Ze hebben me de verkeerde God geleerd
Lx
Het onrecht in de wijngaard opnieuw verteld
Driemaal Jezus
door Th. J. Koeckhoven
Kerk op hol
Sociale voorzieningen
Ware verhalen
do
KINDEREN EN GODSDIENST IN
door Lea Wijnberg
Mierenhoop
Normaal
Heuvellandschap
Eenzaamheid
„THE ORIGINAL VISION”
Binnen de huid
v
Wliw'Wi'Rk
1
L
Als er een boek verschijnt onder de titel De bijbel heeft toch gelijk, ben ik
geneigd te zeggen: de bijbel heeft gelijk. Het woordje toch is goed voor twijfelaars
of wetenschapsmensen. Nu hebben we hier te maken met een heruitgave van een
in 1955 verschenen boek van de publicist Werner Keller, dat nu in een bijgewerkte
editie is uitgebracht bij H. Meulenhoff te Baarn 34,50). Terecht heeft dit werk
destijds veel opzien gebaard en veel bewondering geoogst. Het is waarlijk niet
gering wat deze niet-theoloog met veel geduld en met eindeloos speurwerk tot
stand heeft gebracht. Min of meer toevallig werden in de jaren vijftig enige
opmerkelijke archeologische ontdekkingen gedaan in Mari, Ugarit en bij de Dode
Zee. De belangstelling van Keller was gewekt en hij besloot, toen hij niets op dit
terrein vond, zelf een overzichtelijke en bevattelijke samenvatting der resultaten
van het wetenschappelijk onderzoek tot op heden op schrift te stellen. Dat is nu
gebeurd en de oogst van deze arbeid ligt opnieuw voor ons in een kloeke, goed
verzorgde uitgave.
„Ik blijf hier tot ik wegga", zei het kleine meisje. Ze was aan 't spelen in de tuin en wist niet dat
ik het hoorde. Het was ook niet voor mijn oren bestemd. Ze zei het een beetje dromerig alsof ze
voor zichzelf wilde vaststellen dat er geen tijd bestond, dat blijven overging in weggaan
Nu het boek over kinderervaringen „The Original Vision” van de Britse godsdienstonderzoeker
Edward Robinson voor me ligt, moet ik aan dat kleine meisje denken. Het staat vol van zulke
ervaringen waarin tijd niet schijnt te bestaan en ook de ruimte anders beleefd wordt dan normaal.
Voor de auteur geen reden om die belevenissen paranormaal te noemen of mystiek. Hij is zelfs
heel voorzichtig met het woord „religieus”, hoewel dit het trefwoord is geworden van heel zijn
zoeken.
Om i
F*
Ik
VB
h nO
aarde geeft
de bijbel gelijk
Paus Paulus VI
i,
De auteur, Edward Robinson
Archiefo,
Overigens is het verhaal van de werkers
in de wijngaard (prijs 5,50) een heel moei
lijk gegeven in deze tijd van cao’s en wao.
Of moet de gelijke beloning van de wer
kers van het eerste en van het laatste uur
worden gezien als een voorloper van onze
sociale voorzieningen? Ook mensen die
niet of weinig werken krijgen geld om te
leven. En dan kan ook vandaag de vraag
worden gesteld, misschien door het goed
geefse vadertje Staat: Of zijt gij kwaad
het geloof de basis is van onze hoop en het
bewijs van een werkelijkheid die niet be
wezen kan worden.
Gelukkig heeft Keiler niet de pretentie
dit alles waar te willen maken. Het zou ook
niet kunnen. Wel heeft hij wellicht onbe
wust de sfeer van het wonder aangetast
door nogal wat verklaringen aan te dragen
voor tot voor kort onverklaarbare zaken
als het manna, het water uit de rots en de
doortocht door de Rode Zee. Maar goed,
laat dit alles dan verklaarbaar zijn. Het
werpt aan de andere kant een helder licht
op Gods voorzienigheid, die Israel heeft
bevrijd uit Egypte en door de woestijn
heeft geleid naar het land van belofte.
Een paar jaar geleden ontmoette ik Edward
Robinson op een congres van „Interreligio” in
Amersfoort. Hij zei bij die gelegenheid, dat een
ervaring religieus kan worden genoemd als ze
iemand helpt de zin van zijn leven te beseffen, in
het licht van een werkelijkheid die de gewone
werkelijkheid overstijgt. Hij sprak zacht, maakte
de indruk op me van een vriendelijke, rustige man.
