8 van het Koninkrijk in oorlogstijd met bezorgdheid
Dr. L. de Jong publiceert deel
bent mag
R
r
„Als je metlzoet
je niet met
mammie op reis”
e
?ns
4
t9
dins DAG 21
MAART
19 7 8
BINNENLAND
P-
n
door Frans Keysper
Cijfers
Wezenlijk onderdeel
3
j „Als je nu niet zoet bent, dan
mag je niet met mammie mee op
reis”.
Deze woorden voegde een jood
se moeder haar huilend kind toe
toen zij, in de nacht van maandag
23 op dinsdag 24 augustus 1943 in
het Judendurchgangslager Wes-
terbork zich moest klaarmaken
voor transport, deportatie naar
het oosten. Haar laatste reis, al
wist ze het niet.
Het is één willekeurig gekozen
detail uit „Gevangenen en gede
porteerden”, deel 8 van dr. L. de
Jongs „Het Koninkrijk der Ne
derlanden in de Tweede Wereld
oorlog”, dat vandaag is versche
nen als populaire uitgave bij de
Staatsuitgeverij en als weten
schappelijke editie bij Martinus
Nijhoff.
Drie fasen
Haag I
7/
I
AM
L.
Humaniteit
Geallieerden
Systeem
-
5
s
Dubbele prikkeldraadversperring in Auschwitz
Hr Op transport
ü- Een deportatietrein vertrekt
Gevangenen en gedeporteerden,
iond
Bt
n
Enkele cijfers.
n
it
Wie in het systeem gevangen zat, hoefde
zich eigenlijk maar weinig illusies te ma
ken, blijkens de woorden van Himmler,
die heer en meester was van deze wereld
achter prikkeldraad:
de absurde fantasie van deze voormalige
kippenfokker, die miljoenen aan zijn ge
concretiseerde ideeën ten slachtoffer liet
vallen.
Dr. De Jong onderscheidt in de concen-
tratiekampperiode 1939-1945 drie fasen.
Die transporten hebben een buitensporig
aantal mensenlevens gekost. Gevangenen
die door ontberingen zijn bezweken of die
door begeleidende SS’ers met nekschoten
zijn afgemaakt.
maatregel levend in een van de verbran
dingsovens gestopt.
Camouflage. Degenen die de gaskamers
in moesten werd voorgespiegeld dat zij, na
de lange treinreis een douche ter desinfec
tie moesten nemen. Soms kregen ze zelfs
een stukje zeep, de schijn werd tot het
laatste ogenblik opgehouden. Leden van
het Sonderkommando ondergingen na en
kele weken van gruwelijke arbeid, het
ruimen van de crematoria,hetzelfde lot.
Dr. De Jong heeft, bij datgene wat in
Sobibor is gebeurd in zijn jongste publika-
tie nog gebruik kunnen maken van feiten
die aan het licht zijn gekomen in recente
processen in de Duitse Bondsrepubliek
tegen diegenen, die in het kamp zijn opge
treden. Hij merkt nog op dat per 1 januari
1979 in de Bondsrepubliek geen nieuwe
rechtzaken meer aanhangig gemaakt kun
nen worden tegen verdachten, die zich in
de Tweede Wereldoorlog hebben schuldig
gemaakt.
uitgeroeid, maar bijna 80 pet”, aldus dr.
De Jong.
Verder: tussen 300 en 400 Nederlanders;
zijn in Duitse krijgsgevangenschap omge
komen, onder wie ten minste 16 officieren,
die in het kader van de „Aktion Kugel” in
Mauthausen zijn geliquideerd. Een overi
gens met de Conventie van Genève in
strijd zijnde Duitse strafmaatregel, toege
past op geïnterneerde militairen die een
ontsnappingspoging hadden gewaagd; ze
werd in het geheim voltrokken.
Tweeduizend Nederlanders, nagenoeg
allen illegalen, werden gefusilleerd. Vele
honderden veroordeelde Nederlanders in
Duitsland gearresteerd en berecht, hebben
het leven verloren; in vier Nederlandse
concentratiekampen verloren 570 het le
ven. Vierduizend Nederlanders kwamen
om in Duitse concentratiekampen.
Dr. De Jongs nieuwste publikatie, door
hem zelf getypeerd als „een gang in de
diepte” is de verschrikkelijkste die tot nu
toe in de serie van straks 12 delen is
verschenen. Door de grote compactheid
van de verwerkte gegevens, een opeensta
peling van ellende en verderf door de ene
mens de ander aangedaan, wordt het de
lezer niet gemakkelijk gemaakt. Maar de
soberheid van stijl, de redactie van de
onderscheidene hoofdstukken en paragra
fen, maakt het mogelijk de duizend pagi
na’s door te worstelen. Door te worstelen,
misschien straks niet voor iedereen, met
name niet voor diegenen, die de verschrik
kingen aan den lijve hebben ondervonden
en hebben overleefd.
