Joodse geschiedenis in schaduw van Vatikaan ta/- ■fl boeken Sam Waagenaar: veel STEEDS OPNIEUW OP WEG NAAR HET PAASFEEST doqj Th. J. Koeckhoven door Erik Koch Bijbelse strip Tussen 12 en 17 Historie Paasfeest Vol lof Wat maakt het uit? ïW J I Mi Er zijn mensen en daar hoor ik ook bij die een heleboel hebben gelezen over Luther, Descarts, Marx, Freud, Kant en Darwin, om maar een paar voorbeelden te noemen. Maar diezelfde mensen hebben nauwelijks iets gelezen van de grote denkers zelf. Toch lijkt het de beste manier om iets van hen aan de weet te komen. Hoe mooi en diepzinnig ook over de grote mannen wordt geschreven, het blijft tweedehands. Ik schrijf niet per ongeluk „grote mannen”, want het boek waarom het nu gaat heet Grote denkers van alle tijden en grote vrouwen komen in het spel niet voor. Samensteller Edward de Bono heeft er op de kop af dertig mannen uitgepikt, van Mozes tot Sartre. En bij die laatste denken we natuurlijk onmiddellijk aan Simone de Beauvoir. Maar goed, het gaat nu niet om mannen of vrouwen, al zou men het gemis van ook maar enige vrouwelijke inbreng best een eerste foutje van dit toch wel mooie boek mogen noemen. Het tweede euvel is hierboven al aangeduid. Het is allemaal tweedehands. Dat hoeft niet zo’n groot bezwaar te zijn, want wat let ons een paar werkjes van de grote denkers zelf aan te schaffen, en te lezen natuurlijk. Het Kapitaal van Marx bijvoorbeeld, de evangeliën, waar toch ook wel een paar eigen teksten van Jezus zelf in staan, De Belijdenissen van Augustinus en vanzelfspre kend de Summa Theologica van Thomas van Aquino. Voor dit laatste werk moet de lezer wel van goeden huize komen Geen boek heeft in Italië na de oorlog (1974) zoveel opzien verwekt en zoveel publikaties uitgelokt als Sam Waagenaars geschiedschrijving over de Joden in Rome. Dat werk is in Italië uitgekomen onder de veelzeggende titel „Het getto aan de Tiber” (II ghetto sul Tevere) en nu hier verschenen in een bijgewerkte vertaling (mede door Waagenaar gemaakt) als „De joden van Rome”, (uitg. Van Holkema en Warendorf). K. i Sigmund Freud Albert Einstein Jean Paul Sartre Zo ging het met Jezus, Mattheüs 26-28 in eenvoudig Nederlands I Dertig grote denkers verzameld in een boek karwei dus. Ik geloof verder niet dat de waarheid van alle gegevens van zo uiteen lopende aard voor mij controleerbaar is. Het geheel maakt een vrij betrouwbare indruk. Maar, en dat is een groot maar, de opvatting van De Bono en van zijn mede werkers zijn ook niet meer dan subjectieve benaderingen. Misschien hindert dat niet zo veel, want er staat in dit boek zoveel goeds en het bevat zoveel boeiende dingen over de dertig grote mannen, dat een wa terdichte garantie voor de waarheid van elke zin niet nodig is. Ga er maar eens aan staan, in een paar bladzijden weergeven wat Mozes en Jezus voor de mensheid hebben betekend. Het is wel vervelend, maar toevallig zijn dat wel een paar mage re bladzijden. Op weg naar het paasfeest vertelt van de intocht in Jerusalem op palmzondag, het laatste avondmaal en het verraad van Ju das. Het verhaal eindigt waar Jezus op het punt staat naar de hof van Getsemane te gaan. Achterin het boekje zijn de desbe treffende bijbelgedeelten uit het evangelie volgens Mattheüs opgenomen. De prijs be draagt 5,50. De uitgave is van het Neder lands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting in samenwerking met de stichting Docete te Hilversum. Van harte aanbevolen. Maar val de kinderen er niet mee lastig, als hun hoofd er niet naar staat. Dan nog dit. Het is al lang Pasen geweest, maar boekbesprekingen komen nu een maal niet meteen in de krant. In dit geval geeft dat niet, want Pasen ofwel het feest van de opstanding van Jezus is altijd