i Tessenei drooggelegd door revolutionairen Overwinning bijna behaald weggegeven 'I gi Ipt Ills BEVRIJDINGSBEWEGINGEN MET ELKAAR IN CONFLICT ft L Ss -H door Fred Sanders Eén programma Nederland Gedicht Ideologie Docerende toon I H '£z TIGRE •Maichew J ■Hui 155 44 n Fiére^; Onderlinge verdeeldheid is de vloek waaraan bevrijdingsbewegingen te gronde igaan, het zaad voor de burgeroorlog die uitbreekt wanneer de onafhankelijkheid I eenmaal is bereikt. Met het voorbeeld van Angola voor ogen, waar de onderlinge strijd tussen de onafhankelijkheidsbewegingen, ondanks de Cubaanse steun aan een van de drie (de MPLA) nog steeds voortduurt, doen de bevrijdingsbewegingen in Eritrea hardnekkige pogingen de eenheid te herstellen voor het te laat is. Tientallen gesprekken met ELF-leiders, enkele gesprekken met vertegenwoor digers van het EPLF, hebben mij tot de overtuiging gebracht dat die eenheid voorlopig nog ver te zoeken is. De oorzaak van de scheiding, die begon in 1969, moet worden gezocht in onderling wantrouwen tussen de bevolkingsgroepen, persoonlijke ambities van de leiders, en een sectarische richtingenstrijd tussen verschillende groepen marxisten. :l.(o8o) jor I - ma A\ SOEDAN 1AHLA 1 HH 12 12 2152. Eritrese kinderen spelen met zelfgemaakt lucfafweergeschut. f misl erland Het is buitengewoon moeilijk erachter te 1090. 'eeland) komen wat nu precies de redenen zijn, Waarom het herstel van een eenheid tel kens weer mislukt. „Persoonlijke ambities van bepaalde leiders”, worden door Soe- danese politici genoemd. „Ideologische te genstellingen en onderling wantrouwen” spelen eveneens een rol. In elk geval lijkt het erop dat de besprekingen tussen ELF- RC (de oorspronkelijke bevrijdingsbewe ging, die het grootste deel van het land, met bijna 80 pct. van de bevolking onder controle heeft) en het EPLF (kleiner, maar met een sterk, goed gemotiveerd leger) tot nu toe vastlopen omdat het ELF de een heid ineens wil verwezenlijken, terwijl het EPLF eerst eens wil beginnen met samen werking om te zien of eenheid mogelijk is. Het ELF-PLF van Osman Saleh Sabbe lijkt gezien zijn uitspraken zonder meer bereid te zijn tot samenwerking en eenheid, mits Osman Saleh Sabbe de plaats krijgt die hem toekomt. Maar Sabbe wordt eensgezind gehaat door zowel ELF- RC als EPLF. Zeker voor de buitenstaan der is het bijna ongelooflijk dat de bevrij dingsbewegingen in Eritrea, terwijl zij vo rig jaar op het punt leken te staan hun ideaal te verwezenlijken, zich daar van af laten houden door, in onze ogen, onderge schikte tegenstellingen. „Wat is voor jullie belangrijker”, vroeg ik aan Sioun Okbamichael, leider van de boerenorganisatie I.O., „de nationale onaf hankelijkheid of de ideologische zuiver heid van jullie revolutie?” „Wij zijn van mening dat nationale een heid van Eritrea onder een gemeenschap pelijk Nationaal Democratisch Program voorwaarde is voor het bereiken van onze onafhankelijkheid. Dat de tegenstelling binnen de bevrijdingsbeweging een secun daire tegenstelling is, die door middel van dialoog moet worden opgelost”. In de visie van het ELF dient het Natio naal Democratisch Programma tot stand te komen op een Nationaal Democratisch Congres, waarop de leiding van de beide bewegingen (EPLF en ELF) vertegen woordigd is, alsmede vertegenwoordigers Waarop heeft die tegenstelling betrek king? Het EPLF zegt hetzelfde, streeft ook naar eenheid, is ook socialistisch. „Het probleem ligt in de eigenschappen van de leiding, en in de revolutionaire ideologie”, antwoordt Tesfaye. „Zij zeggen: laten we maar beginnen met militair samen te wer ken, dan zien we later wel hoe we de eenheid bereiken. Wij zeggen: ons land is een derde-wereldland, met alle eigen schappen van dien: het lijdt aan religieuze, regionale conflicten. Die tegenstellingen bevorder je, door het laten voortbestaan van verschillende bevrijdingsorganisaties in Eritrea. Wij dienen ons te verenigen achter één Nationaal Democratisch Pro gramma”. De honderden prosti tuees zijn verdwenen „Tijdens de besprekingen in Khartoum, tussen de leiders van ELF en EPLF, zijn we het nu eens geworden over de volgende zaken”, vertelt Tesfaye: „Maar over één ding zijn we het nog niet eens. Wij willen dat er een voorbereidings commissie wordt ingesteld, voor het Een- heidscongres, en dat er een datum voor dat congres wordt vastgesteld. Het EPLF zegt: laten we eerst maar eens beginnen met coördineren, dan zien we wel hoe het loopt. Voor ons duidt dat erop dat zij willen blijven bestaan als aparte politieke organi satie, dat zij niet werkelijk de eenheid willen. Maar de dialoog gaat voort”. 