Hartballonpomp redt ook hier mensenlevens
I
WIM BROCATUS DOOR ONGELUK BLIND GEWORDEN
K
1
len
ime,
i-
r*
door Louis Bovée
door C. Cornelisse
Niet jaloers
„Fenomeen”
Omleiding
Circulatie
Goed opgevangen
Cijfers
t’
A
Jij zult nooit meer kunnen zien
i
raider. Aan
ifvoer vow
-
sloten.)
arde
lam
hele gea
garderobe,
jbb, begla-
eetbar, en
koel en
e wastafel
oilet.
ken d.m.v.
luken, hal,
ne overiot
„Het gebeurde”, zegt Wim, „op een zater
dagavond. Na een avondje-uit was ik op weg
naar huis. Het was verschrikkelijk slecht
weer. Veel wind, slagregens. In de Steen-
bergse polder werd ik door een rukwind van
mijn brommer getild en klapte met mijn
hoofd tegen de straatstenen. Ik werd, nadat
ik was gevonden, ijlings naar het ziekenhuis
in Bergen op Zoom vervoerd. De doktoren
constateerden een schedelbasisfractuur. Op
Oudejaarsdag 1965 (ik was nog steeds niet bij
kennis) werd ik overgebracht naar het Elisa-
beth-ziekenhuis in Tilburg. Daar ben ik in
maart bij kennis gekomen”.
„Toen ik ongeveer wist wat er met me was
gebeurd, kwam, op een dag, dokter Eibers
naar me toe. Die zei: „Wim, je onderbeen is
verlamd; dat brengen we in orde. Maar je
zult blind blijven”. Ik wierp tegen: „Ik dacht
dat u me zou opereren. Ik heb verhalen
gehoord over mensen, die na acht maanden
als gevolg van operatief ingrijpen hun
gezichtsvermogen terugkrijgen. Daar hoop
ik stilletjes op”.
Met de top van zijn wijsvinger tast hij met
ongewone zelfverzekerdheid de in reliëf op
papier geplaatste puntjes af. Hij leest een
passage voor uit „Avond met God”, een boek
met bijbelteksten, bevattende vijf banden van
48 bladzijden. „Een eerlijk bekennen’ dat we
oud zijn, brengt echter ook de verplichting met
zich mee ons verantwoord en bewust met de
problematiek van de ouderdom bezig te hou
den”. Wim Brocatus is trots als een veldheer.
„Ik lees veel in de braille-Bijbel”, zegt hij.
„Ik geloof in God. Maar ik vraag me vaak af:
waarom heeft God me zo zwaar gestraft?
Waarom ben ik blind? Op zulke vragen krijg je
natuurlijk géén antwoord. Je moet met een
handicap leren leven. Als je dat kunt, dan ben
je gelukkig”.
Wim Brocatus is blind. Sinds 18 december
1965, toen bij een ongeval zijn gezichtszenuw
werd aangetast. Zonder emoties weet Wim
bondig te verhalen over de gebeurtenis, die
zijn leven plotseling een geheel andere wen
ding gaf. De terugblik aan de afgrijselijke
gebeurtenis klinkt niet klaaglijk. Want Wim, 35
jaar geleden in Steenbergen geboren, wil geen
medelijden. Immers: het leven kent geen
heen-en-weer. Wat voorbij is, is voorbij.
Mensen zien bleek, soms blauw, en
transpireren hevig. Allerlei organen la
ten het afweten. Zo werken de nieren niet
meer als het hoort. Patiënten raken be
wusteloos, doordat het lichaam niet meer
normaal van bloed wordt voorzien. Het
hart stopt natuurlijk niet zomaar de
bloedcirculatie. Dan is er veel meer aan
de hand. De bloedsomloop stagneert als
Dijkzigt. Hartspecialist dr. F. Hagemeij-
er vindt de pomp een nuttig apparaat.
de linker hartkamer na een infarct een
ernstige beschadiging heeft opgelopen.
zeggen wel eens: Wij, we zouden niet met jou
willen ruilen. Ik merk dan op: „Ik met jullie
evenmin. Luister, het heeft geen zin ermee te
zitten, dat helpt toch niet”.