actueel. Deze strip vertelt in woord en beeld het verhaal van de gevangenneming van Je zus, zijn kruisiging en opstanding. De titel luidt Zo ging het met Jezus. De( begelei dende brief bij dit boekje van Jan van Capelleveen vermeldt dat deze uitgave speciaal-is bedoeld voor mensen met heel weinig of geen christelijke achtergrond, die bovendien nog wat moeilijkheden heb- Sam Waagenaar, in 1908 geboren in Amster dam, is een veelzijdig getalenteerd man. Nau welijks volwassen had hij al een positie ver overd als Europees publiciteitsmanager voor de Amerikaanse filmmaatschappij Goldwyn Mayer. In die funktie deed hij de eerste rese arch voor de film Mata Hari, een vrouw die hem nooit meer heeft losgelaten en wier ge schiedenis hij als geen ander kent. Zijn biogra fie over Mata Hari is overal bekend. Waage naar was een vooraanstaand journalist, die onder meer de invasie in Europa heeft versla gen en het proces tegen de Duitse oorlogsmis dadigers in Neurenberg. Hij heeft over de hele wereld gezworven als fotograaf, journalist en auteur van een reeks boeken. Hij woont sinds 1946 in Rome. De vrouw goot de olie over Jezus’ hoofd. Zijn leerlingen zagen het. Ze werden kwaad en zeiden: 'Waarom gooit ze die zalfolie zomaar weg? We hadden die olie voor veel geld kunnen verkopen. Dan hadden we het geld aan arme mensen kunnen geven!’ Het eerste citaat: „Ik geloofde vroeger alles van God, nu niet meer; sommige dingen hebben me aan het denken gezet. Ik twijfelde over dingen. Soms denk ik: och stik toch met God en die rotzooi, maar soms denk ik: als ik toch niet God had om te bidden, waar moest ik dan toe smeken.” Dit was van een meisje van vijftien jaar van de mavo. Een typisch voorbeeld van een echte gelovige, lijkt me. Nu eens twij felen, dan weer vinden. Een meisje van dertien jaar schrijft: „Ik weet niet zeker of ik wel geloof. Ik geloof nu niet meer zo in God omdat hij m’n moeder en vader niet geholpen heeft om bij elkaar te blijven (ze zijn gescheiden), en daar heb ik veel om gehuild.” Een jongen van vijftien (mavo 3): Ik praat wel eens over God tegen m’n ouders of een zwager van mij, maar dan zeggen ze dat ik eigenwijs ben.” Een jon- .gën van zestien (derde klas vakschool) reageert: „Ik geloof niet zo erg om er elke Jezus wist waar ze het over hadden. Hij zei: ’Waarom maken jullie het die vrouw moeilijk? Ze heeft wat goeds voor mij gedaan. Er zullen altijd wel arme mensen bij jullie zijn. Maar mij zullen jullie niet altijd bij je hebben. dag over te praten, maar ik geloof wel in mijn hart al is dat niet aan de buitenkant te zien.” Een jongen van veertien zou best over het geloof willen praten met school vrienden, maar die vinden het belachelijk. Iets dergelijks horen we van een havo- scholiere van zeventien: „Ik praat vaak met mensen over dit soort dingen op fees ten en zo. Maar er zijn maar weinig men sen met wie je over dit soort dingen kunt praten, dat vind ik erg jammer.” Het zou misschien goed zijn nog meer citaten te geven. Ze zijn niet allemaal even somber. Er is geloof, al is dat een ander soort geloven dan een generatie geleden. Het lijkt allemaal veel eerlijker, in al zijn twijfels. Er wordt ook gebeden. Veel min der in de geijkte formules, veel meer spon taan uit het hart, zo maar een gesprekje met die verre God over alles wat een jonge mens bezighoudt. Op zo’n manier kan je het beste bidden als je in bed ligt of als je naar de wolken aan de hemel kijkt. i i f i fascisme is niet, zoals het nationaal-socialisme van Hitler, gegrondvest op een „rassenleer”. Als er in Italië al een antisemitische, of duidelijker gesteld antizionistische stroming was, dan ontsproot deze veeleer aan de historische verhouding tussen jo den en het Vaticaan (dat niets