dat zullen kinderen weten9
,Het leven is geen lolletje.
O
Ethel Portnoy schreef toneelstuk over auteur
i
ijr
o
Guus Kuijer, auteur van jeugdboeken:
nout
Lezen en schrijven
verandert
werkelijk bet bestaan
van de mens...
door Diny Schouten
>en
iris
len
door Anton van der Kolk
Lekker voelen
sn-
Verstandig genoeg
■w
Lollig
Aardig
'T- sgr
Ethel Portnoy
Éi
fff
'i
4
Belle van Zuylen
:n
it
>i.
)0
!3-
rk-
er-
verkeers-
tussen
:ra-
en
de
Wat vind je van kinderen in dat soort jury’s?
Is die beoordeling een hopeloze zaak?
o per
Annie M. G. Schmidt.
De schuilplaats?
„Het is de vraag of ik met deze gedachte bezig?
it u richten
szakeni*
immer
„Nou, ik vind er niet veel aan. De meesten
kunnen toch immers in het geheel niet schrijven.
Als ze aap, noot, Mies uit hun hoofd weten op te
schrijven, hebben ze al een boek, nietwaar! Goede
uitzonderingen natuurlijk daargelaten, maar ken
jij' ze bij name?”.
„Precies! Wist je dat dat helemaal niets heeft
gekregen in dit prachtland, maar in Duitsland
wel? Zo zie je maar".
„Vast wel. Maar soms werkt het ten onrechte
niet uitreiken van een prijs wel zo goed. Godfried
Bomans bijvoorbeeld heeft geloof ik nooit een
prijs gehad. Zo gaat dat wel meer met kwaliteits
werk. Het heeft veel te lang geduurd voor Carmig-
gelt in de prijzen viel. Dat blijkt ook te werken.
Misschien denken de mensen wel dat alleen zeer
saaie en moeilijke boeken worden bekroond. Maar
mijn boeken zijn toevallig leuk en eenvoudig”.
„Annie Schmidt is een wonder. En daar hadden
we het niet over. Ze wordt dan ook tot op de dag
van vandaag door de officiële beoordelaars over
het hoofd gezien. Ze zijn gewoon jaloers op haar.
Want wist je dat ze nog nooit een Gouden Griffel
heeft gekregen. Haar Puk van de Petteflet kreeg
notabene een Zilveren Griffel! Schande! Trou
wens, dat prachtige jeugdboek over de oorlog van
Johanna Reiss”.
Worden ouders niet beïnvloed door prijzen
(Kuijer won de Gouden Griffel in 1976 en de
zilveren in 1977).
Wat vind je van het peil van de kinderlitera
tuur in Nederland?
de verstandelijkheid is maar de éne heiii.
Belle van Zuylen was verstandig genoeg
om in te zien dat het onmogelijk is
altijd verstandig te zijn.
„Mijn geweten verhindert me niet, om
me aan te dienen als.de verstandigste en
nuttigste vrouw”, schrijft ze aan haar eer
ste aanbidder, Constant d’Hermenches,
maar ze schrijft hem óók dat haar gedrag
en gevoel daarmee een voortdurende te
genspraak vormen. „Als ik nooit onrecht
vaardig ben, nooit zuur, nooit driftig, zal
hij (d.w.z. haar toekomstige echtgenoot)
het mij dat vergeven als ik hem soms met
woorden overstroom, als ik soms urenlang
niet praat, als ik mij soms zo maar voor
niets overgeef aan onbeheerste vrolijk
heid, als ik soms huil zonder te weten
waarom?” Het conflict tussen redelijkheid
en gevoeligheid heeft Belle van Zuylen het
zuiverst verbeeld in een kleine roman,
Mistriss Henley, die samen met de novelle
De edelman twee jaar geleden werd her
uitgegeven door Meuienhoff. Het is erg
aannemelijk dat hetzelfde conflict de ver
wijdering veroorzaakte tussen de warm
voelende Belle en haar flegmatieke, altijd
redelijke maar koude echtgenoot, meneer
De Charrière.
