Robert Palmer noemt zich
Ook de ervaringen van vrouwen zijn geldig
„dodelijke perfectionist”
II
L x
a
ENGELSE ZANGER-COMPONIST VINDT MUZIEK BELANGRIJKSTE. NIET PRESENTATIE
Bh
door John Oomkes
door Diny Schouten
„Vrouwelijkheid” als norm?
Culturele eenzijdigheid
Smerige grijns
Herkenbaarheid
„CHRYSALLIS”: EEN NIEUW LITERAIR VROUWENTIJDSCHRIFT
Ruzie
rlü
halfjaarlijks
tijdschrift
voor literatuur
en kunst
irzien
H
Het hoofdstedelijke hotel-restaurant Américain leek vanwege de
hang naar het verleden en zijn zweem van decadentie op het eerste
gezicht een toepasselijke gelegenheid om met Robert Palmer van
gedachten te wisselen omtrent zijn vooral in Amerika voorspoedige
loopbaan. De vriendelijke Brit wordt daar, samen met enkele anderen
als Billy Joel en Harry Chapin, beschouwd als de „coming-man” van
het entertainment, dat zich door stijl en presentatie niet uitsluitend richt
op een jeugdig publiek.
- 3
Vandaag, 22 april 1978, heeft de presentatie plaats van een nieuw literair
tijdschrift, „Chrysallis” („de goudkleurige pop der kapellen”). Een bijzonderheid
van het tijdschrift voor literatuur en kunst, dat door Elsevier wordt uitgegeven, is
dat de redactie uit vrouwen bestaat: Hanneke van Buuren, Ethel Portnoy,
Hannemieke Postma (die haar romans en verhalen publiceert onder het pseudo
niem Hannes Meinkema), Angenies Brandenburg en Liesbeth Brandt Corstius
(adviseuse voor beeldende kunst).
i
(pseudoniem Hannes Meinkema)
Postma
Hannemieke
(EN
1025,-
„Het is beslist niet zo dat vrouwen in de
literatuur evenveel kansen krijgen. Dat
kun je zien aan de kwantitatieve verhou
dingen, die op z’n minst merkwaardig zijn.
Kijk maar naar de voorjaarsaanbieding
van dit jaar van uitgevers, hoogstens is één
van de zes nieuwe boeken door een vrouw
geschreven. Bij de literaire tijdschriften
liggen de percentages iets gunstiger, waar
schijnlijk omdat de risico’s daar niet zo^
hoog zijn als bij het uitgeven van boeken.
Je kunt empirisch vaststellen hoeveel er
bij tijdschriften en bij uitgevers ingezon
den wordt, maar de selectie vindt vrijwel
overal plaats door mannen”.
Waar mannen zich bij voorbaat over
boos maken is „herkenningsliteratuur”.
Anja Meulenbelt is daarvan een lichtend
voorbeeld. Door de gevestigde literaire
We leven in een cultuur waarin de lite
raire smaak eenzijdig ontwikkeld is. Man
nen beleven dingen anders dan vrouwen.
Om me te beperken tot wat ik maak: ik
merk vaak dat mannen daarvan schrik
ken, omdat het een andere belevingswe
reld is, die toch met een zekere affiniteit
op papier terecht is gekomen, en dan kun
nen ze haast niet anders dan afwijzen,
afwijzen, omdat het bedreigend is.
traditie wordt zo’n boek uitgekotst, omdat
het duidelijk mikt op die herkenning. Dat
een minderheidsgroep behoefte heeft aan
herkenning is logisch, en vrouwen vormen
een „kwalitatieve” minderheidsgroep. Het
is het „praatgroep-effect”: in een praat
groep merk je, doordat anderen je ervarin
gen delen, dat het niet aan jou ligt, maar
aan een maatschappelijk patroon. Dan
worden je gevoelens hanteerbaar, en dan
krijg je voor het eerst het gevoel dat je
- eigen ervaringswereld geldigheid bezit.
