Ze hebben me de verkeerde God geleerd Lx Het onrecht in de wijngaard opnieuw verteld Driemaal Jezus door Th. J. Koeckhoven Kerk op hol Sociale voorzieningen Ware verhalen do KINDEREN EN GODSDIENST IN door Lea Wijnberg Mierenhoop Normaal Heuvellandschap Eenzaamheid „THE ORIGINAL VISION” Binnen de huid v Wliw'Wi'Rk 1 L Als er een boek verschijnt onder de titel De bijbel heeft toch gelijk, ben ik geneigd te zeggen: de bijbel heeft gelijk. Het woordje toch is goed voor twijfelaars of wetenschapsmensen. Nu hebben we hier te maken met een heruitgave van een in 1955 verschenen boek van de publicist Werner Keller, dat nu in een bijgewerkte editie is uitgebracht bij H. Meulenhoff te Baarn 34,50). Terecht heeft dit werk destijds veel opzien gebaard en veel bewondering geoogst. Het is waarlijk niet gering wat deze niet-theoloog met veel geduld en met eindeloos speurwerk tot stand heeft gebracht. Min of meer toevallig werden in de jaren vijftig enige opmerkelijke archeologische ontdekkingen gedaan in Mari, Ugarit en bij de Dode Zee. De belangstelling van Keller was gewekt en hij besloot, toen hij niets op dit terrein vond, zelf een overzichtelijke en bevattelijke samenvatting der resultaten van het wetenschappelijk onderzoek tot op heden op schrift te stellen. Dat is nu gebeurd en de oogst van deze arbeid ligt opnieuw voor ons in een kloeke, goed verzorgde uitgave. „Ik blijf hier tot ik wegga", zei het kleine meisje. Ze was aan 't spelen in de tuin en wist niet dat ik het hoorde. Het was ook niet voor mijn oren bestemd. Ze zei het een beetje dromerig alsof ze voor zichzelf wilde vaststellen dat er geen tijd bestond, dat blijven overging in weggaan Nu het boek over kinderervaringen „The Original Vision” van de Britse godsdienstonderzoeker Edward Robinson voor me ligt, moet ik aan dat kleine meisje denken. Het staat vol van zulke ervaringen waarin tijd niet schijnt te bestaan en ook de ruimte anders beleefd wordt dan normaal. Voor de auteur geen reden om die belevenissen paranormaal te noemen of mystiek. Hij is zelfs heel voorzichtig met het woord „religieus”, hoewel dit het trefwoord is geworden van heel zijn zoeken. Om i F* Ik VB h nO aarde geeft de bijbel gelijk Paus Paulus VI i, De auteur, Edward Robinson Archiefo, Overigens is het verhaal van de werkers in de wijngaard (prijs 5,50) een heel moei lijk gegeven in deze tijd van cao’s en wao. Of moet de gelijke beloning van de wer kers van het eerste en van het laatste uur worden gezien als een voorloper van onze sociale voorzieningen? Ook mensen die niet of weinig werken krijgen geld om te leven. En dan kan ook vandaag de vraag worden gesteld, misschien door het goed geefse vadertje Staat: Of zijt gij kwaad het geloof de basis is van onze hoop en het bewijs van een werkelijkheid die niet be wezen kan worden. Gelukkig heeft Keiler niet de pretentie dit alles waar te willen maken. Het zou ook niet kunnen. Wel heeft hij wellicht onbe wust de sfeer van het wonder aangetast door nogal wat verklaringen aan te dragen voor tot voor kort onverklaarbare zaken als het manna, het water uit de rots en de doortocht door de Rode Zee. Maar goed, laat dit alles dan verklaarbaar zijn. Het werpt aan de andere kant een helder licht op Gods voorzienigheid, die Israel heeft bevrijd uit Egypte en door de woestijn heeft geleid naar het land van belofte. Een paar jaar geleden ontmoette ik Edward Robinson op een congres van „Interreligio” in Amersfoort. Hij zei bij die gelegenheid, dat een ervaring religieus kan worden genoemd als ze iemand helpt de zin van zijn leven te beseffen, in het licht van een werkelijkheid die de gewone werkelijkheid overstijgt. Hij sprak zacht, maakte de indruk op me van