1]
Je moet opletten, dat
j
V
■5®
het geen circus wordt
Verhalen om met drie oren naar te luisteren
Ind
I
23
AVELINO KLEIN OVER CAMPINGPASTORAAT:
door Th. J. Koeckhoven
Contra-revolutie
in de praktijk willen uitdragenReacties werden ingewacht bij het CPE te Maastricht.
door Kees Tops
Praten
februa
overla
wijken
pongs
natte r
lang t<
Families
Vorige levens
Nit
Als je goed uit je ogen kijkt, is het wel eens moeilijk een hoge pet op te hebben
van de mensheid als zodanig. Als je sommige mensen apart bekijkt, dan durf je in
een vermetel ogenblik soms te denken; hoe is het in Godsnaam mogelijk dat zulke
mensen maar mogen bestaan. Een beetje oppervlakkig nadenken levert als
resultaat op dat de mens wel de bekroning van de schepping wordt genoemd,
maar dat de bovengenoemde mensheid tegelijkertijd de ernstigste bedreiging voor
haar eigen soort en voor haar hele omgeving is geworden. Aan de andere kant
worden uit overwegingen van menselijkheid of humaniteit hele categorieën
hulpbehoevenden als een soort heilige ballast in het leven gehouden. Sommige
lieden komen dan in de verleiding de ballast tot een zo licht mogelijke last te
maken door de minder begaafden, de armlastigen, de kreupelen en de idioten wel
netjes in het leven te houden, maar aan de andere kant hun fundamenteel
menselijke rechten te beknotten door bijvoorbeeld zwakbegaafde meisjes te
steriliseren.
In de tijd dat de meeste mensen hun zomervakantie voorbereiden, zo gedurende de eerste maanden van
het jaar, verscheen in de diverse parochieblaadjes in den lande een oproep van het Centrum voor Pastoraal
in Europa (CPE). Pastores gevraagd voor campings in binnen- en buitenland, was de strekking, en er werd
bij vermeld dat de voorkeur uitging naar priesters en dominees, pastoraal werkers en theologiestudenten.
Ook leken „met goede contactuele eigenschappen” werden welkom geheten mits zij „het christelijk geloof
Science fiction
-
0.
intellect bedreigt
de mensheid
T
■1
Dr. C. W. Rietdijk
Deze en dergelijke minder intelligente
Deel II is een logisch vervolg van het
eerste deel, waarvan de titel al voor zich
spreekt. Er is een nieuwe revolutie nodig,
Door deze en andere maatregelen denkt
men de kwaliteit van een toekomstige ge
neratie op te voeren. Er zal een betere
mensheid ontstaan en de echte vooruit
gang komt eindelijk in zicht. Er is niets op
tegen dat een goede gezondheidszorg en
allerlei preventieve maatregelen een aan
val ondernemen tegen veel overbodig leed
en lijden. Maar een mogelijk achterliggen
de gedachte aan ’n soort Uebermensch en
een mentaliteit die het intellect tot de troon
verheft zijn verontrustend. Op grond van
enige miljoenen jaren mensengeschiede
nis meen ik te mogen twijfelen aan enig
succes van welke selectieve maatregel ook.
Aan de andere kant weten de meesten
van ons uit ondervinding dat het leven
meer aan liefde, waarde en warmte wint
door hartelijkheid, eenvoud en belangstel
ling dan door het klinisch oog van het kille
intellect. De vooruitgang van de werkelij
ke beschaving wordt niet belemmerd door
de eenvoudigen van geest maar door de
intelligente uitvinders van het buskruit, de
straaljagers en de automatische afwasma
chine.
Het blijft wat morrelen in de kantlijn.
Mensen zijn en blijven moeilijke en hard
nekkige wezens, ten kwade geneigd en niet
in staat te leren van welke ervaring van
vroegere generaties ook. Wat het ergste is,
juist het intellect heeft de meeste ellende in
de wereld gebracht. Juist het technisch
vernuft is de eerste oorzaak van de ergste
bedreiging voor natuur en mensheid. Van
zelfsprekend kan de technische en intellec
tuele vooruitgang een zege voor de mens
heid betekenen, maar de bittere ervaring
leert tegelijkertijd het tegendeel.
