Ook Boeddha en Mohammed zien de vrouw niet staan (T In India kun je op zoek gaan naar je eigen yoga-centrum I I K I lil 11 If s Iw I COMMERCIE WORDT NIET ALTIJD BUITEN GEHOUDEN Mensen die alleen als moeder worden gewaardeerd Bfi 1 I Lff ,Xl 5 1113 door Th. J. Koeckhoven I door Hans Rombouts «es? Agogentaai Volwaardig Gevaarlijk Achterhaald OW kil i r.jhij Piramide i Zakelijker I H i f dn i i 79 I IS hl Sinds de dag vooral waarop de Beatles in India neerstreken om zich te verdiepen in eeuwiger getinte waarden dan de voltreffers op de hitparade, werd yoga een modeverschijnsel en werd India het land, waar zoekers de echte waarheid konden opspitten. Persoonlijk kwam ik al eerder oog in (omgekeerd) oog te staan met yoga, toen de jonge wielrenner Rudi Altig bij de voorbereiding op zijn ritten voor het wereldkampioenschap achtervolging in het stadion in Amsterdam enige tijd roerloos op zijn hoofd ging staan. Altig werd wereldkampioen. Ik werd er geen yoga-adept door, maar volgde de opgang van yoga ook in ons land van enige afstand. Er kwamen nu en dan guru's (meesters) naar het kille westeuropese klimaat. Veel jongeren onder nemen bedevaarten naar het verre oosten. Clubjes yogaënde huisvrouwen en wat dikbuikige heren nestelden zich in de statussfeer. Verder dan veredelde gymnastiek leverden ze meestal niet op. Daarnaast kwamen er ook de serieuzere groepen en scholen. Zij bekwaamden hun leerlingen in de meer diepere achtergronden van yoga. Zij leerden dat de oosterse leer meer inhield dan het zich in uiterst vreemde kronkels begeven en het (uit eigen lichaamsdelen) vervaardigen van merkwaardige vogelnestjes. Yoga is voor velen een serieuze zaak geworden, een levensbeginsel. Een manier om te trachten zichzelf en daardoor ook de wereld om zich heen een wat beter aanzien te geven. Maar de misverstanden rond yoga zijn gebleven, met name door de bedrijvigheid van lieden, die - godsdienstige zaken schijnen zich daar prima voor te lenen - zakelijk gewin hoorden doorklinken in de tonen van de sithar-muziek. Om andere redenen in India vertoevend greep ik de kans om een yoga-centrum binnen te stappen en met de Indiase meesters van gedachten te wisselen. Dat was in Santa Cruz, een buitenwijk van Bombay. Ik trof daar Sylviane en Frans van Dongen uit Utrecht aan, die voor de tweede keer enkele maanden bij Shri Yogendra vertoefden om dieper door te dringen in het echte wezen van de yoga-leer. Dae keizer werd Helaa keizer te vei seven noem begor en be was c de ze vader keizei Ma 4 r Het wordt tijd voor een vrouwenverhaal. Voor een verhaal over de positie van de vrouw in de godsdienst en in de kerken aan de hand van enkele grepen uit het nieuws. Daar valt heel wat over te zeggen, al denken we alleen maar aan de belangrijke plaats die de vrouw als moeder inneemt bij de godsdienstige opvoeding van de kinderen. Maar dat zegt weinig over de officiële positie van de vrouw in de kerken. Uit de bijbel en de kerkgeschiedenis komen heel wat bekende vrouwen naar voren. De meesten van ons hebben wel van hen gehoord: Eva, Sara, Rebekka, Mirjam, de zuster van Mozes, Deborah, Judith, Esther, Maria, de moeder van Jezus, Agatha, Caecilia, de Teresia’s van Avilla en Lisieux, Clara en vele anderen. Het zijn maagden, martelaressen, moeders, weduwen en profetes sen, maar bisschoppen en priesters vindt men onder hen niet. Priesteressen en Vestaalse maagden vinden we wel bij de godsdiensten die we heidens pleegden te noemen. J f' fci ['W J iP.IHi; 1 ■wm. 