Het gebouw waarin we zaten stond middenin een
bos, het was herfst en door de ramen zag je de
vlammende kleuren van bomen en struiken. Het
viel me op dat Edward telkens zijn blik van ons
naar het herfstbos liet dwalen, ik keek met hem
méé en opeens leek het alsof de plooien van de
maisgele gordijnen op het podium achter hem
boomstammen waren, zonovergoten. Ik maakte
toen een notitie: „Robinson, een man alleen in een
goudgeel bos”. Waarschijnlijk heb ik zijn voelbare
verbondenheid met het echte bos buiten, op het
gordijn geprojecteerd.
omdat ik goed ben? Je kunt er zo een
aardig spel met ernstige ondertoon van
maken met in de hoofdrollen de harde
werkers en de werklozen. Het bijbelse the
ma blijft dan verrassend overeind, maar
dat is vanzelfsprekend nooit de zin van
deze gelijkenis geweest. Een verklaring is
echter wel nodig, want anders denken de
kinderen al gauw aan onrecht van de kant
van de wijngaard-baas.
Het is wel wat laat om de agenda 1978
van het NBG aan te kondigen. In deze
zakagenda is bij elke dag een bijbellezing
aangegeven volgens het leesrooster Van
daag lezen wij. Met plastic omslag kost de
agenda ƒ3,25 en zonder 1,75.
Uitgever Gottmer te Haarlem heeft drie
boekjes uitgegeven over Jezus. De prijs
Beeld van apostel Paulus (Centraal Museum
Utrecht)
Diepe indruk maakte op mij de ervaring van het
jongetje bij de mierenhoop. „Opeens besefte ik dat
ik voor die mieren zó groot was dat ze me als mier
leven. De eenvoudige pelgrim hanteert als
enige methode het onafgebroken Jezus-
gebed. De sfeer waarin deze man leeft
breekt als het ware door de regels door,
zodat het lezen een belevenis apart wordt.
Het boek vermeldt geen schrijver. Het is
even naamloos als authentiek, vooral het
eerste gedeelte waarin de zwerver zelf aan
het woord is. Het tweede gedeelte bevat
korte tractaten over het gebed en het
gebedsleven. Deze komen wat theoretisch
over na het eerste deel waarin de pelgrim
als een levende getuigenis van mystieke
Godsverbondenheid optreedt.
In het tweede gedeelte heb ik een belang
rijke passage aangetroffen, die hemel en
aarde, bidden en werken goed in even
wicht brengt. „De eenzaam levende, zwij-
iets, ik had een geheim dat niemand me kon
afpakken”.
mate het door het concilie uitgestrooi entra?
zaad vrucht draagt. Het nieuwe model t ezel lig
de kerk als een gemeenschap van pelgri erschr
en broeders, ten dienste van de wereld, eweld
gaan overheersen. Maar wil een en am 9r.tr.nr
rvrvif urarlrnliiIrkrxirl rlnn
gaan overheersen. Maar wil een en am
ooit werkelijkheid worden, dan moet n
wel alle angst en schroom van zich afz
ten. Ik geloof dat dit waar is. De kerk^g^ie
een of
weliswé
's avon
Talloze televisiekijkers hebben Eva da
Hartog ontmoet in een reeks uitzending!
Henry Maule heeft een aangrijpt
boek geschreven over Eva den Hartog, j
vermaarde Heilssoldate die geen tijd he«
om te bidden, omdat zij haar leven i
dienst heeft gesteld van haar medemens;
nood. Zo kan zij in zekere zin wordt
gezien als een tegenpool van de bidden!
zwerver. Maar ook voor haar geldt i
haar voorbeeld van geslacht tot geslatl
kan inspireren. De titel zegt al hoe het Ei
den Hartog vergaat: Geen tijd om te bi
den, het verhaal van Eva den Hartog.l
deze uitgave van Van Holkema Ware
dorf te Bussum 17,90) beschrijft Maii
sober en indringend het verhaal van d
zwakke maar toch sterke vrouw die jan
van haar leven heeft gegeven in de strj
tegen onrecht, ellende, armoede, hong
en dood
ii
niet gewoon konden zien zoals mijn vriendjes. Ze
hadden alleen maar begrip van hun eigen kleine
wriemelende wereldje, ik was voor hen een onbe
kend en onbegrijpelijk groot wezen dat hen met
één klap zou kunnen vernietigen. Ik viel door deze
macht die ik had helemaal buiten hun mierenbe
grip. Van de mieren keek ik naar omhoog, tussen
de bomen door naar de blauwe lucht en de zon. En
opeens voélde ik me net zo klein als de mieren
tegenover het geweldige wezen boven mij, dat
evenver buiten mijn begrip lag als mijn persoontje
buiten het begrip van de mieren. Ook op mij keek
iemand neer, een reusachtige waker, God.
