.Een ploegleider moet geen schreeuwer zijn
V.. -
WeD DE BRUYNE:
door Peter Heerkens
Zwitserse bank
Antwoord KNVB
Morele klap
Betrokkenheid
I
Knekelhuis
Negen antwoorden
tg
F JÉ
j|
j|
Sociale opstelling
BI
M
I
J Veertien seizoenen wielrenner zijn en zestien jaar als journalist rond het
peloton, hebben het hem geleerd. „Een goede ploegleider”, zegt Fred de Bruyne,
„is iemand die zijn renner op een rustige manier weet te overtuigen van zijn
kwaliteiten. Je moet geen schreeuwer zijn, da’s fout. Er zijn er die tijdens een
I finale in hun volgwagen verschrikkelijk tekeer gaan. Op de deur bonken, uit het
I aam schreeuwen, wild claxoneren. Dat zullen ze mij allemaal niet zien doen. Ik
I find dat zoiets misstaat en het heeft geen zin. Eem coureur die in de finale kapot
jtkrijg je met al dat kabaal niet op gang. Zo’n man moet je rustig toespreken.
iven er langs met de auto. En dan kalm praten. „Wat jij hier aan het presteren
lent is groots. Ik zie dat het moeilijk gaat, maar bijt door. Ze zullen erover spreken,
rant wat hier gebeurt is formidabelZoiets hè Man, daar gaan als coureur
e haren recht van overeind staan. Da’s ongelooflijk. En bovendien: het is zoveel
wenselijker dan dat wilde gedoe.
7/^
a -
-
K'
met „De Omloop van het Volk” (ofwel: Gent-Gent).
Wielrennen is de
|wet van de jungle’
Dat leerde ik van Antonin Magne, mijn
jk een
H.R.
samen-
ins, dr.
in van
uwden
i woor-
id aan-
iw. Ze
an toe. I
koopt dat er geen mens komt, kan z’n zaak
sluiten. Logisch. Maar waarom zou je dan
iemand die het leuk vindt te koersen ter
wijl hij er niks van maakt, financieel veilig
stellen?! Ik vind dat de maatschappij zich
daar niet om hoeft te bekommeren. Na
tuurlijk heb je in een ploeg minderen no
dig om de kopmannen te helpen maar die
minderen kunnen best prima renners zijn.
Maar als je de kwaliteiten van een kopman
mist en je bent als knecht niet sterk ge
noeg, dan versta je je stiel niet en dan moet
je ophouden. Daar wordt nogal eens moei
lijk over gedaan, maar voor mij is er op dat
punt geen misverstand mogelijk. Van de
andere kant zeg ik: renners die je via dit
systeem handhaaft hebben recht op een
goed loon. Maar als er dan een tendens is
en die is er dat ze meteen een Merce
des willen, tja dan kun je over het begrip
goed loon lang praten.
Zelf hield Fred de Bruyne aan zijn car
rière een goede franc over. Maar: zijn
prestaties brachten hem dan ook aan de
top. Als beroepsrenner won hij Milaan-
San Remo (1956), drie keer Luik-Bastena-
ken-Luik (’56-’58 en ’59),-de Ronde van
ken, maar wie die negen directe vragen
van Freek de Jonge en Bram Vermeulen
zo respectloos en „en bagatelle” behan
delt als de KNVB nu heeft gedaan, zet
zichzelf bij het Grootste Vraagstuk dat
met die wereldkampioenschappen in Ar
gentinië verbonden is, smadelijk buiten
spel.
Vlaanderen (’57), tweemaal Parijs-Nice
(’56 en ’58), Parijs-Roubaix (’57) en Parijs-
Tours (’57). Daarnaast boekte hij tal van
overwinningen in criteria en semi-klas-
siekers; hij behaalde etappezeges in de
Tour de France en hij kreeg drie keer de
Trofee Desgrange-Colombo (tegenwoor
dig „Super Prestige” geheten) als de meest
regelmatige prof van het seizoen: ’56, ’57
en ’58.
