Een Een gloednieuwe Algemene Geschiedenis der Nederlanden '1 Alles draait om de gril De wonderlijke reis van Mohammed in Antiekencyclopedie is nog geen standaardwerk miniaturen I 11 I LAATSTE DEEL VERSCHIJNT IN 1982 WERKMANSBOEKJE i t do i Zwi An 1 w I ii Socia MAGNIFIEKE UITVOERING MAAR STORENDE TEKORTKOMINGEN ras 1 EROTISCH WOORDENBOEK ;i a aü 1852. I Veertii peloton, „is ieme I kwaliteit» I finale in I aam sc I find dat I it krijg j iven er ent is g want wa e haren nenselij 1 1 IN NAVOLGING van het buitenland waar antiek al even zeer in de belangstelling staat als in ons eigen land, heeft uitgeverij Elsevier een prestigieuze encyclopedie op de markt gebracht die gewijd is aan dit culturele ver schijnsel: Elseviers Grote Antiekencyclopedie Als basis diende Collins Encyclopedia of Anti ques (verschenen bij Collins in Londen en Glasgow) dat door Jacqueline Ebeling, Hen riette Heldring en Paul Hendrikse werd ver taald en op Nederlandse leest werd bijge schoeid. De uitgever heeft zich voor dit boek veel moeite getroost: de omvang doet niet onder voor een gemiddeld deel van de be faamde Winkler Prins-encyclopedie, de hon derden kleuren- en zwart-wit illustraties zijn van een magnifieke kwaliteit. Het grote nadeel van het be spreken van „deelboeken” de len van een serie geschiedkundi ge boeken, die een totaal vormen is duidelijk. Je krijgt een brok van het totaalwerk onder ogen en tegelijk een brok, al of niet vrij willekeurig, gelicht uit de historie. Zo is het ook, nu ik het twaalfde deel voor me heb liggen van de „Algemene Geschiedenis der Nederlanden”. Het handelt over de periode 1840 tot 1914 van onze vaderlandse (en Belgische) historie en maakt deel uit van de sector „Nieuwste tijd”. Hoewel je natuurlijk al een indruk krijgt van de opzet van de totale Algemene Geschiedenis der Nederlanden (dat twaalfde deel geeft prima informatie, vaak zeer gedetail leerd ook over de mensen in dat sombere tijdvak rond de eeuw wisseling) blijft het nog een gis sen. Daarom lijkt het me zinvoller het verschijnen als zodanig van dat twaalfde deel als een start te zien en daarmee alle aandacht te geven aan de opzet van deze allernieuwste „geschiedenisbij- bel” der Nederlanden. Over de inhoud later uitvoeriger als er meerdere delen zijn uitgekomen. S c EZ) a ■i: PROV1NT1E OOST-VL.AENDEREN. GEMEENTE Ei» Komnglyk besluit tan den 10 Notetnber 1845. <9. w M r HANS ROMBOUTS IBV 9; Het „Erotisch woordenboek” is samen- i De Miraj-Nameh is dus de legende van Mohammed's tocht. H.R. 1 HANS ROMBOUTS Een van de miniaturen over de hemelvaart van Mohammed uit het gelijknamige boek. r MM ST. NIKOLAES, Drukkery van A. BRUERS, Ankerstrael, N.” 62G. Mohammed werd van Mekka naar Jeruzalem gevoerd door de engel Gabriël (de engelen waren bepaald niet het alleen-bezit van christenen) en vandaar naar de zevende hemel, waar hij het Godsdiensten zijn niet alleen van betekenis geweest of zijn dat nog voor het religieuze en maatschappelijke leven, maar ook voor het vergroten van culturele rijkdom. Mystiek, ere dienst, overleveringen; het zijn zaken, die bijna culturele bron nen op zich zijn geweest. En het merkwaardige aan de grote godsdiensten is, dat zij zoveel hoofd- of/en bijzaken gemeen hadden, ook op dat vlak van mystiek en overlevering. Legendes over wonderbaarlijke tochten naar de hoogste hoogten van hemel en gelukzaligheid, vindt men in bijna alle geloofsge meenschappen. En die legendes werden vaak genoteerd