Zou hij denken dat ik van zijn bestaan even
weinig af wist als de mieren wisten van mij? In een
flits zag ik iets wat ik normaal niet zag, het was of
de deur van de eeuwigheid op een kier stond. Wat
me steeds is bijgebleven is het besef dat ik van dat
grote onbegrijpelijke geheel niet alleen deel uit
maakte, maar dat het zónder mij niet helemaal af
was. In die woorden heb ik het als kind natuurlijk
niet uitgedrukt, wel herinner ik me mijn opwin
ding over mijn wonderbaarlijke ontdekking. Ik
holde het huis in en riep: „We zijn mieren, en we
lopen over de buik van een reus!” Moeder begreep
er niets van, maar dat kan me niet schelen. Ik wist
Nee, 1
mgevii
e ene
en gev
rede b
ant ee
'oonbu
an de i
jke zir
De oc
weede
et Bezi
aag v
lent v
laagse
izen w
ombar
'el goe
erkeer
'orden
utorite
irnen
e bev
lieuwn
iet te
Het bijzondere van het Oxfordse onderzoek
schuilt, voor zover ik dat uit de eerste publikatie
„The Original Vision” kan beoordelen, in de opvat
ting, dat de religieuze ervaring bij de normale
ontwikkeling van het menselijk bewustzijn be
hoort. Er is niets geks of ongeloofwaardigs aan.
Waardoor deze vorm van verhoogd bewustzijn
niet te verwarren met het high zijn door
drugs dan buiten spel gezet? Een vraag en
een vraagstuk die zich na lezing van dit interes
sante boek aan je opdringen.
I
Edward Robinson, broer van bisschop John Ro
binson, de man die in de zestiger jaren zó „eerlijk
voor God” (Honest to God”) wilde zijn dat hij tal
van theologen een shock bezorgde, is direkteur
van het Instituut tot onderzoek van de Religieuze
Ervaring, aan het Manchester College te Oxford.
Hij volgde in deze functie de stichter van het
instituut op, de bekende zoöloog Sir Alister Hardy,
auteur van fascinerende boeken over zee-ecologie
en over de evolutie van de mens. Hardy’s jongste
boek gaat over de „Biologie van God”, hij is nu
bezig aan een manuscript over de spirituele aard
van de mens.
Van hém kwam het idee, een oproep in de
kranten te plaatsen tot het onthullen van persoon
lijke religieuze ervaringen. Ongeveer vijfduizend
lezers reageerden. Een grootscheepse enquête
volgde, het resultaat was een stapel van vier- tot
vijfduizend verslagen van spontane religieuze er
varingen. Ze liggen in de kluis van het instituut,
een kostbaar, onvervangbaar materiaal voor een
zeer bijzondere studie. Wel niet een unieke de
Amerikaanse godsdienstpsycholoog Willlam Ja
mes ging hem aan het begin van deze eeuw met
zijn standaardwerk „Varianten van religieuze be
leving” vóór.
Zij kunnen dit relaas in dit boek opnieu
lezen tegelijk met het verslag van haa
optreden in de Kongo en in Vietnam. Ev
den Hartog komt naar voren als een zJ
gelovige vrouw die wel degelijk bidt, mal
die er aan de andere kant van overtuigd!
