Overheid wil minder edelherten
Tegen te drastisch afschot
„Ik had gehoopt Johns graf te zien
I
(gg
ER
si i
voor nabestaanden
wer
er
uk?
^Motivatie:
ie
n-
„Je doet iets
Gravendienst
blijft actief
Moderne
hulp
middelen
gB’
door William ten Brink
Ervaring
It
Wildtunnel
Vierhonderd
Afschot
Melding
VERENIGING TOT BEHOUD VELUWS HERT:
W
1
Er branden geen kaarsjes rond de grote behandeltafel in het midden van de
DOOR GROTER AFSCHOT WILD ZELDZAMER OP WILDBAAN
jiy
hou je dit werk geen week meer vol”, zegt sergeant Jongen.
De kamer van de gravendienst heeft overigens meer weg van een museum dan
van een onderzoekkamer. Langs de wanden staan tafels vol oorlogsspul: munitie,
IDEL
AAN 77
.15607
Wat zegt J. G. Peters uit Kampen, voorzitter van de Vereniging tot behoud van het Veluws
hert?
„We hebben ernstige bezwaren tegen de plannen van de minister van Landbouw om het
aantal edelherten op de Veluwe, voor wat betreft de vrije wildbaan door afschot drastisch te
verminderen. Wij vinden dat een voorjaarsbèstand van achthonderd tot negenhonderd dieren
zeker acceptabel is en protesteren tegen het terugbrengen van de stand tot zeshonderd stuks!”
235* militaire kleding, pistolen, vliegtuigapparatuur, uitrusting en persoonlijke bezittin-
eiuiste jcamer en er klinkt ook geen rouwmuziek. Als er bezoek komt, gaat er slechts een
diocon üonker zeil over de menselijke resten op die tafel. „Als we ons gaan aanstellen,
straat
ing.
gen. Het enige verschil met de dingen, die in echte oorlogsmusea te zien zijn, is
hilde dat de spulletjes van de gravendienst zijn gevonden in de haastig gedolven,
igwer onpersoonlijke graven van door oorlogsgeweld om het leven gekomen militairen.
-I Zakken met botjes nu, die door de twee militairen van de gravendienst met
vice ge eindeloos geduld als een legpuzzel in elkaar worden gezet, in de hoop dat
uiteindelijk ontdekt kan worden wie het was.
1
J Ia- w
V
belt
larmarr
2822.
ildo
rel.
„De recreant moet op de Veluwe de kans behou
den het grote wild gade te slaan”, vinden de
bestuursleden van de vereniging, „en dat wordt bij
een drastische uitdunning van de stand natuurlijk
wel moeilijker!” Behalve in omrasterde natuurge
bieden als het Deelerwoud, de Kroondomeinen en
de Hoge Veluwe leeft er in de Veluwse bossen nog
een groot aantel edelherten in de vrije wildbaan.
Daarvan maken onder andere deel uit het Staats-
wildreservaat bij Apeldoorn, de Loenermark, de
bossen bij Hulshorst en Garderen en het nationaal
park Veluwezoom op de Zuidoost-Veluwe. Er be-
staat ook een geregelde uitwisseling tussen de
hertenbevolking van de diverse terreinen voorzo
ver de grote verkeerswegen dat niet verhinderen.
„Hier", zegt voorzitter Peters, „leeft nog het
echte Veluwse hert”. In de afgerasterde gebieden
is het oorspronkelijke ras vaak vermengd met
bloed van het Schotse en Romintenhert.
Toen de vereniging ongeveer 25 jaar geleden
werd opgericht, zag het er slecht uit met de Veluw
se hertenbevolking. Vroeger waren er meer ge
bieden in ons land, waar het edelhert voorkwam
maar in de achttiende eeuw konden ze zich alleen
op de Veluwe nog handhaven. Daar werden de
dieren echter wel teruggedrongen naar de schrale
dennebossen en heidevelden, waar ze eertijds al
leen dekking zochten om dan in de weelderig
begroeide uiterwaarden te laveien, voedsel te
zoeken.
gebrek. In die tijd werd er ook zonder afschotplan-
ning jacht gemaakt op het grote wild. Boeren die
schade leden aan hun gewassen door vreterij van
de herten knalden er lustig op los
Mede door toedoen van de vereniging met de
lange naam kwam daar geleidelijk verandering in
In de bossen werden voerweiden aangelegd, op
vaste plaatsen werden de dieren van extra voer
voorzien en ook de jacht werd in goede banen
geleid. Gevolg is dat er nu in de vrije wildbaan een
voorjaarsbèstand is van tussen de achthonderd en
negenhonderd dieren, gezond wild, waarvan de
herten, de mannetjes, vaak over formidabele ge
weien beschikken.
