OoUnünisi^^^iegel wil meerprovincies DE GAAY FORTMAN OVER FILOSOFIE ACHTER REORGANISATIE a 945 Hl Té ;nk- eval. X/« stap dig 'ank 2 1 MAART 19 7 8 BINNENLAND STATENVERKIEZINGEN et I J ien? j M 1<94O ló^S meer Het bestuur in Nederland is niet doelmatig recreati art en i isdag Velsen agend gen v(X ;t recre In h vond o van o omen i nst, begrotii ;omen,i an de g Vissa Reorganisatie van het binnenlands bestuur en daarbij behorende herindeling van de provincies (daarnaast is er ook een plan voor gemeentelijke herindeling) is noodzakelijk geworden omdat enerzijds de gemeenten vaak niet meer kunnen voldoen aan de eisen die de moerne maatschappij stelt, terwijl anderzijds de provincies vaak te groot zijn en te weinig mogelijkheden hebben om die behoefte op te vangen De indeling van Nederland in 11 provincies kwam halverwege de vorige eeuw tot stand. Om de eenheidsstaat zoveel mogelijk te bescher men, kregen de elf besturen slechts zeer beperkte bevoegdheden. Het „Wanneer ik als minister van Binnen landse Zaken gebleven was, dan zou ik hetzelfde als Wiegel gedaan hebben. Al leen met dit verschil dat ik gezegd zou hebben: ik wil best met de Tweede Ka mer praten over de taken van de nieuwe provincies, maar dan wel op basis van een voorlopig verslag (een schriftelijk stuk, waarin staat hoe de fracties erover denken, red.), zodat we weten wat de Kamer ervan zegt. Op dat punt was ik het vorig jaar al met Den Uyl eens. Het woord is nu aan de Kamer. Bij ingrijpen de zaken als deze vind ik het erg belang rijk dat er regelmatig overleg wordt ge pleegd met de kamerleden. De regering moet weten hoe het parlement er nu over denkt, want daar valt uiteindelijk de be slissing.” tralisatie en hij wil de reorganisatie in fasen aanpakken. De Gaay Fortman is niet ongelukkig met de eerste aanpak van zijn opvolger: De Gaay Fortman vindt dat een accep tabel verlangen. „Maar”, zo voegt hij eraan toe, „het is bij de bestaande wetge ving nu eenmaal een moeilijke zaak om dat de departementen die de bevoegdhe den hebben die niet gemakkelijk afsto ten. Daarom ook staat er in de toelichting op het wetsontwerp een hele decentrali- satiestrategie. Wanneer die wordt aange nomen, dan zal in de toekomst bij elk wetsontwerp dat aan de orde komt, moe ten worden nagegaan, door advies in te winnen bij de raad voor binnenlands bestuur, of deze centralisatie inderdaad noodzakelijk is. Met andere woorden': wie met een wetsontwerp komt dat tot centralisatie leidt, zal moeten bewijzen dat dat nodig is.” bleven gemeenten blijven zelfstandig, maar zij moeten wel enkele taken afstaan aan de nieuwe provincies. Daarnaast zal een deel van de macht die nu bij het rijk berust, worden overgedragen aan de nieuwe provincies, waardoor die ook de macht en de middelen krijgen om de problemen aan te pakken en op te lossen. De bewindsman heeft indertijd nogal opschudding veroorzaakt met zijn mede deling dat bij de gemeentelijke herinde ling als richtsnoer zal dienen dat plaat sen met minder dan 10.000 inwoners zul len moeten verdwijnen. „Dat is slechts een grove maatstaf”, verduidelijkt hij, „daar moet je geen dogma van maken. band met de kosten (400 miljoen per jaar) zou het wenselijker zijn de herindeling in fasen door te voeren, aldus de oud-minis- ter. Het voordeel is dat men dan al snel kan starten met de gebieden waar geen tegenstand tegen de herindelingsplannen bestaat, zoals het noorden van het land en Overijssel. Met de provincies Lim burg, Gelderland en Zuid-Holland heeft de regering intussen al afgesproken dat zij bij hun plannen tot gemeentelijke herindeling nauw contact zullen houden met Binnenlandse Zaken. Wat in die pro vincies aan plannen wordt uitgewerkt staat een nieuw provinciale indeling niet in de weg. Veronderstel