dat de zaak van het christendom slech]
kan worden gediend door praktische naJ
tenliefde. Dat is bijna helemaal waar, a|
we het verhaal van de zwervende pelgri
ernaast leggen is het beeld van de wal
mens volmaakt, het beeld van de bidden
en werkende mens, van de volmaakte col
binatie van contemplatie en actie, van hfl
ria en Martha samen. 1
per deeltje bedraagt 9,50. De titels luiden
Jezus is gekomen, Jezus bij ons en Jezus
blijft bij ons. Auteurs van de eerste twee
boekjes zijn Martine Douillet en Gene-
viève Guilhem. Het derde is van Jean-
Louis Ducamp. Philippe Joudiou tekende
voor alle illustraties en Gerda de Vrieze
verzorgde de vertalingen. De onderwerpen
zijn achtereenvolgens Jezus’ geboorte, zijn
leven tussen de mensen en de verbreiding
van zijn leer. De boekjes zijn geschikt voor
kinderen van vier tot zeven jaar om gele
zen of voorgelezen te worden, thuis en op
school. De toon van de boekjes is wat
moralistisch, zo van: jullie moeten lief zijn
voor elkaar. Dit is geen al te groot be
zwaar, want de overige tekst maakt veel
goed. Vooral de illustraties een soort
kleurige collages zullen de kinderen
aanspreken. De verhalen zijn goed en so
ber verteld. Een paar kritische kantteke
ningen zijn echter wel nodig bij een reeks
verhalen die in kort bestek ongeveer het'
hele Nieuwe Testament willen brengen. De
positie van Jezus als Zoon van God wordt
wel sterk benadrukt. Verder staat ergens
in de tekst dat Jezus niet kan sterven,
terwijl het Nieuwe Testament duidelijk
spreekt over Jezus die is gekruisigd, ge
storven en begraven. Paulus worden de
woorden in de mond gelegd dat Jezus onze
vader is, maar Paulus noemt ons immers
broeders en zusters in onze heer Jezus
Christus en door hem zijn wij kinderen
van God onze Vader. Verder wordt hef
pinksterwonder wel aangeduid, maar niet
verteld. Als Paulus in Athene praat over
de onbékende God, zegt hij niet dat Jezus
die God is. Evenmin dat Jezus onze vader
is, terwijl Jezus toch zo duidelijk heeft
gezegd dat God onze Vader is. Dit zijn
eigenlijk wel ernstige fouten. Jammer,
want het verhaal van Jezus is voor het
overige toch zo fijn verteld.
„De irissen en de madeliefjes waren hetzelfde als
ik”.
„Het gevoel van een wonder, van licht, ik was erg
blij”.
„Zuiverheid, koelte, de koelte en de geur van
stenen en bossen en ook hoe ze in elkaar zaten; ook
het water en de sleutelbloemen en de vogels;
overal zat het Leven in, ik wist niet hoe ik daarbij
kwam”.
„Het was zomeravond, de fijne nevel die op
kwam was als een glinsterend weefsel en daarin
straalden de sterhyacinthen als kooltjes vuur. Op
een goed ogenblik was ik die hyachinthen, ik had
mijn eigen plaatsje in het grote weefsel van het
leven. Dat visioen verliet me nooit”.
„Opgaan in iets groters dan ikzelf”.
Ook opgaan in de tijd: „Ik was zeven jaar, maar
waar was ik dan acht jaar geleden?” „Ik voelde me
opeens verschrikkelijk oud en vol van tijd”.
De natuur komt overstelpend, blij en sereen als
een Engels heuvellandschap, uit zijn boek op je
over. Edward Robinson beperkt zich in zijn studie,
tot de religieuze ervaringen die volwassenen zich
uit hun kindertijd herinneren; hij selecteerde er
vijfhonderd. Erg belangrijk is voor hem en
daarnaar vroeg hij ook in de enquête of de
ervaring het ogenblik overleefde. Bleef ze de erva
rende bij, werd ze door andere dergelijke ervarin
gen gevolgd of kwam ze later met een schok van
verrassing terug om de mens in moeilijke tijden te
troosten? Sommige herinneringen gaan tot de
kleuterleeftijd terug, een enkele zelfs tot de baby-
fase, de meeste tot de periode tussen vijf en elf
jaar. Veel ervaringen hebben plaats in de natuur.
Op elke pagina ontmoet je wel een kind ver-
droomd in een tuin, liggend in een wei, turend naar
de lucht, bezig met bloemen, meestal alleen en zich
vereenzelvigend met planten en dieren.
„Ik wist op een moment dat mijn wezenlijke zelf
een deel van de bomen was, van de zonneschijn en
ook van de rivier.”