Het is, zoals dr. De Jong zelf bij de
presentatie van het nieuwe deel heeft ge
zegd: „Ik publiceer dit deel met enige
bezorgdheid: ik kan niet voorzien wat het
gaat loswoelen”.
Hij voegt daar verder onder meer-aan
toe dat wij in onze huidige samenleving het
vervolgingsleed te laat hebben onderkend.
De Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtof-
fers 1940-1945 is pas op 1 januari 1973 in
Niet exact staat vast hoeveel mensen
van de zogenoemde „Endlösung”, de uit
roeiing, het slachtoffer zijn geworden. Dr.
De Jong publiceert twee cijfers: voor de
lage schatting 4.019.000 en 5.895.000 voor
wat betreft de hoge schattingen. Hij zegt
dat, wie meent dat het aantal joden dat
als slachtoffer van de „Endlösung” stellig
meer heeft bedragen dan 4 miljoen in geen
geval te ver gaat, maar wie het cijfer van
6 miljoen wil verdedigen daar krachtige
argumenten voor heeft.
r
lag
jnheim
door rijder,
en
mag
arom 1
zaal I
in-
ak-
ïin
an-
\msterdaro
„Hoe het de Russen gaat, hoe het de
Tsjechen gaat, laat mij totaal onverschil
lig. Wat in de volkeren aan ons verwant
goed bloed aanwezig is, zullen wij naar ons
toehalen, waarbij wij desnoods hun kinde
ren roven en bij ons opvoeden. Of de
andere volken in welstand leven of van de
honger verrekken, interesseert mij slechts
in zoverre als wij ze als slaven voor onze
cultuur nodig hebben, verder interesseert
mij dat niet. Of bij de opbouw van een
tankgracht tienduizend Russische vrou
wen van uitputting neervallen of niet, inte
resseert mij slechts in zoverre als de tank
gracht voor Duitsland gereed komt”, aldus
Dr. Dë Jong vermeldt verder dat vanuit
ons land naar Auschwitz en Sobibor circa
107.000 joden en 245 zigeuners zijn gede
porteerd. Van de zigeuners zijn slechts 55,
van de joden 5000 niet omgekomen. „Bij
dat laatste tekenen wij nog aan dat de
conclusie dat de bezetter er in geslaagd is,
van 140.000 „Volljuden” bijna 73 pet
(102.000) uit te roeien, een vertekend beeld
geeft: het percentage ligt veel hoger. Het
was immers niet de bedoeling van de be
zetter, de 12.000 gemengd-gehuwde joden
te deporteren; van diegenen op wie de
„Endlösung betrekking had (128- in plaats
van 140.000 joden) is dus niet bijna 73 pet
De allerberuchtste oorden in het natio-
naal-socialistische vemietigingssysteem,
niet een toevallig nevenprodukt maar een
wezenlijk onderdeel ervan, zijn de kampen
Auschwitz en Sobibor geweest, waar men
sen en masse de gaskamers werden in
gevoerd, waar de willekeurige selecties op
bruikbaarheid plaatsvonden. Doorgaans
werd datgene, dat in de krematoria werke
lijk gebeurde, tot het laatste toe gecamou
fleerd.
„Het is een ongeschreven wet van het
kamp”, aldus een gevangene, „dat mensen
die de dood in gaan tot het laatste ogenblik
voorgelogen worden. Dat is de enige ge
oorloofde vorm van medelijden”.
Wie van het uit gevangenen bestaande
„Sonderkommando” zijn mond voorbij
praatte, waarschuwde, werd als straf-
werking getreden. „Ik hoop dat ik met dit
deel mijnerzijds steun verleen aan alle
officiële instanties wier taak het is, de oud-
gevangenen en oud-gedeporteerden,
voorzover zij daaraan behoefte hebben
terzijde te staan. Er is daarnaast een per
soonlijk terzijdestaan van mens tot mens
en ook dat hoop ik met dit deel te bevorde
ren”, aldus dr. De Jong.
Uit het nieuwste deel staren de miljoe
nen slachtoffers ons aan: hoorbaarder dan
ooit. De auteur beschouwt zijn jongste
publikatie als „een roep om humaniteit en
verdraagzaamheid”. Het werk keert zich
tegen alle vormen van onderdrukking en
terreur die de huidige wereld te zien geeft.
