Ook Boeddha en Mohammed
zien de vrouw niet staan
(T
In India kun je op zoek gaan
naar je eigen yoga-centrum
I
I
K
I
lil 11
If
s
Iw
I
COMMERCIE WORDT NIET ALTIJD BUITEN GEHOUDEN
Mensen die alleen als moeder worden gewaardeerd
Bfi
1 I
Lff ,Xl
5
1113
door Th. J. Koeckhoven
I
door Hans Rombouts
«es?
Agogentaai
Volwaardig
Gevaarlijk
Achterhaald
OW
kil i r.jhij
Piramide
i
Zakelijker
I H
i f
dn
i
i
79
I
IS
hl
Sinds de dag vooral waarop de Beatles in India neerstreken om zich te
verdiepen in eeuwiger getinte waarden dan de voltreffers op de hitparade,
werd yoga een modeverschijnsel en werd India het land, waar zoekers de
echte waarheid konden opspitten. Persoonlijk kwam ik al eerder oog in
(omgekeerd) oog te staan met yoga, toen de jonge wielrenner Rudi Altig bij de
voorbereiding op zijn ritten voor het wereldkampioenschap achtervolging in
het stadion in Amsterdam enige tijd roerloos op zijn hoofd ging staan. Altig
werd wereldkampioen. Ik werd er geen yoga-adept door, maar volgde de
opgang van yoga ook in ons land van enige afstand. Er kwamen nu en dan
guru's (meesters) naar het kille westeuropese klimaat. Veel jongeren onder
nemen bedevaarten naar het verre oosten. Clubjes yogaënde huisvrouwen en
wat dikbuikige heren nestelden zich in de statussfeer. Verder dan veredelde
gymnastiek leverden ze meestal niet op. Daarnaast kwamen er ook de
serieuzere groepen en scholen. Zij bekwaamden hun leerlingen in de meer
diepere achtergronden van yoga. Zij leerden dat de oosterse leer meer inhield
dan het zich in uiterst vreemde kronkels begeven en het (uit eigen
lichaamsdelen) vervaardigen van merkwaardige vogelnestjes. Yoga is voor
velen een serieuze zaak geworden, een levensbeginsel. Een manier om te
trachten zichzelf en daardoor ook de wereld om zich heen een wat beter
aanzien te geven. Maar de misverstanden rond yoga zijn gebleven, met name
door de bedrijvigheid van lieden, die - godsdienstige zaken schijnen zich daar
prima voor te lenen - zakelijk gewin hoorden doorklinken in de tonen van de
sithar-muziek. Om andere redenen in India vertoevend greep ik de kans om
een yoga-centrum binnen te stappen en met de Indiase meesters van
gedachten te wisselen. Dat was in Santa Cruz, een buitenwijk van Bombay. Ik
trof daar Sylviane en Frans van Dongen uit Utrecht aan, die voor de tweede
keer enkele maanden bij Shri Yogendra vertoefden om dieper door te dringen
in het echte wezen van de yoga-leer.
Dae
keizer
werd
Helaa
keizer
te vei
seven
noem
begor
en be
was c
de ze
vader
keizei
Ma
4
r
Het wordt tijd voor een vrouwenverhaal. Voor een verhaal over de positie van de
vrouw in de godsdienst en in de kerken aan de hand van enkele grepen uit het
nieuws. Daar valt heel wat over te zeggen, al denken we alleen maar aan de
belangrijke plaats die de vrouw als moeder inneemt bij de godsdienstige
opvoeding van de kinderen. Maar dat zegt weinig over de officiële positie van de
vrouw in de kerken. Uit de bijbel en de kerkgeschiedenis komen heel wat bekende
vrouwen naar voren. De meesten van ons hebben wel van hen gehoord: Eva,
Sara, Rebekka, Mirjam, de zuster van Mozes, Deborah, Judith, Esther, Maria, de
moeder van Jezus, Agatha, Caecilia, de Teresia’s van Avilla en Lisieux, Clara en
vele anderen. Het zijn maagden, martelaressen, moeders, weduwen en profetes
sen, maar bisschoppen en priesters vindt men onder hen niet. Priesteressen en
Vestaalse maagden vinden we wel bij de godsdiensten die we heidens pleegden
te noemen.