Meuienhoff gaf dit jaar opnieuw uit De
„Volwassenen zijn in een kinderleven het veilige
maar ook lastige, soms zelfs vijandige decor. In
mijn kinderboeken komen ze dan ook in die drie
gestalten voor. Soms vertegenwoordigt één vol
wassene zowel het veilige als het lastige en vijand!
ge. Dat is nieuw. Nieuw is de gedachte dat de
volwassenen gespleten tegenover het kind staan”.
Je tweede kinderboek heet: „Grote mensen,
daar kan je beter soep van koken”. Wat spelen
volwassenen eigenlijk voor een rol in je boeken?
„Door de kinderen wel! Daar heb ik alle vertrou
wen in. Ze lezen Annie Schmidt toch? En mij? Nou
dan. Maar natuurlijk proberen allerlei snurkers
toch met hun halfgelukte opvoedkundig bedoelde
snuisterijen aan de bak te komen. Dat is zo. Dat zal
ook best zo blijven. Maar de kinderen zijn wel
degelijk kritischer geworden”.
Wordt er nog steeds niet zo nauw gekeken als
het over literatuur voor kinderen gaat?
„Als wij om kinderen gaven, reden we niet
harder dan 20 kilometer per uur binnen de be
bouwde kom en 40 kilometer per uur daarbuiten.
Maar dat hebben we er niet voor over. We rijden ze
dus liever dood. Kortom: we hebben lak aan ze”.
„Maar ik geef toe: dit is een grof voorbeeld. Een
niet grof, maar niettemin kras voorbeeld, is nog
altijd het onderwijs. Iedereen weet dat het onder
wijsprogramma voor 90 percent uit onzinnige bal
last bestaat en iedereen weet in zijn hart ook dat
het daar nu juist om gaat. We wensen het kind te
belasten, en dat het daarbij ook nog wat leert, is
een gelukkig en toevallig bijprodukt”.
„De ballast is het belangrijkste. Het kind moet
zich niet lekker voelen, dan weten wij ons op de
goede weg. Het leven is immers geen lolletje, en dat
zullen, ze weten! Zo vroeg mogelijk. Liefst al in de
peuterzaal”.
„De volwassene denkt dat hij van kinderen
houdt, maar dat is voor ten minste de helft van zijn
persoonlijkheid niet waar. We rijden niet voor
niets een paar duizend kinderen per jaar dood en
een nog groter aantal invalide. Een groot gedeelte
van onze persoonlijkheid heeft kennelijk lak aan
kinderen. Als je dat niet laat blijken in je boeken,
lieg je”.
Er wordt beweerd dat de kinderen door de
eeuwen heen kinderlijker zijn geworden. Maar jij
hebt eens gezegd dat niet de kinderen, maar de
volwassenen veranderd zijn. Kun je dat toe
lichten?
ben in mijn boeken. Voor de kinderen van nu
maakt het geen bal uit of de volwassenen Vroeger
anders waren. Ik probeer te laten zien in welke
wereld ze nu leven, voorzover ze die informatie nu
gebruiken kunnen. En ik probeer dat lollig te doen
of spannend, want ze hebben het waarachtig al
moeilijk genoeg.
Ik zal ze nooit vervelen met leerstellige betogen,
dat is goed voor de gekken die volwassenen heten.
Mijn kwaliteiten komen dan ook het best tot hun
recht als ik voor kinderen schrijf, omdat die niet
houden van gezeur en van mijn hoofdpijn. Ze
houden van lachen, huilen en in spanning zitten.
Precies die zaken waar ik ook van hou. Maar ik
ben natuurlijk zelf wel degelijk een idioot. Volwas
sen dus. En ik heb wel degelijk behoefte om te
zeuren over mijn leed. En daarom schrijf ik ook
voor die andere idioten: mijn collega-volwassenen.
