BELEID WORDT IN DEN HAAG UITGESTIPPELD HE ER Verzet 1AARL tLKMA jndser Sporen HAARLEM. De moeilijkhe den die het provinciaal bestuur van Noord-Holland de komende vier jaar te wachten staan, zijn te vergelijken met die van een bus chauffeur, die in het aardedon ker en dichte mist langs een on bekende route naar een onbe kend doel moet rijden. Hij heeft tot taak zijn passagiers daar heelhuids af te leveren. Maar hoe hij daarin moet slagen is hem een raadsel. In elk geval doet hij het kalm aan, want de bochten, wegversmallingen en omleidin gen kent hij niet. De route is grotendeels door anderen be paald. Hij kan alleen maar roe pen door de mist, om tijdige sig nalen. Gebrek aan instrumenten it een r: handicap provinciebestuur J lllllllllllllll ist in de i t.m. 10 G DE BOER (PvdA) (VVD) H MACHIELSEN W HARTOG (CPN) 165415 >fbe- igen Iels enz wer- n en Elu, <en dus- DRS J ACHTER STRAAT (CDA) llllllllllllllll Het nadeel van het uitblijven van de beslissing is wel, dat het verstedelijkt gebied rondom de luchthaven - achteraf gezien - misschien minder ideaal zal zijn uitgebouwd, dan had gekund. De onno dig gereserveerde ruimte zal dan haar sporen in de omringende stedelijke structuur hebben achtergelaten. En dat is zonde van de ruimte en nog veel meer De kwestie Schiphol en de Markerw aard is al jaren een van de centrale problemen van de ruimtelijke planning in deze provincie. Hoewel de ruimte voor de vijfde baan op voorschrift van hoger hand is gereserveerd, is men er voor de rest van de planning van uitgegaan, dat deze er niet komt. Zou de vijfde baan echter onverhoopt toch worden aange legd, dan heeft dat gigantische ruimtelij ke gevolgen. De toch al brede wegen zouden het verkeer dat die uitbreiding van de luchthaven zou aantrekken niet meer kunnen verwerken. De druk op de woningmarkt zou zo groot worden, dat deze noodzakelijkerwijs zou expande ren. De totale verstedelijking van het gebied van de Meerlanden zou niet meer te stuiten zijn. De weg van het provinciaal bestuur is ook afhankelijk van een route, die door anderen is uitgestippeld. De route wordt gemarkeerd door beslissingen, die niet op provinciaal niveau kunnen worden genomen. Beslissingen over een vijfde baan van Schiphol, de inpoldering van de Markerwaard, de aanleg van een Voorhaven bij IJmuiden, de ontwikke ling van Hoogovens, tunnels onder het Noordzeekanaal, de aanleg van spoorwe gen en autowegen, de stadsvernieuwing, zijn bepalend voor het ruimtelijke beeld van Noord-Holland in de toekomst. De besluiten daarover worden niet genomen door het provinciaal bestuur in Haarlem, maar in Den Haag door de rijksoverheid. Of in het buitenland, door de leiding van internationaal georganiseerde concerns (zoals Hoogovens). Noord-Holland kan die beslissingen hoogstens beïnvloeden. Zolang de beslissingen niet worden ge nomen, heeft de chauffeur Noord-Hol land geen andere keus dan stapvoets rijden door de mist van de onzekerheid Daarom verschijnt de ene na de andere nota, waarin behoedzaam een korte-ter- mijnkoers is uitgezet. Meer kan niet. De provinciale wagen moet onmiddellijk kunnen worden bijgestuurd. De chauffeur wil best sneller rijden. Hij is ervan overtuigd, dat dat ook eigen lijk zou moeten. Daarom roept hij al jaren door de mist om signalen, om be slissingen van het rijk. Het provinciaal bestuur dringt al jaren aan op een beslis sing over de vijfde baan, de voorhaven, de Markerwaard. Maar tevergeefs. Dus blijft het bij stapvoets rijden, zonder dat precies duidelijk is waarheen. De vraag is even, of we dat moeten betreuren. Stel, dat vijf jaar geleden, toen men nog alom geloofde in een onbe perkte groei van de luchtvaart, de knoop van de vijfde baan was doorgehakt. Dan zaten we