in woord en beeld. Ook in beeld, hoewel diverse godsdiensten het uitbeelden van menselijke schepselen als alleen aan God toeko mend, dus voor de mens ongepast beschouwden. Gelukkig zouden we zeggen, heeft men daar nogal eens de hand mee gelicht. Daardoor kon het gebeuren, dat we schitterende minia turen bezitten van vroegere meesters uit de islamitische we reld, die de legende van de Grote tocht van de profeet Moham med, een mystieke hemelvaart, hebben vastgelegd. Uitgeverij Het Spectrum bracht die miniaturen (met een duidelijke toe lichting) uit in „De hemelvaart van Mohammed.” goddelijk wezen mocht aanschouwen. In deze verukkelijke nacht van de Miraj zag de profeet en stichter van de Islam de bevestiging van zijn goddelijke zending. Het gebeuren werd kernthema van talrijke prachtige verhalen, waarin legende ver weven werd met extase. In het voorliggende boek van Het Spectrum is de versie aange houden die het meest in omloop is en ook de inhoud vormt van het verluchte handschrift in de Bibliothèque Nationale te Parijs. De Miraj-Nameh is een fraai staal van Timoeridische kunst, vol diepe religiositeit en innige mystieke bezieling. Zij bestaat uit 61 miniaturen plus handschrift. De technische uitvoering van de Nederlandse uitgave is uitste kend, volgens de traditie op dit gebied van Het Spectrum. De prijs bedraagt 135. DEK W E RKG ASTEN. rijtjes die vaak voor antiek moeten doorgaan, maar in esthetische zin veel tekort komen, worden met dienovereenkomstige normen behandeld. Een encyclopedie als deze weet dan ook goed het kaf van het koren te scheiden en verdient daarom ook veel lof. voort op de verzameling erotische woor den, die dr. G. Boekenoogen al had aan gelegd, in het begin van deze eeuw. Ze voegden er ongeveer2000 termen aan toe. want daarmee wordt een scheidslijn tussen wat gemeenlijke oude kunst heet en antiek ook niet duidelijk. Die grens ligt heel moeilijk, maar als een encyclopedie wil uitgroeien tot een gezaghebbend instituut dan zullen de samenstellers ervan toch eerst moeten uitmaken waarover ze het zullen hebben. Soms worden die grenzen wel duidelijk. Een schilder als Rembrandt valt onder oude kunst en wordt als zodanig ook niet behandeld. Een Rem brandt kan (tinnen drinkkan uit de 17e eeuw, het verband met de naamgever is onduidelijk) daaren tegen wel. Voor zover is dat vanuit een duidelijke optiek gedaan. Anders wordt het als de schilder David de Teniers de Jonge uitvoerig wordt behan deld. Naar hem zijn zogenaamde Teniers-tapijten genoemd, de wevers gebruikten zijn composities als voorbeeld. Een dergelijke begrenzing is dan wel heel erg eng: er zijn genoeg schilders wier werk anderen ten voorbeeld heeft gestaan, maar die in deze encyclopedie niet worden genoemd. De encyclopedie laat zich uitstekend als lees boek gebruiken: iedere grote stijl wordt in het kort maar duidelijk uitgelegd, vergezeld van een of meer goed uitgekozen afbeeldingen. De auteurs hebben zich niet laten leiden door voorkeuren die momenteel in zwang zijn; het echte goede antiek wordt breed uitgemeten, bric-a-brac en rommela- Wat die Timoeridische kunst betreft: dat was een synthese van elementen van verschillende herkomst: eigen Centraal-Aziati- sche en Perzische waarden en technieken met duidelijk Chinese en Indische invloeden (je ziet bij deze miniaturen ook de groei naar het weergeven van perspectief). De Chinese sporen zijn herkenbaar aan o.a. de perfectie tot in het kleinste detail. De