IV. „BEKNIBBELING VAN 1 */s MILJARD OP „BESTEK 81” ONAANVAARDBAAR” 11 N 50 I. ■■MM i f - PI I TEN I door Frans Kok en Louis Burgers Winst-werk wetend Reëel offer i I 16 )uden alles- n met uken, itegels, z. enz. De binnenplaats van het splinternieuwe ministerie van Financiën ziet eruit alsof er een bom is ingeslagen. Grote bulldozers hebben de bodem open gehakt, de vijvers met geglazuurde steentjes zijn verdwenen en bergen puin liggen rondom. Een constructiefout maakte deze kostbare operatie noodzakelijk, maar als alles mee zit, zal over enkele maan den de krater herschapen zijn in een fraaie tuin. Symbolisch voor mr. Frans Andriessen, die vrijdag zijn ombuigingsplan van 10 miljard, door een creatieve geest „Bestek '81 gedoopt, presenteerde? Zal hij de uit de hand gelopen staatsuitgaven weer in het gareel dwingen, zodat het bedrijfsleven weer kan groeien en bloeien, of is hij bezig de zaak onnodig overhoop te halen en geld in een bodemlo ze put (het gat van Andriessen?) te storten, zonder dat er garanties voor meer werkgelegenheid tegenover staan? Het is Andriessen zelf, die schertsenderwijs onmiddelijk het verband legt met coalitiegenoot de VVD. „Er wordt hier puin geruimd”, lacht hij, maar hij ontkent dat het ombuigings- bedrag van 10 miljard een soort gulden midden zou zijn tussen de 4 miljard van de PvdA en de 16 miljard die van VVD-zijde jaren geleden is genoemd. „Nee, eind januari heb ik voor mijzelf als richtgetal 10 miljard genomen. Het is nu 10 miljard geworden, meer dan vorig jaar nodig leek, maar dat komt omdat de slechtere economische situatie dat noodza kelijk maakt. Ik hou niet van majoreren, ik ga niet op 12 miljard zitten om later op 10 miljard te kunnen komen, dat is mijn gewoonte niet”. J - F 4- ijr Sfe* f W 1 inruimen op de binnenplaats van het ministerie van financiën O.G. ndriessen lijkt elemaal terug L [erk 534 of dAAR ’1806 [ij herinneren hem eraan dat Aantjes mgs juist als opvallendste maar ook als larlijkste eigenschap van Andriessen is neiging om te overvragen heeft ge- md. Volgens Aantjes gaat Andriessen jd tot het uiterste, waarbij hij telkens t de rand heen dreigt te vallen. An- ssen wil er niets van weten. „Noem me rbeelden dat ik te hoog heb ingezet”, formatie, waarbij Van Agt met voor- -ien van de programmacommissie van CDA, onder voorzitterschap van An- ïssen in zijn zak telkens Den Uyl voor blok zette? „Dat was geen majoreren”, tiles wat hij erover zegt. °9 eens drie jaar lang 1 procent perjaar toveren, samen ----- ----- U zegt dat de matiging niet haalbaar Laten we nu eens een inkomen nemen Andriessen: „Ten eerste geloof ik niet dat bij Den Uyl anderhalf procent bij 60.000 genoeg is. Dat moet meer zijn, anders haalt hij zijn uitkomsten niet. Ver der is de matiging van 4 procent bij 115.000 alleen mogelijk als de salarissen nominaal verlaagd worden, dus in guldens omlaag gaan. Dat kan niet, daar hebben we gewoon .de instrumenten niet voor. Bovendien merk ik op dat de ambtenaren van 60.000 gemiddeld de komende perio de maar een kwart procent erop achteruit gaan”. z Andriessen: „Dat komt door de sociale premies”. Hoe is dat laatste nu mogelijk, want dat is nog minder dan de werknemers in het bedrijfsleven? De ambtenaren kunnen dus eigenlijk nog meer inleveren dan het kabinet al wil? Andriessen: „Nou, dat moet Wiegel maar aan de onderhandelingstafel uitvechten”. Ien of zelfs licht achteruit laat gaan, vind ik dat inderdaad een offer. De inkomens van tweemaal modaal zijn er de laatste 4 jaar