0 33- 5 08 00. 52 Menghisteah werpt nog wat licht op de ideologische vorming die de ELF-strijders krijgen, door mij in alle ernst te vragen: „Nederland is een kapitalistisch land hè?” Ik moet het toegeven, met wat kantteke ningen over de overheidsinvloed, het ge- „Die twee zijn niet te scheiden”, ant woordt Sioun. „Ik vraag jou toch ook niet wat je liever kwijt bent, je gezichtsvermo gen of je gehoor?” En hij gaat verder met schrijven, leest af en toe iets voor aan een andere kameraad, die goedkeurend knikt. „Is dat je redevoering voor het boerencon gres?”, vraag ik. „Nee”, antwoordt hij, „het is een gedicht over de slag bij Togoru- ba, de eerste overwinning van ons heldhaf tige revolutionaire leger. Op 15 maart is het veertien jaar geleden dat die slag plaatsvond. Onwillekeurig moet ik grinniken bij de gedachte aan Joris Schouten (van de KBTB), die een gedicht zou schrijven over de slag bij Nieuwpoort. Voor Sioun is de ideologische tegenstelling van zijn ELF met het EPLF duidelijk: de anderen zijn werktuigen in handen van het imperialis me en zionisme. Menghisteah Tecle, mijn ELF-gids gedu rende een deel van mijn bezoek aan Eri trea, brengt het iets subtieler. „Veel van mijn medestudenten (ik ben hooglander en studeerde in Asmara) traden toe tot het EPLF van Afeworki. Dat wil niet zeggen dat het EPLF op zich een sectarische chau vinistische beweging is, maar wel dat ve len om dergelijke overwegingen zijn toege treden”. Eerder die avond had ik mijn gesprek ken gehad met de secretaris-generaal van het ELF, Tesfaye Woldemichael, en de voornaamste ideoloog van het ELF, het hoofd van de politieke kaderschool, Ghir- mai Negasë. Voornaamste onderwerp: de ideologie, de doelstellingen van het ELF en de vraag waar nu precies de onenigheid met het EPLF ligt. „Wij zijn een revolutionaire bevrijdings- Met de opper-ideoloog van het ELF, Ghirmai Negash, praten we over de ideolo gische (in tegenstelling tot de praktisch- strategische) verschillen tussen ELF en EPLF. Op docerende toon („heeft u dat?”) vertelt hij: „Het EPLF is een ultra-linkse beweging. Een club van avonturiers, die de revolutie nastreeft op een wijze die niet past in de Eritrese realiteit. Zij willen een zgn. „nieuwe revolutie”, zoals die in China heeft plaatsgevonden. Dus een revolutie tegen zowel de oude feodale heersers als het nieuwe bourgeois-kapitalisme. Maar wij zeggen: die structuur bestaat hier niet. Er zijn geen feodale heersers de kolonia le Italiaanse grondbezitters zijn al lang verdwenen, met de oude Ethiopische grondbezitters hebben we ook niets meer te maken, een industrie, dus een bour geois-kapitalisme, hebben we hier ook niet”. „Het EPLF wil een revolutie die steunt op een samenwerking van het intellect, het lompenproletariaat en een deel van de boerenbevolking. Wij zeggen: er is geen georganiseerd lompenproletariaat in Eri trea, deze wijze van benadering heeft alleen betrekking op een klein deel van het land, de bourgeois-bevolking in het hoog land. Verder verschillen wij van mening over de rol van de massa-organisaties. Die zijn bij het EPLF para-militair georgani seerd, wij menen dat de politieke rol van de massa-organisaties los moet staan van de militaire strijd. Tenslotte, maar dat wist u al, zijn we het oneens over de weg naar de eenheid”. Die eenheid lijkt nog niet erg dichtbij te zijn, al is het natuurlijk nooit uitgesloten dat, onder druk van de dreiging van buitenaf de Dergue in Addis Abbeba die na de overwinning in de Ogaden de han den vrij heeft voor de strijd in Eritrea de beide bewegingen toch