OLIERAMPEN Angst rond springvloed op Pasen Ze hebben onze zee vermoord” Lijkwade over de Bretonse kust Verouderd materiaal door Kees Tops Petitie Geleide tankers Soldaten Ergernis Uitroeiing vogels k' water vermengen, tot een emulsie. En dat zal het opruimen van de troep niet gemakkelijk maken”. De beginnende nieuwe vogelko- lonie op Sept Iles evenwel lijkt na zo’n vloed reddeloos verloren. Ni cole Landré van de Bretonse mi- lieu-organisatie SEPNB (vereni ging voor studie en bescherming van de natuur in Bretagne) zegt daarover: „Het is te hopen dat niet alle vogels dood zullen gaan, en misschien gebeurt dat ook niet, maar we vrezen het ergste”. w»rs* kssr Inslf jaardat Maar de olievlek is al voor het midden van de week voorbij Ros coff getrokken, oprukkend langs de Cóte de Granite Rose, de kust welke elf jaar geleden het zwaarst werd getroffen toen de „Torrey Canyon” daar 123.000 ton zware vettigheid verloor. Ook de unieke vogeleilanden „Sept Iles” gingen er toen aan en net nu de vogelbe- volking daar weer een beetje op peil is gekomen, wordt zij be dreigd met vrijwel volledige uit roeiing. De belangrijkste dreiging voor het leven aan de Bretonse kust moet evenwel nog komen. Dit paasweekeinde wordt spring vloed verwacht. Over de gevolgen daarvan voor de olieramp lopen de meningen uiteen. „Het is moei lijk te zeggen wat er zal gebeu ren”, zegt voorlichter Jainallac van de bergingsoperatie „Pol mar” voor wat het vasteland (de kuststrook) betreft. „De grote vloed kan de olie nog meer tegen de kust aandrukken, maar kan de zwarte korst ook van de kust weg trekken”. n BratasM gefrappeerd, want Eeuwen geleden, toen Bretagne nog werd bewoond door de Kefte het Keltisch „Pen Ar Bood”. Dat betekent „het einde van bWkonli bygeto^j^ Het is^^ldevish I W: einde van de wetorworeiö Inluidt De oen noemt de gigantisch»o»evlek „de n Eén ding te zaken ate een Hjkwed» la de centimetere dikke olielaag over de ku; wW zich heeft vastgezet, kan zelfs geen plankton meer leven. „Onzin”, vindt de Canadese ex pert Clarke Bridge. „Een spring vloed zal er alleen maar voor zor gen, dat de olie niet meer geïso leerd op het water blijft liggen. Met andere woorden: olie zal zich in heel kleine deeltjes met het mki scl Wl U Fransen weigeren eigenwijs hulp Maille: „Tja, dat kan ik moeilijk zeggen. geworden. De olielaag verstikt het leven. wordt aangevoerd. Met gebruikt kleine vrachtwagens, uitgerust met pompen wel ke de olie uit zee zuigen; vandaar wordt de olie overgepompt in grote tankauto’s en afgevoerd naar Brest, waar de olie van het water wordt gescheiden. Over de gevolgen van de ramp voor het milieu zegt SEPNB-medewerkster Nicole Landré: „Het is moeilijk te zeggen hoelang het zal duren eer er in de getroffen ge bieden weer leven mogelijk is. Zo’n plak olie vaagt alle leven weg. De bekendste slachtoffers zijn natuurlijk de vogels en de vissen. Maar ook alle andere leven, zoals oesters, algen en plankton verdwijnt. Wan ner dat er weer komtik weet het niet. Ik denk dat het zeker vier of vijf jaar zal duren. Voordat het biologisch evenwicht kan worden hersteld moet er eerst biolo gisch leven zijn”. In Brest is een vogelkliniek ingericht om nog levende vogels schoon te maken en de dode vogels te onderzoeken. Vanuit ver schillende posten langs de kust worden de verminkte dieren binnengebracht: veel meeuwen en sternen, maar ook Jan van Gents, aalscholvers, en pinguïns. Halver wege de week waren er al 300 dode exem plaren binnen, en dat was nog maar voor een gering gedeelte van de de noordelijke Finistèrekust. Sommige vogels worden opengesneden en onderzocht op de orga nen, de overige worden in het houten ge bouwtje over de vloer uitgespreid. Demon stratief, uit protest, lijkt het. Over de komst van toeristen kan hij weinig definitiefs zeggen. Maille: „We we ten het niet. We