De Pot
over het zo zwaar getroffen Bangladei tpoorwe
Dat is dan de buitenkant. Maar de in
houd komt neer op een soort bijbelse ge
schiedenis vanaf Abraham tot en met Pau
lus: het verhaal dus van Israel, geput uit de
bodem van moeder aarde, uit musea, uit
bibliotheken en natuurlijk uit de bijbel
zelf. Opnieuw maken we de tocht door de
geschiedenis die overal zijn sporen heeft
achtergelaten en die op vele plaatsen we
tenschappelijk controleerbaar is. De bijbel
heeft dus toch gelijk. Het Ur der Chal
deeën van Abraham heeft bestaan; de
Arameeërs of Hebreeën zijn in Egypte
geweest en hebben lang door de woestijn
gezworven; manna en kwartels zijn echt;
men kan water uit de rotsen slaan; Jericho
is verwoest en de Filistijnen zijn inder
daad eindelijk verslagen. Zo komen we
aan David en Salomo, algemeen erkend
als historische personen en aan de periode
na hen, de opkomst en de val van Juda en
Israel, Babylonische ballingschap, Makka-
beeën, Romeinen, het leven van Jezus, de
verwoesting van Jeruzalem in 70 na Chris
tus en de tijd van de eerste christenge
meenten.
Uit scherven, papyrus, ruïnes en enige
veronderstellingen is een nieuw verhaal
gegroeid. Een heel boeiend verhaal dat
ook nog eens wil bewijzen dat het allemaal
waar is geweest. Het verhaal van Keiler
heeft zijn beperkingen. Er wordt alleen
maar aangetoond dat de archeologie een
belangrijk historisch fundament legt on
der feiten en personen uit de bijbelse ge
schiedenis. Dit is zeker belangrijk, want er
kan niet genoeg worden aangetoond dat de
bijbel een boek is dat men ernstig moet
nemen. Maar boeken als de onderhavige
bewijzen niet dat God werkelijk door Mo-
zes en de profeten heeft gesproken, dat
God zijn eniggeboren Zoon heeft gezonden
om de geschiedenis van de mensen een
beslissende wending ten goede te geven,
dat Israel een bijzondere positie in de
wereldgeschiedenis heeft en tenslotte dat
Zuster Evar den Hertog in Blangladesj,
links Edward Kennedy
Met dat geheim begint de eenzaamheid van het
kind en ontstaat de kloof met de ouderen, vooral in
het godsdienstonderwijs. „Ze hebben me de ver
keerde God geleerd”, klaagt een 53-jarige
briefschrijver. Van bedoelde kloof getuigt ook de
recente godsdienstenquête van de Nederlandse
pastor Jan Nieuwenhuis onder middelbare scho
lieren. Jan Nieuwenhuis stelt, naar ik uit zijn t.v.-
en radio-optreden concludeer, de relatie metr de
mens in de godsdienstige beleving van het opgroei
ende kind centraal.
Edward Robinson spitst zich toe op de religieuze
ervaring puur, die tot de gewone belevingswereld
van het kind behoort. Zegt hij zoiets tegen gods-
dienstleraren, dan antwoorden ze: „Dat zijn zeker
uitzonderingen, mijn leerlingen hebben zoiets
niet!” Robinson nu wil aantonen dat het verbor
gen leven in ieder mens „gewoon” zijn gang gaat.
Af en toe komt het aan de oppervlakte, dat zijn de
momenten van verhoogd bewustzijn waar vooral
het jonge kind voor openstaat, soms zelfs tegeno
ver de dood; hieraan is een afzonderlijk hoofdstuk
gewijd. Het gaat hier niet om fantasieën, maar om
een dieper weten, een herkennen van de eigen
identiteit.
Vaticaans concilie.
Het lijkt me goed kennis te nemen vi
dit document, want Hebblethwaite is e
man met kennis van zaken, die weet wat
in Rome en in de wereld te koop is. B
schrijft heldér en overzichtelijk overl
kerk na het concilie, de hierna gevolg
onrust, de liturgie of wat daarvan overt
de politiek, de oecumene en het huwelij
Kortom, over de belangrijkste zaken i
de mensen van nu raken. De situatie waa
in de kerk van vandaag verkeert mj
volgens hem zeker worden gezien als
crisis, maar geen fatale, want deze
beschouwt de auteur als een keerpuntj^^"
een loutering, waarin de kerk haar
gestalte kan vinden.