een vriendelijke, rustige man. Het gebouw waarin we zaten stond middenin een bos, het was herfst en door de ramen zag je de vlammende kleuren van bomen en struiken. Het viel me op dat Edward telkens zijn blik van ons naar het herfstbos liet dwalen, ik keek met hem méé en opeens leek het alsof de plooien van de maisgele gordijnen op het podium achter hem boomstammen waren, zonovergoten. Ik maakte toen een notitie: „Robinson, een man alleen in een goudgeel bos”. Waarschijnlijk heb ik zijn voelbare verbondenheid met het echte bos buiten, op het gordijn geprojecteerd. omdat ik goed ben? Je kunt er zo een aardig spel met ernstige ondertoon van maken met in de hoofdrollen de harde werkers en de werklozen. Het bijbelse the ma blijft dan verrassend overeind, maar dat is vanzelfsprekend nooit de zin van deze gelijkenis geweest. Een verklaring is echter wel nodig, want anders denken de kinderen al gauw aan onrecht van de kant van de wijngaard-baas. Het is wel wat laat om de agenda 1978 van het NBG aan te kondigen. In deze zakagenda is bij elke dag een bijbellezing aangegeven volgens het leesrooster Van daag lezen wij. Met plastic omslag kost de agenda ƒ3,25 en zonder 1,75. Uitgever Gottmer te Haarlem heeft drie boekjes uitgegeven over Jezus. De prijs Beeld van apostel Paulus (Centraal Museum Utrecht) Diepe indruk maakte op mij de ervaring van het jongetje bij de mierenhoop. „Opeens besefte ik dat ik voor die mieren zó groot was dat ze me als mier leven. De eenvoudige pelgrim hanteert als enige methode het onafgebroken Jezus- gebed. De sfeer waarin deze man leeft breekt als het ware door de regels door, zodat het lezen een belevenis apart wordt. Het boek vermeldt geen schrijver. Het is even naamloos als authentiek, vooral het eerste gedeelte waarin de zwerver zelf aan het woord is. Het tweede gedeelte bevat korte tractaten over het gebed en het gebedsleven. Deze komen wat theoretisch over na het eerste deel waarin de pelgrim als een levende getuigenis van mystieke Godsverbondenheid optreedt. In het tweede gedeelte heb ik een belang rijke passage aangetroffen, die hemel en aarde, bidden en werken goed in even wicht brengt. „De eenzaam levende, zwij- iets, ik had een geheim dat niemand me kon afpakken”. mate het door het concilie uitgestrooi entra? zaad vrucht draagt. Het nieuwe model t ezel lig de kerk als een gemeenschap van pelgri erschr en broeders, ten dienste van de wereld, eweld gaan overheersen. Maar wil een en am 9r.tr.nr rvrvif urarlrnliiIrkrxirl rlnn gaan overheersen. Maar wil een en am ooit werkelijkheid worden, dan moet n wel alle angst en schroom van zich afz ten. Ik geloof dat dit waar is. De kerk^g^ie een of weliswé 's avon Talloze televisiekijkers hebben Eva da Hartog ontmoet in een reeks uitzending! Henry Maule heeft een aangrijpt boek geschreven over Eva den Hartog, j vermaarde Heilssoldate die geen tijd he« om te bidden, omdat zij haar leven i dienst heeft gesteld van haar medemens; nood. Zo kan zij in zekere zin wordt gezien als een tegenpool van de bidden! zwerver. Maar ook voor haar geldt i haar voorbeeld van geslacht tot geslatl kan inspireren. De titel zegt al hoe het Ei den Hartog vergaat: Geen tijd om te bi den, het verhaal van Eva den Hartog.l deze uitgave van Van Holkema Ware dorf te Bussum 17,90) beschrijft Maii sober en indringend het verhaal van d zwakke maar toch sterke vrouw die jan van haar leven heeft gegeven in de strj tegen onrecht, ellende, armoede, hong en dood ii niet gewoon konden zien zoals mijn vriendjes. Ze hadden alleen maar begrip van hun eigen kleine wriemelende wereldje, ik was voor hen een onbe kend en onbegrijpelijk groot wezen dat hen met één klap zou kunnen vernietigen. Ik