denken dat er heel weinig mensen zullen komen. Als mensen met vakantie gaan dan willen ze naar zee, zwemmen, vissen. Het zijn niet alleen men sen uit Europa, die hier komen, het zijn ook veel mensen uit Frankrijk zelf en vooral uit dit gebied hier, de Finistère. Voor die categorie is het moeilijk ergens anders heen te gaan. Het is vaak zo dat hele families bijeenkomen aan de kust, in de weekeinden en in de vakantietijd. Ze hebben dan een caravan staan, en de hele santekraam komt daar heen. De grote vraag is ten slotte, hoe lang het gaat duren eer de kust weer schoon is. Ook daarover lopen de meningen uiteen. ironisch) waar de vissers bijeenkomen, ventileren zij hun woede. „Ze hebben onze zee vermoord”, klinkt het hard. „Laat ze naar de hel lopen, die oliemastodonten, die onze kusten vernielen”. Net als vele boeren uit de omgeving, helpen ze druk mee om de kust weer een beetje schoon te krijgen. „Wij zijn geen mensen om met de armen over elkaar te gaan zitten. Ook al maken ze het ons ónmogelijk ons brood te verdienen”. Het is een typisch Bretonse groep, die geen hulp uit Parijs verwacht. Toch is er een noodfonds, dat de Franse regering voor dit soort calamiteiten in het leven heeft geroepen. Dat zou enkele mil joenen guldens groot zijn, maar exacte gegevens ontbreken. Pierre Maille, eerste wethouder van Brest en rechterhand van burgemeester Francis Le Blé, zegt: „Hoe groot dat fonds precies is weet niemand, maar we denken wel dat het snel ter be schikking van de vissers komt. Voor die vissers is dit namelijk een enorme klap. Het is niet alleen dat ze niet kunnen vissen voor hun brood. Nee, ze hebben investerin gen gedaan in materieel (boten, netten etc.) en die moeten ze afbetalen”. Nog even over het toerisme. Wat gaat de Bretonse toeristenindustrie doen? Maille: „We zullen via folders en advertenties de mensen precies zeggen wat ze riskeren. We gaan er niet om liegen. We zullen precies zeggen: hier kun je wel en hier maar beter niet naar toe. We hebben een vergadering gehad met alle VW-directeuren van de Finistère en we hebben besloten dit naar waarheid te doen. Maar ook zullen we de toeristen wijzen op het binnenland. De brochures gaan naar heel Europa en voor Frankrijk speciaal willen we op radio en televisie gaan adverteren”. „En de hoteliers zelf? Tja, sommigen hebben al gezegd: ach er is niets aan de hand, laat ze maar komen. Maar dat kun je niet doen. Dan moeten de kinderen in de olie lopen, stel je dat even voor Wil men niet liever dat die tankers helemaal niet meer door het Kanaal mo gen varen? al verouderd waren. Alleen geschikt om hele dikke olielagen (van enkele decime ters) weg te pompen. Niet voor die paar centimeter; zo zuigen ze in hoofdzaak wa ter weg”. begin van de ramp ontvouwde men daar op een eerste persconferentie de schoon- De CONOCO BRITANNIA uit Liberia (58.277 ton) raakt in Humberbaal aan de grond. De ruwe olie verontreinigt de kusten. De Bretonse milieuvereniging heeft in middels een actie op touw gezet om rege ringen en industrieën te waarschuwen niet te licht met het milieu om te springen. Handtekeningenlijsten en petities zijn de ze week de deur uitgegaan naar vele Euro pese milieuverenigingen. In de petitie wordt onder meer geëist, dat olietankers minstens 100 mijl uit de kust moeten blij ven, dat wetenschappelijk onderzoek moet worden verricht naar de gevolgen van dit soort rampen en dat nieuwe voorwaarden en veiligheidsmaatregelen voor de naviga tie van tankers moeten worden vastge steld. Een frase over „de onverantwoor- dleijkheid en het onvermogen van de openbare machten” heeft de vereniging uit tactische overwegingen nog op het nipper tje uit de tekst geschrapt. Naast de oesterkwekers, die in ieder geval dit seizoen naar hun oogst kunnen fluiten, zijn de zwaarst gedupeerden in Bretagne de ruim 1600 vissers. Zij zijn dan ook des duivels. In het kroegje „Au retour des pêcheurs” (ook deze naam krijgt iets Maille, leraar natuur- en scheikunde aan een middelbare school, is tevens hoofd van de VW van Brest. Daarover: „Ook voor de hoteliers is er een pot in Parijs voor dit soort gevallen. Maar ik denk dat dat geld aanzienlijk langer op zich laat wachten. Daar kan wel een jaar of vier overheen gaan”. 