van een joodse staat in Palestina wilde weten) dan aan Mussolini’s fascisten. Waagenaar geeft tal van bijzonderheden over de houding van de Italiaanse dictator tegenover de joden en dé joodse organisaties, en omgekeerd. De fascistische partij telde in de aanvang heel wat joden onder haar leden. Volgens Waagenaar was ongeveer tien procent van de Italiaanse joden (bijna 5000) op een gegeven moment sympathise rend of in ieder geval insignedragend lid van de partij. Hitlers invloed op Mussolini in de latere jaren dertig en van de Duitse nationaal-socialisten op de fascisten zijn mede de oorzaak geworden dat ui teindelijk ook de Italiaanse partij een anti-joodse Een gezamenlijke uitgave van het Ne derlands Bijbelgenootschap en J. H. Kok te Kampen geeft in de vorm van een echt stripverhaal de tekst van Mattheüs 26-28 in eenvoudig Nederlands. Als we hier spre ken van een stripverhaal, dan bedoelen we de kwaliteit en een beetje de vormgeving van Bruintje Beer en van Tom Poes. Bo venaan staan de plaatjes en daaronder staat de tekst. Het is dus niet van dat ordinaire foallonnenwerk, een verschrik king om voor te lezen tussen haakjes. Hier dus geen strip met de tekst in wolken of ballonnen. Het verhaal heeft een passende plaats in deze voortreffelijke uitgave ge kregen. De tekeningen van de illustrator Arnold Berbers zijn beeldend en ingeto gen. Elke afbeelding wordt dus begeleid door een gedeelte tekst meteen onder de plaat. Zo is een duidelijke eenheid tot stand gekomen. De nog resterende plaatsruimte moet ik gebruiken voor het aankondigen van twee boeken van dr. Jan Nieuwenhuis. Deze hebben geloven tussen twaalf en zeventien jaar tot onderwerp. Daar dit niet alleen een heel mooi maar tevens een heel moei lijk thema is, zal ik deze keer volstaan met een paar grepen uit een van de twee boe- Wij zouden Waagenaars werk te kort doen als wordt voorgesteld dat hij alleen de recente ge schiedenis zou behandelen. Dat is niet zo. De joden vormen in Rome al minstens twintig eeuwen een belangrijke kolonie; zij waren daar al gevestigd voordat Petrus en Paulus een voet zetten op Ro meinse bodem. De Romeinen hebben in het jaar 70 n. C. Judea verslagen en de tempel in Jeruzalem verwoest. Negentien eeuwen staat op het Forum Romanum de triomfboog van Titus, het gedenkte ken van Jeruzalems ondergang. Zo zijn Rome en Jeruzalem verbonden en zo is de geschiedenis van de pausen een deel van de joodse geschiedenis. Waagenaar heeft die opgespoord en er het eerste deel van zijn boek aan gewijd. Het is boeiende lectuur, die verhalen over de joden van Rome, die in de schaduw van het Vaticaan leefden en wier wel en wee afhingen van de pausen die hen konden beschermen of aanvallen. Er was een onafgebroken en volslagen wanbe grip tussen hen. De joden van Rome moesten een constant gevecht om hun bestaan voeren tegen armoe, honger, het water van de Tiber en vooral tegen de beslissingen en voorschriften die in een eindeloze stroom van het Vaticaan uitgingen. De strijd werd voorlopig door het Vaticaan beslist, toen in 1555 onder paus Paulus de joden werden opgeborgen in een getto aan de „overkant” van de Tiber. Dit getto bepaalde in hoge mate de volgende drie eeuwen geschiedenis van de Romeinse joden, tot 1870. Wagenaar heeft veel materiaal bijeengebracht voor zijn boek en dit materiaal hoofdstuksgewijs verwerkt. Intussen was Jezus In het dorp Betanië gekomen. Hij was op bezoek bij Simon de Melaatse. Zo werd die man genoemd. Toen Jezus zat te eten kwam er een vrouw binnen. Ze had een fles dure zalfolie bit zich, die heerlijk rook. Waagenaar spreekt over het tweede deel van zijn boek, de periode dat Mussolini aan de macht is gekomen en de vijf lijdensjaren van de oorlog. „Ik