Het aardige van het schrijven van kinderboeken
is juist dat je er niet omheen kunt zeuren. Dat je
recht toe, recht aan moet kunnen bewijzen wat je
waard bent, en dat is niet veel. Daarom wordt je
dus uiterst beknopt. Heel goed. Hoe beknopter hoe
beter. Tot ten slotte het totale zwijgen invalt. En
dat is de dood. Precies datgene waar kinderen
geen boodschap aan hebben, want die gaan niet
dood. Kinderboeken schrijven is nog net niet
zwijgen”.
„Alle wijsheid die zich verheft boven het kind, is
schijnwijsheid”.
De oma is dood. Toch gaat ze in dit boekje
voor je leven. Dat komt door Madelief. Die wekt
met haar kinderlijke nieuwsgierigheid oma tot
leven. Ze begrijpt ten slotte meer van haar oma
dan haar moeder.
Opa zegt dat wijs-zijn betekent dat je weet
dat je een oud kind bent. Niet meer dan dat.
„De moderne volwassene erkent een ander pas
dan als mens wanneer die, desnoods met diepe
zelfverachting, zijn plicht doet. Je domweg lekker
situatie en de rol die ze spelen moet, Belle
van Zuylen in een vergelijkbare positie.
Harriet dreigt na twaalf jaar huwelijk
ingeruild te worden voor een twintigjari
ge actrice. Haar echtgenoot, Leo, is het
soort viriele vijftiger dat jonge actrices
nu eenmaal zo interessant vinden. Een
vrouw daarentegen verliest alle waarde
als ze niet meer jong en mooi is, kame
raadschap telt niet. Voor de liefde is Har
riet afgeschreven, want een oudere vrouw
en een jolige minnaar is belachelijk. Het
geldt voor Harriet, het gold ook voor Belle
van Zuylen. Ethel Portnoy maakt met
volmaakte onnadrukkelijkheid die these,
en daarmee het verleden actueel. Een the
se die je, ondanks alle gebrek aan zwaar
wichtigheid, onthoudt.
Dle
Dus toch: uitsluitend redelijkheid, waar
mee Belle van Zuylen dan keurig in het
hokje van haar eeuw past? Toch niet, want
Hoe vertaal je deze gedachtengaag in kinder
boeken?
Je lijkt nogal hard in je oordeel over volwas
senen, maar in je Madeliefboeken komen veel
aardige volwassenen voor. De moeder van Made
lief, de onderwijzer uit „Op je kop in de prullen
bak" en de opa uit „Krassen in het tafelblad”.
„Dat is juist. Je kunt zeggen dat de volwassenen
die in mijn boeken aardig zijn, of eigenlijk volwas
senen die menselijk zijn, types zijn die niet lijden
aan een breuk met hun kindertijd. De moeder van
Madelief is wel eens lastig, maar wordt nooit tot
een vijand. Dat geldt ook voor meester Cowboy en
Madeliefs opa. Van de opa is vooral opvallend dat
zijn manier van denken sterk overeenkomt met die
van Madelief”.
„Het lijkt me een marteling voor ze. Kijk, je hebt
al kinderjury’s, maar die werken met een geselec
teerde lijst van pakweg vijf tot tien boeken. Nog
erg veel, maar dat is te overzien. Een. produktie
van een heel jaar beoordelen, dat kun je alleen
gekken laten doen en die doen dat dan ook”.
„De verhouding tussen ouders en kinderen is
bijna altijd verstoord. Dat is eigenlijk wat opa
zegt: Pas als je heel oud bent, besef je dat je een
oud kind bent. Ouders zijn nog te gewichtig. Te
vervuld van hun belangrijkheid om werkelijk met
kinderen te kunnen leven. Dat is niet tragisch
wanneer er goede grootouders in de buurt zijn. Het
tragische is dus dat we de oude mensen achter slot
en grendel hebben gezet. Het grootste misverstand
van deze tijd is, dat alleen jong jong begrijpt”.
„Natuurlijk, maar soms schieten ze per ongeluk
in de roos. Neem nu bijvoorbeeld het prentenboek
Tom Tippelaar. Het prachtigste prentenboek ooit
in Nederland verschenen. In de hele wereld uitge
bracht. Het kan best zijn dat ze dat boek bekronen.