De kwaliteit van deze erelijst krijgt reliëf
wanneer men er de namen bij haalt van
beroemde tijdgenoten met wie De Bruyne
moest afrekenen: Van Steenbergen, Van
Looy, Coppi, Anquetil, Bobet, Kübler,
Bartali en Koblet bijvoorbeeld. Fred de
Bruyne reed zijn uitslagen bijeen met wat
„karakter” genoemd wordt’.
„Ik woon erg mooi, ik kon mijn ouders
een huis geven en ik heb wat bezittingen.
Door de wielersport verdiende ik goed”.
Vraag 4: Is de KNVB met Jan Zwart
kruis van mening dat het in de straten
van Buenos Aires veiliger is dan in de
straten van Amersfoort?
Guitig antwoord: Voor Jan Zwartkruis
wel!
Serieus antwoord? Iedereen die wel
eens een krant leest weet dat dit een
onzinnige vergelijking is. Het gaat er
bovendien niet om of het voor Nederlan
ders een veilig land is, maar voor de
Argentijnen, en voor hen is Buenos Aires
ongetwijfeld gevaarlijker dan Amers
foort voor de Amersfoorters.
Vraag 5: Kent de KNVB de werkelijke
motieven van een aantal spelers die wei
geren mee te gaan naar Argentinië?
Guitig antwoord: Nee. Wel die van de
vrouwen van die spelers!
Serieus antwoord: De KNVB heeft
geen reden om aan te nemen dat de
opgegeven redenen niet de werkelijke
redenen zouden zijn.
deelname aan de WK in Argentinië dis
cutabel stellen?
Guitig antwoord: Ala de KNVB het al
niet wist, dan had hij het toch zeker
kunnen raden!
Serieus antwoord: Dat is ons bekend.
V kunt daar de KNVB nog aan toevoe
gen, ook wij hebben de deelname discu
tabel gesteld, vandaar dat een antwoord
op uw brief een maand op zich heeft
laten wachten.
Vraag 8: Is de KNVB bereid alsnog tot
een gesprek te komen met de Franse en
Zweedse bonden om de situatie rond de
WK opnieuw te gezien?
Guitig antwoord: Als we in de eerste
ronde in Mendoza worden uitgescha
keld, zijn wij daar zeker toe bereid.
Serieus antwoord: Mochten de Franse
en Zweede bonden daar behoefte aan
hebben, dan zullen we zo’n gesprek zeker
niet uit de weg gaan.
Vraag 9: Realiseert de KNVB zich
voldoende dat een met het bloed van het
Argentijnse volk besmeurde Coupe Jules
Rimet geen pronkstuk in haar prijzen-
kast zal zijn en daar vier jaar als onom
wonden bewijs van lafheid zal staan?
Guitig antwoord: KNVB is mannelijk.
Het Argentijnse vlees dat u eet, is met
heel wat meer bloed besmeurd dan die
beker van de FIFA. Bovendien, als we
hem winnen, zal er meer bloed op zitten
van onze tegenstanders dan van het Ar
gentijnse volk.
Serieus antwoord: Het ligt niet voor de
hand te veronderstellen dat er door het
verspelen van de wereldkampioenschap
pen in Argentinië meer bloed zal vloeien
dan anders. En we kunnen nog altijd
trots zijn op het winnen van het toer
nooi, zonder ons er op te laten voorstaan
dat we er aan hebben déélgenomen.
STOPPER
Er gingen stormen van protest op toen
hij als een van de vele slachtoffers van een
nieuwe bepaling op de toelatingseisen,
geen nieuw jaarcontract kreeg. Talrijke
acties en pogingen onderstreepten de po
pulariteit van Fred de Bruyne die zich ook
mocht verheugen in de steun van krante-
commentaren. Het hielp niet.
„Maar”, zegt hij mild, „ik ben niet boos.
