MR. GOUDSMIT STOPT NA 18 JAAR PROVINCIALE STATEN
B
PSP-FRACTIEVOORZITTER VAN PROVINCIALE STATEN TITIA BOS*
f
1
Monistisch
Drie stromen
Muziekcentra
Algemeen belang
Concessies
ik mi
S.G.I
Markerwaard
I- w
STATENVERKIEZINGEN
HAARLEM. De nestor van
Provinciale Staten is een scherp
zinnig man. Een politicus, die
rechtvaardigheid voorop stelt in
zijn beoordeling van het bestuur
ijk gebeuren. Als fractievoorzit-
er van de WD heeft mr. Goud
smit zich niet altijd kunnen be
zighouden met de belangrijkste
taak van het provinciaal be
stuur: het ontwikkelen van
streekplannen en de planologi
sche uitwerking daarvan. En
hoewel hij sinds 1960 lid is van
Provinciale Staten heeft hij
evenmin zitting gehad in het col
lege van Gedeputeerde Staten.
Niettemin is de verdienste van
mr. Goudsmit in de provinciale
politiek van grote betekenis
'I geweest.
’Besturen per nota
gevaarlijk en onjuist
is
DICK PANMAN
’Het algemeen belang bestaat niet
„De partijen zullen landelijke slogans
meedragen in deze verkiezingsstrijd en
minder met specifieke Noordhollandse
problemen aan de weg timmeren. Het
drie-stromenland begint zich duidelijk af
te tekenen in de politiek en dat vind ik op
zich wel een goede zaak. Het mag echter
niet zo zijn dat de drie grote partijen
elkaar bij voorbaat uitsluiten. Ik kan me
voorstellen dat de confessionele partijen
ook eens in de oppositie zullen zitten. In
de toekomst zie ik de WD heus nog wel
met de PvdA samen in een regering.
Vooral met betrekking tot de interpreta
tie van geestelijke vrijheid staat de WD
volgens mij dichter bij de progressieve
partijen dan bij de christelijke partijen.
Aan de andere kant vind ik het een
foutieve gedachtengang als men zegt dat
het huidige kabinet er nooit had mogen
komen. Twee van de drie kiezers hebben
per slot van rekening niet op Den Uyl
gestemd. Het zal overigens niet meeval
len samen met het CDA tot een snelle
Met name de „zachte sector” heeft veel
aan zijn inzet en inzicht te danken als het
gaat om culturele aangelegenheden. Hij
maakte zich hard voor de Stichting Ate
liers 1963, de Toneelgroep Centrum, het
Noordhollands Philharmonisch Orkest
en vele andere zaken in deze portefeuille.
Zijn rechtschapen opstelling in de poli
tiek laat zich verklaren uit het feit, dat hij
25 jaar lang kantonrechter is geweest,
eerst in Gorkum, later in Haarlem. Mr.
Goudsmit is nu 74 jaar en zet een punt
achter zijn politieke loopbaan. „Ik heb
het idee dat ik nu nog goed ben en wil
voorkomen dat iemand een hint geeft dat
ik maar beter kan opstappen”, zegt hij
lachend. De WD’er zag zijn fractie in 18
jaar tijd groeien van 9 naar 18 zetels in
de staten. Deze ontwikkeling heeft hem
ongetwijfeld goed gedaan, terwijl hij zich
een fervent tegenstander toont van elke
vorm van machtspolitiek. Hij gelooft dat
de verkiezingen van Provinciale Staten
zich dit jaar zullen afspiegélen aan de
landspolitiek.