Dat zou een zegen zijn. Dat is erkenning van
kwaliteit. Dat juich ik toe. Het kan ook zijn dat zé
het in het geheel niet zien. Dat is treurig. De
moraal: het systeem van bekroningen is een kans
spel, maar dat is wat anders dan hopeloos”.
Op het weinige dat over Belles ongeluk
kige liefdesleven bekend is, heeft Ethel
Portnoy een toneelstuk gebaseerd, Belle
van Zuylen ontmoet Cagliostro (Meuien
hoff). Hoe het stuk zou bevallen als avond
vullend theater is niet vast te stellen, wel
zou ik zeker de opvoering willen zien,
omdat het idee dat het stuk draagt zo
amusant en vernuftig is uitgebeeld.
De historische episode uit het leven van
Belle van Zuylen, die de charlatan-
geneesheer Cagliostro raadpleegt voor
haar migraine-aanvallen, is maar een op
stapje voor de eigenlijke „parabel” van het
stuk. En eigenlijk gaat het stuk ook niet
over Belle van Zuylen, maar over een
toneelspeelster, Harriet, die de rol van
Belle van Zuylen spelen zal. De bekende
truc van de Droste-verpleegster aldus,
want Belle van Zuylen ontmoet Caglios
tro is een toneelstuk over een toneelstuk.
De acteurs spelen zichzelf, en als ze dat
niet doen vallen ze voortdurend uit hun
Rebels en beminnelijk. Brieven van Belle van
Zuylen, uitgezocht, ingeleid en vertaald door
Simone Dubois. De Arbeiderspers, 178 biz.,
19,50.
Belle van Zuylen, De geschiedenis van Caliste.
Meuienhoff, 116 blz., ƒ16,50.
Ethel Portnoy, Belle van Zuylen ontmoet Cag
liostro. Toneel. Meuienhoff, 85 blz. (ƒ17,50).
Ether Portnoy
geschiedenis van Caliste, een kleine ro
man in brieven, vertaald door Victor van
Vriesland.
Aan De geschiedenis van Caliste gaan
een paar brieven vooraf die niet erg begrij
pelijk zijn, omdat ze horen bij het eerste
deel van de Lettres écrites de Lausanne,
waarvan Caliste het vervolg vormt.
Hoofdpersoon uit die Brieven uit Lausan
ne is een zekere Cécile, een jonge vrouw
met voortreffelijke kwaliteiten. Belle van
Zuylen lijkt aan Cécile haar ideeën over de
opvoeding van vrouwen op te hangen, pre
cies als Betje Wolff in Sara Burgerhart
gedaan had. Belle van Zuylen kende Sara
Burgerhart en was er erg enthousiast over.
Wat Caliste betreft, „daaraan heb ik het
grootste deel van mijn kleine succes te
danken. Ik liet het in Parijs drukken en
sindsdien heb ik de moed niet meer gehad
het te herlezen. Ik had te veel gehuild
onder het schrijven”. Benjamin Constant,
die later op hetzelfde thema zijn zo be
roemde Adolphe schreef, vond het haar
mooiste boek. Hij verhaalt dat Madame
Charrière toen ze Caliste schreef zo onge
lukkig was, omdat een veel jongere min
naar haar verlaten had.
Brief IV behelst het „even romantische
Het nieuwe kinderboek van Guus Kuijer heet „Krassen in het Tafelblad Het is het vierde boek
waarin Madelief de hoofdrol speelt en het zevende kinder- of jeugdboek sinds 1975. Een flinke
produktie dus. Van zijn boeken zijn vertalingen verschenen in het Duits, Deens en Zweeds. Het
jeugdboek ,,Een gat in de grens” wordt verfilmd.