Het was een fijne tijd”.
vrome
Izijdig
rzame-
llectie
eenge-
achter
en om
euk te
en uit
Uiter-
otisch
ij ft nu
zaken
en ge-
•t Bar-
t over-
t had-
ig van
f inza-
n dit
„Ik ben hier voor m’n werk, zei Freek
de Jonge ironisch, terwijl hij in de pers
kamer van het Olympisch Stadion, voor
de aanvang van AjaxJuventus, de
stencils uitdeelde van de brief die alge
meen directeur drs. E. J. van Eijk van de
KNVB aan hem en Bram Vermeulen ge
schreven had in antwoord op negen vra
gen die zij per brief aan de heren Meule-
man en Hogewoning hadden voorgelegd.
Freek vertelde hoe de Spanjaarden tij
dens de internationale bijeenkomst in
Parijs van actiecomités tegen het we
reldkampioenschap in Argentinië, ge
klaagd hadden over geldgebrek. Bram en
Freek hadden toen gezegd, dat zij de
opbrengst van een van hun voorstellin
gen ter beschikking wilden stellen van
het Spaansë actiecomité. Daar werd wat
lauw op gereageerd, tot iemand vroeg,
hoe groot die opbrengst dan wel zou
kunnen zijn? Vierduizend gulden, zei
den Bram en Freek. Dat viel heel erg
mee! Prompt ontstond er in de Spaanse
gelederen gekrakeel tussen het Spaanse
en het Catalaanse actiecomité, want die
marcheren gescheiden op. Neerlands
Hoop heeft toen (sussend en ironisch?)
gezegd dat het geld wel op een Zwitserse
bank gestort zou worden, en dat de
Spanjaarden onder elkaar dan maar de
verdeelsleutel moesten uitdokteren.
Het antwoord van de KNVB op de
negen vragen van Neerlands Hoop, luid
de aldus:
Mijne heren,
Hierbij delen wij u medyi dat uw brief
van 26 januari jl. door het bondsbestuur
van de K.N. V.B. is behandeld. Het bonds
bestuur handhaaft het K.N.V.B.-stand-
„Ik had dat geschenk van de natuur
niet”, zegt hij wanneer het over pure klas
se gaat. „Ik moest er erg veel voor doen”.
Een serie droeve omstandigheden dreven
Fred de Bruyne na alle succes op een
vervelende wijze naar het afbreken van
zijn loopbaan. In de winter van ’59 kreeg
hij een auto-ongeluk waarbij twee mensen
die van achter een bus plots de weg over
staken, om het leven kwamen. „Ik kreeg
een verschrikkelijke morele klap”. In 1960
raakte hij als mede-passagier in de auto
van Willy Vannitsen met wie hij in Frank
rijk een baanwedstrijd had gereden, be
trokken bij een botsing. „Ik zat zes weken
in het gips”. In 1961 leek zijn come-back te
slagen (een overwinning in Brussel-Kuur-
ne-Brussel) maar tijdens Parijs-Nice brak
hij zijn sleutelbeen. „Op doktersadvies ben
ik toen definitief opgehouden”. Bij dat
einde zag zijn blessurelijst er bijna net zo
indrukwekkend uit als zijn serie overwin
ningen: zes hersenschuddigen, drie sleutel-
beenbreuken, een polsbreuk, een gebro
ken schouder en een gebroken knieschijf.
Behalve dat en veel roem, leverde het
wielrennen hem ook financieel het nodige
op.
De populariteit die hij als wielrenner
vergaarde kreeg voor Fred de Bruyne een
sensationeel vervolg toen hij zich als tele-
s-
ifc
SA/;
Ml.
lo
rn,
tit
>n-
)S
jinnenkwam. Het was koud en het regen-
ie en aan de streep waren weinig mensen
leer. Maar Magne stond er „We hebben de
ie vod gewonnen”, riep ie. „Le Disséz was
punt; zoals reeds eerder kenbaar ge
maakt, met betrekking tot de deelname
van het Nederlands elftal aan de eind
ronde van de Wereldkampioenschappen
voetbal 1978. Voor de goede orde zenden
wij u bijgaand een kopie van de brief die
wij vorige week aan een aantal Tweede-
Kamerleden zonden. Hoogachtend, Ko
ninklijke Nederlandsche Voetbalbond.
visiecommentator ging presenteren. Hij
verwierf zich naam en roem door de wijze
waarop hij de wielerkoersen versloeg: met
een grote betrokkenheid.