een begrafenis met militaire eer te wachten. Maar het was hem
niet. De lengte van het skelet klopte niet en ook de tandarts
kaarten met gegevens over Baskeyfields gebit klopten niet met
wat de gravendienst gevonden had. Hoewel bij het geraamte
pen. De gravendienst begon toen als on
derdeel van het Rode Kruis. Later werd
het de „dienst identificatie en berging”,
actief bij het openen van massagraven bij
Links adjudant Vuijk, rechts sergeant Jongen
van de Gravendienst.
Slechts enkele jaren geleden
was een wandeling door de On
zalige Bossen, achter de Caroli-
nahoeve bij De Steeg altijd goed
voor een ontmoeting met wilde
zwijnen. Op de Hoge 'Veluwe
scharrelden toen de zwartjassen
in gezelschap van hun leuke ge
streepte biggetjes rond de auto's
op de parkeerplaatsen of langs
de autowegen die het park door
kruisen. Dat is voorbij. Steeds
meer wordt op de Veluwe de
grofwildstand aangepast aan de
draagkracht van het terrein, bij-
De afgelopen veertig jaar zijn duizenden
oorlogsslachtoffers geborgen. Het militai
re kerkhof in IJsselsteyn (Limburg) is het
resultaat van het werk direct na de oorlog.
Als ook dan niets wordt gevonden,
wordt het lichaam zelf verder onderzocht.
De vergelijking van oude tandartskaarten
met het gebit van het slachtoffer kan een
manier van identificeren zijn, het vergelij
ken van de schedelbouw met oude foto’s
ook. Overleg met vermoedelijke nabe
staanden kan ook veel helpen. Bijvoor
beeld wanneer de gravendienst een oude,
weer genezen botbreuk vindt. Met een spe
ciaal instrument dat de lengte van botten
opmeet, kan de exacte lengte van de mili
tair worden bepaald. Restanten van haar
en talloze andere kenmerken zijn ook bij-
Werk is er voorlopig nog genoeg, en niet
alleen op het land. Op een kaart aan de
muur, vlak achter de behandeltafel, staan
de plaatsen aangegeven, waar wrakstuk
ken van vliegtuigen liggen. Vissers hebben
die plaatsen in de loop der jaren doorgege
ven. Nog niet zo lang geleden werd bij
inpolderingswerk het wrak van een B-24
bommenwerper gevonden. De graven
dienst ontfermde zich over de inzittenden.
Op aanwijzing van de enige overlevende,
de Engelse militair Taylor, was de identifi
catie snel rond. Jan van Hillo maakte er
een televisieprogramma van in de serie
„De tijd stond even stil”.
Wat er tot nu toe uit het Ijsselmeer naar
boven is gekomen, is nog maar een klein
deel van wat er totaal ligt. Op de kaart
staan de aantallen: 1200 Amerikaanse,
3000 Engelse en 1600 Duitse vliegtuigen.
„Als de Markerwaard droog komt, heb ik
al werk tot mijn pensioen”, zegt Jongen.
zonder bruikbaar bij de identificatie van
een oorlogslachtoffer.
loellljkf
toilet
B.V.,h
el. dag 1
F
ans I
an
-2C
KERI
r tijd
mieu
-265£
„Je krijgt een enorme ervaring in dit
werk”, zegt sergeant Jongen. Het is dan
ook belangrijk dat die ervaring wordt
bewaard. Regelmatig worden dienstplich
tige militiaren opgeleid door de graven
dienst, aanvankelijk om in tijd van oorlog
slachtoffers te verzamelen en te identifice
ren. Het gaat dan om het bij elkaar bren
gen en bergen van de doden en het vast
stellen van naam en leeftijd. Een enkele
keer oefende de gravendienst samen met
die dienstplichtige militairen op niet al te
oude burgerbegraafplaatsen. Met toestem
ming werden dan de graven opgenge-
maakt en konden de jongens aan de slag.
„Maar die begraafplaatsen liggen nu he
laas niet zo maar meer voor het oprapen”,
aldus sergeant Jongen.
uw wi
>bbie.