Guus Kuijer werkt ook mee in de KRO-Schoolradioserie Met de deuren slaan. Verder schrijft hij
weer verhalen voor volwassenen in Het Hollands Maandblad. Binnenkort verschijnt er een
kinderverhaal van Guus Kuijer in het literaire tijdschrift Maatstaf. Een doorbraak voor de
kinderliteratuur
als droevige” verhaal over Caliste, een
vrouw met al even voortreffelijke eigen
schappen als Cécile. Buiten haar schuld
heeft zij haar eer verloren, een veel oude
re, inmiddels gestorven, bewonderaar
heeft haar onderhouden zonder haar te
huwen. Om die reden weigert de vader van
haar minnaar nu zijn toestemming voor
het huwelijk van zijn zoon. De zoon is
besluiteloos, en Caliste trekt daar de con
clusie uit dat hij niet meer van haar houdt.
De voortreffelijke heldin sterft aan het
eind van het verhaal. De manier van ver
tellen is echter allerminst sentimenteel te
noemen, eerder cynisch. De veroorzaker
van het drama doet in de brief verslag aan
een vriendin, vol zelfverwijt weliswaar dat
hij zijn vader gehoorzaamde, maar met
een nauwgezette analyse van zijn gevoe
lens. Het zelfverwijt accepteert hij ir»fata-
listische gelatenheid, in de erkenning dat
Calistes hartstocht voor hem groter was
dan de zijne voor haar. Het is juist die toon
van zijn afstandelijk verslag waardoor het
drama zoveel indruk op je maakt, veel
meer dan een tranenrijk relaas had kun
nen doen. De geschiedenis van Caliste is
een tragisch en hard verhaal over een
liefde die stuit op standsverschil, maar je
doet het tekort als je het beschouwt als
alléén maar een pleidooi tegen onwankel
bare maatschappelijke conventies.
Wat is het verband
ongelukken en kinderliefde?
Guus Kuijer
willen voelen, wordt gezien als een kinderlijk over
blijfsel, waar een volwassen mens ver boven ver
heven is”.
„In primitieve culturen ligt dat bepaald anders.
Op die culturen zien wij dan ook neer. Ik bedoel
die culturen, die vinden dat je niet langer werkt
dan nodig is. Die excuses aanbieden aan de boom
die zij omhakken en aan het dier dat zij slachten.
Kortom, die culturen die respect hebben voor het
afhankelijke”.
„Die culturen, die de combinatie van afhanke
lijkheid en zelfrespect aanvaardbaar vinden. Ik
heb de indruk dat wij in onze middeleeuwen
dichtbij die primitieve opvatting stonden. De mo
derne mens echter veracht al het zwakke, dat wil
zeggen, al datgene wat niet opgenomen kan wor
den in ons volslagen onkinderlijke, dat wil zeggen
onmenselijke produktieproces. Het kind infantili
seert dus niet, nee, de volwassene ontkinderlijkt,
omdat de kinderlijke eigenschappen niet bruik
baar zijn in ons produktieproces”.
Belle van Zuylen-Isabelle de Charrière
rol, met komisch effect. Samen met de
regisseur maken ze ruzie over de manier
waarop hun rol geïnterpreteerd moet wor
den. Dat schept nogal wat chaos op het
toneel, waarin de fictieve schrijfster ook
geen orde in zou hebben kunnen scheppen,
want zij is schielijk met een voorschot
vertrokken naar Parijs.'
Misverstand op misverstand dus, ver
oorzaakt door ijdelheid en domheid. Zo
hoort het ook in de ware komedie, plus dat
het vóór Ethel Portnoy de mogelijkheid
schept venijnig de draak te kunnen steken
met wat ons tegenwoordig als geënga
geerd theater wordt voorgezet, het goed
kope soort actueel maken van historische
gebeurtenissen in het genre: Benjamin
Constant als de eerste hippie, en Belle van
Zuylen die de telefoon neemt om haar
brieven voor te lezen.