Dat is nodig voor en groepsbewustzijn,
maar ook voor een individueel bewust
zijn”.
Hannemieke Postma vindt de ervarin
gen van vrouwen even geldig als die van
mannen. Betekent dat voor haar ook, dat
ze vindt dat die „vrouwelijkheid” moet
blijken?
Waarom streef je zo’n volledige
greep op je produkt na?
„Ach, weet je, ik ben zo’n dodelijke
'perfectionist. Eentje die niet kan uit
staan dat zijn ideeën wat verdraaid
zouden kunnen worden weergege
ven en dat is me in het verleden al
teveel overkomen. Om een voor
beeld te geven: Ik wilde dit keer wat
meer discoachtige songs en reggae-
liedjes. Maar ik stond erop om ze
puur te houden, ze niet te laten
wegglijden in de ritmische anonimi
teit van de soulmuziek die in disco
theken wordt gedraaid. Ik streef iets
persoonlijkers, iets melodieuzers
ook. Vandaar dat ik geprobeerd heb
de beste mensen aan te trekken voor
deze muziek.
Neil Hubbard van Kokomo bij
voorbeeld, een subtiele gitarist. En
producer Lee Perry, iemand die niet
voor niets zo’n grote naam heeft in
de Jamaicaanse reggaemuziek. En
als bassist heb ik Bob Babbitt aan
getrokken. Ken je hem? Hij speelde
op al die soulhits van Tamla-Mo-
town uit de jaren, zestig mee, heeft
een duidelijk herkenbare stijl, die ik
graag op mijn opnamen wilde be
nutten. Het kostte me dagen om hem
in New York op te duikelen; hij
verdient daar nu de kost met het
maken van jingles en reclamemu-
ziek. Bob was als een kind zo blij dat
hij weer eens serieus kon bassen.
Dat alles, die enorme voorbereiding
zorgt ervoor dat ik zelf bepaal hoe
mijn songs zullen klinken. Helemaal
Robert Palmer dus.”
Helemaal Robert Palmer?
„Ja, wel degelijk. Ik streef niet al
leen naar perfecte songs, maar ook
naar iets waar ik helemaal achter
kan gaan staan. Het is zo langzamer
hand de enige uitlaat die ik heb. En
die moet goed functioneren, wil ik
mezelf een beetje hoog kunnen
houden.”
„Mm, o, ja. You really got me, dat
oude Kinksnummer van Ray Davis.
Dat heeft bij mij een andere beteke
nis gekregen dan het origineel had.
Ik was het nummer zo half en half
vergeten, maar het drukte eigenlijk
uit wat ik voor mijn vrouw voelde.
Onze relatie heeft zich verdiept na
dat ik mijn wilde haren wat kwijt
ben geraakt.” Palmer heeft zich in
derdaad gesettled op de Bahama’s.
Herkenningsliteratuur heeft een functie,
en helemaal niet zo’n gekke functie zelfs.
Wél beschouw ik het als een voorstadium
in de vrouwenliteratuur, want ik vind het
een gevaarlijke redenering. Een boek dat
iets herkenbaars geeft, is daarom nog geen
goed boek. Wat geen kwaliteit bezit, valt
voor mij ook af.
Chrysallis opent niet met een program-
denken, maar vooral ook hoe er over vrou
wen gedacht wordt, en zolang er nog niet
sprake is van een werkelijke gelijkwaar
digheid, raak je dat ook niet kwijt, natuur
lijk. Bij alles wat door een vrouw of over
een vrouw gezegd wordt, spelen de gang
bare ideeën over hoe een vrouw is, mee.
Het is onmogelijk om in deze cultuur te
zijn opgegroeid zonder de osmose te heb
ben ondergaan van de ideeën die er over
vrouwen zijn. Mannen worden niet als
groep gezien. Vrouwen wel”.