CPE, met als doel, de pastorale zorg
voor „de mens onderweg” (de reizi
ger dus) te bevorderen.
Vanwaar die belangstelling? Ave-
lino Klein: „Dat kan ik met een heel
concreet voorbeeld duidelijk ma
ken. Een pastoor uit Ukkel (bij Brus
sel) komt naar ons toe en zegt: ik heb
geen mensen meer in mijn kerk;
waar zijn ze gebleven? Ik zeg: die
zijn weg; ga er achteraan. Dat is heel
eenvoudig. Vroeger had de pastoor
zijn mensen netjes om zich heen. De
kerk in het midden van de parochie.
Maar de mens van vandaag blijft
niet meer thuis. Die gaat er vandoor,
die gaat op reis. Nou, dan zit er voor’
de kerk maar één ding op: mee op
reis. Dat is de moderne aanpak van
de pastoraal”.
onderschrijven, voor een ander deel ver
werpen. Ze zetten in ieder geval aan het
denken. Als voorbeeld noem ik Rietdijks
suggestie zwakbegaafden en andere gene
tisch duidelijk onvolwaardigen te sterilise
ren. Voordat iemand nu moord en brand
gaat schreeuwen, is het misschien verstan
diger zelf het boek ter hand te nemen.
Toch kan ik me voorstellen, dat
iemand die naar een camping gaat
voor zijn lol, daar geen behoefte aan
heeft. Avelino: „Natuurlijk. Er zijn
daar mensen die geen zin hebben in
geleuter aan hun kop. Daarom drin
gen we ons ook niet op. Maar het
blijkt dat, als wij naar zo iemand
toegaan en zeggen: wil jij niet eens
samen met je vrouw op stap, dan
passen wij wel op de kinderen, dat
hij dat zeker waardeert en daarna
toch eens langskomt.
dende pastoor de camping opkomt
met zijn gevolg, en een rijdend ka
pelletje erachteraan”.
De pastorale teams, die, uiteraard
met toestemming van de camping-
beheerders (en vaker nog door hén
gevraagd) de toeristen gaan benade
ren, bestaan in de regel uit vier of
vijf man. In elk team zit een domi
nee („Dat wilde Gijsen ook al niet”)
of pastoor en de overige medewer-
maart 1976 zijn goedkeuring hechtte
aan het CPE.
Avelino Klein, die de naam Gijsen
niet dan met ironie over de lippen
krijgt: „Onze bisschop vindt cam
pings te profaan. Daar wil hij eigen
lijk niets mee te maken hebben. Ik
heb hem gezegd: u vergeet de men
sen. Maar mensen interesseren hem
niet. Hij heeft rechtstreeks contact
met boven. Die man... die man... Nou
ja”, verzucht hij glimlachend, alsof
hij het over een klein kind heeft. „Ik
zie meer in het contact van beneden
naar boven, maar goed”.
ik ze toevallig in een vorig leven al had
gelezen.
Het volgende boek sluit hier prachtig bij
aan. Het heet Exorcisme. De schrijfster
Cynthia Pettiward komt eveneens tot de
conclusie dat er een leven bestaat na de
dood. Dat is tot daar aan toe, maar in
sommige gevallen zijn de gestorvenen hun
draai kwijt. Het zij hun vergeven, want
dood gaan is tenslotte een ingrijpende ge
beurtenis. Deze entiteiten van gestorve
nen, zoals de psychiatrisch geschoolde
Cynthia hen noemt, zijn namelijk niet ge
heel „overgegaan” maar hebben in arren
moede op zoek naar onderdak bezit geno
men van een levend mens. Deze is dan
bezeten, niet door een duivel of demon,
maar door een zwervende geest. In die
gevallen, zo verrraadt de omslag al, dient
niet alleen de patiënt te worden genezen,
maar moet ook de gestorvene tot rust
worden gebracht. De situatie van een beze
tene wordt nog erger, als een groep daklo
ze entiteiten als moderne krakers bezit van
hem heeft genomen, een situatie die we
ook kennen uit het Nieuwe Testament.