J f'
fci
['W
J iP.IHi;
1
■wm.
'W
-
;l
X'
z<
Boeddha
I
India is het land van mystieke godsdien
sten en bewegingen. Wie yoga zegt, zegt
India. Er zijn daar 184 centra in het land.
Als je op zoek gaat naar de ware en enige
yoga-gemeenschap vind je die overal en
nergens. Er zijn nl. heel wat richtingen,
hoewel het uitgangsprincipe hetzelfde is.
En het gaat er nu maar om waar je je het
prettigste voelt; welk centrum je persoon
lijk het meest aanspreekt. Ik heb verschil
lende mensen gesproken, die naar India
gingen en een aantal yoga-centra opzoch
ten om uiteindelijk hun keuze te kunnen
maken. De entourage doet tenslotte ook
veel: je kunt in een commune, een comple
te dorpsgemeenschap belanden (zoals de
ashram bij Pondechery ten zuiden van
Madras), je kunt je „onderdompelen” in
een duizendkoppig gezelschap (zoals de
bekende ashram van guru Bhagwan Shree
Rajneesh in Poona of je kunt de stilte
opzoeken van een kleine spirituele oase
zoals het Yoga-centrum van Shri Yogen-
dra bij Bombay. Hoflijk als hij is zal de
82-jarige Shri Yogendra, een grijze patri
archale figuur - zijn wijsheden snel afvu
rend, alsof hij vreest tijd te kort te komen -
andere guru’s en andere richtingen niet
veroordelen of kritiseren. Dat ligt ook niet
in de aard van de ware yoga. Die zoekt
naar zijn eigen waarheid en probeert daar
naar te leven. Zijn aandacht bij de komst
van weer een westerling richt zich vooral
op het thema van de botsing oosterse mys
tiek contra het westerse materialisme. Hij
begrijpt dat velen naar grotere diepgang
zoeken dan alleen maar het vullen van de
portemonnaie. Dat velen de competities in
de westerse wereld beu zijn. Hij vindt het
uitstekend, dat westerse mensen proberen
hun geluk te zoeken in een begrippenwe
reld zoals die van de oosterse yoga. Maar
Yogendra benadrukt dan wel meteen, dat
het je niet komt aangewaaid, maar dat je
wel degelijk aan je zelf moet werken en
zeker niet je eigen cultuur moet verlooche
nen, als dat al zou kunnen.
Bij Shri Yogendra in Santa Cruz neemt
de stilte onmiddellijk bezit van je, als je het
lawaai van het Indiase straatleven achter
je laat en je het toegangshek achter je
gesloten hebt, Je krijgt gauw te horen, dat
je hele inzet nodig is om een goede yoga te
zijn. En dat egoïsme daarbij in het geheel
niet gebruikt kan worden. Yoga, zo zegt de
meester, is geen zaak van religie (hoewel
wel veel religieuzen of religieus georiën
teerde personen zich aangetrokken voe
len), maar van geestelijk relaxen, waarbij
je wel in een hogere macht gelooft om het
even of je die nu god noemt of niet. Na
tuurlijk geeft men wel toe, dat er ook kaf
onder het koren schuilt en dat er instituten
zijn, waar de commercie zo niet hoogtij
viert, dan toch wel een belangrijk aspect
vormt. Volgens Yogendra zijn er ongeveer
veertig goede instituten in India. Over het
buitenland laat hij zich niet echt uit, al
noemt hij het aantal van 300 yogacentra in
Melbourne alleen al een lachertje (hij om
kleedt het alleen met wat hoffelijker bena
mingen). Trouwens ook zaken als het uit
roepen van mister en misses Yoga aan een
van de Indiase universiteiten vinden in
hem geen pleitbezorger. „Het gaat om de
innerlijke rust, niet om het uiterlijk”.