Die literatuur moet er nog komen. Het
enige waarop je kunt hopen, is dat de
literatuur geen stereotype vrouwen zal ge
ven in boeken van mannen, evenmin als
stereotype mannen in boeken van vrou
wen. Zover zijn we nog niét. En, even
belangrijk: evenveel mannelijke recensen
ten als vrouwelijke. Niet alleen wordt er
aan Nederlandse schrijfsters minder aan
dacht besteed, hetzelfde geldt voor buiten
landse schrijfsters. Vandaar dat we in
Chrysallis ook veel vertalingen zullen ge
ven. Ook het nadenkenover de geldende
normen in de literatuur, de essays dus, wat
daarover verschijnt hou ik bij en dat
wordt ook vertaald.
Het werk dat ons wordt toegestuurd,
wordt voorzien van heel specifieke detail
kritiek. Schrijven is nu eenmaal niet iets,
wat je zomaar kunt. Je kunt het, en dat is
dan een begin, daarna moet je vreselijk
veel oefenen. Het stimuleren van die erva
ring vinden we belangrijk, te weinig vrou
wen hebben die kans gekregen tot dusver.
Maar de vrouwen die insturen houden hun
eigen verantwoordelijkheid, ze mogen zelf
beslissen of ze onze aanwijzingen opvol
gen. Vrouwen hebben toch al niet zo’n best
zelfbeeld”.
Robert Palmer heeft in zekere ma
te gelijk, maar het zal nog wel even
duren voordat deze talentrijke en
tertainer aan zijn publiek de op
rechtheid zal weten over te brengen
die hij nastreeft. Maar daar is hij
perfectionist genoeg voor.
luxe uitgevoerde platenhoezen ver
sterkten de indruk dat Palmer zich
de allures van een jonge, snel gekle
de ster aanmat. Een beeld dat nu
eenmaal overeenkomt met de koort
sige, sensuele muziek die hij af
scheidde. Een ontmoeting in het
Américain bleek echter helemaal
niet zoveel overeenkomsten tussen
het „grand hotel” en Palmer op te
leveren als was verwacht.
Met een bijna zichtbaar gevoel
van opluchting nestelt Robert Pal
mer zich in de behaaglijke vertrou
welijkheid van het gesprek, als hem
de kans wordt gegeven uit te spre
ken wat hij op zijn lever heeft. Het
gevolg is dat de conversatie zich de
eerste tien minuten beperkt tot een
gortdroge uitwisseling van feitjes,
wetenswaardigheden en bla-bla-bla
over de meest uiteenlopende actuali
teiten. Een forse informatiestroom
gulpt als op een band gezet uit
zijn ietwat scheef in het gezicht ge
trokken mond. Een nog jong, open
gezicht is het. Kort geknipt, modieus
haar. De body is gestoken in een
smetteloos wit, maar nonchalant
shirt.
JEN
atst pet
58,-
ntr 154
f 18%
,GES
j 1950,-'
„Er is geen enkele reden om aan te
nemen dat vrouwen minder schrijven dan
mannen, en dat ze sléchter zouden schrij
ven, dat is natuurlijk onzin, niemand zal
dat toch hardop durven beweren. Dus zit
er iets scheef, en misschien kan je dat
opvangen door een tijd chrift op te richten
dat precies dezelfde dingen doet als ande
re tijdschriften, maar nu met vrouwen in
de redactie, en te kijken wat er gebeurt, of
dat iets uitmaakt.