dat er helemaal niets van het herindelingsplan terecht zou komen, zou dat bestuurlijke chaos tot gevolg hebben? De Gaay Fortman: „Nee, dat niet. Maar de kwaliteitsverbetering van het bestuur zou natuurlijk wel achterwe ge blijven. Neem bijvoorbeeld Rijnmond. „Partij van de Arbeid, VVD en AR zijn altijd voor uitbreiding van het aantal provincies geweest. KVP en CHU daar entegen waren min of meer gewestach tig. Het is nu de vraag of er een bevruch tende werking uit zal gaan van de AR binnen het CDA”. Als men zich niet verliest in voortijdige bezwaren tegen de provinciale indeling, maar eerst alle aandacht geeft aan het ontwerp, dat de taken van de verschillen de bestuurslagen beter op elkaar af stemt, zal het daarin neergelegde plan ook hen, die nu nog bezwaren zien, over tuigen. De Gaay Fortman is erg tevreden met de opvatting van Wiegel dat eerst de taken van de verschillende overheden bekend moeten zijn, voor men aan een definitieve verdeling in nieuwe provin cies begint. Dus vóór alles moet beslist worden over wat het rijk, de nieuwe provincies en de gemeenten precies mo gen doen. Welke taken er van de één naar de ander geschoven moeten worden en hoe daarvoor de benodigde financiën ge fourneerd moeten worden. Het afstoten van rijkstaken naar provincies en ge meenten (decentralisatie) is een tere zaak. Lang niet iedereen is ervan overtui gd dat die verschuiving inderdaad op zal treden wanneer de herindeling eenmaal tot stand is gekomen. Plaatselijke be stuurders hebben wat dat betreft niet zulke gunstige ervaringen. Wiegel is in het spoor van zijn voorgangers getreden met de opmerking dat er meer aan die decentralisatie gedaan moet worden. werk< iderdag [adert i j werkt ee bout (bibli ng part -bouwii nissie b ologisch meiding dzakelij Het is toch duidelijk dat zo’n samenhan gend gebied een provincie moet worden. Gebeurt dat niet, dan blijft het altijd het kind met het lamme handje dat het nu is.” De provincies hebben er vorig jaar bij formateur Den Uyl nog eens op aange drongen snel duidelijkheid te scheppen in de reorganisatieproblematiek. De be stuurders van Nederland willen zeker heid. De Gaay Fortman kan zich dat goed voorstellen. Hij vindt dat er binnen twee tot drie jaar bekend moet zijn welke weg we in ons land opgaan. Maar dan moet de Kamer wel snel beginnen met haar voorlopig verslag (de op schrift ge stelde meningen van de fracties), want alleen dat werkstuk zal volgens de ver wachtingen al een jaar kosten. In dat kader zullen er waarschijnlijk in de pro vincies hoorzittingen over de reorganisa tie plaatsvinden. De Gaay Fortman geeft de wetsont werpen zoals ze nu ter tafel liggen in het parlement een goede kans. Hij besluit: THEO KLEIN De werkzaamheden van de nieuwe provincies zullen onder komen te liggen op het gebied van verkeer en openbaar vervoer, onderwijs, gezondheidszorg, inrichting en beheer van zeehavens en bepaalde bedrijfsterreinen, projecten van groot formaat voor de open luchtrecreatie, natuur- en landschapsbescherming, politie en brand weer. Daarnaast behouden of krijgen de provincies-nieuwe-stijl taken op gebieden als ruimtelijke ordening en milieuhygiëne. De gemeenten behouden in ieder geval alle voorzieningen die van zuiver plaatselijk belang worden beschouwd, zoals het basisonderwijs, lokale wegen, sportaccommodaties, welzijnsvoorzieningen en in zeer vele gevallen het maken van bestemmingsplannen. Niet iedereen is gelukkig met de plannen zoals minister De Gaay Fortman die vorig jaar presenteerde. Er zijn twijfels over de noodzaak van 24 provincies (onder meer bij het provinciaal bestuur van Noord- Holland) en niet iedereen is er gerust op dat het rijk inderdaad macht zal delegeren. Bovendien wordt voor de zelfstandigheid van de gemeen