miniaturen zijn harmonisch van kleur, warm, feeëriek, rijk ook door een schitterend gebruik van goud en zilver. De figuren zijn niet uitbundig neergezet. Geringe bewegingen van hoofd, lede maten of de stand van de ogen geven hun gevoelens weer. De kledij van de personnages stamt uit de Mongoolse traditie: lang en meestal effen van kleur, sobere plooival aangegeven met dunnen lijntjes. Natuurlijk zitten de miniaturen vol symbolen. Men ziet apocalyp tische monsters in de onderwereld, die de verdoemde pijnigen en straffen (daar zijn, zoals bekend, de islamieten niet zuinig mee). Wonderlijk zijn de bonte vogels in het paradijs. Volgens sommige interpretaties van de Koran, het grote boek van de islam, zullen ook de dieren aan het einde der tijden herrijzen. De bedoeling is, dat er vijftien delen van de Algemene Geschiede nis der Nederlanden zullen verschij nen van de hand van zo’n 200 au teurs. De planning is dat er tot 1982 jaarlijks drie delen uitkomen, niet chronologisch. Ieder deel telt onge veer 400 pagina’s met circa 200 illus traties, waarvan vele in kleur. De intekenprijs is 95 per deel. Na het verschijnen 115 per deel. VI enorm n lat ik i gril, het broeken, het kunstje, het kruien Piccardi' vjeei 1 „Ik de Jc kamt de c stem meer KNV schn gen man Free dens Pari', reldl klaa, Free opbr gen het 1 lauu hoe kuni den mee! gele en h mart Hoo geze bani Spa verd Ht negt de o M H van van best H»t Belgisch» arbsldsrsboskj», dat door d» g»m»»nt»b»»tur»n werd uitgegeven om ar beiders op economisch gebied wat wijzer te maken. -1OZO 89W t>b aioiq aud noo De samenstellers geven in het voorwoord de meest gangbare begrenzingen die in de antiekwe- reld wordt gehanteerd: de periode die grofweg ligt tussen renaissance en 1875 (ruim een eeuw gele den dus) voor wat betreft^ het Europese antiek en voor daarbuiten zijn de grenzen aanmerkelijk soe peler genomen. Een werkelijke definitie van het begrip antiek wordt niet gegeven en dat is jammer ..Geschiedenis van de Nederlandse stam”. Tezelfdertijd presenteerden (in 1934) Jan en Annie Romein (- Verschoor) hun „Geschiedenis van de Lage Landen bij de Zee”. Daar mee was de werkzaamheid van de schrijvende historici nog niet com pleet, want H Brugmans redigeerde tussen 1935 en 1938 zijn „Qe- schiedenis der Nederlanden”. Het bijzondere aan deze laatste, voor oorlogse uitgave was dat men met vijf auteurs werkte. Werken met een team had ook op om het dan maar bij de naam te noemen. |l:nnenk' Er is op dit gebied natuurlijk weel wet gefantaseerd. Tegenwoordig moge m het was dan ook geen wonder dat na de tweede wereldoorlog, toen er dui delijk weer behoefte ontstond aan een nieuwe historische visie, een ploegje deskundigen zijn krachten bundelde, ditmaal vier man onder leiding van L. Verberne. E wees, waar het in samenhang met het Engelse broertje werd getoond In het zelfde museum wordt momenteel een tentoonstelling gehouden die aandacht besteed aan het multinationale, maar oorspronkelijk van Luxemburgse komaf bedrijf Villeroy Boch. Het maakte (en doet dat nog steeds) erg aardig aarde werk, zeker in esthetische zin. In deze encyclope die is daar niets over te vinden. Je kan er een willekeurige antiekcatalogus naast leggen om de meest eenvoudige begrippen, die voor de leek toch moeten worden verduidelijkt, te zien ontbreken in dit boek. Een paar voorbeelden: monogram, reta bel, Annunciatie (in samenhang met bijvoorbeeld - reliëf), misericorde, leparello, Mechels, segrijnleer, hokker, cozeuse enzovoorts. Je vindt wel fopglas, maar niet fopkan en dat is toch heel iets anders. Bij lang yao en sang de boeuf staat wel de verta ling ossebloedglazuur, maar er staat geen verwij- zingstekentje. Bij het Nederlandstalige begrip wordt wel een kleurenillustratie gegeven, zodat de speurneus wordt beloond! Een boekwerk dus met een gebruiksaanwijzing en daardoor maar ten dele zijn hoge aanschaf fingsprijs van 99,50 gulden waard. Wie zich be schouwt als een aankomend kenner van antiek geeft het in eerste instantie een goede leidraad, maar de deskundigen zullen zich waarschijnlijk Fred Krippen taalgebruik, schijnt naast een verzame- bintjes resoluut zeg: iedi de kost de wet z den opg er tevee vak nie hard te; tinkel j Een aardig terzijde: de brave, vrome Guido Gezelle, bezeten van veelzijdig pènzelc Hng „gewone” woorden ook een collectie erotische woorden te hebben bijeenge bracht. Die collectie moet ergens achter slot en grendel zitten in Vlaanderen om aan de naam van Gezelle geen afbreuk te doen. Niettemin zijn er wat termen uit deze erotica naar buiten gekomen. Uiter aard vindt men die ook in dit „Erotisch woordenboek”, dat f29,50 kost. Blijft nu en dan vermakelijk hoe men de zaken wilde (of moest?) omschrijven; een ge heimtaal vaak. Vandaar, dat uit het Bar goens woordenboek nogal eens wat over waaide naar deze uitgave. Wellicht had den Koot en Bie bij de samenstelling van hun LP Hengstenbal ook wel graag inza ge gehad in de drukproeven van dit nieuwe woordenboekje. er niet zo maar wat woorden op een rijtjf gezet worden met hun betekenis, maar dat ze ook in een citaat genoemd uw! den. En dan komt men hier Van den! Vondel tegen ofBredero of Slauerhoff on Nabokov, Van Looy en natuurlijk een Jan Cremer, een Louis-Paul Boon of een agne J Jan Wolkers. iiacco.. ie en aa zeer. M< dan wat openlijk de terminologie vont ëe^° alles rond het kloppen gebruiken, vroe Brste ger wist men ook wel raad met het benoe-f^ hém men van het edele liefdesspel en waff1661 no daaraan te pas kwam. Het aardige aan dt^n z'n woordenboeken van Thomas Rap is, he1 Tb staan, pinnenk kat het Borst en fijn te b< lijn die Dat let Bij Thomas Rap is het „Erotisch woor- TOeSer l denhoek” uitgekomen, een zoals men zal reden begrijpen nogal eenzijdig geöriënteeri werkstuk. Alles draait tenslotte om de Het is in dit kader daarom zo'jammer dat het boek een groot aantal tekortkomingen op het vlak van het raadplegen laat zien. Soms ontbreken de meest simpele begrippen, soms zal een liefhebber van bepaalde soorten antiek die niet eens een expert hoeft te zijn, op dit boek afknappen. Ik neem maar een greep uit het vele dat in dit boek niet is te vinden. Misschien is de term „staand horloge”, veelvuldig in de volksmond gebruikt,, niet geheel juist, maar dat kan dan worden uitge legd. In deze encyclopedie ontbreekt de term ech ter. Kijk je onder het onderwerp horloge, dan staat er betrekkelijk veel over staande klokken, maar staand horloge weer niet. Een ander onderwerp: English Delftware, de Engelse vervoeging van ons Delfts aardewerk wordt wel genoemd, het kwalita tief niet veel mipdere Irisch Delftware dat minder bekend is, komt weer niet voor. Is dat chauvinisme bij de oorspronkelijke, Engelse auteurs geweest? Iers Delftware wordt normaal op museum niveau erkend, zoals een tentoonstelling van enkele jaren geleden in het Rijksmuseum in Amsterdam be- iaccott leemaa aan die ien