al een half procent op achteruit ge gaan (de modalen 10 procent vooruit, de laagste zelfs 20 procent) en de komende periode van 4 jaar komt er nog eens 2 procent bovenop. Als je nog meer wilt matigen, moet je de progressie in de belas tingen verder versterken en u weet dat die al de hoogste is in Europa. „Ik weet niet of dat illusie is. Dat moeten we nog bekijken. Ik wijs er wel op dat wij het draaipunt in de kinderbijslagoperatie ook al hoger hebben gesteld. Verder staat in de nota dat een lastenverlichting dit najaar niet uitgesloten is”. Wilt u zeggen dat er een belasting maatregel komt ter verlichting van de middengroepen? Je moet echter niet overdrijven. In het verleden is het wat te snel gegaan en dat heeft werkgelegenheid gekost. Bovendien: als je 20.000 arbeidsplaatsen bij de over heid schept, blijven er uiteindelijk netto maar 15.000 over, omdat je door de extra lasten in het bedrijfsleven werkgelegen heid verliest en in de bedrijven, dat is heel belangrijk, moet geld verdiend worden om de invoer te betalen. Nee, het is allemaal veel gecompliceerder dan Den Uyl zegt”. Natuurlijk bestaan er grote verschillen tussen de wijze waarop het vorige kabinet het probleem van de werkloosheid aan wilde pakken en de methode van de rege- ring-Van Agt. Oud-minister Duisenberg (Financiën) typeerde de verschillen on langs zo: „Het kabinet-Van Agt bekijkt de cijfers, ziet dat er een hoog werkloosheids cijfer voor de komende jaren uit rolt en schrijft als recept bezuiniging voor, want dan wordt de werkloosheid wat minder”. De PvdA zou het anders doen. Dat blijkt uit het alternatieve bezuinigingsplan van Den Uyl, waaraan ook Duisenberg heeft meegewerkt. „Wij zien dezelfde dingen en gaan dan eerst kijken hoe je dat werken zelf kunt aanpakken. Dat kan via bijzon dere maatregelen zoals vervroegde pensio nering en eerlijker verdeling van werk. Daarnaast dienen de inkomens minder snel te stijgen en zullen sommigen in inko men achteruit gaan”. Andriessen (fel): „Dat kan Duisenberg nu wel zeggen ,maar toen het CDA twee jaar terug pleitte voor inkomensmatiging, zei dezelfde Duisenberg dat het CDA de vakbeweging naar huis wilde sturen”. Kritiek is er ook op de snelheid waarmee het kabinet de ombuigingsnota heeft op gesteld. Het zou te lang geduurd hebben. In plaats van de beloofde publikatie half juni verscheen de nota pas eind vorige week. „Wijzelf hadden het redelijk gevon den deze nota en de Miljoenennota samen op Prinsjesdag te presenteren”, zo be strijdt Andriessen deze kritiek. Maar de Kamer beschikte anders. Het kabinet werd gedwongen zijn tijdschema aan te passen. Vertragend werkte volgens de minister het feit dat een nieuw kabinet aan het werk ging. Zo moesten de minis ters zich eerst op hun departement nog inwerken, voordat over bezuinigingsvoor stellen beslist kon worden. En pas eind april kwamen de noodzakelijke berekenin gen van de Centrale Economische Com missie (CEC). Andriessen lacht slechts. Hij wijst erop dat de ministerraad de nota gezamenlijk heeft opgesteld. Hij vindt het logisch dat vakministers voor hun departement opko men. Beslist weigert hij een uitspraak over de betrokkenen afzonderlijk. Hij wil wel kwijt dat niet elk onderdeel van de opera tie bij elke minister evenveel instemming ontmoet. Maar vooral premier Van Agt toonde zich toch tot en met de eerste week van juni uitermate optimistisch over het tijd schema? „We halen het”, het hij voortdu rend weten. Andriessen laat iets van kri tiek op dit optimisme blijken: „Misschien hadden we wat sterker moeten zeggen dat het een ontzaglijke opgave wordt. Dan hadden we mogelijk wat meer tijd gehad”. Verdere verwijten op het langzame wer ken doet hij af met een verwijzing naar het kabinet-DenUyl. Andriessen: „In augustus 1975 kwam de aankondiging van de een- procentoperatie. In mijn motie van okto ber ’75 (als KVP-fractievoorzitter) vroeg ik om een nota, uit te brengen in februari ’76. Het al volledig ingewerkte kabinet van toen had de tijd van augustus tot februari. Dat is langer dan wij er nu over hebben gedaan”. En hoeveel weken vertraging heeft mi nister Pais op zijn geweten? diening van een collectieve VAD en meer medezeggenschap. Andriessen geeft toe dat de vertraging ook veroorzaakt is door uitvoerige discussies over de VAD, met name de vraag of het verstandig is in een slechte economische situatie met een VAD te komen. Was Aantjes’ stap een steuntje in de rug voor Andriessen? Het blijkt allerminst het geval. Andriessen: „Ik heb Aantjes’ interventie niet als hulp ervaren. Maar ik heb me er ook niet tegen verzet. Ik beschouwde het als een uitdrukking van een gedachte die al langer in het CDA leeft”. Bovendien maakt Andriessen dui delijk dat Aantjes’ verzoek kwam op een moment dat de voorbereiding van o.a. de VAD al geruime tijd gaande was. Mosterd na de maaltijd dus? Andriessen ontkent het niet. Aantjes heeft wel het voorbehoud gemaakt dat wegens het late tijdstip van de nota het CDA verlangens mag indienen zonder zelf direct de compensatie aan te geven. Hoe moet dat nu? Dat kan toch wel eens problemen geven. jaar. Als dat kan, is Den Uyls plan ook uitvoerbaar, want hij vraagt een matiging oplopend van 0 procent bij modaal (f28.500) tot 3 d 4 procent bij f115.000. Iedereen tot f60.000 zal bij Den Uyl zo’n anderhalf procent moeten inleveren. Ver geleken met uw plan ten aanzien van de ambtenaren ontloopt het elkaar dus niets. Waarom is uw plan dan wel haalbaar? „Dat hangt af van het beeld voor 1979, ik zeg daar nog niets over. Het legt natuurlijk een grote druk op de financiering, waarbij al flinke problemen dreigen, onder meer als gevolg van de WIR, waarvan de inwer kingtreding telkens is uitgesteld, maar die volgend jaar veel zal gaan kosten. In to taal, belastingen en premies bij elkaar, zal zelfs ondanks onze ombuiging lasten verzwaring in ’79 niet helemaal voorko men kunnen worden. Zonder die ombui gingen zou het natuurlijk nog veel meer geweest zijn dan 3 miljard, maar over de omvang en de manier waarop moeten we nog beslissen”. Welke garanties heeft het kabinet dat de bezuinigingen ook resulteren in nieu we arbeidsplaatsen? Er wordt vaak ge zegd dat de mensen best willen inleveren, als ze maar weten dat er voor hun geld meer werk bijkomt. We moeten maar af wachten of via de indirecte weg van las tenverlichting, gevolgd door meer inves teringen, er ook arbeidsplaatsen bij ko men. Den Uyl zit wat dat betreft op 2 sporen, omdat hij èn het bedrijfsleven meer lucht wil geven èn meer werk wil scheppen via de overheid. Eind augustus gaat de Kamer over de nota praten. In het najaar volgen de begro tingen, die een concrete invulling van de nota moeten geven. Onvermijdelijk is daarbij dat Andriessen een deel van zijn moeizaam verkregen 10 miljard weer moet offeren om de talloze belangengroeperin gen te vriend te houden. Hoeveel wissel geld heeft hij van het kabinet meegekre gen? Andriessen leest voor uit de nota. „Overleg is alleen zinvol als het kan leiden tot bijstelling van de