Mr. Goudsmit is bijzonder strikt in het
onderscheid dat hij maakt tussen land-
spolitiek en provinciale politiek. „Dat
moet ook wel”, zegt hij, „want de structu
ren verschillen in hoge mate. In het pro
vinciaal bestuur werkt men niet volgens
het dualistische systeem van een kabinet
met een programma aan de ene kant
tegenover een minderheid in de Tweede
Kamer aan de andere kant. Het provinci
aal bestuur is geënt op een monistisch
beleidsombuiging te komen, omdat de
regering-Den Uyl de begroting voor het
komende jaar al had ingediend. Vele
zaken zullen opnieuw financieel vertaald
moeten worden en daar gaat veel tijd
mee gemoeid”.
tenparlementaire zaken bezig. Ik ben van
mening dat de omwentelingen in de
maatschappij zich zeker niet op het par
lementaire vlak voltrekken. Die omwen
telingen worden op straat gemaakt. Wat
op parlementair niveau gebeurt, is een
eindfase, het formaliseren van verander
ingen in maatschappelijke processen.”
Titia Bos vindt dat ook Provinciale
Staten een beduidende rol kunnen spelen
in de besluitvorming. Dat dat niet alleen
gebeurt door het verdelen van geld, maar
ook door het stimulerend werken op be
paalde ontwikkelingen, vindt ze zeker zo
belangrijk. „Het NVSH-trefcentrum bij
voorbeeld, hier in Amsterdam, zou je
kunnen stimuleren. Je zou bij wijze van
spreken een gulden subsidie kunnen ge
ven. Maar dan verschaf je zo’n instelling
wel de mogelijkheid bij andere overhe
den, Rijk en gemeente, om subsidie aan
te kloppen.”
systeem. Provinciale Staten zijn een ver
lengstuk van de kiezers en Gedeputeerde
Staten een verlengstuk van Provinciale
Staten. Precies zoals een gemeentebe
stuur functioneert. Daarom vind ik het
zo merkwaardig dat ook op provinciaal
niveau soms wordt gewerkt volgens lan
delijke politieke maatstaven. Een voor
beeld. In mijn periode als fractievoorzit
ter van de WD heb ik het nog nooit
meegemaakt dat mijn partij werd uitge
sloten om zitting te nemen in het college
van Gedeputeerde Staten. In 1974 is dat
wel gebeurd. Onverklaarbaar als men
bedenkt dat juist de PvdA spreiding van
macht propageert en tegelijkertijd zo
dra men de kans krijgt de macht naar
zich toe trekt. We mogen niet vergeten
dat de leden van Gedeputeerde Staten
net zo goed lid zijn van Provinciale Sta
ten. De structuur van het provinciaal
overheidsapparaat is gebaseerd op een
Of er een links college van Gedeputeer
de Staten komt, hangt af van de uitslag
van de verkiezingen op 29 maart. Wat het
huidige college van GS betreft, vindt de
PSP-fractievoorzitter dat de PvdA daar
in te veel concessies doet. „Er worden te
veel compromissen gesloten. De PvdA
moest een aantal ideeën laten vallen in
onderlinge verdeelsleutel tussen bestuur
ders. In feite is er geen oppositie moge
lijk en toch kreeg de WD in 1974 die rol
toebedeeld. Met andere woorden: een
partij wordt politieke invloed onthouden
in strijd met de bedoeling van de wetge
ver. Dat is met name in de provincie
Noord-Holland sterk het geval geweest.
Mr. Goudsmit vindt dat een volksverte
genwoordiger voldoende speelruimte
moet hebben. „Je ontleent je mandaat
aan de kiezers en niet aan een partijbe
stuur”, is hij van mening. Zijn grootste
bezwaar tegen de PvdA is gericht tegen
de mogelijkheid volksvertegenwoordi
gers terug te kunnen roepen op last van
het partijbestuur. „Dat is in strijd met de
bepalingen”, stelt hij vast, „want je moet
zonder last of ruggespraak kunnen be
slissen. En wat er nu precies onder „last”
moet worden verstaan zal altijd wel een
onduidelijke zaak blijven”.
Verder heeft mr. Goudsmit zich altijd
gekeerd tegen „het regeren per nota”.
Onlangs heeft hij er nog op aangedron
gen, dat de politieke betekenis van nota’s
nu eens goed wordt vastgesteld. „Nota’s
zijn nooit veel meer dan een genuanceer
de momentopname van een bepaalde
problematiek. Een nota mag nooit het
leven van een streekplan gaan leiden en
dat dreigt af en toe duidelijk te gebeuren.
