido eters en Tonny Jongejans bewerkte uit we van een oorspronkelijk Engels werk, aarvan Courtland Canby de algemeen sdacteur was, maar die onder auspiciën an een deskundige commissie van advies )t stand gekomen is. Professor David fates, een autoriteit op het vlak van de festers-Aziatische archeologie en verbon- en aan het Archeologisch Instituut van e Universiteit van Londen, was een van e adviseurs. De tot nu toe uitgekomen delen zijn als olgt getiteld: deel 1 - De mens in de W rehistorie, deel 2 - De vroeg-Griekse cul- aren en het Midden-Oosten, deel 3 - Egyp- een het Beloofde Land en deel 4 - De iassieké Griekse wereld. De serie onder- echts 20.000 jaar oud, stellen we met ruk, want wat zijn nou 20 millennia op naar alle waarschijnlijkheid toch ze- reen vier miljoen jaar omvattende evo- jegeschiedenis van de homo sapiens of- *el de menselijke soort? En vergeleken et de miljarden jaren beslaande ont- lansgeschiedenis van moeder aarde ver- udt zich 20.000 jaar als enkele seconden I vierentwintig uur. Maar de beleving n de historie lijkt niet alleen met een in e opzichten vertekend, maar ook nog ns met een vervaagd beeld te kampen te bben. Dat laatste maakt min of meer onder- el uit van het beroepsmatige trauma van historicus. Hoe hij ook graaft en pluist t verleden kan toch nooit in al zijn Cetten tot leven worden gewekt. Hetzelf- geldt bijvoorbeeld ook voor het blade- n in het familiefotoalbum, een al sinds ikele generaties in stand gehouden zon- agmiddagse tijdspassering. Oudtante |ep mag dan met haar markante hoofd en laar indrukwekkende postuur op enkele ekjes van voor de Tweede Wereldoorlog ijken, maar de tweedimensionale, wat rgeelde 13 maal 9 zwartwitafdrukjes rhullen haar karaktertrekken en eigen- irdigheden voor het nieuwsgierige nage- icht. En toch blijft het bladeren in een loboek een genoeglijke bezigheid voor sg en oud. U Hij kwam als toerist. Bleef langer dan Via het Kijkboek, dat voor vier gulden was toegestaan. Om hier te werken. Om vijftig te koop is, worden we even meege niet langer in armoede te leven. Het re- tourbiljet naar huis is al lang verlopen. „Nu ben ik hier illegaal. Heb geen adres. Geen naam. In de nacht werk ik in de haven voor een koppelbaas. Ik ben nooit ziek, mag nooit ziek worden, want voor landse fabrieken. Het blijkt dat ons natio- mij geldt: Wie niet werkt, wordt niet be- naai produkt met trots door menig buiten- taald. Soms slaap ik bij vrienden, maar niet lang. Steeds weer is er die angst, dat ze me eens zullen oppakken. Die angst om ontdekt te worden. Om weer te weten wie je bent. Een illegale gastarbeider." Dit is een van de kemachtige en onthul lende teksten die de 121 foto’s begeleiden van het schrijnende „Kijkboek over gast arbeid” van Robert de Hartogh. In een reeks van verbijsterende beelden, gevan- geboren. We kunnen niet die duizenden gen door dertien verschillende fotografen, medemensen negeren. Al zolang wonen we trekt het leed van de buitenlandse arbei- samen in hetzelfde huis. Toch kennen we der en zijn gezin voorbij aan de nietsver- elkaar bijna niet. Spreken een andere taal, moedende kijker. Een boek om stil van te Leven gescheiden. Misschien wel daarom worden, waarin het verhaal wordt verteld dit boek”. Het is een uitgave van het Nederlands Centrum voor Buitenlanders. Voor f 4,50 verkrijgbaar bij de Stichting Welzijn Bui tenlanders Regio Haarlem, Zijlweg 152 of Lutulistraat 140 in Hoofddorp. THEO VAN DER KAAM Frankrijk/George Tourdjman *3 - ••V. ■I X ji r S

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 31