tot elkaar komen. Maar ook als, door Russische en Cubaanse hulp aan Ethiopië en door onderlinge ver deeldheid binnen de bevrijdingsbeweging, de onafhankelijkheid van Eritrea voorlo pig uitblijft, dan nog lijkt een overwinning van Ethiopië en een onderdrukking van het verzet uitgesloten. Daarvoor hebben de onafhankelijkheidsidealen, gedragen door ELF en EPLF, te diep wortel ge schoten. van de „administratieve eenheden” (pro vincies) en van de massa-organisaties. Vol gens Tesfaye zouden de organisaties van ELF en EPLF elk vijftig vertegenwoordi gers moeten aanwijzen. Al deze deelne mers aan het Nationaal Democratisch Congres zouden een nieuw Nationaal De mocratisch Program moeten opstellen en een leiding moeten aanwijzen, die gebon den is aan dat program. 5IOo)50 fz'in hoofdkwartier in Beiroet en noemde 474. I27I58- Tevreden staat de „minister" van onder wijs, Jaber Saad (rechts), voor zijn ministe rie, samen met zijn beide staatssecretaris sen. De één is belast met de campagne tegen het analfabetisme slechts 20 per cent van de bijna vier miljoen Eritreeërs kan lezen en schrijven de ander met het „gewone" onderwijs. Een hut verderop zitten twee mannen ijverig te schrijven. „Zij maken de schoolboeken", vertelt minister Saad. Weer een hut verderop zitten de tekenaars, die de tekeningen maken bij de rekenboekjes voor de laagste klassen. Nog weer verderop staat de stencilmachine, waarop de schoolboekjes voor de nu 15.000 ELF-scholieren worden gedrukt. Tessenei in 1978. Dat is een heel ander ver haal. Zoals Fidel Castro na de Cubaanse revolu tie in 1959 begon met ra dicaal een einde te ma ken aan het bestaan van de casino's, nachtclubs en bordelen van Havana en omgeving, zo heeft ook de Revolutionaire Raad van het Eritrese Bevrijdings Front (ELF) na de verovering van Tessenei, begin mei 1977, prostitutie en drankmis bruik per decreet uitge bannen. 3) 3 04^0. >72 32- tations- IA- IS- JOnderlinge strijd staat eenheid Eritrea in de weg Beroemd om de drank en de willige vrouwen. Dat was vroeger, in de jaren zestig, de reputatie van Tessenei, een klein stadje in Eritrea, vijftig kilometer over de grens met Soedan, ,4e mocht in die tijd niet meer dan tien Soedanese ponden meenemen over de grens”, mijmert een Soe danese ambtenaar in de hoofdstad Khartoum. „Maar dat was meer dan genoeg. Als je in die tijd voor het een of ander in Kassala moest zijn (de grensstad aan Soedanese kant) dan kwamen de knipogen, dan wist iedereen hoe laat het was. Soedan was en is vrijwel drooggelegd, een moslim-land vrijwel zonder lichte dames, maar in Tessenei, garni- zoenstad van het Ethio- v-Zeelan spraakte over de hele wereld uitgezwerm de studenten uit Asmara, veel meer aan- 1) 3197 44 dacht kregen dan het oude, langzamer hand in rechtzinnig communistisch vaar water terechtkomende ELF. Pogingen de eenheid te herstellen, in 1976, 1977 en ook dit jaar, veelal geïnspireerd door de Soe- lese regering van president Nimeiry, mislukten tot nu toe. we zullen streven naar de oprichting van een Nationaal Democratisch Front, met één gemeenschappelijke leiding; daartoe zal een gemeenschappelijk een- heidscongres moeten worden gehouden; er dient een gemeensëhappelijk comité te worden opgericht ter coördinatie van het burgerlijk en militair bestuur in de periode totdat de eenheid een feit is. In de visie van het ELF, de oorspronke lijke bevrijdingsbeweging, die nog steeds de meeste aanhang heeft onder de Eritrese bevolking en die het grootste deel van het land onder controle heeft, is de scheuring begonnen in 1969. In dat jaar hielden de militaire en politieke leiders van de bevrij dingsbeweging een congres in Adobha, waar werd besloten de in 1965 vastgestelde strategie van een verdeling van het land in sectoren, te verlaten. Die strategie berustte op de ervaring in de Algerijnse opstand, waar regionale politieke en militaire lei ders min of meer zelfstandig optraden. In Eritrea had naar het inzicht van de in Adobha bijeengekomen leiders die stra tegie echter geleid tot hopeloze verdeeld heid, onderlinge concurrentie en regionaal