viel door deze macht die ik had helemaal buiten hun mierenbe grip. Van de mieren keek ik naar omhoog, tussen de bomen door naar de blauwe lucht en de zon. En opeens voélde ik me net zo klein als de mieren tegenover het geweldige wezen boven mij, dat evenver buiten mijn begrip lag als mijn persoontje buiten het begrip van de mieren. Ook op mij keek iemand neer, een reusachtige waker, God. Zou hij denken dat ik van zijn bestaan even weinig af wist als de mieren wisten van mij? In een flits zag ik iets wat ik normaal niet zag, het was of de deur van de eeuwigheid op een kier stond. Wat me steeds is bijgebleven is het besef dat ik van dat grote onbegrijpelijke geheel niet alleen deel uit maakte, maar dat het zónder mij niet helemaal af was. In die woorden heb ik het als kind natuurlijk niet uitgedrukt, wel herinner ik me mijn opwin ding over mijn wonderbaarlijke ontdekking. Ik holde het huis in en riep: „We zijn mieren, en we lopen over de buik van een reus!” Moeder begreep er niets van, maar dat kan me niet schelen. Ik wist Nee, 1 mgevii e ene en gev rede b ant ee 'oonbu an de i jke zir De oc weede et Bezi aag v lent v laagse izen w ombar 'el goe erkeer 'orden utorite irnen e bev lieuwn iet te Het bijzondere van het Oxfordse onderzoek schuilt, voor zover ik dat uit de eerste publikatie „The Original Vision” kan beoordelen, in de opvat ting, dat de religieuze ervaring bij de normale ontwikkeling van het menselijk bewustzijn be hoort. Er is niets geks of ongeloofwaardigs aan. Waardoor deze vorm van verhoogd bewustzijn niet te verwarren met het high zijn door drugs dan buiten spel gezet? Een vraag en een vraagstuk die zich na lezing van dit interes sante boek aan je opdringen. I Edward Robinson, broer van bisschop John Ro binson, de man die in de zestiger jaren zó „eerlijk voor God” (Honest to God”) wilde zijn dat hij tal van theologen een shock bezorgde, is direkteur van het Instituut tot onderzoek van de Religieuze Ervaring, aan het Manchester College te Oxford. Hij volgde in deze functie de stichter van het instituut op, de bekende zoöloog Sir Alister Hardy, auteur van fascinerende boeken over zee-ecologie en over de evolutie van de mens. Hardy’s jongste boek gaat over de „Biologie van God”, hij is nu bezig aan een manuscript over de spirituele aard van de mens. Van hém kwam het idee, een oproep in de kranten te plaatsen tot het onthullen van persoon lijke religieuze ervaringen. Ongeveer vijfduizend lezers reageerden. Een grootscheepse enquête volgde, het resultaat was een stapel van vier- tot vijfduizend verslagen van spontane religieuze er varingen. Ze liggen in de kluis van het instituut, een kostbaar, onvervangbaar materiaal voor een zeer bijzondere studie. Wel niet een unieke de Amerikaanse godsdienstpsycholoog Willlam Ja mes ging hem aan het begin van deze eeuw met zijn standaardwerk „Varianten van religieuze be leving” vóór. Zij kunnen dit relaas in dit boek opnieu lezen tegelijk met het verslag van haa optreden in de Kongo en in Vietnam. Ev den Hartog komt naar voren als een zJ gelovige vrouw die wel degelijk bidt, mal die er aan de andere kant van overtuigd! dat de zaak van het christendom slech] kan worden gediend door praktische naJ tenliefde. Dat is bijna helemaal waar, a| we het verhaal van de zwervende pelgri ernaast leggen is het beeld van de wal mens volmaakt, het beeld van de bidden en werkende mens, van de volmaakte col binatie van contemplatie en actie, van hfl ria en Martha samen. 