Een streekplan moet juist van een nota
worden afgeleid en dan blijkt maar al te
vaak dat er in de nota zelf veel zaken
bijstelling behoeven”.
Een greep uit een paar provinciale za
ken, waar hij een uitgesproken mening
over heeft.
Hij was zoals gezegd een van de initia
tiefnemers voor de Stichting Ateliers
1963, een instelling die zich bezighoudt
met de begeleiding van afgestudeerde
kunstenaars. „Een goede kunstenaar
moet over zijn werk kunnen praten. Moet
kunnen uitleggen wat hij met een werk
stuk beoogt. Daarom heeft de Stichting
Ateliers 1963 een belangrijke begeleiden
de functie. Bekende kunstenaars bekij
ken en bespreken het werk van pas afge
studeerden en ontwikkelen een dialoog
naar de buitenwereld. Het is belangrijk
dat een kunstenaar ook zelf meehelpt te
voorkomen dat hij in een .isolement raakt
en een onbegrepen bestaan leidt. Ik vind
het een goede zaak dat de ellende van de
koppel-subsidies in zicht is. Als een stich
ting zoals Ateliers 1963 van drie over
heidsinstellingen subsidie moet ontvan
gen en één van die overheden haakt
om welke reden dan ook af, dan ligt
zo’n stichting plat. Daarom ben ik blij
met het ontwerp van de kaderwet en de
voorgestelde rijksbijdragenregeling. Dit
nieuwe toelagesysteem brengt de subsi
die op het juiste niveau. Ik ben erg blij
dat Ateliers 1963 is erkend als rijksinsti-
tuut. Dat garandeert een toekomst en
verkleint de kans op moeilijkheden met
lagere eenheden”.
Een ander onderwerp uit de portefeuil
le van mr. Goudsmit: het Noordhollands
Philharmonisch Orkest. „Het orkesten-
bestel is volop in discussie. CRM wil de
orkesten met een andere taak uitrusten;
er zouden muziekcentra moeten komen,
waardoor de jeugd in een brede laag met
deze cultuur in aanraking kan komen.
Men denkt aan het formeren van kleine
Laatste hoofdstuk: de verstedelijking.
„Politiek twistpunt in provinciale staten
is de drooglegging van de Markerwaard.
CDA en WD zijn voor, PvdA is tegen.
De kwestie van de drooglegging is welis
waar een regeringsbeslissing maar het
advies van de provincie weegt wel dege
lijk mee. Ik vind dat de Markerwaard
drooggelegd moet worden. Agrariërs
moeten land hebben, de Markerwaard
geeft de mogelijkheid voor een tweede
nationale luchthaven zonder geluidso
verlast voor woonkernen, er kunnen
randmeren komen voor de recreatie en
de ontsluiting van de Noordkop van de
polder wordt een stuk gemakkelijker. De
PvdA klampt zich veel te veel vast aan de
doctrine van de „overloop”, het wegtrek
ken van mensen van woon- naar werkge
bieden. Volgens mij dwing je mensen uit
Amsterdam elders in de provincie werk
te zoeken als je de Markerwaard open
laat. Ik geloof niet dat je de mensen ver
van hun werk mag en kan laten wonen.
Er zullen goede verbindingen moeten ko
men in de provincie. Maar deze kwestie
zal uitgebreid in discussie komen bij de
behandeling van de verstedelijkingsnota,
die in de volgende zitting aan de orde
komt”.
Mr. Goudsmit zal er niet meer bij zijn.
Zijn politieke rit zit erop. Maar zijn be
trokkenheid bij het bestuurlijk gebeuren
zal ongetwijfeld verder leven. Daar kent
hij zichzelf en anderen hem maar al
te goed voor.
noodzakelijk is, moet je wel sjacheren,
op voorwaarde dat je natuurlijk niet te
veel geeft en te weinig krijgt. Ik geef vrij
weinig en sluit niet zoveel compro
missen.”