Een hele opluchting, want de bescha
digde linker hartkamer krijgt al zo wei
nig zuurstof. Stroomt het bloed in de
grote slagader, dan is het hart, zeg maar,
leeg. Dan wordt het ballonnetje weer
opgeblazen, waardoor de druk in de ader
hoger wordt. Het resultaat is dat al die
organen via de vertakking van de grote
slagader weer meer bloed krijgen. Het
toch al overbelaste hart heeft daar zelf
niets voor hoeven doen.
Volgens de Rotterdamse hartspecialist
is het goed mogelijk dat de ballonpomp
in de toekomst ook wordt gebruikt om
een hartinfarct klein te houden. Helaas is
het (nog) niet mogelijk om te meten hoe
groot een infarct wordt. Breng je de
ballonpomp in, dan weet je natuurlijk
wel hoe groot het infarct is geworden,
maar je weet niet hoe groter het zonder
zijn er 6 weer normaal aan het werk. De
rest moet het wat kalmer aan doen.
Je zou denken dat zo’n ballonpomp
slechts een tijdelijk redmiddel is als het
hart zo ernstig beschadigd' is. Maar vol
gens dr. Hagemeijer is de toestand geluk
kig niet zo zwart-wit. „Naast het deel van
het hart dat dood is, zit een stuk hartspier
dat onvoldoende zuurstof krijgt om sa
men te trekken. Maar nog nèt voldoende
om niet dood te gaan. Het zit als een
grensgebiedje rond het dode centrum.
Noem het maar de grijze zone. Als de
doorstroming van het bloed toeneemt
dankzij de ballonpomp, kunnen de hart
cellen uit het grauwe gebied weer mee
werken. Het bedreigde gebied wordt dus
kleiner”.
Een ander voorbeeld. Iemand krijgt
een hartinfarct, gaat naar het ziekenhuis
en krijgt weer pijn op de borst. Dat
betekent dat een nieuw gebiedje wordt
bedreigd. De ballonpomp kan die grijze
cellen misschien weer nieuw leven in
blazen.
Een goed hulpmiddel, waarmee in de
toekomst meer mogelijkheden kunnen
worden geschapen.
Naar Hagemeijers mening, zo laat de
Hartsucntmg weten, zullen lang niet alle
ziekenhuizen onmiddellijk de pomp aan
schaffen, omdat de ervaring van vijf jaar
nog niet alles heeft bewezen. De pomp
wordt gebruikt als het hart zp slecht is
dat het zelf de bloedsomloop niet meer
op gang kan houden. Dan wordt de door
stroming in het gehele lichaam bedreigd.
Waar geen bloed is kan geen leven zijn:
de huid wordt grauw, er kunnen bewust-
zijnsstoornissen optreden.
71
-ZUID
in rondom
et pand *i
vriendelijke, zorgzame vrouw die acht kinde
ren ter wereld bracht: „Het leven van mijn
man en mij veranderde in één klap door het
ongeluk. Hij werd verschrikkelijk afhanke
lijk, hè”.
En Wim geeft te verstaan: „Ik ben me er
terdege van bewust, dat mijn ouders er meer
mee hebben gezeten,dan ik. Ik heb die men
sen buiten mijn schuld om natuurlijk veel
verdriet bezorgd. Overigens: ik heb een
beeld van mijn vader en moeder hoor. Ik zie
ze als vijftigjarigen. Kijk, ik weet, hoe de
mensen en dieren eruit zien. Ik heb ze gezien.
Op de blindenschool heb ik veel gesproken
met mensen, die vanaf hun geboorte blind
waren. Hun over de wereld verteld”.
Hij kijkt op zijn „braille-horloge”. Deelt
mee ingenomen te zijn met het feit, dat er
geïnformeerd wordt naar zijn doen en laten.
Stelt nadrukkelijk „niet jaloers” te zijn op
mensen, die niet visueel zijn gehandicapt.
Wim: „Ik zit doordeweeks in een gezinsver
vangend tehuis in Goes. Dat heet „De
Schans”. Daar zitten 17 lichamelijk gehandi
capten. Rolstoelers. Mensen met arm- en
beenprothesen. Ik ben de enige blinde. Ze
Wim Brocatus spreekt met eerbied over
„Pe Schans”. Hij weidt uit: „Ik werk nu tien
jaar als revolverdraaier op de sociale werk-
paats te Zierikzee. jMet veel plezier; anders
was ik er allang vertrokken. Ik pendel elke
ochtend met de bus van Goes naar Zierikzee.