De volgende 25 jaar, aldus Hebblethw
te, zal de opkomst zien van een niet
principe van betrekkelijk evenwicht, nai 'n9e'<
gende monnik verkeert niet in een staat
van daadloosheid en doelloosheid; hij is
juist actief en wel op een speciale manier,
zelfs meer dan mensen die deelnemen aan
het maatschappelijk leven. Onvermoei
baar is hij bezig op een geestelijke wijze:
hij beschouwt zijn innerlijk, denkt na over
de toestand ervan en volgt zijn ontwikke
ling. Dat is ook precies de bedoeling van
het stilzwijgen. Maar hoe noodzakelijk een
en ander ook is voor zijn eigen vervolma
king; het is niet minder van belang voor
zijn naasten die niet de gelegenheid heb
ben zich zonder afgeleid te worden
in zichzelf te verdiepen en zo hun inner
lijk leven te bevorderen. Zijn erva
ringen en zijn stichtende voorbeeld wer
ken van geslacht tot geslacht door”. Hier
valt niets aan toe te voegen. Gehaaste
mensen als wij hebben voorbeelden als
deze echte zwerver nodig.
Het Wereldvenster te Baarn heeft e®
boek van Peter Hebblethwaite uit*
bracht. De titel luidt Kerk op hol; de rece
te geschiedenis van de rooms-katholiel
kerk is de ambitieuze ondertitel. De schn s
ver geeft zijn indrukken van de ruim ir^ft
Een vrouw schreef dat ze als kind de gedachte
had dat grote mensen alleen maar iets binnen hun
huid konden waarnemen. Het ligt voor de hand dat
het op school en thuis geleerde voor velen totaal
verschillend was van wat ze zelf beleefden. Zo
gingen ze op twee niveaus leven. Robinson be
treurt en kritiseert de vervreemding tussen de I
schoolopvoeding en de groei van het religieuze
bewustzijn. Wat de kerk betreft, erkent hij de
waarde van de traditie waarmee enkele van zijn
briefschrijvers hun religieuze ervaring verbinden, i
Maar, zo zegt hij, geen kerkgod kan erkend wor-j
den zonder dat hij aanvaardbaar is voor de eigen
ervaring van de mens. Het kind begint daarmee,]
het heeft het eerste gezicht, „The Original Vision”.
Dat het zijn geheim moet verstoppen, is Edward I
Robinsons verdriet, dat hij het nu mag onthullen,
zijn vreugde.
Uit het omvangrijke ervaringsmateriaal van „The Reli
gious Experience Research Unit” is een tweede boek
ontstaan van de hand van Timothy Beardsworth, „A
sense of Presence”. Hierin worden verschillende vormen
van extase beschreven. Beide boeken zijn verkrijgbaar bij
genoemd instituut Manchester College, Oxford, OXI3TD.
Achter
jaar die zijn verlopen sedert het twee he
het vo
De ware verhalen van een Russische
pelgrim zijn opnieuw uitgegeven. Nu bij
Gottmer te Haarlem 19,50). De zwerven
de hoofdpersoon is me na jaren nog even
sympathiek. Het gaat om een pelgrim die
in voormarxistische tijden biddend, wer
kend en bedelend door het onafzienbare
Russische land trekt als een levend en
vaak bezielend voorbeeld van een mens
die met hart en ziel, ja met hart en adem
verbonden is met Gód, de bron van alle
belangrijk genoeg om dit te doen. Er
bovendien weinig anders op, wil de kt
werken als het zout der aarde en als
licht op de berg.
Ik ben ervan overtuigd dit boek onr Tien 00
te doen met deze korte beschrijving. Wuitgestc
er zijn zoveel boeken en er is zo we: i
plaats. Vandaar hier een korte aanbe
ling voor dit verhelderende en tevens
moedigende boek.
Het Nederlands bijbelgenootschap
(NBG) en de Katholieke bijbelstichting
hebben deel 23 in de serie Wat de bijbel
ons vertelt uitgegeven. De titel luidt De
werkers in de wijngaard. De tekenaar
Kees de Kort heeft het verhaal in beeld
gebracht. Achter in het boekje is de volle
dige bijbeltekst van dit verhaal afgedrukt.
Het is de uitgevers namelijk gebleken dat
daarmee hulp wordt geboden aan ouders
en andere gebruikers die geen bijbel voor
handen hebben. De uitgevers merken op
dat deze boekjes tot doel hebben door
middel van tekeningen de bijbelse bood
schap over te brengen aan kinderen en aan
andere mensen voor wie het geschreven
woord vaak minder toegankelijk is. De
tekst is daarom heel kort gehouden.
<S::