ten gevreesd wanneer de nieuwe provincies veel macht zouden krijgen. Oud-minister mr. W. F. de Gaay Fortman, geestelijk vader van de wetsontwerpen reorganisatie binnenlands bestuur en provinciale her indeling gaat in onderstaand artikel in op de totstandkoming van de voorstellen en de toekomstige ontwikkelingen. Dat wat betreft de delegatie van macht van het rijk naar gemeenten en provin cies. De Gaay Fortman: „Daarnaast valt er natuurlijk altijd nog over te praten of de provincies of de gemeenten te veel of te weinig krijgen. Dat gesprek zou ik dan liever met de Kamer hebben. Op grond van de mening van de Kamer zou je je dan op de verdeling van de taken kunnen bezinnen.” De oud-minister is van me ning dat er ook al onder het kabinet-Den Uyl voldoende aandacht is geweest voor de decentralisatie. „We hebben steeds bij elke wet, die zich daarvoor leende, gepro beerd om er decentraliserende aspecten in te brengen. Daarbij is gebleken dat de provincies daar doorgaans het best voor geschikt zijn, omdat die nu eenmaal een groter draagvlak hebben dan de gemeen ten. Daarnaast is er het belangrijke initi atief geweest van minister Van Doorn en staatssecretaris Meijer (CRM) om de ge meenten op het gebied van de welzijns voorzieningen meer speelruimte te ge ven. Of dat nou zo ideaal is uitgewerkt als het lijkt, is een tweede. Maar de intentie was er in ieder geval. Bovendien hebben Polak (de oud-staatssecretaris van Binnenlandse Zaken) en ik een nieuwe financiële verhoudingswet ge maakt. Daarmee wilden wij proberen de doeluitkeringen aan de gemeenten (dat is geld waarbij het rijk vertelt waar het voor gebruikt moet worden, red.) te be perken en de algemene uitkeringen (over de besteding daarvan kan de gemeente zelf beslissen, red.) uit te breiden. Daar ligt ook al een groot stuk decentralisatie in”, aldus De Gaay Fortman. En het doel is een betere organisatie van het binnenlands bestuur.” De opdeling van Nederland in nieuwe provincies is volgens De Gaay Fortman pas het sluitstuk van het hele reorganisa tieproces. Eerst moet men komen tot een herverkaveling van de taken van rijk, provincie en gemeenten en pas wanneer daar overeenstemming over bestaat, moet bekeken worden hoeveel provin cies er op grond van dat ontwerp bij moeten komen. Toen minister De Gaay Fortman in 1973 voor het eerst zijn de partement binnenstapte vond hij daar een ontwerp van de ex-ministers Beer- nink en Van Veen. Daarin werd uitge gaan van een verdeling van het land in 40 tot 45 gewesten, vijf landsdelen en na tuurlijk de gemeenten. De gewesten zouden volgens Beernink en Van Veen voornamelijk de planning en coördinatie voor hun rekening moeten nemen. De Tweede Kamer was weinig enthousiast. Er werd om uitvoerende be voegdheden voor de gewesten gevraagd. De Gaay Fortman ontpopte zich echter na een aantal maanden van studie als een fervent tegenstander van de gewesten, dus van een vierde bestuurslaag. Hij ver telt: „Ook al zou ik de gewesten meer bevoegdheden hebben gegeven, dan zou ik de gewesten er in het parlement nog niet doorgekregen hebben en wel om twee redenen: er zou een onduidelijke situatie ontstaan tussen gemeenten en gewesten, en de gewesten zouden een te klein draagvlak krijgen voor de te dele geren rijkstaken. Toen ik me in de zomer van 1973 verdiepte in de reorganisatie stuitte ik op twee zaken: die bezwaren tegen de vierde bestuurslaag en in de tweede plaats het feit dat nooit of te nimmer aanvaard zou worden dat de provincies opgeheven zouden worden en ondergebracht in vijf landsdelen. Tegen stand daartegen vond je niet alleen'in het noorden of het zuiden, maar eigenlijk in het hele land.” Nadat De Gaay Fortman zijn voorstel len voor een uitbreiding van het aantal provincies in de ministerraad