De innerlijke rust van de echte yoga
De onofficiële status van de vrouw is
geen kenmerk van het christendom. In de
Islam en bij de boeddhisten bijvoorbeeld
is het niet veel anders. In het Remon
strants Weekblad van 13 mei 1978 staat
een artikel van Els Postel-Coster dat gaat
over Boeddha, de monniken en de vrou
wen. Zij heeft wat gegevens verzameld en
enige statistieken geraadpleegd uit de
boeddhistische wereld zoals Sri Lanka,
Japan of Thailand. Els Postel stelt vanzelf
sprekend de vraag hoe het komt dat de
vrouw in het boeddhisme er minder goed
afkomt dan de man. Ze komt dan op de
ethiek die in het boeddhisme zo’n sterke
nadruk krijgt. Voor de vraag wat een goed
leven is kan de boeddhist te rade gaan bij
een grote hoeveelheid literatuur.
Hieruit hebben vooral de monniken een
voudige teksten en simpele regels opge
steld. Volgens Els Postel stgan daarin ge
weldloosheid, kuisheid en het beheersen
wordt bij Shri Yogendra ook gezocht door
het Utrechtse paar Sylviane en Frans van
Dongen. Zoals de meesten was hij thuis - in
eigen land - al geïnteresseerd geraakt in
yoga. De tweeëndertig jarige Frans van
Dongen - werkzaam bij Phonogram op de
afdeling recording van klassieke muziek
(„werken met artiesten, die ook al door
hun soort muziek niet zo materialistisch
denken”) - wilde wel eens meer van yoga
weten. Samen met Sylviane, een Frangai-
se, die hij in een Israëlische kiboets had
leren kennen, stapte hij op de fiets, rich
ting India,. Dat was in 1974.
Frans van Dongen: „Dat was op zichzelf
natuurlijk een vrij dwaas plan. Maar we
wilden gewoon bewijzen, dat je ook zonder
vliegtuig wel in India kon komen. Zeven
maanden duurde de enorme fietstocht. Tot
aan de Bosporus was er niets aan de hand,
maar daarna begonnen de problemen. Dat
doe ik nooit meer, al zeg je achteraf na
tuurlijk dat het een geweldige ervaring
was. Na wat rondzwerven door India kwa
men we uiteindelijk bij Shri Yogendra,
hier in Santa Cruz. Dat klikte meteen. Bij
anderen - zoals in Poona - vonden we niet
precies wat we zochten. We zijn er terugge
komen. Dit is een fijn instittut. Erg simpel.
Geen poespas. Als je met de leiding praten
wil stap je er zo naar toe”.
Frans en Sylviane van Dongen voelen
zich nu rijker. „Op school leerde je vroeger
wel hoeveel een maal twee is. Alles is op
gebruik afgestemd. Maar hoe je je zelf
beter kunt leren kennen kwam en komt
niet aan de orde. We zijn blij nu ontdekt te
hebben in wat voor situatie we ons bevin
den. De meeste mensen beseffen dat niet.
Dat geeft voortdurend gevoel van onvrede.
Vroeger was ik ook gedachtenloos bezig.
Nu doe je bepaalde taken bewust. Dat heb
ik door het yoga geleerd. Alles wat je doet -
of je nu huisvrouw bent of op kantoor
werkt - is belangrijk, als je die belangrijk
heid maar onderkent. En dan met name
om jezelf echt wijzer te maken, om je
mentaliteit te verbeteren. De filosofie van
yoga brengt je tot een betere motivering
van je doen en laten”.
De Van Dongens hebben enkele maan
den doorgebracht in het yoga-instituut van
Santa Cruz. „Het gaat hier echt om de
innerlijke zaken. Er is geen sprake van
geldklopperij. We betalen 180 roepies (60
gulden) per week: logies, maaltijden, de
cursus zelf, alles inbegrepen. En als je echt
geen geld zou hebben is ook daar een
mouw aan te passen. Een stichting be-
van lusten centraal. Vervolgens kijkt ze
naar de scholen waar vele verhalen wor
den gelezen over de levens van Boeddha.
