Joodse geschiedenis
in schaduw van Vatikaan
ta/-
■fl
boeken
Sam
Waagenaar:
veel
STEEDS OPNIEUW OP WEG NAAR HET PAASFEEST
doqj Th. J. Koeckhoven
door Erik Koch
Bijbelse strip
Tussen 12 en 17
Historie
Paasfeest
Vol lof
Wat maakt het uit?
ïW
J
I
Mi
Er zijn mensen en daar hoor ik ook bij die een heleboel hebben gelezen
over Luther, Descarts, Marx, Freud, Kant en Darwin, om maar een paar
voorbeelden te noemen. Maar diezelfde mensen hebben nauwelijks iets gelezen
van de grote denkers zelf. Toch lijkt het de beste manier om iets van hen aan de
weet te komen. Hoe mooi en diepzinnig ook over de grote mannen wordt
geschreven, het blijft tweedehands. Ik schrijf niet per ongeluk „grote mannen”,
want het boek waarom het nu gaat heet Grote denkers van alle tijden en grote
vrouwen komen in het spel niet voor. Samensteller Edward de Bono heeft er op de
kop af dertig mannen uitgepikt, van Mozes tot Sartre. En bij die laatste denken we
natuurlijk onmiddellijk aan Simone de Beauvoir.
Maar goed, het gaat nu niet om mannen of vrouwen, al zou men het gemis van
ook maar enige vrouwelijke inbreng best een eerste foutje van dit toch wel mooie
boek mogen noemen. Het tweede euvel is hierboven al aangeduid. Het is allemaal
tweedehands. Dat hoeft niet zo’n groot bezwaar te zijn, want wat let ons een paar
werkjes van de grote denkers zelf aan te schaffen, en te lezen natuurlijk. Het
Kapitaal van Marx bijvoorbeeld, de evangeliën, waar toch ook wel een paar eigen
teksten van Jezus zelf in staan, De Belijdenissen van Augustinus en vanzelfspre
kend de Summa Theologica van Thomas van Aquino. Voor dit laatste werk moet
de lezer wel van goeden huize komen
Geen boek heeft in Italië na de oorlog (1974) zoveel opzien verwekt en zoveel publikaties
uitgelokt als Sam Waagenaars geschiedschrijving over de Joden in Rome. Dat werk is in Italië
uitgekomen onder de veelzeggende titel „Het getto aan de Tiber” (II ghetto sul Tevere) en nu hier
verschenen in een bijgewerkte vertaling (mede door Waagenaar gemaakt) als „De joden van
Rome”, (uitg. Van Holkema en Warendorf).
K. i
Sigmund Freud
Albert Einstein
Jean Paul Sartre
Zo ging het met Jezus, Mattheüs 26-28 in eenvoudig Nederlands
I
Dertig grote denkers
verzameld in een boek
karwei dus. Ik geloof verder niet dat de
waarheid van alle gegevens van zo uiteen
lopende aard voor mij controleerbaar is.
Het geheel maakt een vrij betrouwbare
indruk. Maar, en dat is een groot maar, de
opvatting van De Bono en van zijn mede
werkers zijn ook niet meer dan subjectieve
benaderingen. Misschien hindert dat niet
zo veel, want er staat in dit boek zoveel
goeds en het bevat zoveel boeiende dingen
over de dertig grote mannen, dat een wa
terdichte garantie voor de waarheid van
elke zin niet nodig is. Ga er maar eens aan
staan, in een paar bladzijden weergeven
wat Mozes en Jezus voor de mensheid
hebben betekend. Het is wel vervelend,
maar toevallig zijn dat wel een paar mage
re bladzijden.
Op weg naar het paasfeest vertelt van de
intocht in Jerusalem op palmzondag, het
laatste avondmaal en het verraad van Ju
das. Het verhaal eindigt waar Jezus op het
punt staat naar de hof van Getsemane te
gaan. Achterin het boekje zijn de desbe
treffende bijbelgedeelten uit het evangelie
volgens Mattheüs opgenomen. De prijs be
draagt 5,50. De uitgave is van het Neder
lands Bijbelgenootschap en de Katholieke
Bijbelstichting in samenwerking met de
stichting Docete te Hilversum. Van harte
aanbevolen. Maar val de kinderen er niet
mee lastig, als hun hoofd er niet naar staat.