werd, toen ik zover met mijn werk was gevorderd, echt kwaad. Het staat buiten alle twijfel dat het Vaticaan heeft geweten wat er met de joden in Europa gebeurde, dat de paus is ingelicht en dat hem van alle kanten dringend is gevraagd zijn stem te verheffen tegen deze massamoord. Als verdediging van het zwijgen van Pius XII is aange voerd dat hij ervan overtuigd was dat een op>nlijk protest niet alleen nutteloos, maar zelfs gevaarlijk zou zijn geweest omdat het de Duitsers zou hebben geprikkeld nog sneller en meedogenlozer tegen de joden op te treden. Goed, het is het recht van de Kerk om zich, ook met dit argument, te verdedigen tegen de aanvallen”. „Het verhaal verandert echter als we alleen even kijken naar de joden van Rome. Na de bezetting van Rome door de Duitsers begonnen ook daar de jodenvervolgingen, culminerend in de razzia van Italiaanse regering (na de val van Mussolini) met de geallieerden was overeengekomen. Deze njeuwe regering zou een zeer actief aandeel hebben in de redding en had de schepen die de bedreigde groep mensen naar Noord-Afrika zou den overbrengen, al klaar liggen. De operatie zou tussen half september en begin oktober moeten plaatsvinden, maar 8 september maakte Eisenho wer de capitulatie van Italië bekend en moest dat ook wel doen omdat de invasie van het Italiaanse vasteland van Sicilië uit van start ging. Diezelfde 8e september trokken de Duitsers alle gebieden van Zuid-Frankrijk binnen die voorheen door het Italiaanse leger waren bestuurd. De reddingsope ratie was mislukt, de joden in Zuid-Frankrijk waren uitgeleverd aan Hitler en de meesten van hen werden daarvan het slachtoffer. Een ander bijzonder belangwekkend stuk ge schiedenis in Waagenaars boek is de houding van de Italiaanse fascisten in het algemeen en van Mussolini in het bijzonder tegenover de joden. Het ken van Nieuwenhuis die bij Ambo zijn uitgegeven. Het eerste boek heet Volgend jaar misschien en daarop hoop ik een volgende keer terug te komen. Het tweede boek draagt als titel Tussen twaalf en zeventien. Daarin vinden we een heleboel van de antwoorden die scholieren van deze leeftijd hebben gegeven op een enquête van Jan Nieuwenhuis. De scholieren ko men dus zelf aan het woord. Ik ga nu niet proberen de zaak didactisch en kateche- tisch verantwoord op een rijtje te krijgen. Ik grijp zo maar wat spontane reacties om een indruk te geven. De volgende keer zien we dan wel weer Deze aankondiging zou niet volledig zijn, als niet zou worden vermeld dat De Bono de medewerking heeft gehad van deskun dige medewerkers die de dertig biografie ën hebben geschreven. De Bono zelf brengt de dertig man met elkaar in ver band. Een gigantisch en zeer pretentieus houding ging aannemen, die leidde naar anti- joodse wetten en weerzinwekkende discriminatie. Mussolini introduceerde zelfs een potsierlijke ras senleer voor Italiaans gebruik, waarvan evenwel de consequenties steeds ernstiger vormen aan namen. Waagenaar: „Ik zeg dat niet in mijn boek, maar het lijkt mij dat op den duur ook Mussolini’s bewind zou zijn overgegaan tot jodenvervolgingen zoals de nazi’s. De fascistische houding van „wel discriminatie, geen vervolging” zou uiteindelijk geleid hebben tot concentratiekamp en uitroeiing. Rassenwetten en discriminatie wijzen onherroepe lijk de weg naar onmenselijkheid. Mussolini heeft daarvoor de tijd niet gehad, de Duitsers hebben dat van hem overgenomen”. Uitgever Elsevier meldt ons dat we hier te maken hebben met dertig denkers die met hun geest de Westerse beschaving vorm hebben gegeven. De goed verzorgde uitgave kost 34,50 en dat kan er best mee door voor zo’n mooi boek dat echt gebon den is, veelal goede teksten bevat en dat vervolgens ruim is geïllustreerd met