Deze zijn vaak in een sprookjesachtige
sfeer gegoten en ze worden bevolkt met
wonderlijke schepselen, mensen en dieren,
die model staan voor deugd en ondeugd. In
deze krant heb ik daar eens een voorbeeld
van gegeven aan de hand van een verha
lenbundel over het leven van Boeddha. De
vrouwen daarin waren wel mooi, rein,
deugdzaam en soms ook niet. Maar de
mannen waren de baas.
van alle genaden heeft opgeplakt. Maria
wordt zo veel eerder de weg naar het heil
(door Maria tot Jezus) dan dat zij de men
sen van deze weg zou afhouden. Zo niet in
de boeddhistische verhalen, waar Els Pos
tel het over heeft.
Ze trakteert ons op een veelzeggend ci
taat uit een van de verhalen: „Vrouwen
kunnen trouwens toch niet hopen de staat
van heiligheid, die het uiteindelijke doel is,
te bereiken. Daarvoor moet men eerst als
man geboren zijn.” Dat wordt dan een
kwestie van eindeloos geduld, want als ik
de reiïncarnatiegedachte goed heb begre
pen, komt de mens in een volgend leven
bijna altijd terug in hetzelfde geslacht.
Het is goed dat Els Postel Boeddha zelf
niet helemaal de schuld geeft van de on
dergeschikte positie van de vrouw. Dat is
later allemaal gekomen, zegt ze. Dat ge
beurt meestal met nieuwe religies en ande
re stromingen. Ze verzetten zich tegen de
bestaande situatie van onderdrukking. Ze
winnen veld en ze groeperen en organise
ren zich. Na een tijdje is de situatie weer
even erg als voor de revolutie of nog erger.
Kijk maar naar de Sovjet-Unie na 1917. De
revolutie of de nieuwe profeet heeft op een
gegeven moment dus gewonnen, het eerste
enthousiasme is verdwenen en de ongelijk
heid komt weer binnen.Zo ook na Boedd
ha. Els Postel typeert het zo: „De vrouwen
zijn teruggewezen op het moment dat er
vaste organisatievormen groeiden. De
hiërarchie (letterlijk: priesterheerschap
pij) ontstond, en priesters waren in alle
grote wereldgodsdiensten mannen. Ook
het christendom kent deze ontwikkeling
met de heksenvervolging als dieptepunt.”
Brant
gë'n
Dit pleit volgens Els Postel-Coster niet
tegen institutionalisering en vóór een reli
gie zonder organisatiestructuur en vaste
vormen. Het pleit wel voor een steeds
opnieuw kritisch bezien van onze vormen,
en het signaleren van de wijze waarop zij
de mensheid of een deel daarvan de weg
naar het heil kunnen versperren. Dit is een
beetje agogen- of sociologentaai, maar het
is wel duidelijk wat mevrouw Postel be
doelt. Aan het slot van haar bijdrage in het
Remonstrants Weekblad komt de feminis
tische theologie expliciet naar voren. In
haar visie ruimt deze theologie de barriè
res op die er door onze organisaties, onze
vormen en ons taalgebruik zijn gegroeid
tussen het Evangelie en de vrouwelijke
helft van de mensheid.
Misschien voelen de meeste vrouwen het
anders dan Els Postel-Coster. Misschien
kijken zij spontaan door al die organisa
ties, instituten, hiërarchieën en die moeilij
ke taal van de mannen heen, omdat al die
hindernissen niet veel meer zijn dan een
zeepbel. Je moet er even doorheen prikken
en dan blijkt dat het Evangelie dichter bij
de mensen staat dan de bezorgde feminis
tische vrouwen wel denken. En dichter bij
de mensen betekent dus ook dichter bij de
vrouwen, onze vrouwelijke medemens zo
gezegd.