>1. 025
oldtin
Haarle
ook
.00
gstr.
vrije natuur toch geen sprake meer is. We hebben
de herten immers van de beste gronden verdre
ven.'” „We moeten natuurlijk wel reëel blijven”,
meent voorzitter Peters, „en niet ten koste van
alles aan een hoge hertenstand willen vasthouden.
Een te veel is ook niet in het belang van de herten.
Het leefbiotoop wordt dan aangetast. Maar 600
vinden wij in elk geval veel te weinig”.
De afschotplannen zijn niet de enige gevaren die
de hertenstand bedreigen. Er vallen nog te veel
verkeersslachtoffers. Zo zijn in één jaar op de
Noordoost-Veluwe (1976-1977) elf dieren doodgere
den. Dat was 10 percent van het voorjaarsbèstand
ter plaatse. De vereniging wil dan ook een maxi
mumsnelheid van 40 of 50 km per uur voor bepaal
de verharde wegen door het leefgebied van het
edele wild. Ook zou men veel meer zandwegen
voor gemotoriseerd verkeer af dienen te sluiten en
rasters zoveel mogelijk moeten slopen om een vrije
uitwisseling tussen de diverse domeinen van het
edelhert mogelijk te maken. Nadat de aanleg van
de E-8 de West- en Noordwest-Veluwe al heeft
afgesneden van de rest, doemt met het doortrek
ken van de weg Arnhem-Woeste Hoeve weer een
nieuwe barrière op. De vereniging vecht voor het
aanleggen van een wildtunnel, een zogenaamd
cerviduct, jen zuiden van de Woeste Hoeve.
Een actueel probleem: na de grote bosbrand van
1976 bij Arnhem wil het Bosschap de Veluwse
natuurterreinen beter ontsluiten om het de brand
weer mogelijk te maken zich snel te verplaatsen.
Goed bedoeld, zegt de vereniging, maar daarmee
wordt de autostroperij in de hand gewerkt en
dreigt de rust in het leefgebied van de edelherten
te worden verstoord. Er wordt een reactie voorbe
reid op de plannen van het Bosschap.
Terugkomend op de afschotplannen van het
ministerie van Landbouw zeggen de bestuursleden
van de vereniging die zich ambassadeurs voor de
Veluwse edelherten noemen: „Minister Van der
Stee spreekt zichzelf tegen als hij naast het voorge
stane voorjaarsbèstand zegt dat wordt gestreefd
naar een aantal van drie edelherten per 100 hecta
re. Dan kom je namelijk op een stand van negen-
Toen de hertenliefhebbers bij elkaar kwamen
7 waren er op de Veluwe in de vrije wildbaan nog
ongeveer vierhonderd dieren over, die in slechte
conditie verkeerden. Hun geweien ontwikkelden
zich niet verder dan tot tien enden en veel jonge
Lukt het niet aan de hand van het plaat
je, dan zoeken de mannen van de graven
dienst naar andere spullen waaruit de
naam van het slachtoffer kan blijken.
Brieven, ringen, uitrusting en portemon
nee worden nauwkeurig onderzocht. Zelfs
initialen, gekrast in de steel van een panne
tje, kunnen de gravendienst helpen.
plaats voor enkele tientallen.
De recreant wordt duidelijk
de dupe van het nieuwe wildbe-
heer. In het kader daarvan
voeren wordt achterwege gela
ten en waar eertijds honderden
Na een melding gaan de militairen van
de gravendienst onmiddellijk aan de slag.
De stoffelijke resten worden zo compleet
mogelijk boven de grond gebracht, samen
met alles wat zich in de buurt van het
skelet bevindt. De totale vondst gaat naar
de Kolonel Palmkazerne, waar het eigen
lijke werk dan begint. Aan de hand van
indrukwekkende kaarten wordt het ge
raamte als een puzzel in elkaar gezet. Als
de gesneuvelde militair een identifica-
tieplaatje bij zich had, zijn er geen proble
men. De naam is dan bekend en defensie
kan de nabestaanden waarschuwen. Het
lichaam wordt gekist en naar de familie
gebracht.