hon derd foto’s en dertig diagrammen. Die diagrammen trachten het denken schema tisch en grafisch uit te beelden. Dit is in dit geval zeker een aardig geslaagde poging geworden. Persoonlijk heb ik niet zo’n hoge pet meer op van de „westerse bescha ving”. Zo gezien kan men geneigd zijn de grote denkers in kwestie ook niet helemaal ernstigjmeer te nemen. Dat zou niet goed zijn, wam tenslotte zijn ook wijzelf een beetje kotters of slopers van die bescha ving of wat daarvoor moet doorgaan. De uitgever vertelt ons en ik heb de waar heid daarvan gecontroleerd dat we het begrip denkers niet al te letterlijk moeten nemen. Hoe zou Columbus anders te mid den van die dertig denkers terecht zijn gekomen? Nee, het gaat in deze uitgave veeleer om uit te drukken dat de opvattin gen van een origineel denkend mens ver strekkende gevolgen kunnen hebben. De ontdekking van Amerika bijvoorbeeld in het geval van Columbus en de uitvinding van de atoombom bij Einstein. Zo kunnen we achter Luther de reformatie invullen. Maar al die grote lieden hebben niet in hun eentje gewerkt. Dat moeten we er wel bij denken. In de serie Wat de bijbel ons vertelt is het 24e deeltje verschenen. Het heet Op weg naar het paasfeest. De serie die uit blinkt door een sobere en heldere tekst en door aansprekende afbeeldingen, is be doeld voor geestelijk gehandicapten en voor kleuters. Zoals de begeleidende tekst ook aangeeft, is het doel van deze boekjes door middel van tekeningen de bijbelse boodschap over te dragen. Ik geloof dat het altijd vreselijk moeilijk is de bijbelse boodschap over te dragen, maar voorzover het in dit verband mogelijk is, is Kees de Kort daar voortreffelijk in geslaagd. Zijn tekeningen vormen de hoofdzaak en de korte tekst heeft een ondersteunend ka rakter. Het spreekt haast vanzelf dat de begeleiding van ouders en andere opvoe ders hier onmisbaar is. Het zal een dank baar werk zijn, want weinig mensen zijn meer gevoelig voor het religieuze dan de eenvoudigen van hart. De Joden in Trente worden in het bijzijn van priesters gemarteld en terechtgesteld Waagenaar is vol lof over tal van priesters - alsook over Italiaanse burgers - die zich tot het uiterste hebben ingespannen en de meest inge nieuze plannen beraamden en uitvoerden om hun joodse medeburgers te redden. In die hoofdstuk ken beschrijft hij voorvallen die tot nog toe niet algemeen bekend waren, zoals bijvoorbeeld de grote, maar helaas mislukte reddingsactie van 40.000 a 50.000 joden die in Zuid-Frankrijk verble ven en in dodelijk gevaar kwamen toen de Duit sers ook dat deel bezetten. Deze actie moest plaats vinden kort voor de wapenstilstand die de nieuwe Een heel eerlijke reactie komt van een meisje van zestien uit de vierde klas van een atheneum: „Ik geloof wel ergens in, maar dat is eigenlijk niet te beschrijven maar het is wel zeker dat het niet de katholieke opvatting van geloven is.” Een echte vrijdenker vinden we in een mavo- jongen van veertien: „Ik geloof wel ergens in, maar of dat nou God of Grote Geest of Boeddha heet vind ik niet zo erg. Wat maakt dat nou uit of de Indianen God de Grote Geest noemen want niemand heeft gezegd dat je juist het woord God moet gebruiken.” Nu een stevige uitspraak van een vijftienjarige jongen uit de derde klas van een gymnasium: „De laatste tijd weet ik eigenlijk niet waar ik in moet geloven, maar dat gaat dan wel de negatieve kant op, want ik vind kerken zo verschrikkelijk ouderwets, en soms vind ik de priesters enz. huichelaars.” Een havo-meisje van dertien gelooft wel dat er een God is, want al het leven op aarde kan er toch niet zomaar gekomen zijn. Maar ze vindt nu al met haar dertien lentes dat er ook wel eens dingen zijn waardoor je gaat twijfelen. Zij noemt