aanvankelijke voor stellen. Die ruimte zal er zijn. Dat overleg is niet zinvol als de uitkomst ervan het herstel van de economie op de lange baan zal schuiven. Die ruimte mag er niet zijn”. Waar ligt nu precies het breekpunt? Bij 9 miljard, 8,5? Aantjes zei enkele weken terug een „uitkleding” van 15 procent niet onaanvaardbaar te achten. Van Agt sprak over „Beknibbelen wel, maar vreten niet”. Andriessen heel beslist: „Vijftien procent is te veel. Er is enige ruimte, maar niet voor een wezenlijke aantasting van de nota. Een beknibbeling van anderhalf mil jard is onaanvaardbaar”. Andriessen: „Nee, dat wordt veel te laat, rt hebben we in het verleden gezien, het >rige kabinet is al in augustus 1975 met ^buigingen begonnen en er is nog heel einig van gerealiseerd, zoveel tijd kost rt. De inkomensmatiging heb je niet in de ®d, dat hebben we gezien bij de BTW- Thoging van het aardgas, die onmiddel- kin de prijscompensatie werd verwerkt. «1 Uyl moet niet doen alsof hij dat niet eet”. Andriessen: „Als er een lastenverlich ting komt voor het bedrijfsleven, zal er minder uitstoot van arbeidsplaatsen ko men. Er gaan minder bedrijven kapot en de economische veroudering van de ma chines, reden om nog meer mensen te vervangen door machines, gaat dan min der snel. Daar heb je al een zekere winst- werk-relatie. Maar ja, een absolute garan tie kunnen wij niet geven. Alleen één ding is zeker: als de lasten toenemen, komt er minder werk”. „Den Uyl pleit telkens voor meer werk via de overheid. Ik merk op dat dat hogere kosten veroorzaakt, meer premies en dus de noodzaak tpt meer ombuigingen of las tenverzwaring en dat laatste is uitgesloten. Wij werken ook wel aan het scheppen van arbeidsplaatsen in de 4e sector (dus bij overheid, onderwijs, enz.). Een aanzet daarvoor staat in de nota en ik heb van morgen aan mijn staf nog gevraagd wat cijfers te verzamelen”. Andriessen: „Ja, we gaan een boeiende parlementaire discussie tegemoet”. Andriessen, de vroegere oppermachtige KVP-voorman heeft sinds de opkomst van het CDA en de strijd over het leiderschap duidelijk een moeilijke periode achter de rug. Eerst de uitverkiezing van Van Agt tot lijsttrekker en later die van Aantjes tot fractievoorzitter lieten duidelijk hun spo ren na. Hij leek in de politieke bezemwa- gen te zullen stappen, vooral toen er in het kabinet-Den Uyl geen plaats voor hem was gereserveerd. Andriessen ontkent niet dat hij het moeilijk heeft gehad. „Er zijn inder daad wel dalen geweest”, zo drukt hij het voorzichtig uit. Nu lijkt hij weer helemaal terug. Na een wat aarzelend begin op het voor een jurist technisch moeilijke departement van Fi nanciën heeft hij de eerste krachtmeting: de ombuiginsgnota, met glans doorstaan, althans wat betreft de machtsstrijd binnen het kabinet. Is de oude Andriessen weer terug en is dit het waar hij de afgelopen jaren naar toe heeft gewerkt? Hij ant woordt met een typische Andriessen- uitdrukking: „Ik geloof dat ik vanaf 1975 vrij consistent heb geopereerd”. Maar u neemt toch ook risico’s. Om beginnen moet het kabinet maar af- ichten hoeveel er na het grote afknab- Iproces dat nu op gang komt, van de 10 iljard overblijft, en als u er niet in slaagt werkoosheid flink terug te dringen, mt u moeilijk meer gaan bezuinigen, '■int u zit al aan het maximumhaalbare. en Uyl kan echter, zodra de inkomens- atiging op verzet stuit, op het zelfde oment aanvullende bezuinigingsplan- n uit de kast halen. U belooft in de nota de koopkracht van de inkomens tussen f 