'W - ;l X' z< Boeddha I India is het land van mystieke godsdien sten en bewegingen. Wie yoga zegt, zegt India. Er zijn daar 184 centra in het land. Als je op zoek gaat naar de ware en enige yoga-gemeenschap vind je die overal en nergens. Er zijn nl. heel wat richtingen, hoewel het uitgangsprincipe hetzelfde is. En het gaat er nu maar om waar je je het prettigste voelt; welk centrum je persoon lijk het meest aanspreekt. Ik heb verschil lende mensen gesproken, die naar India gingen en een aantal yoga-centra opzoch ten om uiteindelijk hun keuze te kunnen maken. De entourage doet tenslotte ook veel: je kunt in een commune, een comple te dorpsgemeenschap belanden (zoals de ashram bij Pondechery ten zuiden van Madras), je kunt je „onderdompelen” in een duizendkoppig gezelschap (zoals de bekende ashram van guru Bhagwan Shree Rajneesh in Poona of je kunt de stilte opzoeken van een kleine spirituele oase zoals het Yoga-centrum van Shri Yogen- dra bij Bombay. Hoflijk als hij is zal de 82-jarige Shri Yogendra, een grijze patri archale figuur - zijn wijsheden snel afvu rend, alsof hij vreest tijd te kort te komen - andere guru’s en andere richtingen niet veroordelen of kritiseren. Dat ligt ook niet in de aard van de ware yoga. Die zoekt naar zijn eigen waarheid en probeert daar naar te leven. Zijn aandacht bij de komst van weer een westerling richt zich vooral op het thema van de botsing oosterse mys tiek contra het westerse materialisme. Hij begrijpt dat velen naar grotere diepgang zoeken dan alleen maar het vullen van de portemonnaie. Dat velen de competities in de westerse wereld beu zijn. Hij vindt het uitstekend, dat westerse mensen proberen hun geluk te zoeken in een begrippenwe reld zoals die van de oosterse yoga. Maar Yogendra benadrukt dan wel meteen, dat het je niet komt aangewaaid, maar dat je wel degelijk aan je zelf moet werken en zeker niet je eigen cultuur moet verlooche nen, als dat al zou kunnen. Bij Shri Yogendra in Santa Cruz neemt de stilte onmiddellijk bezit van je, als je het lawaai van het Indiase straatleven achter je laat en je het toegangshek achter je gesloten hebt, Je krijgt gauw te horen, dat je hele inzet nodig is om een goede yoga te zijn. En dat egoïsme daarbij in het geheel niet gebruikt kan worden. Yoga, zo zegt de meester, is geen zaak van religie (hoewel wel veel religieuzen of religieus georiën teerde personen zich aangetrokken voe len), maar van geestelijk relaxen, waarbij je wel in een hogere macht gelooft om het even of je die nu god noemt of niet. Na tuurlijk geeft men wel toe, dat er ook kaf onder het koren schuilt en dat er instituten zijn, waar de commercie zo niet hoogtij viert, dan toch wel een belangrijk aspect vormt. Volgens Yogendra zijn er ongeveer veertig goede instituten in India. Over het buitenland laat hij zich niet echt uit, al noemt hij het aantal van 300 yogacentra in Melbourne alleen al een lachertje (hij om kleedt het alleen met wat hoffelijker bena mingen). Trouwens ook zaken als het uit roepen van mister en misses Yoga aan een van de Indiase universiteiten vinden in hem geen pleitbezorger. „Het gaat om de innerlijke rust, niet om het uiterlijk”. De innerlijke rust van de echte yoga De onofficiële status van de vrouw is geen kenmerk van het christendom. In de Islam en bij de boeddhisten bijvoorbeeld is het niet veel anders. In het Remon strants Weekblad van 13 mei 1978 staat een artikel van Els Postel-Coster dat gaat over Boeddha, de monniken en de vrou wen. Zij heeft wat gegevens verzameld en enige statistieken geraadpleegd uit de boeddhistische wereld zoals Sri Lanka, Japan of Thailand. Els Postel stelt vanzelf sprekend de vraag hoe het komt dat de vrouw in het boeddhisme er minder goed afkomt dan de man. Ze komt dan op de ethiek die in het boeddhisme zo’n sterke nadruk krijgt. Voor de vraag wat een goed leven is kan de boeddhist te rade gaan bij een grote hoeveelheid literatuur. Hieruit hebben vooral de monniken een voudige teksten en simpele regels opge steld. Volgens Els Postel stgan daarin ge weldloosheid, kuisheid en het beheersen wordt bij Shri Yogendra ook gezocht door het Utrechtse paar Sylviane en Frans van Dongen. Zoals de meesten was hij thuis - in eigen land - al geïnteresseerd geraakt in yoga. De