chauvinisme. Het besluit tot eenmaking van het mili taire commando werd niet geaccepteerd Lor een van de toenmalige politieke lei ders van het ELF, Osman Saleh Sabbe. Deze tegenstelling leidde ertoe dat Sabbe - die in Eritrea wordt beschreven als een politicus van de oude (Italiaanse) stempel, minder geïnteresseerd in ideologie dan in machtsvorming uit het ELF trad. In zijn kielzog volgde Isayas Afeworki, de leider van een groep merendeels christelijke stu denten van de universiteit van Asmara, rechts n< Hun beweging werd PLF gedoopt. Afeworki’s groep was (en is) ultra-links, de Samenwerking met Osman Saleh Sabbe was vanaf het begin stroef en in 1975 scheurde het PLF opnieuw. Sabbe behield pische leger (bezettings leger, zegt men hier) stonden huis aan huis de kroegen, met veel drank, rode verlichting en mooie meisjes”. „freedom mengde stelsel, zoals wij dat plegen te noemen het maakt weinig indruk. „Waar hoor jij bij”, vraagt hij. „Ben jij uitbuiter of word je uitgebuit?” Het kost hem moeite te geloven dat dat in Neder land zo’n vaart niet loopt. „Hoe staat het met de revolutie, is de communistische partij bij jullie sterk?” Alweer een teleur stellend antwoord. „Maar die werkloos- héid dan. De mensen verhongeren toch, bij duizenden tegelijk?” Nou nee, het is een heel probleem, maar een Nederlandse werkloze heeft toch altijd nog wel meer te eten dan een Eritreër die werkt van zons opgang tot zonsondergang. „Hoe kan dat nou, wie betaalt dat dan?” De mensen die wel werken, die betalen een soort belas ting. „Uit solidariteit?” Zo zou je het kun nen noemen. Menghisteah staat paf, ge looft het allemaal maar half. We zitten midden in de nacht, in afwach ting van vervoer, te praten in een zeer klein dorpje, waarvan de naam me is ont gaan, maar dat ligt op een kruispunt van „wegen” die ’s nachts veel worden ge bruikt door ELF-vrachtwagens en Land rovers. Ondernemende Eritreërs hebben vuurtjes gestookt en rieten matten neerge legd. We zitten op zo’n mat en krijgen tegen betaling van enkele piasters (beta ling door Menghisteah, ik heb zo lang ik in Eritrea was geen cent kunnen betalen, de gastvrijheid was overweldigend) een glaasje thee. Niet steriel, vanzelfsprekend, maar dat zijn dingen waar je snel over heen stapt. Net als de troebelheid van het water dat je soms te drinken krijgt die wordt immers veroorzaakt door hetzelfde kleistof dat toch al de hele dag via neus, mond etc. je lichaam binnendringt. beweging, die steunt op het volk”, vertelt Tesfaye. „Die steun uit zich via de massa- organisaties van arbeiders, boeren (in op richting), jeugd, vrouwen en vluchtelin gen. Verder streven wij naar een steeds hechtere verbinding tussen de bevolking van het platteland waar wij al vele jaren de macht in handen hebben en de ste den, die nog maar sinds kort door ons worden beheerst. Wij bouwen een socialis tische maatschappij op, waarin de uitbui ting van de ene mens door de andere is vervangen door samenwerking. Wij gaan daarbij in deze fase uit van het democra tisch centralisme”. „Zoals in de Sovjet unie”, vraag ik. „Zoals in de Sovjet-Unie”, bevestigt Tesfaye. zich in het vervolg ELF-PLF. Afeworki nam de naam EPLF aan. De scheuringen leidden er toe dat in het buitenland Osman Saleh Sabbe de pro-Arabische niet-ideo- logisch gebonden Eritrese politicus én (OIO) 130 het EPLF van Afeworki, met zijn welbe- ofwel gevlucht naar Soe dan (gevlucht voor het oorlogsgeweld en voor de, ook in hun branche, verslechterde economi sche omstandigheden) ofwel opgenomen in de rangen van het Eritrese Bevrijdingsleger, het ELA. In dat ELA, het juiste aantal leden is een „strategisch geheim”, maar het wordt geschat op 30 tot 40.000, zitten alle full-time revolutio nairen van het ELF. „Soldaten, fighters”, zoals men hier zegt, of, in het Tigrinya, tagadelai. Elke tagade- lai, of hij nu in het on derwijs zit of in de land bouw, brengt een deel van het jaar door aan het front, elke soldaat wordt ingezet in het revolutio naire ontwikkelings werk. 150 'n en IA '119 76t t f O -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 19