Ter geruststelling, ik geloof in goede en
kwade geesten, in de mogelijkheid van
bezetenheid en ook nog in al dan niet
kerkelijke geneeswijzen als exorcisme of
duiveluitdrijving. De mistige toestanden
waarin de geesten van Cynthia rondwa
ren, laat ik liever voor wat ze zijn. Ook hier
hebben we een zeer boeiend boek dat
Avelino: „Er zijn ook hele families
die zich aanmelden en een enkele
Na alles wat ik de laatste tijd over reïn
carnatie heb geschreven, mag ik kort zijn
over opnieuw een boek dat dit onderwerp
behandelt. Ditmaal gaat het om een min of
meer psychiatrische benadering. Schrij
ver is de psychiater Thorwald Dethlefsen,
hoofd van het Instituut voor buitengewone
psychologie te München en zijn boek heet
Terug naar vorige levens. Ook al blijf ik
Doll<
Ahma
da’s, d
deur h
senen
mens
en zo
het ge
Djal
onvoo
toet 9
met
hoofd:
op mi
Midde
ntitief
len. H
verte
masse
Ook
toenn
Wij li
hetox
In ov
vaart
ondie
lerlei
diens:
Bij
van c
km Ie
ten hi
ke w
recht
ta v,
maak
en E
een
naar
soms
Ne
bied
tijd k
van
wate
Floo
milj<
ontv
van
perc
hooj
dras
die 1
Wie
uitmor
Door
moesc
deel w
tneevc
Oor;
vergel
miljoe:
Zo’n c
abnon
geen t
mens
vrucht
overat
De t
vroegi
winkel
heven
waarn
Tot
repub
dat de
heeft
toege
„B
laag
Waarom?
„Omdat dat een uitdrukkelijk ver
langen van de kerk was”, zegt Aveli
no Klein, die wijst op een gestencil
de lijst van kerkelijke uitspraken,
welke de behoefte aan toeristen-
zielezorg signaleren. Zo sprak Paus
Pius VII in 1952 een vergadering van
Italiaanse WV- en reisbureaudirec-
ties toe onder het motto „Reizen
verrijkt de menselijke persoon”. En
zo werd het Vaticaan in 1965 actief
lid van de Wereldorganisatie van het
Toerisme OMT (toen nog UIOOT).
„Maar als je met iets als zo’n cam-
pingpastoraat bezig bent, dan moet
je erg oppassen dat je het goed
brengt. Je moet opletten dat het
geen circus wordt. Dat er een bid-
reïncarnatie een onbewijsbare zaak vin
den, het verhaal van Thorwald is toch wel
interessant. Dit komt vooral doordat de
psychiater in zijn wetenschappelijk ge
noemde betoog een reeks gesprekken met
cliënten of vrijwilligers inbouwt. Deze
mensen beleven hun wedergeboorte door
hypnose. De gesprekken van de psychiater
moeten dus in de eerste plaats worden
gezien als een therapie.
Thorwald meent dat problemen en aller
lei frustraties van vandaag uit de wereld
kunnen worden geholpen door de klant of
patiënt naar een vroeger leven terug te
voeren, onder hypnose dus. Dit alles staat
heel levendig beschreven in het boek dat
wetenschappelijke pretenties heeft. Het is
uitgegeven bij’ Ankh-Hermes te Deventer
en het kost 32,50. Ik wil er nog één ding
van zeggen: de gehypnotiseerden vertellen
soms aardige details uit zogenaamde vori
ge levens, maar op kernvragen blijven ze
het antwoord schuldig. Als Thorwald nu
even geraffineerd was als ik, zou hij de
mensen onder hypnose een vroeger leven
kunnen laten beleven, geheel naar het ont
werp van de psychiater zelf. Het spreekt
vanzelf dat Thorwald deze suggestie leven
dig van de hand wijst. Men zou zich verder
kunnen afvragen waarom Thorwald bijna
uitsluitend vrouwen onder het ontleedmes
neemt. Ook ontbreken door een gebrekki
ge druktechniek enige pagina’s in het
boek. Dit is in mijn geval niet zo erg, daar
Wat de mensen maar willen. En als
de mensen daarbij ook nog samen
godsdienst willen maken, dan kan
dat. Maar u moet het in de eerste
plaats zien als een service. Wij zijn
er voor de mensen. Niet andersom”.
af. Die begrijpt er niets van. Het
gaat er alleen maar om, dat de kerk
daar is, waar de mensen zijn. Wan
neer je als kerk naar toeristen toe
gaat, dan is dat géén liturgie; dat is
gewoon met de mensen zijn. Het
recreatieve en culturele aspect komt
dan ook vóór het religieuze. We or
ganiseren excursies, als daar be
hoefte aan is. Spelletjes voor de kin
deren. We richten een kleine biblio
theek in, verzorgen dia-avondjes.