Opnieuw wil ik deze en andere vrouwen
aanraden het scheppingsverhaal in het
boek Genesis te lezen. Daar staat dat God
de mens schiep naar Zijn beeld. Man en
vrouw schiep hij hen. Laten we beter be
seffen dat het Godsbeeld niet eenzijdig
mannelijk is, maar mannelijk en vrouwe
lijk tegelijk. Zo is ook iedere mens die het
Godsbeeld benadert, mannelijk en vrou
welijk tegelijk. De volmaakte mens zal
man noch vrouw zijn. Hij zal volwaardig
mens zijn.
De vrouwen mogen intussen wel beden
ken dat het voor het grootste deel hun
eigen schuld is, dat zij ook kerkelijk in een
zo mannelijke wereld leven. Zij hebben
immers als moeders hun kinderen jaren-1
lang zo dicht bij zich. De invloed van de
moederlijke opvoeding kan nog veel gro
ter worden dan nu het geval is. In de eerste
plaats moeten zij voorleven wat bewust
vrouwelijk leven is. Zij zouden ze betere
verhalen moeten vertellen en als zij boe
ken voorlezen, moeten zij elk boek weg
smijten, waarin vader de stoere allesweter
is en waarin de moeder met de kinderen
aan haar rokken in de keuken staat. Ik stel
het wat overdreven voor, maar ik wil al
leen maar zeggen dat de macht van de
vrouwen groot is. Als zij maar niet de fout
van vele feministen gaan maken door zich
een mannelijke manier van werken, den
ken, organiseren en leven eigen te maken.
Zulke vrouwen zijn het grootste gevaar
voor de ontwikkeling naar volwaardig
mens in kerk en maatschappij.
Toe;
aange
keizer
heid 5
vroedi
derinj
keizer
zij ha
zij in
hevig
stocht
prins
hem 1
gend
verzel
geerte
haar
haar
aan. I
man a
den a
Toe
dat hi
den,
zij di
gekre
trekk
klaag
trane:
poogt
dellijl
zoon
ging
aan d
liet di
Om
zetter
vrouv
exem
en ee
beert
deze
greep
kroor
de zij
toen
plaat:
de ee
ook
dood:
trouv
door
On,
ling s
van i
tuurl
twee<
Als de vrouwen maar een heel klein
beetje om zich heen zouden kijken, zouden
ze al heel gauw in de gaten hebben dat de
mooie structuren en organisaties van de
mannenwereld en de fraaie banen en titels
van hiërarchieën meer schijn zijn dan wer
kelijkheid. De echte vrouwenemancipatie
is niet gediend met het jagen op hersen
schimmen. Het lijkt me beter dat mannelij
ke en vrouwelijke mensen samen op zoek
gaan naar een menselijke wereld. En dit is
niet de wereld van vandaag waarop de
man zo sterk zijn stempel heeft gedrukt.
Het is wel een wereld waarin mensen weer
mensen voor elkaar worden op hun weg
naar volwaardig mens-zijn, naar volwas
senheid, op hun weg naar de gelijkenis met
het Godsbeeld. God als moeder en vader,
als nabije en verre, als trooster en sterkte,
als bron van leven en als schepper van de
mens, van man en vrouw. Mannen en
vrouwen samen op weg naar een wereld
vol liefde, waarin de mannen geen kans
meer krijgen wetboeken te schrijven om
dat God dan overal is.
