hield van tweegevecht
Herinneringen9 van Aletta Jacobs
Pyrrhus van Epirus
pF
r?
13
EU
Na stormachtige carrière
een. spectaculaire dood
Ridderlijk
veldheer
fe
k
DR. NEDERLOF SPITTE IN OUDE GESCHIEDENIS
5
Bronnen
HONDERD JAAR GELEDEN EERSTE
door Leens Macaré
door
dr. P. H. Schröder
Alexander de Grote
Achilles
W;
„DOKTERES”
Pyrrhus’ politiek
JKkl
ft
I*
r*
wl
*4^^
I
f
4P»
■LY?
evenmin staat vast of Pyrrhus ze
ten onrechte, in een pessimisti
sche bui heeft uitgesproken dan
wel omdat de situatie werkelijk zo
benard was. En met deze vragen
zitten we midden in een der vele
problemen die de auteur van een
uitvoerige en diepgaande studie
over de Epirotische vorst zich
stelt en die hij tracht te beant
woorden door raadpleging der
klassieke bronnen over ’s mans
leven, lotgevallen en wederwaar
digheden en door de weten
schappelijke publikaties te bestu
deren die hedendaagse geleer
den aan deze uitzonderlijke vorst
en zijn rumoerige tijd hebben ge
wijd. Deze ateur is de oud-rector
van het gymnasium te Velsen,
voordien leraar in de klassieke
talen te Haarlem, Dr. A. B. Ne-
derlof.
ke rijkiviel uiteen in een aantal zoge
noemde Hellenistische staten. In die
periodp van verwarring en strijd
gaat IStederlof diep in en het duizelt
de lezer soms van namen, veldsla
gen eri oorlogen. Ook Epirus werd er
in beti okken. Vier jaar na Alexan
ders dood, dus in 319, werd daar
Pyrrhus geboren. Pas twee jaar oud
moest het kind aan den lijve de
wisselvalligheid van het lot ervaren
en zich om een troonstrijd door een
overhaaste vlucht in veiligheid laten
stellen. Veel weten wij van zijn jon
ge jaren niet af. Als volwassene
duikt Pyrrhus weer op en breidt zijn
gezag uit over Corfu en delen der
aangrenzende landstreken. En dan,
opeens, treedt hij in 281 voor Chris
tus de wereldpolitiek en de wereld-
geschiedenis binnen door ja te zeg
gen op een kreet om hulp uit het
buitenland.
Dr. Aletta Jacobs moest zich maar tot haar medische
praktijk bepalen en men voegde er ten overvloede aantoe
dat de daarmee al ver genoeg was gegaan Reacties van
vrouwenbladen op haar strijd voor het vrouwenkiesrecht.
Vandaar de verwijzingen naar bron
nen en literatuur achter elke para
graaf Die slaat de lezer over, hij
weet dat hij zijn gids kan vertrou
wen en heeft er geen enkele behoef
te aan hem te controleren. Maar ze
tonen aan hoe wetenschappelijk ge
fundeerd Nederlofs werk is. Deson
danks leest het gemakkelijk, ten
minste voor degene die een meer
dan oppervlakkige belangstelling
heeft voor het tijdvak waarin Pyrr
hus leefde. Wanneer hij soms toch in
verwarring raakt, is dat aan de inge
wikkeldheid der gebeurtenissen te
wijten. Waar het mogelijk was heeft
de schrijver die door eigenhandig
getekende kaarten en door stambo
men van allerlei dynastieën pogen te
verhelderen.
kanten, die openlijk tegen de voorbehoedmiddelen
waren maar wel hun vrouwen naar mijn spreek
uur zonden voor het inwinnen van advies. Ik
herinner mij dames die de middelen welke ik haar
had aangeraden, trouw in toepassing brachten,
doch zich desondanks geen ogenblik ontzagen op
theevisites en naaikransjes de staf over mij te
breken. Medici kwamen mij opzoeken met het doel
te vernemen hoe de door mij aangeprezen midde
len moesten worden toegepast, maar terzelfde tijd
schaarden zij zich in het openbaar aan de zijde
mijner tegenstanders”.
Pyrrhus was een achterneef van
Alexander de Grote, de stichter van
een wereldrijk dat zich uitstrekte
van de Zwarte zee tot in Egypte en
van Griekenland tot aan de Indus.
Maar Alexander stierf op 33-jarige
leeftijd in het jaar 323 voor Christus.