Avelino Klein heeft zijn camping-
pastoraat uitgezet via een grote
groep van medewerkers in Europa.
Die worden bijeengehouden door
een stuurgroep van tien man, onder
wie vijf de dagelijkse stuurgroep
vormen. Zelf houdt Avelino regel
matig contact met iedereen. „Ik ken
ze allemaal persoonlijk. Hoe ik er
aan gekomen ben? Door kranten te
lezen en door bijeenkomsten bij te
wonen. Door te praten. Ik praat
graag met mensen. Ik ga graag met
ze om en ken er dus een heleboel.
Toen er in 1972 eigenlijk geen geld
meer was oin mij te betalen, en ik
ontslagen dreigde te worden, had ik
in vijf dagen handtekeningen van 42
mensen, die aan het bestuur schre
ven: wij vinden het'noodzakelijk dat
Avelino Klein blijft. Ik ben ge
bleven”.
Terug naar dat campingpastoraat.
Je kunt je afvragen of mensen die
op vakantie gaan, daar behoefte aan
hebben. Avelino Klein: „Ja, dat
vroeg mgr. Zwartkruis zich ook al
maar je moet uitkijken dat het team
niet kapotgaat”.
Zelf gaat hij trouwens ook ieder
jaar op pad, meestal naar Trier. Als
kers zijn vaak afkomstig van univer- u„,.
siteiten, sportscholen, sociale en pe
dagogische academies.
An Kesseler-van der Klauw heeft een
bundel verhalen verzameld onder de titel
Sta eens even stil. Om met drie oren naar
te luisteren, zegt de ondertitel terecht,
want de verhalen hebben een bijzondere
ondertoon die een derde heel gevoelig oor
vergen. Bij het boek bevond zich een brief
van een deskundig abonnee, namelijk een_y
wetenschappelijk hoofdmedewerker in de*
praktische theologie, afdeling katechese,
op de Katholieke theologische hogeschool
te Amsterdam. Deze vestigt de aandacht
van de redactie op de bijdrage van me
vrouw Kesseler die hij eén goed boek
noemt dat „op een originele manier
nieuwe wegen opent in het godsdienston
derwijs, juist door niet typisch gods
dienstige onderwerpen aan te snijden.”
Hiermee is deze uitgave van Gottmer te
Haarlem 22,50) al raak getypeerd
Door te luisteren raakt het kind als het
‘ware argeloos vertrouwd met de essentiële
dingen, waarom het gaat in het leven en
daarom ook in het godsdienstonderwijs.
Kinderen raken door deze voortreffelijke
keuze uit goede kinderlectuur vertrouwd
met datgene waardoor een mensenleven
mooi en waardevol kan worden: liefde,
trouw en vriendschap. Maar ook met lij
den en dood. Ouders en katecheten kun
nen zelf in het boek lezen hoe zij er het
beste gebruik van kunnen maken. In de
praktijk zullen zij al gauw bemerken dat
de verhalen uitnodigen tot een echt ge
sprek. Het is van belang te weten dat de
samenstelster zelf les geeft op een basis
school. Zij kent dus de kinderen om wie
het uiteindelijk gaat. Hun gevoelens wor
den in de verhalen raak getypeerd. Boven
dien wordt hier een rijke traditie gevolgd.