Hoe drastisch de ingreep wel is die door het
ministerie van Landbouw wordt voorgestaan
blijkt uit de cijfers van de zomerstand. Voor wat
betreft het aantal edelherten dat in de vrije wild
baan op de Veluwe leeft wordt steeds uitgegaan i
van het voorjaarsbèstand. Dan is het jaarlijks
afschot al achter de rug en zijn nog geen jonge
dieren geboren. Leven er in het voorjaar in de vrije
wildbaan ongeveer achthonderd herten zoals uit
tellingen die in april 1977 zijn gehouden is geble
ken, dan is 's zomers de stand met de jonggebore
nen erbij 1100 stuks
Om dus het gewenste voorjaarsbèstand van 600
herten te bereiken, moeten 500 dieren worden
afgeschoten. Daartegen protesteert de vereniging
tot behoud van het Veluws hert heftig.
„We willen geen geforceerde hertenfokkerij”,
zegt penningmeester Averink uit Deventer, „maar
aan de andere kant vinden we ook niet dat de
stand van het wild moet worden aangepast aan de
draagkracht van het terrein. Biivoeren is niet
i- Bijvi
44, H
concentratiekampen. Foto’s uit die tijd to
nen aan dat het werk toch heel wat minder
onplezierig is geworden.
In 1954 ging de landmacht van start met
ze verknocht zijn. We hadden
daarover een gesprek met be-
wordt drastisch stuursleden van de Vereniging
tot behoud van het Veluws hert.
al-, tej
belt n
lie sen
is erger dan dood
familie. Lukt dat niet helemaal, dan ge
beurt dat absoluut niet”.
„We moeten proberen het beeld van het
vredig sterven niet te verstoren. Overleden
op het slagveld, zeggen we, want daar kun
je niet omheen. Maar over de rest houden
we onze mond stijf dicht”.
De militairen van de gravendienst mo
gen dan zacht en voorzichtig zijn tegeno
ver de nabestaanden, in hun dagelijkse
werk zijn ze spijkerhard. Een lijk is een
lijk en het gaat er om de zaak zo snel
mogelijk compleet boven de grond te heb
ben om aan de slag te gaan, „Je moet niet
bij het leed stilstaan”, zegt Jonden, „daar
krijg je nachtmerries van en bovendien
deug je dan niet voor het vak. Is het alleen
nog maar een geraamte, dan is er helemaal
niks aan de hand. En zijn de overblijfselen
diep onder de grond wat meer geconser
veerd gebleven, dan trek je handschoenen
er bij aan en zet je een speciaal masker op.
Je kunt dan wel zeggen dat wat ons werk
betreft het smerige er zo lang na de oorlog
vanaf is, maar we vinden toch ook nog
regelmatig slachtoffers, waarvan heel wat
meer over is dan alleen botjes”.
„Niet zo gek lang geleden haalden we
nog een militair boven de grond die er uit
zag alsof hij net was gestorven. Je kon de
kleine haartjes nog op het oor zien zitten.
Dat is niet prettig. Maar je moet je er
overheen zetten”.
Adjudant Vuijk en sergeant Jongen
gaan al lang niet meer zelf op zoek. Dat
was enkele jarèn na de oorlog al afgelo-
aedkoo
asto ka
alleerd
5,-.
ir. Klei
fel
'ERVVA
<ing, sa
s, loei
compli
olerlnoi
BV Wil
2, IJm
■amen
>ij ons
Tot aan haar dood in 1962 bleef Baskeyfields moeder volhou-
gravendienst in opperste spanning gewerkt aan het onderzoek den dat haar jongen niet dood was. Bij een bezoek aan Neder-
naar de identiteit van een Engelse militair, wiens skelet in land vlak na de oorlog (ze ^verd ontvangen door koningin
september 1977 in Oosterbeek werd gevonden. Het stoffelijk Wilhelmina) zei ze: „Ik had gehoopt Johns graf te zien. Het had
overschot kwam tevoorschijn bij graafwerkzaamheden in de me rustiger gemaakt”. Daarmee gaf ze weer wat leeft in de
Acacialaan f><’ «nenvpide harten van vele nabestaanden.
or al i
:RWe£
intie. 1*”
395.
Op woensdagmorgen 20 september maakte een Duitse gra- Aanvankelijk leek het erop, dat het graf van de Engelse held
naat een einde aan het leven van de 20-jarige Engelse korporaal na 33 jaar gevonden was. Hoge Engelse autoriteiten werden op
John Daniel Baskeyfield. Hij stierf na urenlang heldhaftig de hoogte gesteld van het onderzoek van de gravendienst en
optreden. Zwaar gewond aan zijn been hield Baskeyfield in zijn iedereen wachtte in spanning op resultaten. Baskeyfield stond
eentje een kolossaal stuk Duits Sturmgeschutz tegen. Vlak
nadat hij het gemechaniseerde kanon met zijn zesponder ver
nietigde in de Oosterbeekse Acacialaan, wordt hij zelf door een
ondersteunende Duitse tank getroffen.