Deze indruk wordt weer eens bevestigd
door het artikel van mevrouw Postel,
waarin staat dat vrouwen in al die verha
len alleen in hun kwaliteit van moeder
positief worden voorgesteld. Voor het ove
rige zijn het gevaarlijke, verslindende fi
guren die de hoofdpersoon afleiden van
zijn weg naar het heil. De rooms
katholieke kerk is al zo ver gevorderd dat
zij Maria in haar hoedanigheid van Moe
der van de Heer het etiket van middelares
Na de boeddhistische en de lutherse ge
luiden over de positie van de vrouw volgt
nu een bijdrage van rooms-katholieke zij
de. De rooms-katholieke theologe zuster
Dorothy Donnelly uit de Verenigde Staten
van Noord-Amerika vindt de kwestie van
al of niet de vrouw in het ambt een vol
strekt achterhaalde zaak. Of de vrouwen
priester mogen worden in de r.k. kerk is
voor haar geen vraag meer, daar het pries
terschap als instituut volgens haar volko
men verouderd is en geen functie meer
heeft. Dit is ook een manier om een pro
bleem op te lossen en in dit geval lang geen
gekke. Want als men het magisch-rituele
verwijdert uit het sacrament van het pries
terschap en de daaraan gekoppelde
ambtsbediening, blijft er inderdaad iets
heel anders over dan het traditionele pries
terambt. Dan keren we terug naar de
ambtsopvatting van de jonge kerk; de ge
lovige gemeenschap roept iemand tot de
bediening van een bepaald ambt. Veel
hokus pokus kwam daar niet aan te pas.
Dorothy Donelly haakt op deze oude
situatie in. Volgens haar alternatief voor
het priesterschap moeten mensen hun ga
ven en talenten binnen de gemeenschap
kunnen gebruiken en de gemeenschap
dient die talenten goed te keuren. Waar
schijnlijk wordt hier bedoeld dat niet de
talenten goedkeuring behoeven, maar de
mensen en de manier waarop zij hun talen
ten gebruiken voor de gemeenschap.
Shri Yogendra weet waar hij het over
heeft. Zijn instituut, door hem opgericht,
bestaat zestig jaar. Hij schreef tientallen
boeken over yoga, die in vele talen werden
uitgegeven. Hij heeft veel volgelingen,
maar streeft er bepaald niet naar zijn
Shri Yogendra
heert het instituut, dat er niet op uit is zich
te manifesteren. Wat het dagprogramma
tijdens zo’n curus betreft: je staat om 6 uur
op. Van half zeven tot 8 uur doe je oefe
ningen. Na het ontbijt ga je werken (bijv,
schoonmaken, of de tuin onderhouden),
van elf uur tot half twaalf krijg je les van
de doctor (de zoon van Shri, zelf een zeer
belezen filosoof en yogi, HR). Rond de
lunch heb je vrije tijd, ’s Middags is er
weer een les. ’s Avonds doe je mee met de
mensen, die een speciale cursus volgen,
waarbij je zelf af en toe ook in het open
baar moet spreken over een yoga-
onderwerp. Tweemaal in de week komt
guru Shri Yogendra zelf onderwijzen. Ver
der zit je dan in studiegroepen”.
Of ze met hun in India opéedane kennis
in Nederland wat meer gaan doen dan
louter aan zich zelf werken, is voor Frans
van Dongen nog een vraag zonder ant
woord op lange termijn. „Voorlopig voel ik
me nog niet rijp genoeg om anderen les te
geven. Het is tenslotte geen kwestie van
wat lichaamsoefeningen doen. Dat is er
maar een klein onderdeel van. Yoga is een
filosofie, waarbij godsdienstige achter
gronden geen rol spelen. Het aanhangen
van een religie is bepaald geen hindernis
of beperkende factor om aan yoga te
doen”.
beweging tot de grootste te maken op de
wereld. Het gaat immers niet om groeps-
macht. Het gaat om persoonlijk welzijn,
om persoonlijke bewustwording. Zijn in
stituut is dan ook heel anders van opzet
dan dat van de al hiervoor ook genoemde
ashram in Poona. De fiks van de tongriem
gesneden guru Bhagwan verzamelt daar
duizenden in oranje gestoken volgelingen
rond zich. Massa’s buitenlanders (veel al of
niet bekende Amerikanen met name) voe
len zich duidelijk aangetrokken tot het met
enige show omringde gebeuren in Poona.