Ook in de bijbel zelf heeft het verhaal een
opvoedende functie. Er staan niet voor
niets zoveel verhalen in de bijbel. Na een
hartelijke aanbeveling rest nog de vermel
ding dat de sprekende illustraties van letje
Rijnsburger zijn en dat de verhalen af
komstig zijn van auteurs als Mies Bou-
huys, Astrid Lindgren, Hans Andreus en
Annie Schmidt.
individualist. Een enkele keer zelfs
iemand die zelf helemaal niet ge
looft. Maar omdat de meesten zich
opgeven vanuit een godsdienstige
overtuiging, wordt de samenwer
king in zo’n geval een beetje moei
lijk. Ikzelf vind het prima hoor,
Degene die die oproep heeft opge
steld en verspreid, is Avelino Klein,
een vriendelijke dertiger, wiens ei
gen uitstekende contactuele eigen
schappen - hij probeert me en pas
sant perschef van zijn organisatie te
maken - slechts worden geblok
keerd als hij in aanraking komt met
het verschijnsel bureaucratie en zijn
vertegenwoordigers.
Avelino Klein is een van de vier
stafleden van het CPE. In zijn eentje
heeft hij binnen enkele jaren het
gehele Europese campingpastoraat
uit de grond gestampt. Als Brazili
aan, met Duitse grootouders, en ge
huwd met een Belgisch meisje, dat
hij op een Israëlische kibboets ont
moette, had hij al hier en daar zijn
kennissen, en vanuit Maastricht
heeft hij zijn relatiebestand kunnen
uitbouwen tot een uitgebreid net
van internationale contacten.
Voor de duidelijkheid eerst iets
over het CPE. Het Centrum voor
Pastoraal in Europa is een project
van de Stenonius Stichting, welke in
1960 werd opgericht met het doel tot
Europese samenwerking te komen
binnen de katholieke kerk. In eerste
instantie probeerde men dat via het
„Europa-Seminarie”, dat een betere
verdeling van priesters (en kandida
ten) in Europa moest bewerkstelli
gen. Maar in 1970 moest men consta
teren, dat er bij gebrek aan priesters
weinig meer viel te verdelen.
Na lang nadenken, onderzoeken
en beraadslagen, besloot het be
stuur van de Stenonius-Stichting
zich te gaan richten op de toeristen-
zielezorg in Europa. Zo ontstond het
Een behoefte vanuit de kerk uit
practische overwegingen dus. De
idee van het campingpastoraat had,
zoals al aangegeven, een stevige
steun in de rug: het Vaticaan had de
gedachte min of meer zelf naar vo
ren geschoven. Niettemin duurde
het enkele jaren, eer de bisschop
van Roermond, mgr. Gijsen, in
Avelino, heftig: „Hou op! Nee, dat
kan niet hoor, dat wordt een beetje
teveel. In mijn vakantie wil ik er
niets meer van horen. Maar het is
mooi werk hè? Ik met al mijn diplo
ma's en mijn titels. Ha ha, mensen
komen naar me toe en zeggen: Aveli
no, jij bent hartstikke gek!”
Gottmer te Haarlem heeft uitgegeven en
dat 15,90 kost. Zielzorgers en psychiaters
kunnen er plezier aan beleven, vooral ook
omdat Cynthia een analyse geeft van een
aantal gevallen, een literatuuropgave doet
en vanzelfsprekend ook in de bijbel te
rechtkomt. Overigens mag het een wonder
heten dat ik na al deze paranormale en
opwindende lectuur nog rustig kan slapen.
herhaalt dr. Rietdijk in alle toonaarden.
Het menselijk verstand moet weer de
plaats krijgen die het toekomt, met name
in het onderwijs, dat door een heel leger
van pseudo-progressievelingen een broei
nest is geworden van de middelmaat. Op
dit punt moet ik Rietdijk het grootste ge
lijk van de wereld geven. Verder verne
men we van hem kort en goed dat het
Westen zowel intellectueel als moreel een
onderontwikkeld gebied is geworden; dat
een wezenlijke doelmatigheid in onder
wijs, economie en politiek ontbreekt; dat
goed en kwaad maar betrekkelijk zijn en
tenslotte dat de gelijkwaardigheid van alle
mensen op een ernstig misverstand berust.
De strijd tegen sextaboes wordt ook in
dit boek voortgezet. Dat kan in elk geval
geen kwaad. Verder hebben we hier te
maken met een hele reeks duidelijke stel
lingnamen. De lezer zal ze voor een deel
gedachten komen bij mij op bij het lezen
van een nieuw boek van dr. C. W. Rietdijk.