1 per deeltje bedraagt 9,50. De titels luiden Jezus is gekomen, Jezus bij ons en Jezus blijft bij ons. Auteurs van de eerste twee boekjes zijn Martine Douillet en Gene- viève Guilhem. Het derde is van Jean- Louis Ducamp. Philippe Joudiou tekende voor alle illustraties en Gerda de Vrieze verzorgde de vertalingen. De onderwerpen zijn achtereenvolgens Jezus’ geboorte, zijn leven tussen de mensen en de verbreiding van zijn leer. De boekjes zijn geschikt voor kinderen van vier tot zeven jaar om gele zen of voorgelezen te worden, thuis en op school. De toon van de boekjes is wat moralistisch, zo van: jullie moeten lief zijn voor elkaar. Dit is geen al te groot be zwaar, want de overige tekst maakt veel goed. Vooral de illustraties een soort kleurige collages zullen de kinderen aanspreken. De verhalen zijn goed en so ber verteld. Een paar kritische kantteke ningen zijn echter wel nodig bij een reeks verhalen die in kort bestek ongeveer het' hele Nieuwe Testament willen brengen. De positie van Jezus als Zoon van God wordt wel sterk benadrukt. Verder staat ergens in de tekst dat Jezus niet kan sterven, terwijl het Nieuwe Testament duidelijk spreekt over Jezus die is gekruisigd, ge storven en begraven. Paulus worden de woorden in de mond gelegd dat Jezus onze vader is, maar Paulus noemt ons immers broeders en zusters in onze heer Jezus Christus en door hem zijn wij kinderen van God onze Vader. Verder wordt hef pinksterwonder wel aangeduid, maar niet verteld. Als Paulus in Athene praat over de onbékende God, zegt hij niet dat Jezus die God is. Evenmin dat Jezus onze vader is, terwijl Jezus toch zo duidelijk heeft gezegd dat God onze Vader is. Dit zijn eigenlijk wel ernstige fouten. Jammer, want het verhaal van Jezus is voor het overige toch zo fijn verteld. „De irissen en de madeliefjes waren hetzelfde als ik”. „Het gevoel van een wonder, van licht, ik was erg blij”. „Zuiverheid, koelte, de koelte en de geur van stenen en bossen en ook hoe ze in elkaar zaten; ook het water en de sleutelbloemen en de vogels; overal zat het Leven in, ik wist niet hoe ik daarbij kwam”. „Het was zomeravond, de fijne nevel die op kwam was als een glinsterend weefsel en daarin straalden de sterhyacinthen als kooltjes vuur. Op een goed ogenblik was ik die hyachinthen, ik had mijn eigen plaatsje in het grote weefsel van het leven. Dat visioen verliet me nooit”. „Opgaan in iets groters dan ikzelf”. Ook opgaan in de tijd: „Ik was zeven jaar, maar waar was ik dan acht jaar geleden?” „Ik voelde me opeens verschrikkelijk oud en vol van tijd”. De natuur komt overstelpend, blij en sereen als een Engels heuvellandschap, uit zijn boek op je over. Edward Robinson beperkt zich in zijn studie, tot de religieuze ervaringen die volwassenen zich uit hun kindertijd herinneren; hij selecteerde er vijfhonderd. Erg belangrijk is voor hem en daarnaar vroeg hij ook in de enquête of de ervaring het ogenblik overleefde. Bleef ze de erva rende bij, werd ze door andere dergelijke ervarin gen gevolgd of kwam ze later met een schok van verrassing terug om de mens in moeilijke tijden te troosten? Sommige herinneringen gaan tot de kleuterleeftijd terug, een enkele zelfs tot de baby- fase, de meeste tot de periode tussen vijf en elf jaar. Veel ervaringen hebben plaats in de natuur. Op elke pagina ontmoet je wel een kind ver- droomd in een tuin, liggend in een wei, turend naar de lucht, bezig met bloemen, meestal alleen en zich vereenzelvigend met planten en dieren. „Ik wist op een moment dat mijn wezenlijke zelf een deel van de bomen was, van de zonneschijn en ook van de rivier.” De Pot over het zo zwaar getroffen Bangladei tpoorwe Dat is dan de buitenkant. Maar de in houd komt neer op een soort bijbelse ge schiedenis vanaf Abraham tot en met Pau lus: het verhaal dus van Israel, geput uit de bodem van moeder aarde, uit musea, uit bibliotheken en natuurlijk uit de bijbel zelf. Opnieuw maken we