Dat levert helemaal geen problemen op. Vrij-
dagmiddags reis ik met de trein van Goes
naar Roosendaal. Het enige, waarvoor ik
iemand nodig heb is het instappen in de
trein. En ik moet vanzelfsprekend vragen
naar het perronnummer. Ik doe praktisch
nooit tevergeefs een beroep op de mensen.
Maar goed, het gezinsvervangend tehuis. Ik
heb een zitslaapkamer van 30 m2. Omdat ik
ónder de Wet Bijzondere'Ziektekosten val,
hoef ik per maand slechts 637 van mijn
salaris aan het huis af te dragen. De verzor
ging is prima. En: we worden zo zelfstandig
mogelijk gelaten”.
Hoe breng je de avonden door?
Wim: „Als het goed weer is maak ik, na het
éten, een fikse wandeling. Verder lees ik veel.
Hij tikt met zijn stok tegen een obstakel
(een lantaarnpaal).Grappend: „Vooral lan
taarnpalen en vuilnisbakken houden reke
ning met me”. Brocatus is een man van
weinig woorden. Iemand die snel de kern
aangeeft. „Contacten met andere blinden
heb ik niet veel”, laat hij weten.
„Ik schrijf bijvoorbeeld wél regelmatig
mijn zwager, die in Vlissingen woont. Mijn
zwager heeft van mij het brailleschrift ge
leerd. Enkele jaren geleden heb ik hem een
prikmachine cadeau gedaan. U hebt mij
braille zien lezen. Blindgeborenen vliegen
over het papier. Hoe meer routine je hebt,
hoe vlotter het gaat. Je moet er zachte, gevoe
lige handen voor hebben. Iemand die bij
voorbeeld tot zijn 40e jaar in de landbouw
heeft gewerkt en blind wordt, zal meer pro
blemen hebben met het brailleschrift. Toen
ik dat ongeluk kreeg, werkte ik bij een loon
bedrijf, in Steenbergen. Mijn handen waren
echter nog behoorlijk gaaf”.
Op Werkvoorzieningsschap De Zuidhoek
in Zierikzee zie ik Wim, die twee jaar geleden
figureerde in een film over blinden van de
vermaarde cineast Jan Vrijman, aan het
werk. „Wim is een vakman aan de revolver-
draaibank”, zegt zijn werkmeester. In zijn
kamer belicht de directeur van De Zuidhoek,
J. Pomper, „het fenomeen Wim Brocatus”
(zijn woorden). „Wim is een prachtmens. Hij
heeft zich, tien jaar terug, snel bij ons aange
past, Hij was (en is) leergierig. Soms draaien
we film. Dan wil hij er per se bij zijn. Hij laat
zich, na afloop, door anderen het verloop
vertellen”.
Ik overhandig hem een bericht dat onlangs
op de voorpagina van Het Vrije Volk stond.
Tekst-citaat: Onder blinden heerst in verhou
ding een aanzienlijk grotere werkloosheid
dan onder mensen die wel kunnen zien. Dat
blijkt uit een onderzoek van het ministerie
van CRM. Volgens dat CRM-rapport heeft 12
procent van de 2700 blinden in de werkende
leeftijdsklasse (20 tot 65 jaar) geen baan. De
werkloosheid onder de zienden bedraagt 5,5
procent. Blinden verdienen ook aanmerke
lijk minder: ze gaan met zo’n 350 tot 400
minder per maand naar huis. Oorzaak: de
slechte promotiemogelijkheden van werken
de blinden.
De heer Pomper wendt zich tot de perso
neelsadministratie. Na even ruggespraak te
hebben gehouden, zwaait hij de deur van zijn
kamer open en roept: „Wim verdient uitste
kend bij ons. Hij zit in een prima loon
schaal”.