Bij de afspraken die met de drie ande
re partijen zijn gemaakt, was het voor de
PSP uiteraard onmogelijk geheel de ei
gen koers te varen. De fractievoorzitter
noemt de lijst met punten „nog net accep
tabel” voor de PSP. „Wat de NORON-
stad betreft, hebben we een formulering
gevonden in de geest van: „Nu de meer
derheid van Provinciale Staten zich
voor de NORON-stad heeft uitgespro
ken, zullen we loyaal meewerken”, ver
telt Titia Bos.
Blij is ze er niet mee, want ze acht het
behoud van het groene hart, waar altijd
zoveel waarde aan is gehecht, zeer be
langrijk. Het gebrek aan woningen zou
bijvoorbeeld in Almere en in de steden
zelf opgevangen kunnen worden. En so
wieso dient er minder ruim gebouwd te
worden. Voor het parkeren van auto’s, zo
vindt het pacifistisch-socialistisch staten
lid, kan bijvoorbeeld onder de grond
ruimte gevonden worden.
Ondanks de compromissen die de PSP
moest sluiten met de andere partijen,
hoopt Titia Bos dat een links program
college er wel in zit. „Wat het stimuleren
van andere woonvormen aangaat en het
blik uit de woonwijken, zijn we wel tevre
den met de lijst van uitgangspunten. Ook
willen we een mogelijkheid tot zelfstan
dig onderzoek van de provincie naar
woonbehoeften
het politieke krachtenspel. Niet alleen
vanwege het CDA, maar ook vanwege de
WD, hoewel die niet in GS zit.”
Of links of rechts als winnaar uit de
Statenverkiezingen te voorschijn zullen
komen, kan Titia Bos niet zeggen. Wel
denkt ze dat de geweldige overwinning
voor de grote partijen, zoals vorig jaar
bij de Kamerverkiezingen, er niet zal
zijn. „Ik denk niet dat het driestromen-
land zal terugkeren. En ik heb een rede
lijke hoop dat de PSP met drie zetels uit
de verkiezingen komt”, voegt ze eraan
toe.
Is dat het geval, dan komt Titia Bos
terug in Provinciale Staten. „Met een
driemansfractie is het werk wat beter te
verdelen. Dan kan ik een halve baan
nemen. Nu zoek ik nog helemaal geen
werk, want ik heb er geen tijd voor”,
aldus de net-afgestudeerde sociologe.
Ze acht zichzelf door de PSP momen
teel vrijgesteld van een deel van de bui
tenparlementaire activiteiten, om het
werk in Provinciale Staten goed te kun
nen doen. Een baan ernaast lijkt haar
een onmogelijkheid. „Maar ik denk dat
we het allemaal te consciëntieus doen, dit
nog eens bekijken, dat nog eens na
trekken.”
Het feit dat de meeste mensen niet
weten wat de provincie precies doet, dat
Provinciale Staten een politiek orgaan
zijn, is haar niet onbekend. „Als ik er
gens moet spreken, vraag ik wel eens aan
mensen in Amsterdam waar de provincie
is gezeteld en meestal wordt dan ook
geantwoord dat dat wel in Amsterdam
zal zijn.” Voor Titia Bos bestaat er echter
geen enkele twijfel omtrent de politieke
geaardheid van Provinciale Staten.
Maar vier jaar zitten op het pluche
hebben haar er niet van kunnen overtui
gen dat de werkelijke maatschappelijke
veranderingen daar plaatshebben. „Die
gebeuren op straat, wij formaliseren al
leen maar. Maar ik wil er, als PSP-er, dan
wel bij zitten.”