de tocht door de geschiedenis die overal zijn sporen heeft achtergelaten en die op vele plaatsen we tenschappelijk controleerbaar is. De bijbel heeft dus toch gelijk. Het Ur der Chal deeën van Abraham heeft bestaan; de Arameeërs of Hebreeën zijn in Egypte geweest en hebben lang door de woestijn gezworven; manna en kwartels zijn echt; men kan water uit de rotsen slaan; Jericho is verwoest en de Filistijnen zijn inder daad eindelijk verslagen. Zo komen we aan David en Salomo, algemeen erkend als historische personen en aan de periode na hen, de opkomst en de val van Juda en Israel, Babylonische ballingschap, Makka- beeën, Romeinen, het leven van Jezus, de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Chris tus en de tijd van de eerste christenge meenten. Uit scherven, papyrus, ruïnes en enige veronderstellingen is een nieuw verhaal gegroeid. Een heel boeiend verhaal dat ook nog eens wil bewijzen dat het allemaal waar is geweest. Het verhaal van Keiler heeft zijn beperkingen. Er wordt alleen maar aangetoond dat de archeologie een belangrijk historisch fundament legt on der feiten en personen uit de bijbelse ge schiedenis. Dit is zeker belangrijk, want er kan niet genoeg worden aangetoond dat de bijbel een boek is dat men ernstig moet nemen. Maar boeken als de onderhavige bewijzen niet dat God werkelijk door Mo- zes en de profeten heeft gesproken, dat God zijn eniggeboren Zoon heeft gezonden om de geschiedenis van de mensen een beslissende wending ten goede te geven, dat Israel een bijzondere positie in de wereldgeschiedenis heeft en tenslotte dat Zuster Evar den Hertog in Blangladesj, links Edward Kennedy Met dat geheim begint de eenzaamheid van het kind en ontstaat de kloof met de ouderen, vooral in het godsdienstonderwijs. „Ze hebben me de ver keerde God geleerd”, klaagt een 53-jarige briefschrijver. Van bedoelde kloof getuigt ook de recente godsdienstenquête van de Nederlandse pastor Jan Nieuwenhuis onder middelbare scho lieren. Jan Nieuwenhuis stelt, naar ik uit zijn t.v.- en radio-optreden concludeer, de relatie metr de mens in de godsdienstige beleving van het opgroei ende kind centraal. Edward Robinson spitst zich toe op de religieuze ervaring puur, die tot de gewone belevingswereld van het kind behoort. Zegt hij zoiets tegen gods- dienstleraren, dan antwoorden ze: „Dat zijn zeker uitzonderingen, mijn leerlingen hebben zoiets niet!” Robinson nu wil aantonen dat het verbor gen leven in ieder mens „gewoon” zijn gang gaat. Af en toe komt het aan de oppervlakte, dat zijn de momenten van verhoogd bewustzijn waar vooral het jonge kind voor openstaat, soms zelfs tegeno ver de dood; hieraan is een afzonderlijk hoofdstuk gewijd. Het gaat hier niet om fantasieën, maar om een dieper weten, een herkennen van de eigen identiteit. Vaticaans concilie. Het lijkt me goed kennis te nemen vi dit document, want Hebblethwaite is e man met kennis van zaken, die weet wat in Rome en in de wereld te koop is. B schrijft heldér en overzichtelijk overl kerk na het concilie, de hierna gevolg onrust, de liturgie of wat daarvan overt de politiek, de oecumene en het huwelij Kortom, over de belangrijkste zaken i de mensen van nu raken. De situatie waa in de kerk van vandaag verkeert mj volgens hem zeker worden gezien als crisis, maar geen fatale, want deze beschouwt de auteur als een keerpuntj^^" een loutering, waarin de kerk haar gestalte kan vinden. De volgende 25 jaar, aldus Hebblethw te, zal de opkomst zien van een niet principe van betrekkelijk evenwicht, nai 'n9e'< gende monnik verkeert niet in een staat van daadloosheid en doelloosheid; hij is juist actief en wel op een speciale manier, zelfs meer dan mensen die deelnemen aan het