Naarmate de jaren verstreken werd die
aanvankelijk zo geprezen eigenschap
steeds meer middelpunt van kritiek. Dat
wil zeggen: bij de bovenlaag van de kij
kers. Niet bij de massa. Die bleef hem
trouw, zoals onder andere bleek uit een
actie van een jongen uit het Belgische
Zwijndrecht die 2500 handtekeningen ver
zamelde toen bekend werd dat de BRT
Fred de Bruyne ontslag had aangezegd.
„Fredje” was van het volk. „En voor het
volk”, legt hij uit „Ik heb me altijd bewust
op de massa gericht. Ik hanteerde volks
taal omdat ik een volksjongen ben. Wel
ging ik in het begin lessen in dictie en zo
meer volgen, maar die benadering tot de
wielersport bleef zoals die was: midden
erin. Als ik voor die monitor zat en ik zag
dat spul fietsen, dan rééd ik echt mee in die
kopgroep. Daar was ik met m’n hele gevoel
bij en in het enthousiasme daarover vielen
er wel eens zinnen die taalkundig rammel
den. Maar met mijn technische kennis had
ik veel voor op mensen die het beter zou
den kunnen zeggen dan ik. Mijn doel was
niet zo zeer fraaie zinnen maken maar de
mensen vanuit hun huiskamer overzetten
in het peloton. Men ziet dat een renner zijn
etenszakje weggooit. Waarom doet ie dat?
Waarom ligt ie aan zijn drinkbus te morre
len? Die berg daar: waarom wacht ie nou,
hij ziet toch dat de rest zit te sukkelen? Dat
soort zaken. Als renner maakte ik er een
specialiteit van mijn concurrenten op de
beslissende koersmomenten te bestude
ren. Ik keek naar de stand van hun voeten,
ik lette op de manier waarop ze hun rug
kromden en hoe ze het stuur vastpakten.
Daar leerde ik veel van. Voor de micro
foon ging ik dat overbrengen en uit de
reacties wist ik dat ik daarmee de massa
een plezier deed. Men kreeg inzicht. Maar
ja: het was geen academisch gevormd
commentaar.
ö.inet hém naar het hotel was. „Jij hebt mij
fileer nodig dan hij”, zei Magne en dat is
^een zin die ik m’n leven lang niet vergeet.
Kijk.: het is niet moeilijk om bij de winnaar
Je staan, maar er zijn wanneer de laatsten
binnenkomen, daar gaat het om. Ik weet
kat het is om moe en kapot, scheel van de
lorst en-met minuten achterstand over de
fijn te bollen. Dan moet er een ploegleider
ijn die je opvangt. Wat dat betreft is
Guitig antwoord: Tijdens de WK 1974
in' West-Duitsland is gebleken dat we
Argentinië makkelijk aankunnen. Als
we een militaire dictatuur kunnen verne
deren, zullen wij dat niet nalaten!
Serieus antwoord: We hebben in 1974
ook tegen Argentinië gespeeld en
niemand heeft daar toen bezwaar tegen
gemaakt. In die tijd is ook besloten, dat
het wereldkampioenschap in Argentinië
zou worden gespeeld. De politieke situa
tie was daar op dat moment anders dan
op het ogenblik.
Vraag 3: Wanneer hebben sport en
politiek wel iets met elkaar te maken en
wanneer niet?
Guitig antwoord: als het ónze politiek
is wel, als het de politiek van de poli
tieke tegenstander is liever niet.