Dan nog dit. Het is al lang Pasen geweest,
maar boekbesprekingen komen nu een
maal niet meteen in de krant. In dit geval
geeft dat niet, want Pasen ofwel het feest
van de opstanding van Jezus is altijd
actueel.
Deze strip vertelt in woord en beeld het
verhaal van de gevangenneming van Je
zus, zijn kruisiging en opstanding. De titel
luidt Zo ging het met Jezus. De( begelei
dende brief bij dit boekje van Jan van
Capelleveen vermeldt dat deze uitgave
speciaal-is bedoeld voor mensen met heel
weinig of geen christelijke achtergrond,
die bovendien nog wat moeilijkheden heb-
Sam Waagenaar, in 1908 geboren in Amster
dam, is een veelzijdig getalenteerd man. Nau
welijks volwassen had hij al een positie ver
overd als Europees publiciteitsmanager voor
de Amerikaanse filmmaatschappij Goldwyn
Mayer. In die funktie deed hij de eerste rese
arch voor de film Mata Hari, een vrouw die
hem nooit meer heeft losgelaten en wier ge
schiedenis hij als geen ander kent. Zijn biogra
fie over Mata Hari is overal bekend. Waage
naar was een vooraanstaand journalist, die
onder meer de invasie in Europa heeft versla
gen en het proces tegen de Duitse oorlogsmis
dadigers in Neurenberg. Hij heeft over de hele
wereld gezworven als fotograaf, journalist en
auteur van een reeks boeken. Hij woont sinds
1946 in Rome.
De vrouw goot de olie over Jezus’ hoofd.
Zijn leerlingen zagen het.
Ze werden kwaad en zeiden:
'Waarom gooit ze die zalfolie zomaar weg?
We hadden die olie voor veel geld kunnen verkopen.
Dan hadden we het geld aan arme
mensen kunnen geven!’
Het eerste citaat: „Ik geloofde vroeger
alles van God, nu niet meer; sommige
dingen hebben me aan het denken gezet.
Ik twijfelde over dingen. Soms denk ik:
och stik toch met God en die rotzooi, maar
soms denk ik: als ik toch niet God had om
te bidden, waar moest ik dan toe smeken.”
Dit was van een meisje van vijftien jaar
van de mavo. Een typisch voorbeeld van
een echte gelovige, lijkt me. Nu eens twij
felen, dan weer vinden. Een meisje van
dertien jaar schrijft: „Ik weet niet zeker of
ik wel geloof. Ik geloof nu niet meer zo in
God omdat hij m’n moeder en vader niet
geholpen heeft om bij elkaar te blijven (ze
zijn gescheiden), en daar heb ik veel om
gehuild.” Een jongen van vijftien (mavo 3):
Ik praat wel eens over God tegen m’n
ouders of een zwager van mij, maar dan
zeggen ze dat ik eigenwijs ben.” Een jon-
.gën van zestien (derde klas vakschool)
reageert: „Ik geloof niet zo erg om er elke
Jezus wist waar ze het over hadden.
Hij zei: ’Waarom maken jullie het die
vrouw moeilijk?
Ze heeft wat goeds voor mij gedaan.
Er zullen altijd wel arme mensen bij
jullie zijn. Maar mij zullen jullie niet
altijd bij je hebben.
dag over te praten, maar ik geloof wel in
mijn hart al is dat niet aan de buitenkant te
zien.” Een jongen van veertien zou best
over het geloof willen praten met school
vrienden, maar die vinden het belachelijk.
Iets dergelijks horen we van een havo-
scholiere van zeventien: „Ik praat vaak
met mensen over dit soort dingen op fees
ten en zo. Maar er zijn maar weinig men
sen met wie je over dit soort dingen kunt
praten, dat vind ik erg jammer.”
Het zou misschien goed zijn nog meer
citaten te geven. Ze zijn niet allemaal even
somber. Er is geloof, al is dat een ander
soort geloven dan een generatie geleden.
Het lijkt allemaal veel eerlijker, in al zijn
twijfels. Er wordt ook gebeden. Veel min
der in de geijkte formules, veel meer spon
taan uit het hart, zo maar een gesprekje
met die verre God over alles wat een jonge
mens bezighoudt. Op zo’n manier kan je
het beste bidden als je in bed ligt of als je
naar de wolken aan de hemel kijkt.
i
i
f
i
fascisme is niet, zoals het nationaal-socialisme van
Hitler, gegrondvest op een „rassenleer”. Als er in
Italië al een antisemitische, of duidelijker gesteld
antizionistische stroming was, dan ontsproot deze
veeleer aan de historische verhouding tussen jo
den en het Vaticaan (dat niets van een joodse staat
in Palestina wilde weten) dan aan Mussolini’s
fascisten.