1973: De KING STAR uit Korea (73.201 ton) raakt in de Straat Malakka aan de grond waarbij de lading, ruwe olie, verloren gaat. 1974: De METULA uit Nederland (104.379 ton) raakt aan de grond In Straat Magelhaen. De lading ruwe olie gaat geheel verloren. Het Franse Fecamp wordt met olie over speeld na botsing van twee olietankers. 1977: De SUZUKA MARU uit Japan (85.523 ton) krijgt een aanvaring in de Straat van Malakka, de ruwe olie stroomt weg. 1978: De AMOCO CADIZ uit Liberia loopt bij Bretagne op de kust. Over de ramp zelf zegt Maille: „De men sen zijn hier erg boos. Het is nu al de vierde keer dat dit gebeurt, en deze tanker breekt Wel is men deze week begonnen met het verwijderen van olie voor de kust. Daartoe heeft men twee compagnieën Franse sol daten laten aanrukken, die samen met 75 experts uit Toulon en de vele buitenlandse deskundigen (uit Nederland, Canada, En geland, Ierland en de Verenigde Staten) aan het pompen zijn geslagen. Men zit evenwel dringend verlegen om meer mate rieel, dat vanuit vele delen van de wereld 27 maart 1967 breekt de TORRY CANYON ter hoogte van de Scllly Eilanden in tweeën. De eerste grote olieramp. 1972: De NEW STAR uit Korea (63.989 ton) verliest complete lading olie In de Pacific, nadat de huid van het schip Is gescheurd. De MYRTEA uit Frankrijk, 105.397 ton zwaar, geladen met ruwe olie, raakt bij Singapore aan de grond. Zware olielek- kage. De tanker SAIJA loopt op de Corsicaanse kust waardoor in totaal 14 vierkante kilometer olie op het wateroppervlak terechtkomt. De Griekse tanker TRADER vergaat met 20.000 ton stooko lie aan boord. De tanker OSWEGO GUARDIAN uit Liberia (48.320 ton) krijgt zware aanvaring met Texantita waarbij de lading ruwe olie werd verloren en één bemanningslid vermist. De SEA STAR uit Korea (63.989 ton), geladen met ruwe olie, krijgt een aanvaring in de Golf van Oman en raakt in brand, 12 doden, zeer veel olie verloren. 5. X -V.Xv Sinds de Liberiaanse mammoettanker „Amoco Cadiz” vorige week vrijdag voor het havenstadje Portsail op de grillige rot sen te pletter liep en in tweeën brak, heeft al meer dan de helft van de 230.000 ton ruwe olie zich in angstwekkend tempo over de Bretonse kust verspreid. Portsall bleek aanvankelijk het zwaarst getroffen - het ligt immers in de directe nabijheid van de vervuilingsbron maar wie een ocht langs de kust maakt, in de walmende stank van olie, ziet dat het historische lavenstadje Roscoff, aan de baai van Mor- aix, er nog minstens eens zo erg aan toe is. Hoscoff steekt een stuk boven de noorde- ijke kustlijn (La Cöte de Léon) uit en vormt zo een barricade waartegen de door Ben sterke westenwind voortgedreven olie zich ophoopt. Iets over de organisatie van de bergings- en reinigingsoperatie „Polmar”. Die is, tot verbazing van sommigen en tot ergernis van anderen, in handen van twee verant woordelijke prefecten (hoofden van de partementen): de prefect voor de zee en de prefect voor het vasteland (in dit geval de kust). Daarbij komt nog een derde prefect voor de coördinatie naar de regering in Parijs. De prefect voor de zee houdt zich bezig met de berging van de Amoco Cadiz, een miljoenenorder voor het Nederlandse ber- Over hoe het dan wel moet, zegt hij: „Met zogenoemde „skimmers”. Dat zijn draai ende pompen die de zee „afromen”. Daar bestaan al een stuk of tien typen van, de Amerikaanse kustwacht heeft ze al aange boden, maar die Fransen luisteren