nu, nu gebleken is, dat de lucht vaart helemaal zo veel niet zal groeien en dus minder ruimte nodig heeft met: ofwel de vijfde baan als een hinder lijke barrière in de ruimtelijke structuur van de Haarlemmermeer, een vergroting van het gebied met geluidshinder en een vermindering van de woningbouwmoge- lijkheden; ofwel een, althans voor de lucht vaart nodeloos, ingepolderde Marker waar. Een inpoldering, waarvan de scha de (aan bijvoorbeeld het milieu) niet is te overzien. De kwestie is eigenlijk illustratief voor de feitelijke onmogelijkheid van ruimte lijke planning, zolang de plannenmakers geen vat hebben op de processen, waar uit de gegevens voortkomen, die mede als bouwstenen voor die planning dienen. Het is als het bouwen van een huis, terwijl er een permanente aardbe ving aan de gang is, die voortdurend aardverschuivingen te weeg kan bren gen. Wat overblijft is slechts de mogelijk heid om reeksen van „scenario’s” op te stellen, in reeksen varianten: Als er dat gebeurt, dan is dat, en dat, en dat moge lijk; en als er dit gebeurt, dan vloeit daar dit, of dit, of dit uit voort. Aan de politiek is dan de keuze, in het frustrerende be sef, dat de zaak niet meer klopt, zodra bepaalde elders beïnvloede basisge gevens veranderen In die omstandighe den is ruimtelijke ordening niets anders, dan wat rommelen in de marge van de wanorde. Dat is een akelige gewaarwor ding, voor degeen, die een hekel heeft aan wanorde en die ziet, dat daarvan groepen mensen, vooral de zwakken in de samenleving, het slachtoffer worden De kern van het vraagstuk van de ruimtelijke ordening is, dat het ordenen van de ruimte onverenigbaar is met het te spreken over nationalisatie van de grond). Het is slechts één voorbeeld van het conflict tussen het vrije spel van maat schappelijke krachten en het streven naar een ruimtelijke ordening. Daarbij moet men in het oog houden dat de provincie eigenlijk maar heel weinig middelen heeft voor een doelmatige or dening van de ruimte. Men kan streek plannen maken, waarin men bijvoor beeld bepaalde autowegen weglaat als maatregel tegen het autogebruik. Maar men kan niet verhinderen, dat die wegen er toch komen in de vorm van rijkswe- gen. Men kan bedrijfsterreinen op de plankaart kleuren. Maar het streekplan wordt al doorkruist, wanneer de bedrij ven weigeren zich er te vestigen. Voor ’n werkelijk doeltreffende ruim telijke ordening moet de provincie kun nen beschikken over meer wettelijke middelen daartoe. De provincie hééft middelen nodig om bedrijven daarheen te dirigeren, waar dat ruimtelijk past. De provincie hééft middelen nodig om het autoverkeer in te perken. En een behoor lijke regeling van de grondpolitiek is nu al twintig jaar te laat. Ruimtelijke orde ning is zonder die middelen evenmin mogelijk als een huis timmeren zonder hamer en spijkers. Gezien de landelijke politiek krachts verhoudingen is het sterk de vraag, of de provincie op korte termijn gereedschap krijgt. Misschien, dat men uit Den Haag spijkers stuurt, maar geen hamer. Mis schien, dat men een hamer stuurt, zonder spijkers. Te hopen is, of te vrezen, dat hangt er van af, dat eindelijk beslissin gen worden genomen over Vijfde Baan, Markerwaard, Voorhaven, tunnels, rijks- wegen, spoorwegen, stadsvernieuwing, Hoogovens. Dan beschikken de provinci ale timmerlieden tenminste over de ruwe blauwdrukken, op basis waarvan het ruimtelijk beleid verder kan worden in gevuld. Het kan, maar het blijft afwach ten. Het vrije spel van maatschappelijke krachten zal intussen wel blijven door gaan. Misschien wel totdat er ruimtelijk niets meer te ordenen valt. Nu gaat het er bij de Statenverkiezin gen maar om. waaraan de kiezers meer belang hechten, aan het vrije spel van