had ge bracht, duurde het geruime tijd voor men tot een compromis kon komen. De Gaay: „Ik heb toen gezegd: wij kunnen hier nu wel blijven vechten, maar het is toch de Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer) die moet beslissen. La ten we tot een compromis komen en de voorstellen naar de Kamer sturen. Ik vond dat we niet langer mochten wach ten. We konden het niet maken dat de nieuwe minister van Binnenlandse Za ken op het departement zou komen en weer van voren af aan moest beginnen. Er moest een ontwerp klaar liggen”. Die nieuwe bewindsman is er intussen in de persoon van de heer Wiegel. Hij heeft al laten weten het eens te zijn met de strekking van de wetsontwerpen. Over de uitwerking daarvan wil hij echter nog nadenken. Wiegel wil nieuw beraad, hoewel ook de WD-minister vindt dat de hele reorganisatievoorbereidlng al erg lang heeft geduurd. Voorts gaf hij te kennen 24 provincies aan de hoge kant te vinden. Wiegel vroeg zich bij zijn eerste begrotingsbehandeling als minister af of de bestaande plannen wel voldoende evenwicht tussen rijk, provincie en ge meenten garanderen. Hij noemde zich voorstander van een verregaande decen- Wanneer oud-minister van Binnen landse Zaken mr. W. F. de Gaay Fortman het bij het opstellen van het wetsontwerp voor de provinciale herindeling helemaal alleen voor het zeggen zou hebben gehad, dan was er nooit een ontwerp voor een provincie-nieuwe stijl Kennemerland ge komen. Als eerst verantwoordelijke voor die herindeling wilde de bewindsman in het kabinet-Den Uyl minder dan 24 pro vincies. In Noord-Holland zou men vol gens hem kunnen volstaan met een de ling in Amstelland en de nieuwe provin cie Noord-Holland. De provincie Kenne merland zou in zijn visie het best bij Amstelland gevoegd kunnen worden. De Gaay Fortman: „De provincie Kenne merland is ontstaan om planologische redenen. Ik vind dat men daar de plano logische aspecten te veel aandacht heeft - gegeven. Uit bestuurlijk oogpunt had Kennemerland echter veel beter bij Am stelland gekund. Ik had het hele Noord- zeekanaalgebied in een hand willen houden." Ik was voor een geringer aantal omdat je anders toch nog te dicht bij het be staande gewestidee zat en de kosten toe nemen naarmate het aantal provincies stijgt", aldus De Gaay Fortman. Het provinciaal bestuur van Noord- Holland is allesbehalve gecharmeerd van de voorstellen zoals de oud-minister van Binnenlandse Zaken die vorig jaar pre senteerde. Het wil de bestaande provin cies handhaven en daarnaast gewesten als vierde bestuurslaag. De ex-minister gelooft dat de bestuurders zich over het algemeen drukker maken over de territo riale herindeling dan de bevolking. Hij gaat ervan uit dat het de inwoners weinig kan schelen of Kennemerland nu zelf standig zal worden, of bij Amstelland wordt gevoegd. „Zou men daar nu voor te hoop lopen, als Noord-Holland in tweeën werd gesplitst? Ik denk van niet. Het is wat anders met de herindeling van gemeenten. Dat vinden de mensen vaak niet leuk en dat kan ik me levendig begrijpen”, voegt hij eraan toe. Mr. De Gaay Fortman vindt het erg jammer dat er bij de reorganisatie van het binnenlands bestuur zo de nadruk wordt gelegd op de provinciale herinde ling. In de pers, maar ook bij zijn contac ten als minister van Binnenlandse Zaken in het land werd het uiteindelijke doel van de reorganisatie, een doelmatiger bestuur in Nederland naar de achter grond geschoven. De Gaay Fortman: „Als ik op pad ging, dan merkte ik dat maar heel weinig mensen zich interes seerden voor de concrete inhoud, voor de taken van de provincies. Men maakte daarentegen wel groot spektakel van de provinciale herindeling, maar dat is maar een middel om het doel te bereiken. provinciaal bestuur hield toezicht