Waagenaar geeft tal van bijzonderheden over de
houding van de Italiaanse dictator tegenover de
joden en dé joodse organisaties, en omgekeerd. De
fascistische partij telde in de aanvang heel wat
joden onder haar leden. Volgens Waagenaar was
ongeveer tien procent van de Italiaanse joden
(bijna 5000) op een gegeven moment sympathise
rend of in ieder geval insignedragend lid van de
partij.
Hitlers invloed op Mussolini in de latere jaren
dertig en van de Duitse nationaal-socialisten op de
fascisten zijn mede de oorzaak geworden dat ui
teindelijk ook de Italiaanse partij een anti-joodse
Een gezamenlijke uitgave van het Ne
derlands Bijbelgenootschap en J. H. Kok
te Kampen geeft in de vorm van een echt
stripverhaal de tekst van Mattheüs 26-28
in eenvoudig Nederlands. Als we hier spre
ken van een stripverhaal, dan bedoelen we
de kwaliteit en een beetje de vormgeving
van Bruintje Beer en van Tom Poes. Bo
venaan staan de plaatjes en daaronder
staat de tekst. Het is dus niet van dat
ordinaire foallonnenwerk, een verschrik
king om voor te lezen tussen haakjes. Hier
dus geen strip met de tekst in wolken of
ballonnen. Het verhaal heeft een passende
plaats in deze voortreffelijke uitgave ge
kregen. De tekeningen van de illustrator
Arnold Berbers zijn beeldend en ingeto
gen. Elke afbeelding wordt dus begeleid
door een gedeelte tekst meteen onder de
plaat. Zo is een duidelijke eenheid tot
stand gekomen.
De nog resterende plaatsruimte moet ik
gebruiken voor het aankondigen van twee
boeken van dr. Jan Nieuwenhuis. Deze
hebben geloven tussen twaalf en zeventien
jaar tot onderwerp. Daar dit niet alleen
een heel mooi maar tevens een heel moei
lijk thema is, zal ik deze keer volstaan met
een paar grepen uit een van de twee boe-
Wij zouden Waagenaars werk te kort doen als
wordt voorgesteld dat hij alleen de recente ge
schiedenis zou behandelen. Dat is niet zo. De joden
vormen in Rome al minstens twintig eeuwen een
belangrijke kolonie; zij waren daar al gevestigd
voordat Petrus en Paulus een voet zetten op Ro
meinse bodem. De Romeinen hebben in het jaar 70
n. C. Judea verslagen en de tempel in Jeruzalem
verwoest. Negentien eeuwen staat op het Forum
Romanum de triomfboog van Titus, het gedenkte
ken van Jeruzalems ondergang. Zo zijn Rome en
Jeruzalem verbonden en zo is de geschiedenis van
de pausen een deel van de joodse geschiedenis.
Waagenaar heeft die opgespoord en er het eerste
deel van zijn boek aan gewijd. Het is boeiende
lectuur, die verhalen over de joden van Rome, die
in de schaduw van het Vaticaan leefden en wier
wel en wee afhingen van de pausen die hen konden
beschermen of aanvallen.
Er was een onafgebroken en volslagen wanbe
grip tussen hen. De joden van Rome moesten een
constant gevecht om hun bestaan voeren tegen
armoe, honger, het water van de Tiber en vooral
tegen de beslissingen en voorschriften die in een
eindeloze stroom van het Vaticaan uitgingen. De
strijd werd voorlopig door het Vaticaan beslist,
toen in 1555 onder paus Paulus de joden werden
opgeborgen in een getto aan de „overkant” van de
Tiber. Dit getto bepaalde in hoge mate de volgende
drie eeuwen geschiedenis van de Romeinse joden,
tot 1870.
Wagenaar heeft veel materiaal bijeengebracht
voor zijn boek en dit materiaal hoofdstuksgewijs
verwerkt.
Intussen was Jezus In het dorp Betanië gekomen.
Hij was op bezoek bij Simon de Melaatse.
Zo werd die man genoemd.
Toen Jezus zat te eten kwam er een vrouw
binnen.
Ze had een fles dure zalfolie bit zich,
die heerlijk rook.