maatschappelijk leven. Onvermoei baar is hij bezig op een geestelijke wijze: hij beschouwt zijn innerlijk, denkt na over de toestand ervan en volgt zijn ontwikke ling. Dat is ook precies de bedoeling van het stilzwijgen. Maar hoe noodzakelijk een en ander ook is voor zijn eigen vervolma king; het is niet minder van belang voor zijn naasten die niet de gelegenheid heb ben zich zonder afgeleid te worden in zichzelf te verdiepen en zo hun inner lijk leven te bevorderen. Zijn erva ringen en zijn stichtende voorbeeld wer ken van geslacht tot geslacht door”. Hier valt niets aan toe te voegen. Gehaaste mensen als wij hebben voorbeelden als deze echte zwerver nodig. Het Wereldvenster te Baarn heeft e® boek van Peter Hebblethwaite uit* bracht. De titel luidt Kerk op hol; de rece te geschiedenis van de rooms-katholiel kerk is de ambitieuze ondertitel. De schn s ver geeft zijn indrukken van de ruim ir^ft Een vrouw schreef dat ze als kind de gedachte had dat grote mensen alleen maar iets binnen hun huid konden waarnemen. Het ligt voor de hand dat het op school en thuis geleerde voor velen totaal verschillend was van wat ze zelf beleefden. Zo gingen ze op twee niveaus leven. Robinson be treurt en kritiseert de vervreemding tussen de I schoolopvoeding en de groei van het religieuze bewustzijn. Wat de kerk betreft, erkent hij de waarde van de traditie waarmee enkele van zijn briefschrijvers hun religieuze ervaring verbinden, i Maar, zo zegt hij, geen kerkgod kan erkend wor-j den zonder dat hij aanvaardbaar is voor de eigen ervaring van de mens. Het kind begint daarmee,] het heeft het eerste gezicht, „The Original Vision”. Dat het zijn geheim moet verstoppen, is Edward I Robinsons verdriet, dat hij het nu mag onthullen, zijn vreugde. Uit het omvangrijke ervaringsmateriaal van „The Reli gious Experience Research Unit” is een tweede boek ontstaan van de hand van Timothy Beardsworth, „A sense of Presence”. Hierin worden verschillende vormen van extase beschreven. Beide boeken zijn verkrijgbaar bij genoemd instituut Manchester College, Oxford, OXI3TD. Achter jaar die zijn verlopen sedert het twee he het vo De ware verhalen van een Russische pelgrim zijn opnieuw uitgegeven. Nu bij Gottmer te Haarlem 19,50). De zwerven de hoofdpersoon is me na jaren nog even sympathiek. Het gaat om een pelgrim die in voormarxistische tijden biddend, wer kend en bedelend door het onafzienbare Russische land trekt als een levend en vaak bezielend voorbeeld van een mens die met hart en ziel, ja met hart en adem verbonden is met Gód, de bron van alle belangrijk genoeg om dit te doen. Er bovendien weinig anders op, wil de kt werken als het zout der aarde en als licht op de berg. Ik ben ervan overtuigd dit boek onr Tien 00 te doen met deze korte beschrijving. Wuitgestc er zijn zoveel boeken en er is zo we: i plaats. Vandaar hier een korte aanbe ling voor dit verhelderende en tevens moedigende boek. Het Nederlands bijbelgenootschap (NBG) en de Katholieke bijbelstichting hebben deel 23 in de serie Wat de bijbel ons vertelt uitgegeven. De titel luidt De werkers in de wijngaard. De tekenaar Kees de Kort heeft het verhaal in beeld gebracht. Achter in het boekje is de volle dige bijbeltekst van dit verhaal afgedrukt. Het is de uitgevers namelijk gebleken dat daarmee hulp wordt geboden aan ouders en andere gebruikers die geen bijbel voor handen hebben. De uitgevers merken op dat deze boekjes tot doel hebben door middel van tekeningen de bijbelse bood schap over te brengen aan kinderen en aan andere mensen voor wie het geschreven woord vaak minder toegankelijk is. De tekst is daarom heel kort gehouden. <S::

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 22