Bloedige oorlogen tussen de leden
van zijn generale staf, de diadochen
Het koningshuis waaruit de held
I van ons verhaal stamde, voerde zijn
I stamboom terug tot niemand min-
I der dan de mythologische Achilles,
I de held uit de Ilias, het epos van
I Homerus. Dit stamvaderschap was
I voor Pyrrhus en de zijnen een heili-
ge zaak, een onaantastbare waar-
I heid en het is kenmerkend voor deze
I overtuiging dat hij verscheidene
I malen met zijn troepen tegenover
I een vijandelijk leger staande, de
I aanvoerder daarvan tot een tweege-
I vecht heeft uitgedaagd. De overwin-
I naar in dat duel zou overwinnaar op
I het slagveld zijn. Op deze wijze
I wordt bij Homerus telkens de strijd
tussen Grieken en Trojanen be-
I slecht, maar in Pyrrhus’ tijd was
I zo’n tweekamp allang een anachro-
nisme geworden.
Het lijkt waarschijnlijk dat Pyrr-
I hus door zulke trekken als ridder
zonder vrees of blaam veel meer de
bewondering van tijdgenoot en na
zaat heeft geoogst dan door de oor-
Een spectaculair einde van een vorst
die later stierf dan hij gevreesd
moet hebben en dan zijn roekeloos
heid verdiende, woorden die Pyrr
hus zelf in de mond gelegd worden
toen hij hoorde dat zijn oudste zoon
was gesneuveld.
Zo is een knap boek ontstaan door
de gelukkige combinatie van histori
sche betrouwbaarheid en schrande
re interpretatie van de bronnen met
een vlotte stijl en een rustige vertel
trant.
De uitvoering van het boek dat
met een aantal illustraties is ver
lucht, is werkelijk boven alle lof
verheven. Men krijgt tegenwoordig
zelden zo’n fraai gebonden werk in
handen. In verhouding tot dit uiter
lijk is de prijs 39,=) waarlijk niet
hoog.
Uitgeverij Rodopi te Amsterdam.
Aletta Jacobs publiceerde en hield lezingen
over het prostitutievraagstuk, ze schreef ook (in
1898) een soort „lijfboek” voor vrouwen, een
voorlichtende populaire beschrijving van lichaam,
ligging en verrichtingen van de vrouwelijke
geslachtorganen („De vrouw, haar bouw en haar
inwendige organen”). Beroemd zijn ook haar in
spanningen voor het vrouwelijke winkelpersoneel:
vrouwen die van ’s ochtends acht tot ’s avonds elf
uur onafgebroken moesten staan en daardoor niet
zelden gynaecologische afwijkingen kregen. Pas
na twintig jaar resulteerde deze actie in een wette
lijke regeling, waarbij het aanbrengen van zit-
en
magazijnen verplicht werd gesteld. Aletta Jacobs
heeft daarnaast veel gereisd: ze maakte een
wereldreis, bezocht internationale vrouwencon
gressen, had veel contacten met de opkomende
vrouwenbewegingen in andere landen. Ook over
dit aspect van haar leven vertelt ze in haar „Herin
neringen”. Het boek wordt als reuzenpocket uitge
geven door de uitgeverij SÜN in Nijmegen.
volgen. Tal van mogelijkheden en
waarschijnlijkheden worden tegen
elkaar afgewogen. Nooit probeert
de schrijver ons iets aan de neuk te
hangen of voor zeker te verkopen
wat ook maar enigszins onzeker is.
logen die hij heeft gevoerd. Want die of opvolgers, volgden, het onmetelij-
zijn ten slotte allemaal op niets uit
gelopen. Wel is het hem gelukt van
zijn stamland Epirus, dat door
Griekse stadstaten als Athene nog
voor barbaars werd uitgekreten, een
belangrijke staat te maken waarmee
anderen terdege rekening hadden te
houden.
de destijds bestaande vrouwenbladen, wier hou
ding door Aletta als volgt wordt beschreven: „Alle,
zonder onderscheid, hebben zij zich aan de zijde
geschaard van hen die meenden mijn daad te
moeten afkeuren. Dr. Jacobs moest zich nu maar
tot haar medische praktijk bepalen”, werd onder
andere gezegd, en men voegde er ten overvloede
aan toe „dat ik daarmee reeds ver genoeg was
gegaan”.
Want niet alleen in de Nederlandse vrouwenbe
weging, ook op haar vakterrein is Aletta Jacobs (in
1854 als achtste van elf kinderen in een doktersge
zin in Sappemeer geboren) als pionier de ge
schiedenis ingedaan.