tweeëndertig jarige Frans van Dongen - werkzaam bij Phonogram op de afdeling recording van klassieke muziek („werken met artiesten, die ook al door hun soort muziek niet zo materialistisch denken”) - wilde wel eens meer van yoga weten. Samen met Sylviane, een Frangai- se, die hij in een Israëlische kiboets had leren kennen, stapte hij op de fiets, rich ting India,. Dat was in 1974. Frans van Dongen: „Dat was op zichzelf natuurlijk een vrij dwaas plan. Maar we wilden gewoon bewijzen, dat je ook zonder vliegtuig wel in India kon komen. Zeven maanden duurde de enorme fietstocht. Tot aan de Bosporus was er niets aan de hand, maar daarna begonnen de problemen. Dat doe ik nooit meer, al zeg je achteraf na tuurlijk dat het een geweldige ervaring was. Na wat rondzwerven door India kwa men we uiteindelijk bij Shri Yogendra, hier in Santa Cruz. Dat klikte meteen. Bij anderen - zoals in Poona - vonden we niet precies wat we zochten. We zijn er terugge komen. Dit is een fijn instittut. Erg simpel. Geen poespas. Als je met de leiding praten wil stap je er zo naar toe”. Frans en Sylviane van Dongen voelen zich nu rijker. „Op school leerde je vroeger wel hoeveel een maal twee is. Alles is op gebruik afgestemd. Maar hoe je je zelf beter kunt leren kennen kwam en komt niet aan de orde. We zijn blij nu ontdekt te hebben in wat voor situatie we ons bevin den. De meeste mensen beseffen dat niet. Dat geeft voortdurend gevoel van onvrede. Vroeger was ik ook gedachtenloos bezig. Nu doe je bepaalde taken bewust. Dat heb ik door het yoga geleerd. Alles wat je doet - of je nu huisvrouw bent of op kantoor werkt - is belangrijk, als je die belangrijk heid maar onderkent. En dan met name om jezelf echt wijzer te maken, om je mentaliteit te verbeteren. De filosofie van yoga brengt je tot een betere motivering van je doen en laten”. De Van Dongens hebben enkele maan den doorgebracht in het yoga-instituut van Santa Cruz. „Het gaat hier echt om de innerlijke zaken. Er is geen sprake van geldklopperij. We betalen 180 roepies (60 gulden) per week: logies, maaltijden, de cursus zelf, alles inbegrepen. En als je echt geen geld zou hebben is ook daar een mouw aan te passen. Een stichting be- van lusten centraal. Vervolgens kijkt ze naar de scholen waar vele verhalen wor den gelezen over de levens van Boeddha. Deze zijn vaak in een sprookjesachtige sfeer gegoten en ze worden bevolkt met wonderlijke schepselen, mensen en dieren, die model staan voor deugd en ondeugd. In deze krant heb ik daar eens een voorbeeld van gegeven aan de hand van een verha lenbundel over het leven van Boeddha. De vrouwen daarin waren wel mooi, rein, deugdzaam en soms ook niet. Maar de mannen waren de baas. van alle genaden heeft opgeplakt. Maria wordt zo veel eerder de weg naar het heil (door Maria tot Jezus) dan dat zij de men sen van deze weg zou afhouden. Zo niet in de boeddhistische verhalen, waar Els Pos tel het over heeft. Ze trakteert ons op een veelzeggend ci taat uit een van de verhalen: „Vrouwen kunnen trouwens toch niet hopen de staat van heiligheid, die het uiteindelijke doel is, te bereiken. Daarvoor moet men eerst als man geboren zijn.” Dat wordt dan een kwestie van eindeloos geduld, want als ik de reiïncarnatiegedachte goed heb begre pen, komt de mens in een volgend leven bijna altijd terug in hetzelfde geslacht. Het is goed dat Els Postel Boeddha zelf niet helemaal de schuld geeft van de on dergeschikte positie van de vrouw. Dat is later allemaal gekomen, zegt ze. Dat ge beurt meestal met nieuwe religies en ande re stromingen. Ze verzetten zich tegen de bestaande situatie van onderdrukking. Ze winnen veld en ze groeperen en organise ren zich. Na een tijdje is de situatie weer even erg als voor de revolutie of nog erger. Kijk maar naar de Sovjet-Unie na 1917. De revolutie of de nieuwe profeet heeft op een gegeven moment dus gewonnen, het