Serieus antwoord: Politiek heeft met
alles te maken, dus ook met sport. De
vraag is: waar trek je de grens? Bij het
voetbal zelf is er ook niet maar één
reactie tegen overtredingen van verschil
lende aard. Soms laat je een overtreding
lopen, soms geef je een indirecte vrije
schop, soms een directe vrije schop, soms
een penalty, soms een boeking, soms een
gele kaart en soms een rode kaart. Dat
hangt af van de aard van de overtreding.
Zo hangt het ook af van de aard van de
verstrengeling van politiek en sport, hoe
je er op elk afzonderlijk geval op rea
geert.
Groots en meeslepend wil ik leven,
hoort gij dat, vader, moeder, wereld, kne
kelhuis! Enkele bijpassende dichtregels
van H. Marsman. Het antwoord van Kne
kelhuis Nederlandsche Voetbalbond
(nog met sch!) is allerminst groots en
meeslepend, eerder kleinsteeds en neer
buigend. Je kan natuurlijk uitgaan van
de gedachte: welke verantwoording zijn
wij, bestuurders van de grootste sport
bond van Nederland, verschuldigd aan
die twee snotapen, maar afgezien van
het feit dat die snotapen meer volle
zaken trekken dan de KNVB volle stadi
ons trekt, is er nog het onloochenbare
feit, dat zij voor een zaak staan (de
mensenrechten, de vrijlating van poli
tieke gevangenen, de strijd tegen marte
ling en liquidatie) die ver uitgaat boven
de zaak waarvoor de KNVB staat: de
deelneming van een Nederlands elftal
aan de eindronde van het wereldkampi
oenschap voetbal. Zelfs de traagste her
senen zullen eens de finish bereiken,
waarop zij zullen moeten erkennen dat
hun handel in het licht van de menselij
ke waardigheid heel wat minder gewicht
in de schaal legt dan de handel van Bram
en Freek en Amnesty International.
Daarna kan je dan altijd nog van mening
verschillen over de doelmatigheid van
de verschillende manieren waarop je die
raak van de mensenrechten kan aanpak-
Ik zal de negen vragen nu nog even
herhalen, en daaraan de mogelijke ant
woorden toevoegen, die de KNVB had
kunnen geven. Eerst het guitige ant
woord (de vragenstellers zijn immers ca
baretiers!), daarna het serieuze ant
woord.
Vraag 1: Is het waar dat de KNVB
niet tegen Chili wil voetballen om poli
tieke redenen? (zie VI, nr. 32, aug. ’77).
Guitig antwoord: Chili wil niet tegen
óns voetballen, omdat ze onze nieuwe
regering te rechts vinden!
Serieus antwoord: Wij zullen
internationale verplichtingen binnen de
FIFA niet uit de weg gaan, maar we
peinzen er niet over een vriendschappe
lijke ontmoeting tegen Chili te’arran
geren.
Vraag 2: Als dit zo is, waarom dan wel
in Argentinië, eventueel tegen Argen
tinië?
De vroege februari-koersen aan de Franse zuidkust worden („om vijf uur d’r uit, om acht uur thuis en dat voor vijfentwintig
steeds talrijker en belangrijker, maar voor de beroepswielren- gulden per week”); als coureur stampte hij de vlammen uit de
I ners en hun sympathisanten begint een nieuw seizoen pas echt kasseien om op wilskracht te bereiken wat de klasse niet kon en
Vraag 6: Is de KNVB zich voldoende
bewust van de risico’s die voor officials
en spelers genomen worden en wil zij
zich hierover uitspreken?
Guitig antwoord: Blijkbaar niet, want
anders zouden er niet zoveel KNVB-
officials staan te dringen om mee te
gaan!
Serieus antwoord: In een militaire dic
tatuur zijn de gevaren enerzijds groter,
maar anderzijds zijn de (militaire en
politionele) tegenmaatregelen in zulke
landen doorgaans ook weer groter. Leuk
zijn zulke dingen niet, maar ook in Ne
derland zouden bepaalde groeperingen
(Zuidmolukkers, RAF-aanhangers) het
wel eens nuttig kunnen oordelen door
bepaalde acties tegen voetballers de aan
dacht van de wereld op zich te vestigen.