Waagenaar spreekt over het tweede deel van zijn
boek, de periode dat Mussolini aan de macht is
gekomen en de vijf lijdensjaren van de oorlog. „Ik
werd, toen ik zover met mijn werk was gevorderd,
echt kwaad. Het staat buiten alle twijfel dat het
Vaticaan heeft geweten wat er met de joden in
Europa gebeurde, dat de paus is ingelicht en dat
hem van alle kanten dringend is gevraagd zijn
stem te verheffen tegen deze massamoord. Als
verdediging van het zwijgen van Pius XII is aange
voerd dat hij ervan overtuigd was dat een op>nlijk
protest niet alleen nutteloos, maar zelfs gevaarlijk
zou zijn geweest omdat het de Duitsers zou hebben
geprikkeld nog sneller en meedogenlozer tegen de
joden op te treden. Goed, het is het recht van de
Kerk om zich, ook met dit argument, te verdedigen
tegen de aanvallen”.
„Het verhaal verandert echter als we alleen even
kijken naar de joden van Rome. Na de bezetting
van Rome door de Duitsers begonnen ook daar de
jodenvervolgingen, culminerend in de razzia van
Italiaanse regering (na de val van Mussolini) met
de geallieerden was overeengekomen.
Deze njeuwe regering zou een zeer actief aandeel
hebben in de redding en had de schepen die de
bedreigde groep mensen naar Noord-Afrika zou
den overbrengen, al klaar liggen. De operatie zou
tussen half september en begin oktober moeten
plaatsvinden, maar 8 september maakte Eisenho
wer de capitulatie van Italië bekend en moest dat
ook wel doen omdat de invasie van het Italiaanse
vasteland van Sicilië uit van start ging. Diezelfde
8e september trokken de Duitsers alle gebieden
van Zuid-Frankrijk binnen die voorheen door het
Italiaanse leger waren bestuurd. De reddingsope
ratie was mislukt, de joden in Zuid-Frankrijk
waren uitgeleverd aan Hitler en de meesten van
hen werden daarvan het slachtoffer.
Een ander bijzonder belangwekkend stuk ge
schiedenis in Waagenaars boek is de houding van
de Italiaanse fascisten in het algemeen en van
Mussolini in het bijzonder tegenover de joden. Het
ken van Nieuwenhuis die bij Ambo zijn
uitgegeven. Het eerste boek heet Volgend
jaar misschien en daarop hoop ik een
volgende keer terug te komen. Het tweede
boek draagt als titel Tussen twaalf en
zeventien. Daarin vinden we een heleboel
van de antwoorden die scholieren van deze
leeftijd hebben gegeven op een enquête
van Jan Nieuwenhuis. De scholieren ko
men dus zelf aan het woord. Ik ga nu niet
proberen de zaak didactisch en kateche-
tisch verantwoord op een rijtje te krijgen.
Ik grijp zo maar wat spontane reacties om
een indruk te geven. De volgende keer zien
we dan wel weer
Deze aankondiging zou niet volledig zijn,
als niet zou worden vermeld dat De Bono
de medewerking heeft gehad van deskun
dige medewerkers die de dertig biografie
ën hebben geschreven. De Bono zelf
brengt de dertig man met elkaar in ver
band. Een gigantisch en zeer pretentieus
houding ging aannemen, die leidde naar anti-
joodse wetten en weerzinwekkende discriminatie.
Mussolini introduceerde zelfs een potsierlijke ras
senleer voor Italiaans gebruik, waarvan evenwel
de consequenties steeds ernstiger vormen aan
namen.
Waagenaar: „Ik zeg dat niet in mijn boek, maar
het lijkt mij dat op den duur ook Mussolini’s
bewind zou zijn overgegaan tot jodenvervolgingen
zoals de nazi’s. De fascistische houding van „wel
discriminatie, geen vervolging” zou uiteindelijk
geleid hebben tot concentratiekamp en uitroeiing.
Rassenwetten en discriminatie wijzen onherroepe
lijk de weg naar onmenselijkheid. Mussolini heeft
daarvoor de tijd niet gehad, de Duitsers hebben
dat van hem overgenomen”.