een heel schrijnend voorbeeld van een sportieve jongen van zestien jaar die botkanker kreeg en bij wie een been moest worden geamputeerd. Dit thema vinden we in veel uitspraken terug. Hoe kan er een God zijn, als er zo veel ellende op de aarde is? ben met het vlot lezen van de Nederlandse taal. Daarom is de bijbeltekst vertaald in eenvoudig Nederlands. Buitenlandse werknemers zouden dus inderdaad tot de doelgroep kunnen behoren en vanzelf ook kinderen die pas begonnen zijn met lezen. Bij de buitenlandse werknemers denken we in de eerste plaats aan die van Zuideu- ropese herkomst. Turken en Marokkanen zullen eerder behoefte hebben aan een strip over de profeet Mohammed, hoewel ook Jezus tot hun profeten mag worden gerekend. Deze uitgave sluit aan op een heel oude traditie, namelijk die van de armenbijbels die al een geschiedenis van meer dan vijf eeuwen achter zich hebben. Van Caplleveen doet nog de uitstekende suggestie de strip in gezinsverband te ge bruiken, waarbij de kinderen dan eens de taak van het bijbellezen van vader of moe der kunnen overnemen, een weinig 'voor komend gebruik naar ik aanneem. Ik hoop dat dit boekje een goede en hartelijke ontvangst krijgt. De prijs bedraagt slechts ƒ4,90, niet veel voor veertig mooie pa gina’s. Het onderwerp van deze studie en het feit dat zij zoveel aandacht trok, deed direct het verband leggen met het toneelstuk van Rudolf Hochhuth „De Plaatsbekleder”, dat een felle aanval inhield op de toenmalige paus Pius XII, die hij beschuldig de van een beschamende nalatigheid om op te komen voor de in de oorlog door de Duitsers vervolgde en vermoorde joden. Is dat verband er? „Uiteraard”, zegt Sam Waagenaar, „en ik ben ook aangeduid in een Italiaanse krant als „een van de Hochhuths”. Maar er zijn tussen mij en Hoch huth natuurlijk kenmerkende verschillen. De dra matische vorm van het toneelstuk betekende een felle aanklacht van de paus. Mijn boek is geba seerd op vijf jaar studie en onderzoek, op talloze interviews met betrokkenen en op de stukken die het Vaticaan zelf is gaan publiceren. Ik doel op de „Akten en documenten van de Heilige Stoel met 1 betrekking tot de Tweede Wereldoorlog” en in het bijzonder op het negende deel daarvan”. 16 oktober 1943. Er werden die dag 1127 joden opgepakt en twee dagen later werden er 1127 gedeporteerd naar de vernietigingskampen in Po len. Alle verhalen dat door tussenkomst van het Vaticaan een groot aantal werd vrijgelaten, zijn onjuist gebleken. Er was geen protest van de Heilige Stoel, er is niets anders geweest dan een curieus gesprek tussen staatssecretaris kardinaal Maglione en de Duitse ambassadeur bij de Heilige Stoel, Ernst van Weiszacker, dat tot niets heeft geleid en zeker niet tot een eind aan de vervolgin gen- Dat de latere razzia’s geen of weinig resultaat voor de Duitsers hadden, was omdat de Romeinse joden direct en masse gevlucht en ondergedoken waren. Maar tot aan de bevrijding toe werden dagelijks joden opgespoord en gedeporteerd”. Dat zoveel joden konden onderduiken, was het gevolg van de spontane hulp van de bevolking en zeker niet het minst van kloosters en kerkelijke instellingen. Waagenaar vermeldt het in zijn boek met respect en voldoening. Minder is hij er over te spreken dat de verdedigers van de paus die hulp toeschrijven als uitgaande van het Vaticaan. „Dat is beslist onjuist. Er is nooit enig initiatief daarvoor of aanwijzing van het Vaticaan uitge gaan. Noch is het mogelijk gebleken ook maar één Italiaanse jood op het spoor te komen die een schuilplaats binnen de muren van het Vaticaan heeft gevonden - ondanks beweringen van die zijde dat velen daar opgenomen zouden zijn ge weest”.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 13