30.000 en f 50.000 „zoveel mogelijk’’ in stand te hou den. Dat lukt toch niet? Is dat niet het koppig vasthouden aan de regeringsver klaring waarin deze zin op verzoek van de WD is opgenomen? in. er, O ie en t 4e k.k. rij >e tegennota van Den Uyl zit Andries- niet lekker, dat is overduidelijk. Voelt soms dat Den Uyl met zijn plan tot 'gaande inkomensmatiging, waardoor ar 4 miljard ombuiging nodig is in ats van 10 miljard, iets kan presteren artoe dit kabinet niet in staat is? An- essen: „Ik vind het vervelend dat Den 1 elke keer de indruk wekt dat zijn plan i fantastische oplossing is waardoor de lectieve uitgaven overeind kunnen blij- 1. Dat is een voorstelling van zaken die rt klopt met de werkelijkheid. Het is Den 1 gedurende dé vier jaar dat hij er alle (gelijkheden toe had, ook niet gelukt, danks de Machtigingswet. Maar mijn omaamste bezwaar tegen Den Uyls orstel is dat hij vooruit loopt op een romstenmatiging waarvan ik niet geloof t hij haalbaar is, en daarop alvast zijn leid baseert. Dat is een veel te groot ico”. Andriessen wijst er voorts op dat het kabinet-Van Agt te maken had met enkele bijzondere problemen. Zo had Den Uyl al verschillende mogelijkheden tot bezuini ging voor zijn eigen operatie gebruikt. De publiciteit maakte uitvoering van enkele andere plannen onmogelijk. Op deze wijze bleek al tijdens de verkiezingscampagne dat het idee van het vorige kabinet om de WAO-uitkeringen te verlagen onhaalbaar zou zijn. En los van dat alles moest de ploeg van Van Agt nog een stuk van de bezuinigin gen van Den Uyl uitvoeren. Andriessen: „Het kabinet-Den Uyl legde een koppeling tussen de bezuinigingen en de maatschap- pij-hervormende voorstellen. Maar toen de VAD kwam, de wijziging van de wet op de Ondernemingsraden en ten slotte de Grondpolitiek, lag er telkens alleen maar de eerste fase van de kinderbijslag. De andere bezuinigingsvoorstellen waren er nog niet, dus de zogenaamde koppeling van Den Uyl bestond de facto niet”. De koppeling is een kleine twee weken geleden tot veler verrassing wèl aangelegd door Aantjes. Toen Van Agt moest toege ven dat het kabinet het tijdschema niet zou halen, eiste Aantjes dat de bezuinigingen een sociale bedding zouden krijgen en - gepaard zouden gaan met gelijktijdige in- De ombuigingsnota spreekt van een „reëel offer” dat van de inkomens boven 50.000 wordt gevraagd. De term is het eerst gebruikt door Den Uyl tijdens de kabinetsformatie. Den Uyl dacht toen aan heel andere bedragen dan het kabinet nu voor ogen staat. Zonder over woorden te twisten, kan men toch vraagtekens zetten bij het „reële offer” dat het kabinet vraagt. Opnieuw als voorbeeld tweemaal modaal, een vrij grote groep uit de bevolking, in elk geval flink groter dan die van viermaal modaal. Die moet een half procent aan koopkracht inleveren, dat is als men v f 30.000 per jaar netto overhoudt, precies in f 60.000 per jaar, iets boven tweemaal j 150 ofwel ƒ12,50 per maand. Een reëel odaal. U vindt dat deze groep een „reëel offer? ffer” moet brengen en vraagt van hen een Andriessen: „Ik zie het zo. Ondanks de 'ritggang van een half procent per jaar. /slechte economie is er toch nog een groei Is men dan nog ambtenaar is. moet men van 3 procenUper jaarEen deel daarvan on nnnnzou eigenlijk nesr de inkomens moeten anderhalf procent per gaan. Als je de inkomens met laat meede- rteueren. O Oud-minister van financiën; prof. W. Duisenberg - Fractte-voorzltter Aantjes 2gh.-;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 17