niet. Omdat het geld kost! Dat is hun grootste fout. „Luister, deze ramp zal groter worden dan iedereen vermoedt. Die tanker kan niet worden leeggepompt, omdat die „He- lia” er niet bijkomt. Die bak is dus over en paar dagen leeg. Wat ze moeten doen is daadwerkelijk hulp accepteren van men sen met ervaring. Alleen met die skimmers bereik je iets. Als ze zo blijven doorprutsen met hun oude pompjes en slangetjes dan weet ik het wel. Dan duurt het, eer die vuiligheid weg is, op zijn minst een’ jaar. Voor honderd procent zeker”! De zee is gestold. In de buurt van Brest, aan de Bretonse kust, slaan de golven niet stuk op het strand. Ze zijn door de olie en drab kwaar - I 2 I A X l-A I* A 1 - I 22. 1.i; tie kwam er geen concreet plan uit. Ze dat die erdoor kunnen. Maar het is ook gebruiken nu pompen die vijf jaar geleden belangrijk dat er meer strenge regels komen”. „Ze weten niet waarover ze praten”, zegt Clarke Bridge honend. „Kijk, dat strand moet inderdaad mechanisch worden schoongemaakt: die koek moet mèt het zand worden opgeschept. Maar ze hebben geen flauw benul hoe ze die olie van zee Brest is een grote haven en er varen veel weg moeten krijgen. Op die persconferen- boten door dat Kanaal. Het is belangrijk 1 - - .t.x' gingsbedrijf Smit International. De pre fect voor de kust daarentegen coördineert de reinigingsoperatie van de kust waarin het Amsterdamse tankcleaningbedrijf Langeberg een belangrijke rol speelt. Dat het bergen van de Liberiaanse mam- moettanker deze week maar niet op gang wilde komen, is te wijten aan de uitzonder lijk slechte weersomstandigheden voor de Bretonse kust. De aanhoudende krachtige westenwind, in combinatie met de mede daardoor beïnvloede zeestromingen, wa ren telkens aanleiding voor de vice-admi- raal Jacques Coulondres van de Prefectu re Maritime, om het begin van het over pompen van olie in de Shell-tanker Helia tegen te houden. Het gevaar dat er een tweede tanker op de rotsen zou sneuvelen, moest worden voorkomen. Duikers heb ben kunnen constateren dat het veronge lukte schip erger beschadigd was dan men’ aanvankelijk dacht. 1975: De 116.136 ton wegende SHOWA MARU uit Japan raakt bij Singapore aan de| grond. De ruwe olie gaat bijna geheel verloren. De 113.522 ton wegende MICHAEL C. LEMOS uit Griekenland raakt bij St. Croix aanede grond. Een zeer zware ollelekkage is het resultaat. De TARIK IBN ZIYAD uit Irak (62.500 ton) stoot bij Rlo op een ander schip waardoor zware ollelekkage ontstond. De SEATIGER uit Liberia (60.790 ton) krijgt een aanvaring In de Straat van Sin gapore waardoor veel ruwe olie verloren gaat. De OLYMPIC ALUANCE uit Liberia, 97.206 ton zwaar, krijft een aanvaring bij Dover. De ruwe olie stroomt weg. 1976: De MYSELLA uit Engeland, 104.561 ton zwaar, raakt bij Singapore aan de grond. I Zeer zware ollelekkage Is het gevolg. De DIEGO SILANG (51.836 ton) uit de Philippljnen krijgt een aanvaring In de I Straat van Malakka, zeer zware olielek- kage. De MARYLANE uit de Verenigde Staten, 133.000 ton zwaar, raakt aan de grond bij I de Bahama’s, ollelekkage was het gevolg. De Franse leiders van de operatie Pol man hebben zich al opgeruimd laten ont vallen dat ze deze zomer op vakantie gaan naar de Bretonse kust. Ook bij het Insti- tuut voor Zeestudie bleek men niet al te nog het record ook! Wat wij willen, is dat pessimistisch. Precies een week na het die mammoettankers niet meer gesleept worden. Zo gaat het telkens mis. We willen dat het gebeurt zoals bij vliegtuigen. Dat maakplannen: de zee moet zoveel mogelijk de tanker op eigen kracht vaart, maar biologisch worden gereinigd en de stran- geheel geleid wordt vanuit een controleto- den mechanisch, ren of een driivend controlecentrum”. CHERBOURG al. MORLAIX S‘ BRIEUC DINAN .PORTSALL BREST

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 23