een gesteld door drs. Hans Heestermans, dr. voordig Piet van Sterkenburg en drs. John van noesten der Voort van der Kleij. Zij bouwden Een corl zó wil De vr steeds t ners en met „Di Vand Were, d gang tn loeiend gegroei Hij m lid van waar ze als de b er een i wel blijvend bekommeren over velerlei gebreken. Tot zolang blijft de Elsevier Grote Antiekencyclo pedie een koning eenoog in bet tand der blinden, want veel concurrentie op zijn néuemt beeft dit boek niet. Maar daarmee is het nog geen stan daardwerk geworden. CËES STRAUS Allereerst iets over de ontstaans- geschiedenis van de nieuwe Algeme- 4 ne Geschiedenis der Nederlanden, j die ik gemakshalve verder maar AGN 2 zal noemen. Tot aan 1930 15 greep men terug op Blok’s Ge- lJ schiedenis van het Nederlandse volk. De befaamde prof. P. Geyl werkte van 1930 tot 1937 aan zijn I Die hemelvaart van de Islamitische voorganger heeft veel overeenkomsten met de Divina Commedia van Dante Alighieri, die aanleiding hebben gegeven tot het vermoeden dat er tussen de Divina en de Miray-Nameh sprake van verwantschap zou kunnen zijn. Het kan zijn, dat de Florentijn de islamitische legende via een Latijnse vertaling heeft gekend. Behalve isla mieten en christenen kenden ook de Atlantische en Turkse wereld de reis van Dzjengis Kahn) evenals hindoïsten, boedhis- ten mazdeïsten (Arda Viraf op weg naar de zuiverheid van de wet van Zarathoestra) hun mystieke verhalen over vreemde, wonderlijke tochten. k..... zx-- v v.. «r -HM» In 1949 werd door uitgeverij De Haan het plan geopperd om hét gro te standaardwerk van de Neder landse geschiedenis samen te stel len. Dat moest groots worden aange pakt. De vijfkoppige hoofdredactie, bestaande uit J. van Houtte, J. Niermeijer, J. Presser, J. Romein en H. van Werveke, besloot voor elk onderwerp een specialist aan te trekken. Meer dan honderd auteurs uit de historische vakwereld zouden aan de „Algemene Geschiedenis der Nederlanden” meewerken. In 1958 was de AGN nr. 1 compleet met de aflevering van het twaalfde deel. Op de nogal eens gehoorde kritiek in gaan, dat er eenvormigheid ontbrak '- honderd auteurs, die de vrijheid van eigen invalshoek hadden - heeft weinig zin meer. Die „oude” AGN was al vrij snel uitverkocht en tens lotte alleen nog maar antiquarisch te krijgen. Een logisch gevolg was, dat er weer wijze koppen bij elkaar gesto ken werden om een nieuwe AGN te maken. En dan komen wij aan bij de plannen AGN 2. Uitgeverij Fibula- negentiend» »euw h»d nog In hog» mate het (afbeeldingen uit de Algemene Geachledenla der Nederlanden). De Tweede Kamer tijdena het midden van de Van Dishoeck nam het initiatief. In v,n notabelenaocWtelt 1972 werd de eerste bijeenkomst be legd, waarop besloten werd niet tot een herziene uitgave van de AGN ning nemen de periode vóór de mid- over te gaan, maar een compleet deleeuwen, de tijd daarop volgend nieuw historisch werk te creëren. Er tot aan 1795 en de zogenoemde is tenslotte nieuw feitenmateriaal nieuwste tijd, dus van 1795 tot he- voor handen gekomen, nieuwe ach- den. Wat merkwaardige benamin- tergronden, er is een andere, moder- gen overigens die nieuwe en nere visie op geschiedschrijving ont- nieuwste tijd. Die drie deelredacties staan. De opzet is, dat er drie deelre- werken zelfstandig, ieder op haar dit gebied dus zijn intrede gedaan en dacties zijn, die resp. voor hun reke- eigen manier. O' UT- 1 r 3. r- D C -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 32