Voor zijn buitengewoon moedige gedrag kreeg Baskeyfield in alleen een onderkaak werd aangetroffen, is adjudant Vuijk
1944 postuum Engelands hoogste militaire onderscheiding voor zeker van zijn zaak,
dapperheid, het Victoria Cross.
Wekenlang hebben adjudant Vuijk en sergeant Jongen van de
Het ministerie van Landbouw
heeft voor de vrije wildbaan op
zwijnen leefden is nu nog maar de Veluwe plannen bekendge
maakt die bij uitvoering wande
laars kansen ontnemen herten te
ontmoeten. Veluwe-bezoekers
het kader daarvan die herten willen zien zijn dan
wordt echter niet alleen het aangewezen op de wildtoren bij
zwart wild teruggedrongen Ugchelen maar voor velen is het
maar ook het roodwild; het aan- wandelend spieden naar rood-
tal grote edelherten niet te wild nog een avontuur waaraan
verwarren met het veel kleinere
ree, dat bijna overal in ons land
voorkomt -
verminderd.
„Je doet iets voor de nabestaanden”,
zegt sergeant Jongen. „Dat is de motivatie
hchter ons werk. Vermist zijn is erger dan
enthou dood, voor de achtergebleven familiele-
den. Mensen blijven hopen en dat kan
2822. Vprsebrikkeliik veel pijn veroorzaken. De
slachtoffers die wij identificeren gaan zo
veel mogelijk terug naar de nabestaanden.
1 Mensen die hun dierbaren zelf willen be-
‘5 graven, dichtbij. Dan hebben ze eindelijk
zekerheid en rust”.
R„T Het liefst geven de mannen van de gra-
- t vendienst ook de persoonlijke bezittingen
van de dode terug aan de familie. Een
n ’t aandenken, iets voor de herinnering. Mak-
16589 kelijk is dat niet. „Geweld maakt ver
schrikkelijk veel kapot”, zegt sergeant
i Jongen. „Een op de borst gedragen foto
k-van vrouw en kinderen met een kogelgat
”er in, kan je onmogelijk teruggeven. Een
gedeeltelijk verbrande brief ook niet. Rin
gen die totaal verwrongen zijn, helmen
met granaatscherven Je kunt de nabe-
>r binni staan(len piet met geweld in contact bren-
Tel. 02 Sen- Zo’n verwrongen ring Die mensen
weten dat die ring om de vinger zat. We
proberen de harde realiteit zoveel moge
lijk te vermijden. Zo’n ring gaat naar de
juwelier om gerepareerd te worden. Ik heb
een uitstekend adresje, waar ze weten wat
1 er aan de hand is. Voor weinig geld probe
ren ze die ring weer op te knappen. Lukt
-- dat, dan gaat het onmiddellijk naar de
ater kef
xjnmal r
uw geil
Museum in Lelystad waar resten van o a. Duitse uitrustingstukken te zien zijn.
J
1
de gravendienst, gebruik makend van de
ervaringen uit de voorgaande jaren. Sinds
1972 rukken de leden van die dienst alleen
nog maar uit na een melding, op dit mo
ment zo’n drie keer per maand.
Moderne hulpmidde
len kwamen er, en veel
meer ervaring.
Het is geen plaats om
een gezellig kopje koffie
te drinken. „Graven
dienst” staat er op een
bordje. Achter die deur,
in gebouw D van de.Bus-
sumse Kolonel Palmka
zerne, heeft alles met de
dood te maken.
De basis van de gra
vendienst, Nederlands
kleinste legeronderdeel.
Achtendertig jaar na de
Tweede Wereldoorlog
hebben twee militairen
nog steeds een volledige
dagtaak aan het identifi
ceren van slachtoffers,
die toen vielen. „Lijke-
prikkers” werden ze
vroeger genoemd. Maar
de tijd dat adjudant D.
Vuijk (52 jaar) en serge
ant eerste klas H. J. R.
Jongen (32 jaar) met een
puntige stok de grond
doorwoelden op zoek
naar slachtoffers is al
lang voorbij.
dieren leden aan kruisverlamming door vitamine-
honderd dieren!”
onnatuurlijk, omdat er in ons land van een echte