Ik heb destijds meer dan een halve krante-
pagina aangegooid tegen het eerste deel
van de Contra-revolutie tegen de rede.
Daarom en omdat zovele andere boeken
de aandacht vragen kan hier worden vol
staan met een minder lange aankondiging,
nu het tweede deel is verschenen. Het is
een uitgave van Polak Van Gennep te
Amsterdam en het kost 27,50.
Een science-fictionboek met een bijbels
sausje vraagt thans de aandacht. Het heet
Met vurige wagens en het pretendeert bij.
belse wonderen te verklaren. Dan zijn het
natuurlijk geen wonderen meer, maar
daar is het de schrijver Peter Krassa ken
nelijk om begonnen. Hij gelooft namelijk
niets van die wonderen en Inet een hele
boel bijbelverhalen hoef je bij Peter ook
niet aan te komen. Het paradijsverhaalen
de zondeval van Adam en Eva karakteri
seert hij als gebeurtenissen die zich nooit
hebben voorgedaan. De legende van de
hof van Eden is voor 99 percent een sym
bool, beweert hij uit de losse hand. Waar
mee Krassa gezegd wil hebben dat een
symbool eenvoudigweg niets voorstelt
Maar een symbool is juist de volle werkt-
lijkheid samen met hetgeen symbolisch o|
zinnebeeldig wordt voorgesteld, maar wat
vaak zo groots en zo onnoembaar is, dat
het niet in gewone mensenwoorden kan
worden gezegd. De schepping is zo’n on
zegbaar verhaal. Vandaar de bijbelverha-
len die in symbooltaal aanduiden wat
eigenlijk niet kan worden gezegd, maat
die meer waarheid bevatten dan de werke
lijkheid van een steen of de uitkomst van
driemaal drie.
Het zegt veel dat dit boek, uitgegeven
door Meulenhoff in Baarn, is voorzien van
een voorwoord van Erich von Daniken, de
schrijver van het vermaarde Waren de
góden kosmonauten? Duidelijkheid voor
alles, vindt Erich en vandaar de eerste zin
van zijn voorwoord: „Het Oude Testament
is stellig niet het woord van God.” Nu, dat
mag hij geloven en hij lijkt me weinig
vatbaar voor andere gedachten evenmin
als Peter.
Dit nieuwe boek wil zoals gezegd niet
alleen alle bijbelse wonderen tot weten
schappelijk verklaarbare proporties te-
rugbrengen. Het voegt er een kwasi-weten-
schappelijke en nog immer onbewezen di
mensie aan toe; namelijk de kosmonauten.
Niet God of de engelen kwamen in contact
met Mozes, Elia, Ezechiël, Jeremia en Ez
ra, maar gewoon wezens van andere pla
neten. Onze Jahweh of Allah is slechts een
van hen. Ja, er is toch nog een echte God,
maar eentje die slechts abstract te begrij
pen is. Als er één bewering onbijbels is,
dan deze wel. Maar tenslotte wil Peter
wetenschappelijk betogen. Als er een klok
is, moet er een klokkenmaker zijn, als er
een wereld is, ja dan moet er toch ook een
schepper zijn. Daar helpt geen lieve moe
der, vindt zelfs Peter.
In dit intrigerende boek staan nog wel
wat goede dingen. Het meeste is eenvou
digweg op dit moment zuiver hypothe-|
tisch. Te bewijzen valt er niets, evenmin'
als ik kan bewijzen dat God bestaat. Men
sen die graag wat meer weten over het
brandende braambos, het manna, de ark
van het verbond, ruimteschepen en profe
ten, kunnen hier hun hart ophalen. Onze
oudste zoon van veertien jaar is gek op het
boek van Krassa. Misschien is het wel een
avonturenroman voor jongens. Dat is niet DJA
eens zo gek gevonden, al zeg ik het zelf In uitgesl
de boekhandel is het werk te koop voor hoofds
22,50. Het past in de kast met bijbelse1
boeken of in die van de science fiction.
Daar zijn we nog niet uit.
'Hl
FOLKS