Woede was er volop bij de tegenstanders over de
wijze waarop de eerste Nederlandse dokteres haar
beroep in de praktijk bracht. Een jaar nadat zij
zich als arts in Amsterdam had gevestigd, begon ze
met het geven van cursussen in hygiëne en zuige
lingenverzorging aan arbeidersvrouwen en het
verstrekken van gratis medische hulp aan onbe
middelde vrouwen en hun kinderen. De ellende
van „het willekeurig moederschap” onder deze
vrouwen, die (buiten de primitieve abortus van die
tijd) geen middelen tot geboortenregeling kenden,
leidde ertoe dat ze een paar jaar later het zoge
naamde Mensinga-pessarium als „onschadelijk, plaatsen voor bedienend personeel in winkels
doeltreffend voorbehoedmiddel” aan de vrouwen
in haar praktijk ging verstrekken.
Deze daadwerkelijke voorlichting bezorgde
haar, volgens haar eigen woorden, „de gemeenste
lastercampagnes van collega's". In haar Herinne
ringen schrijft .zij hierover de volgende passage:
„Wat al schijnheiligheid heb ik in die dagen leren
kennen! En nu denk ik onder anderen aan predi-
,,Nog één zo'n overwinning en
ik ben verloren”. Door deze
woorden is Pyrrhus, koning van
Epirus, de onsterfelijkheid inge
gaan. In tal van talen immers is
ook thans nog de uitdrukking een
Pyrrhus-overwinning bekend
voor een zege die de overwin
naar zulke zware verliezen heeft
bezorgd en hem zo heeft ver
zwakt, dat ze vrijwel met een
nederlaag gelijk te stellen is. Dat
de koning van Epirus, een land
streek in het uiterste noordwes
ten van Griekenland, ten zuiden
van het tegenwoordige Albanië,
deze woorden heeft uitgesproken
is een historisch feit. In dit opzicht
zijn biografen en geschiedschrij
vers eensgezind. Maar waar en
bij welke gelegenheid ze hem zijn
ontvallen, is minder zeker. En
Aletta Jacobs was de eerste vrouw in Neder
land die, mede dankzij de medewerking van de
toenmalige staatsman Thorbecke, toestem
ming kreeg om aan een universiteit te stude
ren. Deze maand is het precies honderd jaar
geleden dat ze haar studie in de medicijnen
gehonoreerd zag met het artsdiploma. Maar de
„verre strekking” van deze beide voor de
Nederlandse vrouwenbeweging historische
feiten (het openen van nieuwe wegen voor de
Nederlandse vrouw) heeft ze volgens haar
eigen woorden op dat moment allerminst vóór
voeld of begrepen.
„Een strijdster voor de rechten der vrouw ben ik
pas later geworden, toen de studentenjaren reeds
tot het verleden behoorden”. Aldus dr. Aletta
Henriëtte Jacobs in haar „Herinneringen”, die in
1924 voor het eerst in druk zijn verschenen. Kort
geleden is haar autobiografie opnieuw gedrukt,
ditmaal in de eigentijdse vorm van de. reuzenpoc
ket. Een vrouwenleven, voor een belangrijk deel
samenvallend met geboorte en opkomst van het
feminisme en de strijd yoor het vrouwenkiesrecht
in Nederland. Ruim een halve eeuw na het ver
schijnen van de eerste druk zijn deze memoires,
levendig en tegelijkertijd met een zekere afstande
lijkheid geschreven, nog altijd een boeiend stuk
emancipatieliteratuur.
Twee lijnen bepalen het levensverhaal van Alet
ta Jacobs In het begin van de „Herinneringen" is
het vooral de beschrijving van het al vroeg begon
nen emancipatieproces in haar eigen leven, het
verwerken van haar confrontatie met de mannen
wereld van universiteit en medische stand in de
jaren tussen 1870 en 1900, de groeiende betrok
kenheid bij hft lot van de arbeidersvrouwen in
haar medische praktijk in de hoofdstad. Daar
naast wordt al snel de tweede grote lijn zichtbaar:
groeiende contacten en vriendschappen op poli
tiek en sociaal gebied, politieke bewustwording,
het lidmaatschap van een politieke partij (op open
bare vergaderingen was ze meestal de enige
vrouw).
Op het politieke toneel en in de strijd om het
vrouwenk'esrecht maakte ze al in 1883 ge
schiedenis door „met de letter der Grondwet in de
hand” een plaats te eisen op de kiezerslijst voor de
Amsterdamse gemeenteraad, een kwestie die ze
tot voor de Hoge Raad uitvocht. En verloor, omdat
volgens de Raad onder de begrippen Nederlander
en ingezetene „alleen de man moest worden ver
staan, want indien het anders was, dan zou dat
uitdrukkelijk zijn vermeld”.