op de financiën van de gemeenten en Gedeputeerde Staten dienden als beroepsinstantie voor administra tieve geschillen. De gemeenten regelden verder hun eigen zakeh. Dat kon, zelfs in zeer kleine gemeenschappen omdat er toen slechts 3 miljoen mensen in Nederland woonden, die van de gemeenten niet veel meer vroegen dan het aanleggen van een plaatselijk weggetje, handha ven van de orde en bijhouden van de burgerlijke stand. Daarin is intussen wel het*een en ander veranderd. We wonen nu met z'n 14 miljoenen op hetzelfde stuk grond. De inwoners van gemeenten eisen veel meer van hun bestuur. Aan veel van de behoeften van de bevolking kunnen de gemeenten nog slechts tegemoet komen wanneer ze dat in samenwerking met buurgemeenten regelen. Ze sluiten dan een ge meenschappelijke regeling, waarin ze bijvoorbeeld afspreken samen voor wegenonderhoud te zullen zorgen of het openbaar onderwijs te runnen. Gemeenten hebben zich inmiddels ook aaneen gesloten tot gewesten, die gemeenschappelijke zaken regelen. Die ontwikkeling is onder druk der omstandigheden tot stand geko men. Er is in de praktijk ook weinig controle op. Al jaren zoekt men nu in Den Haag naar een oplossing. Aanvankelijk dacht men aan het creëren van een groot aantal gewesten, die dan als vierde bestuurslaag naast gemeenten, provincies en rijk zouden gaan fungeren. Dat idee is inmiddels verlaten. Onder het kabinet Den Uyl kwam minister De Gaay Fortman met een wetsontwerp, dat uitgaat van een splitsing in 24 provincies. Die nieuwe delen zijn zo geconstrueerd dat ze de juiste omvang hebben om de taken in de betreffende streek aan te kunnen. Binnen die nieuwe provincies zal dan een herindeling van de gemeen ten plaatsvinden. De kleinsten die niet meer zelfstandig kunnen funge ren, zullen moeten verdwijnen (richtlijn 10.000 inwoners). De overge- We moeten ervoor zorgen dat er gemeen ten komen die groot genoeg zijn om aan de wensen van de inwoners tegemoet te kunnen komen. Daarvoor moeten die ge meenten een bepaalde omvang hebben, maar wanneer er kleine gemeenten zijn die toch goed uit de voeten kunnen, dan zou ik die niet op willen heffen. Waar het om gaat is dat we de gemeenschappelijke regelingen, waar het land nu mee be zaaid is, terug willen brengen tot kleinere proporties. Ze moeten alleen nog ge bruikt worden voor kleine zaken. Als zodanig zullen ze ook na de reorganisatie blijven bestaan.” De Gaay Fortman is het met Wiegel eens dat de invoering van de nieuwe provincies niet van de ene dag op de andere hoeft te gebeuren. Ook al in ver- Het is zeer wel mogelijk dat u op 29 maart voor de laatste of op één na laatste maal naar de stembus gaat om het provinciaal bestuur van Noord- of Zuid-Holland te kiezen. Over vier of acht jaar zal wellicht gevraagd worden uw stem uit te brengen op een vertegenwoordiger in een nieuwe provincie Kennemerland, Amstelland of de Haaglanden. Dat is dan het gevolg van de provinciale herindeling, waardoor Nederland wordt opgedeeld in ruim 20 nieuwe provincies. Volgens het wetsontwerp tot wijziging van de provinciale indeling, dat sirids vorig jaar bij de Tweede Kamer ligt, zullen er 24 provincies-nieuwe-stijl moeten komen. Noord-Holland zal opgesplitst worden in drie delen, Amstelland, inclusief Haarlemmermeer, Kennemerland en Noord- Holland (Noord) terwijl de Bollenstreek gedeeltelijk in de nieuwe provincie Haaglanden opgenomen zal worden. De regering Van Agt heeft dat vciorstel in grote lijnen overgenomen. De mogelijkheid blijft echter bestaan dat het aantal van 24 vergroot of verkleind zal worden. Minister Wiegel heeft al laten weten dat hij 24 wat te veel van het goede vindt. ±1550 HEDEN f II PROVINCIES NEDERLANDEN Y OE 7 PROVINCIËN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 11