Toch suggereert de hoes van Dou
ble Fun in tegenstelling tot wat Ro
bert Palmer ten beste geeft over zijn
gelukkige huwelijksband op het eer
ste gezicht juist de erotiek die hij
zegt niet zo belangrijk te vinden. De
titel van zijn laatste langspeler, Dou
ble Fun (Tweemaal lol) is als een
zoetelijk-luxe Martinireclame weer
gegeven. Het plaatje laat Palmer
zien, die over de rand van een zwem
bad tuurt naar twee bikini’s. Op zich
dus, vertel ik hem, roept hij daar
mee erotiek op. Althans men zou
gemakkelijk kunnen denken dat hij
propageert dat het erop nahouden
Palmer schiet in de lach en gééft
toe. „Sex was vroeger zeker zo’n
belangrijke uitlaatklep voor me als
zingen of componeren. Ik vond er
dezelfde mate van zelfbevestiging
in, denk ik. Dat is allemaal nu niet zo
wild meer. Ik heb mijn leven geor
dend, heb mijn zaken strakker gere
geld en het bevalt me best. Ik weet
dat veel van mijn nummers inder
daad erotisch getint zijn, maar ze
hebben voor mij een heel andere
betekenis. Zo lijkt You overwhelm
me op een flirt, maar ik heb het lied
geschreven na de geboorte van mijn
eerste zoon. Dat was een overweldi
gende ervaring.”
letters Tweemaal lol naast. Dat zul
je dan niet zo leuk hebben gevon
den, vraag ik Robert.
„Nee. Maar ik word er niet kwaad
om. Iedereen maakt fouten. Ik ook.
Ik hoop alleen dat de meeste mensen
wel door het erotisch vemisje heen
zullen leren kijken. Maar ik besef
heel goed dat men mij pas goed zal
leren kennen tijdens een concert.
Als mijn bedoelingen werkelijk zo
doortrapt zijn, dan zou dat ook op
het podium moeten blijken, niet?
Maar tijdens een concert draai ik
niet met mijn achterste of richt ik de
aandacht al te zeer op mijn lichaam.
Het is niet zo dat ik preuts ben of zo,
maar het zingen en het componeren
van de songs dient centraal te staan,
niet de sfeer die traditioneel met
mijn huidige stijl heeft samenge
hangen.”
koerscorrectie op zijn vorige reper
toire en de tot dan toe gebruikte
presentatie. Palmer: „Mm, ja. Al
blijft datgene wat ik maak en com
poneer ook telkens een verzameling
van mijn vorige ervaringen. Alleen
datgene wat me niet bevalt, dat snijd
ik weg. Zodat als het goed gebeurt
er in mijn ontwikkeling een groei
valt te constateren. En dat is zo
belangrijk voor me, dat als ik zelf
niet meer het gevoel zou hebben dat
dat erin zit, ik er niet lang over zou
hoeven na te denken om er de brui
aan te geven.”
„Maar die koerscorrectie, hè? Die
heeft twee kanten: muzikaal en wat
de produktie aangaat en de presen
tatie van het geheel. Bovendien
speelt op de achtergrond mee dat
het nu meer dan ooit mijn eigen
produkt is geworden: Ik zong, speel
de, gitaar, componeerde de meeste
nummers, zocht zelf de musici uit,
mixte de banden, produceerde de
.plaat en ontwierp de hoes.”
„Zo simpel kun je dat niet stellen, en je
moet het zeker niet opvatten als een norm.
Er zijn alleen wel een aantal gebieden in
deze maatschappij, die door vrouwen an
ders worden beleefd en gezien dan door
mannen en het is nogal logisch dat dat
gereflecteerd wordt in wat mensen maken.
Dat hóéft niet zo te zijn, dat wil zeggen, ik
schrijf niemand iets voor, alleen: als het
wel zo is, dan mogen daar geen literaire
criteria aan gekoppeld worden die dat
werk veroordelen of minder kansen geven.