De opeenstapeling van het lijden is nog
niet eens volledig beschreven. Pas in deel
10, dat over een paar jaar verschijnt,
wordt deze historie afgerond; ook het lot
van de krijgsgevangenen en de burger-
geïnterneerden in het voormalig Neder-
lands-Indië moet nog te boek worden ge
steld (deel 11). In deel 9, dat volgend jaar
verschijnt, zal het regeringsbeleid in Lon
den onder de loep worden genomen.
Dr. De Jong verhaalt in de jongste uitga
ve achtereenvolgens in het algemeen het
Duitse systeem, de concentratiekampen
die reeds vanaf 1933 in Hitler-Duitsland
werden opgericht, de „rechtspraak”, de
medische experimenten, een aantal lotge
vallen van de krijgsgevangenen, onder wie
de geruchtmakende Colditzgroep, het lot
van de gijzelaars, de politieke gevangenen,
het functioneren van de concentratiekam
pen, de concentratiekampen in Nederland,
het lot der gedeputeerde joden, de hulp die
eventueel van buiten aan de ongelukkigen
werd verleend.
Niet erg gunstig luidt dr. De Jongs oor
deel over de manier waarop de geallieer
den het lot van de joodse gedeporteerden
zich hebben aangetrokken. Pogingen om
iets voor hen te doen, bombardementen
van spoorlijnen naar de kampen, bombar
dementen op de gaskamers werden niet
als direct militair nut gezien.
Zoals „assistant secretary of war”, John
McCloy het voorstel om spoorlijnen vanuit
Hongarije naar Auschwitz te bombarde
ren in een rapport als onpraktisch van de
hand wees: „Het zou alleen uitgevoerd
kunnen worden door het onttrekken van
aanzienlijke steun vanuit de lucht, essenti
eel voor het succes van onze troepen welke
thans betrokken zijn bij beslissende opera
ties, en zou in elk geval zulk een twijfelach
tige uitwerking hebben, dat het niet op een
praktisch project zou neerkomen”.
Een verbijsterende houding, waaruit
een groot onbegrip blijkt.
Tot slot: dr. De Jong stelt in zijn
nieuwste deel onder meer dat de mishan
delingen, die ook in ons land in kampen
werden gepleegd, uitingen waren van een
bepaalde mentaliteit. Het is die mentali
teit, die wil tot vernietiging geweest die
in de „Vernichtungslager” een als het
ware geïndustrialiseerd uitroeiingspro-
ces in werking heeft gesteld: het eerste
proces van dien aard dat de geschiedenis
van de mensheid heeft gekend.
De eerste fase, van het begin van de
oorlog tot de jaarwisseling 1942-1943
werd gekarakteriseerd door de woorden
die minister Thierack van Justitie na zijn
bespreking met Himmler op 18 septem
ber 1942 gebruikte om de bedoeling aan te
geven waarmee „asocialen” en anderen,
die hij aan de Gestapo zou uitleveren,
naar de concentratiekampen overge
bracht zouden worden: „Vernietiging
door arbeid”.
Niet alle kampen waren specifieke ver
nietigingskampen, maar wel zijn ook daar
talrijke mensen het slachtoffer geworden
van het systeem. In Auschwitz en Sobibor
werkten de gaskamers, daar werden de
aangekomen joden voor een belangrijk
deel rechtstreeks de dood ingevoerd, in
Mauthausen gingen velen te gronde aan
de onmenselijke en barbaarse werkom
standigheden.
Uitdeling van eten in kamp Flossenburg
De tweede fase, aldus dr. De Jong (van
begin 1943 tot eind 1944), vloeide voort uit
het feit dat Himmler en zijn naaste mede
werkers zich waren gaan realiseren dat de
arbeidskrachten die in de concéntra-
tiekampen te gronde gingen, eigenlijk in
de Duitse oorlogsinspanning niet gemist
konden worden, als, met de woorden van
Himmler, „grondstof”. Enerzijds vloeiden
hieruit enkele beperkte verzachtingen
voor de gevangenen voort, anderzijds eiste
deze nieuwe politiek ook weer duizenden
nieuwe slachtoffers, bijvoorbeeld door de
aanleg van de grote onderaardse werk
plaatsen voor de assemblage van de zgn
„V-2”. Grote groepen gevangenen zijn
hierdoor bezweken.
Van eind 1944 tot apriVmei 1945 tekende
zich de derde en laatste fase af: Duitslands
ineenstorting. Door onder meer de versto
ring van transporten (elk concentra
tiekamp had toch levensmiddelen nodig)
werden de gevangenen er het eerste slacht
offer van. Bovendien was het de fase
waarin uit elk gebied, dat voor het Derde
Rijk verloren dreigde te gaan, de gevange
nen per trein of te voet werden afgevoerd.
ec