maatschappelij ke krachten, of aan de ordening van onze schaarse vrije spel van maatschappelijke krach ten. De groei van de luchtvaart is onder hevig aan dat vrije spel, en werkt storend in het streven naar ordening van de ruimte rondom luchtvaartterreinen (doordat het ruimte-reservering blijft opeisen). Aangezien de Ruimtelijke Ordening de bèlangrijkste taak is van het provinciaal bestuur, zou het voor de hand liggen, dat dit provinciaal bestuur tegenstander is van dit vrije spel Van maatschappelijke krachten. In het provinciaal bestuur zijn echter politieke groeperingen vertegen woordigd, die dit vrije spel van maat schappelijke krachten zo veel mogelijk vrij spel willen laten. Dat botst dus met de basisvoorwaarde van ruimtelijke or dening, en er gaat dan ook geen Staten vergadering voorbij, of men kan van een dergelijke botsing getuige zijn. De mogelijkheid om de ruimte te orde nen wordt dus niet alleen beperkt door het uitblijven van beslissingen op rijksni- veau, maar ook door politieke krachten in het provinciaal bestuur zelf Als voorbeeld opnieuw de situatie rondom Schiphol: Zoals bekend streeft de provincie (met het Rijk) naar het openhouden van het Groene Hart van de nier konden worden verplicht om zich te vestigen op de braakliggende terreinen in het Westelijk Havengebied; - het autobezit kon worden tegenge gaan, waardoor een rendabel openbaar vervoer zou kunnen worden opgebouwd voor woon- werkverkeer; de overheid voldoende greep had op de stadsvernieuwing in Amsterdam en de wijze van woningbouw in nieuwe wij ken daar omheen. Elke poging van het provinciaal be stuur voor maatregelen in deze richting stuit op verzet van politieke groeperin gen, die het vrije spel van maatschappe lijke krachten willen verdedigen. Bedrij ven mag men zo weinig mogelijk ver plichtingen opleggen. De auto mag niet worden aangepakt, maar moet juist nog meer ruimte krijgen. En een grondpoli tiek, die de vrije handel in grond en huizen aan banden zou leggen, om de overheid een slagvaardiger stadsver nieuwingsbeleid mogelijk te maken, is volgens genoemde politieke groeperin gen uit den boze. (Om maar helemaal niet Randstad. Dit streven wordt doorkruist door de vestiging van een toenemend aantal bedrijven aan de zuidelijke rand van de Amsterdamse agglomeratie en bij Schiphol. De bedrijven zorgen voor werkgelegenheid, wat grote groepen werknemers aantrekt. Die mensen móe ten ook wonen op niet al te grote reisaf stand van hun werk. Staan dus geno teerd als woningzoekenden. Dat lokt pro jectontwikkelaars aan, die woonwijken willen bouwen. Omdat goede spoorwe gen in dit gebied ontbreken, is men aan gewezen op de auto. Het massalé autoge bruik lokt de aanleg van brede verkeers wegen uit. Bovendien moet voor al die auto’s parkeer- en verkeersruimte aan wezig zijn in de woonwijken. Die ruimte moet worden afgetrokken van de be schikbare ruimte voor woningen. De woonwijken worden als gevolg daarvan veel te ruim gebouwd. Dat leidt er toe, dat de (beschikbare bouwruimte te snel is opgebruikt. De volgende stap is, dat bou wruimte wordt gezocht rondom de dor pen in het Groene Hart. Dat groeit zo dicht. De provincie zou deze ontwikkelingen kunnen tegengaan wanneer - de bedrijven op een of andere ma rt- Op de foto een van de Statencommis- sie’s in vergadering: de commissie Maat schappelijk Welzijn. De geportretteerde Statenleden op deze pagina hebben alle zitting in de commissie Ruimtelijke Or dening in feite de „zwaarste commis sie. In de commissie Ruimtelijke Orde ning wordt het ruimtelijk beleid uitge stippeld, dat de voorwaarden schept voor het 'welzijnsbeleid. DBS STATENVERKIEZINGEN RIEN POLDERMAN T: M. BOS (PSP) i -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 9