Er zijn paralellen tussen de persoonlij
ke omstandigheden van de acteurs en hun
tollen. De meest in ’t oog springende is de
overeenkomst tussen Harriets privé-
Over de achttiende eeuw hebben we op school misschien wat te vaak gehoord dat „toen het verstand overheerste Jaren
daarna verwacht je dan nog steeds niet, in die eeuw wérkelijk levende mensen aan te treffen. Verbazingwekkend is in zo'n
geval de confrontatie met Belle (Isabelle Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken) van Zuylen. Haar jaartallen zijn
1740-1805, en ze mag in zoverre binnen die zo verstandelijke eeuw worden geplaatst, dat ze belangstelling had voor
mathematica, logica heel nuttig vond voor vrouwen, en de algemene eis der redelijkheid onderschreef.
„Kinderlijkheid is een combinatie van afhanke
lijkheid en zelfrespect. Wat ik bewonder in kinde
ren, is dat ze er met hun hele energie op gericht zijn
om zich lekker te voelen. Een zuigeling wil een
volle buik, warmte en geknuffel. Als het dat niet
krijgt, gaat het schreeuwen. Dat is zelfrespect: je
er niet bij neerleggen dat je je rot voelt. Maar nu.
Hoe reageert de moderne volwassene daarop? Hij
laat de zuigeling gewoon krijsen. De zuigeling
moet kennelijk leren dat zelfrespect en afhanke
lijkheid niet samengaan. Hij moet leren zich rot te
voelen en niettemin zijn kop te houden”.
rst, hoofd
aft graag
gen over4
„Van oudsher heb ik de neiging gehad,
het op te nemen vóór de knechten tegen
hun meesters, vóór de kinderen tegen hun
vaders, vóór de onderdanen tegen hun
vorsten”, schrijft ze, niet lang na de Franse
Revolutie, aan één van haar corresponden
ten. Uit haar briefwisselingen maakte Si
mone Dubois al in 1971 een keuze voor de
serie Privé-Domein van De Arbeiderspers,
Rebels en beminnelijk. Dat boekje is nu
weer herdrukt, nadat het jarenlang niet
meer verkrijgbaar was.
Het „rebels” uit de titel is minder gevaar
loos en vrijblijvend dan men op ’t eerste
gezicht denken zou. Door één van haar
pamfletten werd een boekverkoper zelfs in
de Bastille vastgezet, „omdat ik er Lode-
wijk XVI op al te vertrouwelijke toon in
behandelde”, schrijft Belle er tien jaar
later vol trots over. Trots die even later
met ironie gemengd wordt: „Ik schreef het
in het begin ’88. Je weet dat het in '89 als
een strafbare flikflooierij zou zijn be
schouwd”.
Commentaar op de politieke geschriften
van Belle van Zuylen geeft deze uitgave
niet, en dat is wel jammer, want ze moet
aan veel interessante discussies van haar
tijd hebben bijgedragen middels schot
schriften, en het zou aardig zijn te weten
waarover ze zich opwond. Het „portret”
dat Simone Dubois een paar jaar geleden
publiceerde, Leven pp afstand, Belle van
Zuylen 1740-1805, is gebaseerd op brieven
en geeft daardoor evenmin veel informatie
over die activiteiten van de veelzijdige
Belle.
Er is genoeg dat overblijft. Haar ongeïm-
poneerdheid door wie of wat dan ook, haar
levendige geest, haar spontaniteit en en
thousiasme uit ze in haar brieven op voor
beeldige wijze. Op een onlangs uitgebrach
te zomerzegel staat een citaat van Belle
van Zuylen afgedrukt: „Lezen en schrij
ven verandert werkelijk het bestaan van
de mens”. Haar eigen brieven vormen het
levend bewijs voor die stelling. Ze schrijft
„voorbeeldig”, in de werkelijke zin van dat
woord, ook wel als synoniem voor „pre
cies” en „mooi”, maar vooral in de beteke
nis dat haar brieven een ware leerschool
voor weldenkendheid vormen.
•t'hi
«X W- 4Wc Z&. a». 4
actualiteit van
Z :v. 'W -ï
Z” ZZ-W'Z ZZ''ffZ 'W W
ff.
141