Deze gebeurtenis in de beginfase van de strijd
om het vrouwenkiesrecht (die nog tot 1919 zou
duren), bezorgde Aletta Jacobs „de grofste beledi
gingen en de ergerlijkste verdachtmakingen, ’t zij
onder couvert, ’t zij op een briefkaart”, afkomstig
van vrouwen zowel als van mannen. De enige
adhesiebetuiging kwam van drie mannen, dië mee
deelden dat ze haar moed en volharding bewon
derden, en haar aanmoedigden om vooral door te
grrnn ~p de ingeslagen weg. Dit in tegenstelling tot
Ih de hak van Italië lag en ligt de
stad Tarente, vanouds een Griekse
nederzetting. De inwoners voelden
zich bedreigd door de Romeinen die
in deze periode stelselmatig hun ge
zag over Italië uitbreidden en zon
den gezanten naar Pyrrhus. Waar
om ging deze op het verzoek in?
Welkde doelstellingen streefde hij
na? Hij wist dat hij de Romeinen
tegenover zich zou vinden. Was hij
reecis toen al van plan naar Sicilië
over te steken en de stad Syracuse
bij te staan in haar verzet tegen de
opdringende Carthagers? Belang
wekkende vragen waarop Nederlof
uitvoerig en gedocumenteerd in
gaat. Een der merkwaardigheden
van de expeditie over zee was dat de
vloot behalve de infanterie en de
cavalerie ook twintig olifanten naar
Italië overbracht. De invoering van
dit strijdmiddel in Europa gaat te
rug op Alexander de Grote die tel
kens Pyrrhus’ voorbeeld is geweest.
Hoe die reusachtige dieren werden
verscheept vertelt Nederlof niet. Dat
is blijkbaar niet bekend. Uitvoerig
wordt daarentegen verslag gedaan
van de veldslagen tegen de Romei
nen na een waarvan Pyrrhus tot zijn
sombere voorspelling kwam.
Wat minder boeiend is de expedi
tie naar Sicilië, maar hoogtepunten
in het verhaal vormen de anekdoten
over de contacten tussen de Romei
nen en hun tegenstander. Romeinse
auteurs hebben niets nagelaten om
hun voorvaderen in het edelste dag
licht te plaatsen, die bijvoorbeeld
een aanbieding van Pyrrhus’ lijfarts
om zijn koning te vergiftigen veront
waardigd van de hand wezen.
Na een nederlaag te hebben gele
den in de slag bij Beneventum (275)
keerde Pyrrhus naar Epirus terug.
Misschien was hij ontgoocheld,
maar bij de pakken neerzitten lag
niet in zijn aard. Wij lezen van een
Blitzkrieg dwars door Macedonië en
van een veldtocht tegen Sparta en
Argos in de Peleponnesus, het zuide
lijke deel van Griekenland. In die
laatste stad komt dan het dramati
sche einde van de 47-jarige koning,
die in een straatgevecht door een
speer werd getroffen, toen een dak
pan tegen zijn halswervels kreeg,
van zijn paard stortte en door een
vijandelijke soldaat werd onthoofd.
Het interessante van Nederlofs
boek is dat het teruggaat op de bron
nen. Die zijn overvloedig genoeg,
maar ze dateren uit de Romeinse
Keizertijd, dus van enige eeuwen
later. De voornaamste is het Leven
van Pyrrhus van Plutarchus die in
de eerste eeuw na Christus leefde en
putte uit werk van Pyrrhus’ tijdge
noten dat helaas verloren is gegaan.
Plutarchus was meer biograaf en
moralist dan historicus, hij was er
op uit interessante bijzonderheden
te verzamelen om daardoor de per
soonlijkheid van zijn held scherp te
omlijnen. Of het materiaal dat hij
bijeenbracht betrouwbaar wa,s,
daar bekommerde hij zich weinig
om. Maai- aan zijn methode van wer
ken danken we menig kleurrijk de
tail en menige pikante persoonlijke
mededeling.
Nederlof zag het als zijn taak
Dichtung und Wahrheit zo zorgvul
dig mogelijk te scheiden en het is de
moeite waard hem op dat pad te
Een ruiter uit de tijd van Pyrrhus Een grafsteen uit het begin van de derde eeuw voor
Christus
if
Een zilveren munt van Demetrius, één
‘****k. van de 9rote tegenstrevers van Pyrrhus
V
Alexander de Grote, Fragment van een
Grieks beeld (louvre, Parijs)
-
sW
w
4
■-XB
1
1
-
p'if-