eerste enthousiasme is verdwenen en de ongelijk heid komt weer binnen.Zo ook na Boedd ha. Els Postel typeert het zo: „De vrouwen zijn teruggewezen op het moment dat er vaste organisatievormen groeiden. De hiërarchie (letterlijk: priesterheerschap pij) ontstond, en priesters waren in alle grote wereldgodsdiensten mannen. Ook het christendom kent deze ontwikkeling met de heksenvervolging als dieptepunt.” Brant gë'n Dit pleit volgens Els Postel-Coster niet tegen institutionalisering en vóór een reli gie zonder organisatiestructuur en vaste vormen. Het pleit wel voor een steeds opnieuw kritisch bezien van onze vormen, en het signaleren van de wijze waarop zij de mensheid of een deel daarvan de weg naar het heil kunnen versperren. Dit is een beetje agogen- of sociologentaai, maar het is wel duidelijk wat mevrouw Postel be doelt. Aan het slot van haar bijdrage in het Remonstrants Weekblad komt de feminis tische theologie expliciet naar voren. In haar visie ruimt deze theologie de barriè res op die er door onze organisaties, onze vormen en ons taalgebruik zijn gegroeid tussen het Evangelie en de vrouwelijke helft van de mensheid. Misschien voelen de meeste vrouwen het anders dan Els Postel-Coster. Misschien kijken zij spontaan door al die organisa ties, instituten, hiërarchieën en die moeilij ke taal van de mannen heen, omdat al die hindernissen niet veel meer zijn dan een zeepbel. Je moet er even doorheen prikken en dan blijkt dat het Evangelie dichter bij de mensen staat dan de bezorgde feminis tische vrouwen wel denken. En dichter bij de mensen betekent dus ook dichter bij de vrouwen, onze vrouwelijke medemens zo gezegd. Opnieuw wil ik deze en andere vrouwen aanraden het scheppingsverhaal in het boek Genesis te lezen. Daar staat dat God de mens schiep naar Zijn beeld. Man en vrouw schiep hij hen. Laten we beter be seffen dat het Godsbeeld niet eenzijdig mannelijk is, maar mannelijk en vrouwe lijk tegelijk. Zo is ook iedere mens die het Godsbeeld benadert, mannelijk en vrou welijk tegelijk. De volmaakte mens zal man noch vrouw zijn. Hij zal volwaardig mens zijn. De vrouwen mogen intussen wel beden ken dat het voor het grootste deel hun eigen schuld is, dat zij ook kerkelijk in een zo mannelijke wereld leven. Zij hebben immers als moeders hun kinderen jaren-1 lang zo dicht bij zich. De invloed van de moederlijke opvoeding kan nog veel gro ter worden dan nu het geval is. In de eerste plaats moeten zij voorleven wat bewust vrouwelijk leven is. Zij zouden ze betere verhalen moeten vertellen en als zij boe ken voorlezen, moeten zij elk boek weg smijten, waarin vader de stoere allesweter is en waarin de moeder met de kinderen aan haar rokken in de keuken staat. Ik stel het wat overdreven voor, maar ik wil al leen maar zeggen dat de macht van de vrouwen groot is. Als zij maar niet de fout van vele feministen gaan maken door zich een mannelijke manier van werken, den ken, organiseren en leven eigen te maken. Zulke vrouwen zijn het grootste gevaar voor de ontwikkeling naar volwaardig mens in kerk en maatschappij. Toe; aange keizer heid 5 vroedi derinj keizer zij ha zij in hevig stocht prins hem 1 gend verzel geerte haar haar aan. I man a den a Toe dat hi den, zij di gekre trekk klaag trane: poogt dellijl zoon ging aan d liet di Om zetter vrouv exem en ee beert deze greep kroor de zij toen plaat: de ee ook dood: trouv door On, ling s van i tuurl twee< Als de vrouwen maar een heel klein beetje om zich heen zouden kijken, zouden ze al heel gauw in de gaten hebben dat de mooie structuren en organisaties van de mannenwereld en de fraaie banen en titels van hiërarchieën meer schijn zijn dan wer kelijkheid. De echte vrouwenemancipatie is niet gediend met het jagen op hersen schimmen. Het lijkt me beter dat mannelij ke en vrouwelijke mensen samen op zoek gaan naar een menselijke wereld. En dit is niet de wereld