Uitgever Elsevier meldt ons dat we hier
te maken hebben met dertig denkers die
met hun geest de Westerse beschaving
vorm hebben gegeven. De goed verzorgde
uitgave kost 34,50 en dat kan er best mee
door voor zo’n mooi boek dat echt gebon
den is, veelal goede teksten bevat en dat
vervolgens ruim is geïllustreerd met hon
derd foto’s en dertig diagrammen. Die
diagrammen trachten het denken schema
tisch en grafisch uit te beelden. Dit is in dit
geval zeker een aardig geslaagde poging
geworden. Persoonlijk heb ik niet zo’n
hoge pet meer op van de „westerse bescha
ving”. Zo gezien kan men geneigd zijn de
grote denkers in kwestie ook niet helemaal
ernstigjmeer te nemen. Dat zou niet goed
zijn, wam tenslotte zijn ook wijzelf een
beetje kotters of slopers van die bescha
ving of wat daarvoor moet doorgaan. De
uitgever vertelt ons en ik heb de waar
heid daarvan gecontroleerd dat we het
begrip denkers niet al te letterlijk moeten
nemen. Hoe zou Columbus anders te mid
den van die dertig denkers terecht zijn
gekomen? Nee, het gaat in deze uitgave
veeleer om uit te drukken dat de opvattin
gen van een origineel denkend mens ver
strekkende gevolgen kunnen hebben. De
ontdekking van Amerika bijvoorbeeld in
het geval van Columbus en de uitvinding
van de atoombom bij Einstein. Zo kunnen
we achter Luther de reformatie invullen.
Maar al die grote lieden hebben niet in hun
eentje gewerkt. Dat moeten we er wel bij
denken.
In de serie Wat de bijbel ons vertelt is
het 24e deeltje verschenen. Het heet Op
weg naar het paasfeest. De serie die uit
blinkt door een sobere en heldere tekst en
door aansprekende afbeeldingen, is be
doeld voor geestelijk gehandicapten en
voor kleuters. Zoals de begeleidende tekst
ook aangeeft, is het doel van deze boekjes
door middel van tekeningen de bijbelse
boodschap over te dragen. Ik geloof dat
het altijd vreselijk moeilijk is de bijbelse
boodschap over te dragen, maar voorzover
het in dit verband mogelijk is, is Kees de
Kort daar voortreffelijk in geslaagd. Zijn
tekeningen vormen de hoofdzaak en de
korte tekst heeft een ondersteunend ka
rakter. Het spreekt haast vanzelf dat de
begeleiding van ouders en andere opvoe
ders hier onmisbaar is. Het zal een dank
baar werk zijn, want weinig mensen zijn
meer gevoelig voor het religieuze dan de
eenvoudigen van hart.
De Joden in Trente worden in het bijzijn van priesters gemarteld en
terechtgesteld
Waagenaar is vol lof over tal van priesters -
alsook over Italiaanse burgers - die zich tot het
uiterste hebben ingespannen en de meest inge
nieuze plannen beraamden en uitvoerden om hun
joodse medeburgers te redden. In die hoofdstuk
ken beschrijft hij voorvallen die tot nog toe niet
algemeen bekend waren, zoals bijvoorbeeld de
grote, maar helaas mislukte reddingsactie van
40.000 a 50.000 joden die in Zuid-Frankrijk verble
ven en in dodelijk gevaar kwamen toen de Duit
sers ook dat deel bezetten. Deze actie moest plaats
vinden kort voor de wapenstilstand die de nieuwe
Een heel eerlijke reactie komt van een
meisje van zestien uit de vierde klas van
een atheneum: „Ik geloof wel ergens in,
maar dat is eigenlijk niet te beschrijven
maar het is wel zeker dat het niet de
katholieke opvatting van geloven is.” Een
echte vrijdenker vinden we in een mavo-
jongen van veertien: „Ik geloof wel ergens
in, maar of dat nou God of Grote Geest of
Boeddha heet vind ik niet zo erg. Wat
maakt dat nou uit of de Indianen God de
Grote Geest noemen want niemand heeft
gezegd dat je juist het woord God moet
gebruiken.” Nu een stevige uitspraak van
een vijftienjarige jongen uit de derde klas
van een gymnasium: „De laatste tijd weet
ik eigenlijk niet waar ik in moet geloven,
maar dat gaat dan wel de negatieve kant
op, want ik vind kerken zo verschrikkelijk
ouderwets, en soms vind ik de priesters
enz. huichelaars.” Een havo-meisje van
dertien gelooft wel dat er een God is, want
al het leven op aarde kan er toch niet
zomaar gekomen zijn. Maar ze vindt nu al
met haar dertien lentes dat er ook wel eens
dingen zijn waardoor je gaat twijfelen. Zij
noemt een heel schrijnend voorbeeld van
een sportieve jongen van zestien jaar die
botkanker kreeg en bij wie een been moest
worden geamputeerd. Dit thema vinden
we in veel uitspraken terug. Hoe kan er
een God zijn, als er zo veel ellende op de
aarde is?