Vrouwen blijken, in <je literatuur maar
ook elders, zelden baanbrekend werk te
verrichten. Opvallen, iets durven, is lasti
ger, je krijgt het echt harder te verduren,
er worden je dingen kwalijk genomen ook
vanwege de groep waar je bij hoort. Simo
ne de Beauvoir heeft in Le Duexième sexe
tamelijk overtuigend aangetoond dat het
voor vrouwen welhaast onmogelijk is om
niet, bij alles wat ze doen, dat tevens te
doen Vanuit het feit dat ze vrouw zijn, en
dat zit ’m dan in hoe vrouwen over zichzelfma, hoe vrouwenliteratuur hoort te zijn.
van twee vrouwen allerlei mogelijke
voordelen biedt. Maar Palmer kijkt
mij met een te smerige grijns naar
de badkledij.
„Juist”, knikt deze voldaan. „Juist
door eerst te suggereren wat ieder
een denkt, kun je de erotiek bagatel
liseren, nietwaar? Het zou wel eens
kunnen zijn dat het tegendeel be
doeld wordt van wat velen denken te
zien.” Goed, allemaal mooi en aar
dig, denk ik en de lezer met mij,
want herkent de muziekliefhebber
nu nog wel wat Palmer eigenlijk met
zijn muziek en zijn presentatie daar
van voorheeft? Palmers discoachti
ge songs zullen dan wel niet de ano
nimiteit hebben van de machinale
disco, maar je kunt er even goed op
dansen. En hij suggereert erotiek,
die hij bij nader inzien niet zegt te
willen propageren. Dat is op zijn
minst een verwarrende zaak.
Althans zo verwarrend dat de gra
fisch ontwerper die de Engelse ad
vertenties voor Double Fun ont
wierp, ook al de diepere betekenis
van Palmers bedoeling ontging. De
man sneed gewoon twee aardige
pin<-ups uit en zette er met vette
is plaat--
pen.
als zelf
vrijblij
Op het televisiestuk dat ik laatst ge
maakt heb, dat gaat over een lesbisch
meisje, kreeg ik van een heleboel lesbische
vrouwen het verwijt: ik heb daarin mijn
eigen ontwikkeling niet herkend. Mijn
voor de hand liggende literaire reactie is
dan onmiddellijk: nee, dat haalt je de
koekoek, want het is een individueel ge
val. Maar toen ik daarover ging nadenken
begreep ik donders goed, dat als je hele
maal nooit iets tegenkomt over de manier
waarop jij in de wereld rondloopt, en het
gebeurt dan toch eindelijk eens een keer,
dat je dan teleurgesteld bent als het naar
jouw gevoel niet klopt.
„Dat vrouwen als groep gezien worden,
merk ik aan de kritieken op mijn eigen
werk. Daar staat dan: „de verhalen over de
vrouw”, of: „die vrouwen”, terwijl ik toch
denk dat als ik een verhaal schrijf, dat dat
verhaal gaat over een individuele vrouw.
Die vrouw mag dan in vele opzichten typi
sche aspecten vertonen van misschien nog
wat meer vrouwen, maar dat geldt voor
alle literatuur. Als wat ik beschreef vol
strekt uniek zou zijn, dan is het onuit
spreekbaar.
1
Ik krijg uit de hoes van Double Fun
en uit verschillende van je liedjes
toch sterk de indruk dat erotiek een
belangrijke plaats in je leven
inneemt.
en B.
Bar
itwoord
idhovei
nds 040-
434643
ïgel
'Robert Palmer is bepaald geen
enbekende in de wereld van de lich
te muziek. Na het uiteenvallen van
de cultusgroep Vinegar Joe in 1973,
waarin hij samen met zangeres El
ide Brooks het dynamische vocale
team vormde, zocht en vond hij ar
tistiek fortuin in de Verenigde Sta
ten. Het jaar daarna al verscheen
Palmers eerste soloalbum, Sneaking
Sally Through the Alley, waarop hij
zich met behulp van zwaargewich
ten als Lowell George van Little
Feat en de uit New Orleans afkom
stige producer Allen Toussaint en
diens Meters ontpopte als een regel
rechte verrassing.