van vandaag waarop de man zo sterk zijn stempel heeft gedrukt. Het is wel een wereld waarin mensen weer mensen voor elkaar worden op hun weg naar volwaardig mens-zijn, naar volwas senheid, op hun weg naar de gelijkenis met het Godsbeeld. God als moeder en vader, als nabije en verre, als trooster en sterkte, als bron van leven en als schepper van de mens, van man en vrouw. Mannen en vrouwen samen op weg naar een wereld vol liefde, waarin de mannen geen kans meer krijgen wetboeken te schrijven om dat God dan overal is. Deze indruk wordt weer eens bevestigd door het artikel van mevrouw Postel, waarin staat dat vrouwen in al die verha len alleen in hun kwaliteit van moeder positief worden voorgesteld. Voor het ove rige zijn het gevaarlijke, verslindende fi guren die de hoofdpersoon afleiden van zijn weg naar het heil. De rooms katholieke kerk is al zo ver gevorderd dat zij Maria in haar hoedanigheid van Moe der van de Heer het etiket van middelares Na de boeddhistische en de lutherse ge luiden over de positie van de vrouw volgt nu een bijdrage van rooms-katholieke zij de. De rooms-katholieke theologe zuster Dorothy Donnelly uit de Verenigde Staten van Noord-Amerika vindt de kwestie van al of niet de vrouw in het ambt een vol strekt achterhaalde zaak. Of de vrouwen priester mogen worden in de r.k. kerk is voor haar geen vraag meer, daar het pries terschap als instituut volgens haar volko men verouderd is en geen functie meer heeft. Dit is ook een manier om een pro bleem op te lossen en in dit geval lang geen gekke. Want als men het magisch-rituele verwijdert uit het sacrament van het pries terschap en de daaraan gekoppelde ambtsbediening, blijft er inderdaad iets heel anders over dan het traditionele pries terambt. Dan keren we terug naar de ambtsopvatting van de jonge kerk; de ge lovige gemeenschap roept iemand tot de bediening van een bepaald ambt. Veel hokus pokus kwam daar niet aan te pas. Dorothy Donelly haakt op deze oude situatie in. Volgens haar alternatief voor het priesterschap moeten mensen hun ga ven en talenten binnen de gemeenschap kunnen gebruiken en de gemeenschap dient die talenten goed te keuren. Waar schijnlijk wordt hier bedoeld dat niet de talenten goedkeuring behoeven, maar de mensen en de manier waarop zij hun talen ten gebruiken voor de gemeenschap. Shri Yogendra weet waar hij het over heeft. Zijn instituut, door hem opgericht, bestaat zestig jaar. Hij schreef tientallen boeken over yoga, die in vele talen werden uitgegeven. Hij heeft veel volgelingen, maar streeft er bepaald niet naar zijn Shri Yogendra heert het instituut, dat er niet op uit is zich te manifesteren. Wat het dagprogramma tijdens zo’n curus betreft: je staat om 6 uur op. Van half zeven tot 8 uur doe je oefe ningen. Na het ontbijt ga je werken (bijv, schoonmaken, of de tuin onderhouden), van elf uur tot half twaalf krijg je les van de doctor (de zoon van Shri, zelf een zeer belezen filosoof en yogi, HR). Rond de lunch heb je vrije tijd, ’s Middags is er weer een les. ’s Avonds doe je mee met de mensen, die een speciale cursus volgen, waarbij je zelf af en toe ook in het open baar moet spreken over een yoga- onderwerp. Tweemaal in de week komt guru Shri Yogendra zelf onderwijzen. Ver der zit je dan in studiegroepen”. Of ze met hun in India opéedane kennis in Nederland wat meer gaan doen dan louter aan zich zelf werken, is voor Frans van Dongen nog een vraag zonder ant woord op lange termijn. „Voorlopig voel ik me nog niet rijp genoeg om anderen les te geven. Het is tenslotte geen kwestie van wat lichaamsoefeningen doen. Dat is er maar een klein onderdeel van. Yoga is een filosofie, waarbij godsdienstige achter gronden geen rol spelen. Het aanhangen van een religie is bepaald geen hindernis of beperkende factor om aan yoga te doen”. beweging tot de grootste te maken op de wereld. Het gaat immers niet om