ben met het vlot lezen van de Nederlandse
taal. Daarom is de bijbeltekst vertaald in
eenvoudig Nederlands. Buitenlandse
werknemers zouden dus inderdaad tot de
doelgroep kunnen behoren en vanzelf ook
kinderen die pas begonnen zijn met lezen.
Bij de buitenlandse werknemers denken
we in de eerste plaats aan die van Zuideu-
ropese herkomst. Turken en Marokkanen
zullen eerder behoefte hebben aan een
strip over de profeet Mohammed, hoewel
ook Jezus tot hun profeten mag worden
gerekend. Deze uitgave sluit aan op een
heel oude traditie, namelijk die van de
armenbijbels die al een geschiedenis van
meer dan vijf eeuwen achter zich hebben.
Van Caplleveen doet nog de uitstekende
suggestie de strip in gezinsverband te ge
bruiken, waarbij de kinderen dan eens de
taak van het bijbellezen van vader of moe
der kunnen overnemen, een weinig 'voor
komend gebruik naar ik aanneem. Ik hoop
dat dit boekje een goede en hartelijke
ontvangst krijgt. De prijs bedraagt slechts
ƒ4,90, niet veel voor veertig mooie pa
gina’s.
Het onderwerp van deze studie en het feit dat zij
zoveel aandacht trok, deed direct het verband
leggen met het toneelstuk van Rudolf Hochhuth
„De Plaatsbekleder”, dat een felle aanval inhield
op de toenmalige paus Pius XII, die hij beschuldig
de van een beschamende nalatigheid om op te
komen voor de in de oorlog door de Duitsers
vervolgde en vermoorde joden.
Is dat verband er?
„Uiteraard”, zegt Sam Waagenaar, „en ik ben
ook aangeduid in een Italiaanse krant als „een van
de Hochhuths”. Maar er zijn tussen mij en Hoch
huth natuurlijk kenmerkende verschillen. De dra
matische vorm van het toneelstuk betekende een
felle aanklacht van de paus. Mijn boek is geba
seerd op vijf jaar studie en onderzoek, op talloze
interviews met betrokkenen en op de stukken die
het Vaticaan zelf is gaan publiceren. Ik doel op de
„Akten en documenten van de Heilige Stoel met
1 betrekking tot de Tweede Wereldoorlog” en in het
bijzonder op het negende deel daarvan”.
16 oktober 1943. Er werden die dag 1127 joden
opgepakt en twee dagen later werden er 1127
gedeporteerd naar de vernietigingskampen in Po
len. Alle verhalen dat door tussenkomst van het
Vaticaan een groot aantal werd vrijgelaten, zijn
onjuist gebleken. Er was geen protest van de
Heilige Stoel, er is niets anders geweest dan een
curieus gesprek tussen staatssecretaris kardinaal
Maglione en de Duitse ambassadeur bij de Heilige
Stoel, Ernst van Weiszacker, dat tot niets heeft
geleid en zeker niet tot een eind aan de vervolgin
gen- Dat de latere razzia’s geen of weinig resultaat
voor de Duitsers hadden, was omdat de Romeinse
joden direct en masse gevlucht en ondergedoken
waren. Maar tot aan de bevrijding toe werden
dagelijks joden opgespoord en gedeporteerd”.
Dat zoveel joden konden onderduiken, was het
gevolg van de spontane hulp van de bevolking en
zeker niet het minst van kloosters en kerkelijke
instellingen. Waagenaar vermeldt het in zijn boek
met respect en voldoening. Minder is hij er over te
spreken dat de verdedigers van de paus die hulp
toeschrijven als uitgaande van het Vaticaan.
„Dat is beslist onjuist. Er is nooit enig initiatief
daarvoor of aanwijzing van het Vaticaan uitge
gaan. Noch is het mogelijk gebleken ook maar één
Italiaanse jood op het spoor te komen die een
schuilplaats binnen de muren van het Vaticaan
heeft gevonden - ondanks beweringen van die
zijde dat velen daar opgenomen zouden zijn ge
weest”.