Ze hebben daar alle vrijheid om te doen
wat ze willen. Bij Bhagwan, die zich goed
laat betalen voor diverse activiteiten en
wiens stem per luidspreker in het enorme
meditatiecentrum weerklinkt, is alles toe
gestaan. Volgens hem is niets wat je doet
werkelijk fout. Naar buiten toe wordt dat
nogal eens vertaald in: In Poona is het een
vrijgevochten bende. Maar zeg dat niet
tegen de volgelingen van Bhagwan, die -
als ze ingewijd zijn - op hun oranje kleding
hun bruine ketting dragen met daaraan
een medaillon van de grote meester en die
ook een andere, Indiase, naam hebben
aangenomen.
Overigens verzwakt Dorothy haar stel
ling door op te merken dat zij niet tegen
het priesterschap is. Ze wil echter dat de
eerste honderd jaar geen gebruik wordt
gemaakt van het woord priesterschap,
want we weten niet wat een priester is. Het
wel of niet wijden van een vrouw tot
priester doet volgens Dorothy hier ook niet
ter zake, want we weten niet wat wijding
is. De tijd van een kerk met een piramide-
structuur hebben we wel gehad, vindt de
zuster. Zo’n piramide met de paus in top
heeft misschien haar nut gehad, nu heb
ben we meer aan een cirkelstructuur,
waarbinnen mensen werken als gelijken,
eikaars talenten delen en elkaar uitdagen.
Intussen ligt bij de Amerikaanse bisschop
pen een advies van een of andere kerkelij
ke raad dat zij het Vaticaan moeten vragen
goedkeuring te hechten aan de wijding
van vrouwen tot permanent diaken. Zus
ter Dorothy zal er niet wakker van liggen.
We worden weer wat zakelijker waar we
komen op een onderwerp als „vrouw in
kerk en maatschappij op de lutherse syno
de”. Begin mei heeft deze synode zich
bezig gehouden met de positie van de
vrouw in de kerk en de maatschappij. Dit
gebeurde na een inleiding van drs. Catha
rina Halkes, van wie ik laatst een boek in
handen kreeg dat sterk mannelijke trek
ken vertoonde. De Nederlandse luthera
nen waren aan de vrouw gaan denken op
aanbeveling van de lutherse wereldfedera
tie die verleden jaar in Dar Es Salaam
heeft gecongresseerd over het thema:
meer ruimte scheppen voor de vrouw in de
wereldfederatie en in de plaatselijke ker
ken.
De meeste mannelijke synodeleden
vroegen zich af wat er aan de hand was.
Het ambt staat ih de Nederlandse lutherse
kerk immers voor de vrouw al open sinds
1920. De vrouw is derhalve gelijk aan de
man De vrouwelijke synodeleden dach
ten er iets anders over. Zij brachten naar
voren dat ze toch niet helemaal serieus
worden genomen.De vrouwen mogen wel
meedoen, maar als ze iets zeggen, begin
nen de mannen soms te lachen, omdat de
vrouwen het als vrouwen zeggen. Hoe zou I
het ook anders kunnen?
Catharina Halkes heeft de synodeleden
terecht voorgehouden, dat er belangrijker
zaken zijn dan de vrouw in het ambt. Dit is
niet het fundamentele waarom het gaat bij
de vrouwenemancipatie en het feminisme.
Het gaat erom bij de basis te beginnen.
Alleen de ambten openstellen is niet vol
doende, meent mevrouw Halkes. De hele
kerk moet worden vernieuwd. Daar kun
nen we het wel over eens zijn.
Na terdege te zijn ingelicht over emanci
patie en aanverwante zaken voegde de
lutherse synode in Den Haag de daad bij
het woord. Zij herkoos ds. W. Bleij uit
Amstelveen tot president voor het synoda
le jaar 1978-1979. Een vrouw werd verko
ren tot de functie van vice-presidente. De
gelukkige is mevrouw E. de Mooy-Wallien
uit Amsterdam.
SötSÊ ié