groeps- macht. Het gaat om persoonlijk welzijn, om persoonlijke bewustwording. Zijn in stituut is dan ook heel anders van opzet dan dat van de al hiervoor ook genoemde ashram in Poona. De fiks van de tongriem gesneden guru Bhagwan verzamelt daar duizenden in oranje gestoken volgelingen rond zich. Massa’s buitenlanders (veel al of niet bekende Amerikanen met name) voe len zich duidelijk aangetrokken tot het met enige show omringde gebeuren in Poona. Ze hebben daar alle vrijheid om te doen wat ze willen. Bij Bhagwan, die zich goed laat betalen voor diverse activiteiten en wiens stem per luidspreker in het enorme meditatiecentrum weerklinkt, is alles toe gestaan. Volgens hem is niets wat je doet werkelijk fout. Naar buiten toe wordt dat nogal eens vertaald in: In Poona is het een vrijgevochten bende. Maar zeg dat niet tegen de volgelingen van Bhagwan, die - als ze ingewijd zijn - op hun oranje kleding hun bruine ketting dragen met daaraan een medaillon van de grote meester en die ook een andere, Indiase, naam hebben aangenomen. Overigens verzwakt Dorothy haar stel ling door op te merken dat zij niet tegen het priesterschap is. Ze wil echter dat de eerste honderd jaar geen gebruik wordt gemaakt van het woord priesterschap, want we weten niet wat een priester is. Het wel of niet wijden van een vrouw tot priester doet volgens Dorothy hier ook niet ter zake, want we weten niet wat wijding is. De tijd van een kerk met een piramide- structuur hebben we wel gehad, vindt de zuster. Zo’n piramide met de paus in top heeft misschien haar nut gehad, nu heb ben we meer aan een cirkelstructuur, waarbinnen mensen werken als gelijken, eikaars talenten delen en elkaar uitdagen. Intussen ligt bij de Amerikaanse bisschop pen een advies van een of andere kerkelij ke raad dat zij het Vaticaan moeten vragen goedkeuring te hechten aan de wijding van vrouwen tot permanent diaken. Zus ter Dorothy zal er niet wakker van liggen. We worden weer wat zakelijker waar we komen op een onderwerp als „vrouw in kerk en maatschappij op de lutherse syno de”. Begin mei heeft deze synode zich bezig gehouden met de positie van de vrouw in de kerk en de maatschappij. Dit gebeurde na een inleiding van drs. Catha rina Halkes, van wie ik laatst een boek in handen kreeg dat sterk mannelijke trek ken vertoonde. De Nederlandse luthera nen waren aan de vrouw gaan denken op aanbeveling van de lutherse wereldfedera tie die verleden jaar in Dar Es Salaam heeft gecongresseerd over het thema: meer ruimte scheppen voor de vrouw in de wereldfederatie en in de plaatselijke ker ken. De meeste mannelijke synodeleden vroegen zich af wat er aan de hand was. Het ambt staat ih de Nederlandse lutherse kerk immers voor de vrouw al open sinds 1920. De vrouw is derhalve gelijk aan de man De vrouwelijke synodeleden dach ten er iets anders over. Zij brachten naar voren dat ze toch niet helemaal serieus worden genomen.De vrouwen mogen wel meedoen, maar als ze iets zeggen, begin nen de mannen soms te lachen, omdat de vrouwen het als vrouwen zeggen. Hoe zou I het ook anders kunnen? Catharina Halkes heeft de synodeleden terecht voorgehouden, dat er belangrijker zaken zijn dan de vrouw in het ambt. Dit is niet het fundamentele waarom het gaat bij de vrouwenemancipatie en het feminisme. Het gaat erom bij de basis te beginnen. Alleen de ambten openstellen is niet vol doende, meent mevrouw Halkes. De hele kerk moet worden vernieuwd. Daar kun nen we het wel over eens zijn. Na terdege te zijn ingelicht over emanci patie en aanverwante zaken voegde de lutherse synode in Den Haag de daad bij het woord. Zij herkoos ds. W. Bleij uit Amstelveen tot president voor het synoda le jaar 1978-1979. Een vrouw werd verko ren tot de functie van vice-presidente. De gelukkige is mevrouw E. de Mooy-Wallien uit Amsterdam. SötSÊ ié

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 18