En vervolgens: „Een blinde kun je overal
plaatsen. Als bedrijven arbeidsplaatsen zou
den creëren voor blinden zou dat een goede
zaak zijn. Ik stel dit gevoelsmatig, maar mijn
uitspraak berust op een bepaalde logica. De
opleiding op de blindeninstituten is namelijk
erg goed. Mensen die daar afkomen, zijn
beslist plaatsbaar in bedrijven. Wim maakt
nu bij ons veel dingen voor Koni. Ik zou het
toejuichen als hij bij Koni zou werken. De
plaatsing van blinden met een schooloplei
ding vormt doorgaans geen probleem”.
De directeur vervolgt: „Wim is een redelij
ke vent. Verkoopt geen flauwekul. En heeft
een sterke eigen mening. Wim vindt iets en
dat wil hij bewijzen. Wim is een man die
duidelijk boeit. Hij maakt indruk, zonder
veel te praten. Het Werkvoorzieningsschap is
het voorportaal van het bedrijfsleven. Wim is
een goede functie in het bedrijfsleven waard.
Politici hebben zo vaak de mond vol over
integratie: maar ze verzuimen hun denkbeel
den ihet de regelmaat van de klok in dei
praktijk te brengen”.
De ballonpomp kan in meer situaties
een goed hulpmiddel zijn. Bijvoorbeeld
bij iemand met qen dreigend hartinfarct,
die naar het ziekenhuis moet voor een by-
pass-operatie. Dan wordt er in het li
chaam een omleiding gemaakt voor het
bloed uit de grote slagader óver de ver
nauwing heen naar het hart. „Onder die
omstandigheden heeft de ballonpomp
zin”, zegt dr. Hagemeijer, „omdat hij de
pompfunctie van het hart verlicht. En
zolang de pomp werkt, krijgt de arts
meer tijd om de patiënt te onderzoeken”.
Nu is alles veranderd, hè. Tenminste: dat is
me verteld”.
De mensen volgen met open monden de
wandelsolo van Wim. Hij is zich terdege
bewust van bewonderende opmerkingen, die
aan zijn adres worden geuit. „Als ik een
reactie hoor, dan maak ik me soms vreselijk
dik. Jullie mogen blij zijn, dat je me kunt
zien, denk ik dan. Zo is het toch, nietwaar.
Nogmaals, ze hoeven heus geen medelijder!
met me te hebben. Wél medeleven”.
De hartspecialist laat zien dat het mo
gelijk is om met behulp van.de ballon
pomp het bloed weer te laten circuleren.
In feite neemt de pomp tijdelijk de taak
van het hart over en zelf krijgt het de
kans om zich zo goed mogelijk te herstel
len. Hoe gaat dat in zijn werk?
Naast het bed van de patiënt staat een
elektrische pomp, waaraan een plastic
slang met aan het uiteinde een plastic
ballonnetje. De slang (zo dun als een
pink) wordt via een slagader (zo dik als
een duim) iq, de lies omhoog geschoven
tot in de grote slagader (aorta). Het bal
lonnetje wordt gevuld met veertig milli
meter heliumgas. Als de pomp nu het
ballonnetje leegzuigt op het moment dat
het hart gaat samentrekken, wordt het
bloed uit de linker hartkamer gezogen en
komt in de grote slagader. Het hart hoeft
zelf geen moeite te doen om het bloed uit
te persen en heeft minder zuurstof nodig
om energie voort te brengen.
Ook in ons land zijn al mensenlevens
gered met de zogenaamde hartballon-
pomp, een vinding waarmee enkele
Zwitserse cardiologen en chirurgen on
langs in het nieuws kwamen. De Neder
landse Hartstichting heeft ertoe bijge-
1 dragen dat wetenschappelijk onderzoek
op dit gebied mogelijk werd. Nuttige
resultaten zijn behaald met name in het
Rotterdamse academische ziekenhuis
Dijkzigt. Van de 25 behandelde pa-
l tiënten in 1972-1976 waren er na die
I periode nog 13 in leven.
Na de pacemaker (hartslagregelaar) en
de defibrillator (waarmee het hart op
gang kan worden gebracht) is de hartbal-
lonpomp gekomen. Een nieuw instru
ment dat pas aan het eind van de jarer.
zestig zover was ontwikkeld, dat het in dt-
ziekenhuizen toepasbaar werd. In ons
land was dat voor het eerst in het thorax
centrum (hart- en longchirurgie) van
Hij zucht. Grijpt zich bij de kin en pauzeert
even. „De dokter zei daarop: Wim, alle hoop
is voor jou verloren. Jij blijft blind”. Mijn
geluk is geweest, dat ze me goed hebben
opgevangen, de doktoren en verpleegsters.