MARIA SCHLICHTING
Omdat het program tussen CDA en
PvdA zo weinig was uitgewerkt kon de
WD zich in principe verenigen met het
toenmalige politieke model. Later is de
WD als het ware programmatisch uitge
sloten, hetgeen nooit had mogen gebeu
ren. Gelukkig is tijdens de algemene be
schouwingen van CDA-zijde aange
voerd, dat het college van Gedeputeerde
Staten in het vervolg zo breed mogelijk
opgezet moet worden. Dat is alleen maar
logisch gezien de structuur van het pro
vinciaal bestuur”.
De gedachte dat Provinciale Staten ei
genlijk geen politieke zeggingskracht
hebben, eigenlijk alleen het algemeen
belang van de provincie moeten beharti
gen, wijst de PSP-fractievoorzitter
scherp af. „Het algemeen belang bestaat
helemaal niet. Ook in de provincie be
staan er verschillende belangen, ver
schillende opvattingen, vanwaaruit poli
tieke beslissingen worden genomen. Ik
geloof niet in een harmoniemodel, maar
dat wil helemaal niet zeggen, dat er altijd
gekibbeld hoeft te worden. Er hoeven
niet altijd conflicten te zijn, natuurlijk.
Tegen een programcollege van Gede
puteerde Staten heb ik niets, als het maar
een links programcollege is. Met D”66, de
PvdA en de PPR hebben we een lijst van
punten opgesteld, die kunnen dienen als
uitgangspunten voor een eventueel links
programcollege.”
Titia Bos vindt dat je, als het per se
nodig is, als politieke partij wel eens
compromissen kan sluiten. „Als het
AMSTERDAM. Ze werd in 1970 lid
van de Partij van de Arbeid. Na het
dertiende partijcongres kort daarna,
waarin ze moest constateren dat de
PvdA uiteindelijk toch geen stelling nam
tegen het NAVO-lidmaatschap van Ne
derland, besloot ze lid van de PSP te
worden. „Ik ben liever lid van een partij
die wat principiëler is, wat minder in
termen van macht denkt”.
Titia Bos, afgestudeerd sociologe, der
tig jaar en woonachtig in Amsterdam, is
sedert 1974 lid van Provinciale Staten
van Noord-Holland. Samen met Ruud
Bakker vertegenwoordigt ze de pacifis-
tisch-socialistische gedachte in het
Noordhollandse.
Voor de komende statenverkiezingen
staat ze als derde op de PSP-lijst, hetgeen
betekent dat haar terugkeer in Provinci
ale Staten nog lang geen zekerheid is.
Haar derde plaats op de lijst houdt ech
ter niet in dat ze een tweemansfractie te
klein, te onbeduidend vindt tegenover de
overige 77 „andersdenkenden” die in de
Staten zitting hebben.
„Wat de invloed van de PSP in Provin
ciale Staten is, kan ik niet precies bekij
ken. Het betekent in elk geval twee stem
men. Bovendien geloof ik dat we ook nog
op een andere manier invloed hebben.
Opvattingen die wij uitdragen, kunnen
wel effect sorteren, doordat ze bijvoor
beeld in de achterbannen van andere
partijen ook wel gehoord worden, een
soort feedback-effect.”
De PSP staat bekend als een partij met
twee kanten: het parlementaire werk,
voornamelijk gedaan door leden van de
Tweede Kamer, de Provinciale Staten en
de gemeenteraden, én, in die partij bijna
nog belangrijker, de buitenparlementai
re actie. Het ondersteunen van minder
heidsgroepen, het actievoeren tegen za
ken als de neutronenbom en de UCN in
Almelo, het actief deelnemen aan de dis
cussie over de Berufsverbote.
„Gelukkig houdt de PSP zich met bui-
ensembles waarbij de taak van de musici
uitgebreid zou moeten worden met een
educatief element. Dit is een bijzonder
moeilijke zaak, want lang niet alle or
kestleden zijn in staat in andere forma
ties te spelen dan wel pedagogische ver-
Ateliers 1963 antwoordelijkheid te dragen. Voor een
plaats in zo’n muziekcentrum heb je dui
delijk andere kwaliteiten nodig dan wan
neer je sèc als orkestlid functioneert”.