Enerzijds toonde de wat timide
Palmer zich opeens een verdienste
lijk componist en anderzijds bevatte
de plaat zoveel opwindende en aan
,de funk en rhythm en blues ontleen
de karakteristieken dat hij vanaf
iat moment gold als een Ameri-
taans artiest. De ontwikkeling zette
ach daarna door. Met de regelmaat
ran de klok (Pressure Drop en Some
People can do zwhat they like) liet
'Robert van zich horen en beleed hij
roomser dan de paus het nieuw
verworven genre dat vooral in de
Verenigde Staten op prijs werd ge
steld. Fotomateriaal, reportages in
Britse muziekbladen alsmede zijn
CHRYSALLIS. Halfjaarlijks tijdschrift voor
literatuur en kunst. Elsevier, 17,50.
„Een redactie die uit vrouwen bestaat”,
dat is veel minder gewoon dan dat een
redactie uit mannen bestaat. Van iets dat
ons vanzelfsprekend toeschijnt, plegen we
immers niet op te kijken. De „vanzelfspre
kendheid” van veel dingen is meestal be
trekkelijk, zo bijvoorbeeld het verschijnsel
dat ook de literaire wereld een mannenwe
reld is.
Het is bepaald geen mannenhaat ge
weest, die leidde tot de oprichting van een
literair tijdschrift dat zich speciaal op
vrouwen richt, wel het vermoeden, dat
vrouwen in de kunst minder kansen krij
gen. En als een man een bijdrage zou
sturen? Wel we nemen op wat we goed
vinden en mooi, schrijft Hannemieke Post
ma in haar inleiding op het eerste num
mer, en ze tekent er ironisch bij aan:
„Maar het hoeft heus niet Beter te zijn of
zelfs niet bewijsbaar Even Goed als wat
I vrouwen maken”.
Dat is precies waar de schoen wringt. In
een gesprek dat ik met haar had over de
ongelijke kansen van vrouwen toont Han
nemieke Postma zich verontwaardigd
over het meten met dubbele maatstaven:
„Het is de gewoonte, om als de opmer
king valt dat vrouwen minder kansen heb
ben in de literatuur, te wijzen op de grote
vrouwelijke genieën, zo van: natuurlijk
hebben vrouwen kansen, kijk maar naar
Jane Austen, die is toch beroemd? Aan
vrouwen wordt op die manier de eis ge
steld dat zij even geniaal zijn als Jane
Austen. Middelmatigheid van vrouwen
wordt strenger beoordeeld dan die van
mannen. Prima hoor, maar dan mogen er
ook geen middelmatige boeken van man
nen verschijnen, zo van: kijk maar naar
Tolstoi”.
Een onverwachte opmerking
haalt hem uit zijn evenwicht. Je hebt
niets van die wat wereldwijze fi
guur, waag ik hem mee te delen, die
verveeld poserend in driedelige, ge
distingeerde maatpakken de wereld
inkijkt alsof die al aan zijn voeten
ligt. Palmers woordenstroom breekt
af. „Wil.je soms ruzie?”, grapt hij
niet zonder ernst. En dan: „Hoe zo
denk je dat? Och, het shirt? Ik loop
er toch echt altijd losjes bij. Dat ik er
op mijn eigen platenhoezen anders
uitzie, heeft een andere, zo je wilt
bijbedoeling. Juist die luxe, dat chi
que probeer ik wat te overtrekken
omdat de muziek die ik maak juist
wel met dat wereldje wordt geïdenti
ficeerd. Ik wil wel de muziekstijl
benutten, maar niet de leegheid er
van op te roepen. Ik probeer dat dus
te doorbreken door die leegheid die
haast automatisch bij funkartiesten
past, er te dik op te leggen, te paro
diëren. Maar omdat ik merkte dat
wel meer mensen die wat geforceer
de grap niet doorzagen, ben ik er
maar mee gestopt.”
Dat klopt. Palmers jongste pro
dukt, Double Fun (letterlijk Twee
maal lol), is in veel opzichten een