In oktober 1966 ben ik uit het Elisabeth-
ziekenhuis ontslagen”.
Na enkele maanden thuis kreeg Wim Bro
catus op 3 januari 1967 een plaatsje op blin
denschool „De Schanzenberg” te Loenen,
een dorpje vlakbij Apeldoorn. „Ik ben er 17
maanden geweest. Heb er een prettige tijd
gehad. Bijzonder veel geleerd bovendien. So
ciale revalidatie heet zoiets. We zaten er
toentertijd met 30 blinden en slechtzienden.
Er is een groot verschil tussen blinden en
slechtzienden. Slechtzienden kunnen licht en
donker onderscheiden, hè, Op de blinden
school heb ik het brailleschrift onder de knie
gekregen. Door middel van het braillema-
chientje. Ook stoklopen is me bijgebracht.
Dat lopen geschiedde onder leiding van een
stok-leraar”.
„Hoe die man zijn vak heeft geleerd? Nou,
door geblinddoekt te lopen. Mijn stokleraar,
herinner ik me, kon zich ontzaglijk goed in
de gevoelswereld van blinden inleven. Eerst
liep ik kleine eindjes met hem. In het gebouw
en in de tuin van het blindeninstituut. Later
ging ik in zijn gezelschap de stad in. Maar ik
heb ook geschaatst op de kunstijsbaan in
Deventer. En deed mee aan droppings en
puzzeltochten”
Bovenal leerde hij begrijpend te staan te
genover zijn handicap. Zijn moeder, een
Ik bedoel, ik beluister de gesproken regiona
le kranten: „Ons Zeeland” en „Brabant”.
Banden van anderhalf uur, waardoor je op
de hoogte blijft van het nieuws. Vorige week
heb ik de banden van „Help, de dokter ver
zuipt”, een boek van Toon Kortooms, beluis
terd. Prachtig boek. „Heet als de steppe-
wind” van Konsalik is ook fantastisch. Dat
ingespannen luisteren is vermoeiend. Soms
lukt het me anderhalf uur achter elkaar te
luisteren; maar daarna ben ik bekaf. In het
weekeinde, thuis, kaart ik veel”. Hij laat een
doosje braillekaarten zien. „Rikken en wip
pen zijn mijn favoriete spelletjes. Mijn kaart-
partners moeten tijdens het spel alleen zeg
gen wat ze op tafel leggen. Voorts bevalt
fietsen me prima. Ik heb een tandem. Met
Goort Huijsmans peddel ik elke zaterdag
middag zo’n 30 kilometer. En zaterdagoch
tend zwem ik”.
We gaan foto’s maken in het centrum van
Steenbergen. Het is zaterdagmiddag, dus er
zijn nogal wat winkelende mensen op de
been. Wim loopt vlot. Hij drijft, zo blijkt, niet
stuurloos rond op deze aard. „Ik weet waar
ik loop”, meldt hij opeens. „In de Grote
Kerkstraat. Ik heb een beeld van die straat,
toen ik er als jongen van 14, 15 jaar doorliep.
pomp zou zijn geweest. Het onderzoek
verkeert nog in een experimenteel
stadium.
zegen
originele
aan erop
s met de
3 vlucht-
ogramm
n unieke
en lucht-
De ballonpomp kan ernstig zieke men
sen redden. Dat blijkt uit de gegevens
van het Dijkzigtziekenhuis over de jaren
1972-1976. Van de 25 patiënten die kort of
lang (soms enkele weken) aan de ballon
pomp lagen, waren er vorig jaar februari
nog 13 in-leven. Drie mensen overleden
tijdens het pompen en 2 bij het stoppen
van de pomp. Van de 20 overlevenden
gingen er 5 binnen tien dagen dood en
één iets later. Later overleed nog een
patiënt door een heel andere oorzaak.
Van de 13 mensen die in leven bleven,
X