Vraag 7: Weet de KNVB dat er bewe
gingen in Frankrijk en Zweden zijn die
h woor- 'roe8er ploegleider. Die gaf door zijn op
men zallreden voortdurend een opkikker waar je
ënteeriinorm mee vooruit kon. Ik vergeet nooit
om iat ik in een etappe in de ronde van
Een symbolische foto voor de verhouding tussen twee Belgische wielergroten Fred de Bruyne (links) en Hik van
Looy met het hoofd van elkaar afgewend „Van Looy was mijn grootste rivaal", zegt Fred de Bruyne We hebben
elkaar verschrikkelijk dwars gezeten, maar na onze carrière ontdekten we dat we elkaar in die tijd toch
respecteerden We waren alleen bang voor elkaar Later hebben we dikwijls gezegd ..Wat zijn we toch dwaas
geweest „Rik en ik zijn na onze loopbaan goede vrienden geworden
als televisie-commentator werd zijn uitleg een vertaling die
Vandaag (4 maart) is het weer zo ver. Dan gaat, aan de Einde gericht was op de gewone man. Hij werkte bij de Belgische
Were, de jacht op het grote wielersucces open. In die zich dan op Radio en Televisie (BRT) op jaarcontract welke overeenkomst
rang'trekkende stoet van bont gekleurde renners en altijd luid noodgedwongen afliep omdat werkgever „overheid” een einde
loeiende volgwagens, begint een tussen de wielen tot vedette maakte aan de ontheffingen op de vooropleidingseisen. Die
„groeide Vlaming aan een nieuw wielerleven: Fred de Bruyne. norm ligt op hoog middelbaar niveau terwijl Fredje-van-het-
Hii maakt zijn debuut als ploegleider van Freddy Maertens, volk er een niet afgemaakte studie in het electriciensvak heeft
lid van het elite-groepje der grote favorieten. In de Vlaanders, opzitten. Hij kreeg alle tijd (21 maanden) om uit te zien naar wat
waar ze hem vertederend „Fredje” noemen is hij even populair anders.
als de beroemde coureur die hij onder zijn hoede heeft. Fred is Het werd een ploegleiderschap. „Want wielrennen”, zegt Fred
er een van hun. van het volk. Hij komt uit een arbeidersgezin de Bruyne (47 jaar), „is m’n leven. Daar kan ik niet buiten.
orn iat ik in een etappe in de ronde van
kruien Cardis doodziek van de griep te laat
loemen
eel uxt
ge men
i„ -
n, vroe- srste”- was stomverbaasd dat hij niet
benoe-l
en wat
aanc.
1 is, da.
‘n rij-tn
t, maal
id won
in den
'hoffoj
of een ^a8ne m n grote voorbeeld, samen met
iaccotti die ik bij de ploeg van Coppi
leemaakte. Giaccotti was een soort PR-
nan die ons bijbracht dat we in ons optre-
len een firma, onze sponsor, vertegen
woordigden. Hij leerde hoe we ons correct
noesten kleden en hoe tafelmanieren zijn.
Een combinatie van Magne en Giaccotti,
zó wil ik het gaan doen”.
Fred de Bruyne mag dan voor wielerbe-
grippen ver gaan in zijn sociale opstelling,
grenzeloos is hij daarin niet. „Met de
ileintjeS heb ik geen medelijden” zegt hij
resoluut. Ik stel me niet zo sociaal op dat ik
leg: iedereen die op d’n velo kruipt moet
ie kost kunnen verdienen. Wielrennen is
de wet van de jungle: de zwakkeren wor
den opgegeten door de sterkeren. Er zijn
er teveel die coureur worden terwijl ze het
vak niet beheersen en daar mag je best
hard tegen zijn. Iemand die een bakkers
winkel heeft maar zo’n slecht brood ver-
S
,4-
w
■J s